Zonda?, 29 Januari 1883.
31ste Jaargang. Ho. 2163.
AMSTERDAMSCHE KRONIEK.
VERKOCHT!
Uitgever: J. WINKEL.
Sfiircau: SriSlftM, ï^aaii, P, 5.
SCHAG
mm Ni
URAIUT
ïrtÉ- Laidltnlla
Dit blad verschijnt tweemaal per week .Woensdag- Zater
dagavond. 3Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTEN1IÈN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
„Nou kan je lezenExtra-tijdingExtra-tijding van
den dubbelen moord, van den moord en den zelfmoord, op
den NieuwendijkNou kan je lezen, heeren Zoo weer
klonk Dinsdagavond door onze drukste straten bet oorver-
doovend geschreeuw van een troepje speculanten^die een
berichtje uit een der dagbladen met groote letters op een
stuk gemeen papier hadden laten overdrukken, en dat
moois nu voor 1 of 2 centen per stuk al naar ze krij
gen konden aan den man poogden te brengen. Ondanks
de herhaalde waarschuwingen tegen deze bedriegerij, lieten
velen zich alweer in den onnoozelen strik vangen en
kochten ze gretig dit waardeloos stuk drukwerk, om na
lezing te bemerken dat ze in den volsten zin des woords
„oud nieuws" gekocht hadden. Dat venten met zoogenaamde
extra-tijding, een industrie die tegenwoordig druk beoefend
wordt en dus nog al winstgevend moet wezen, is niets
anders dan een allerbrutaalste oplichterij, waaraan de politie,
vreemd genoeg, geen paal en perk schijnt te kunnen stel
len. Het eenige middel om deze gewetenlooze speculanten
van de baan te dringen, zou zijn dat het publiek de door
hen gefabriceerde lorren eenvoudig niet meer kocht. Maar
„de vtereld wil bedrogen zijn
Het vreeselijke drama zelf, dat hier Maandag in een
bovenkamer op den Nieuwendijk plaats had, was overigens
wel geschikt om de algemeens belangstelling en nieuws
gierigheid gaande te maken. Het is een nieuwe bijdrage
tot de treurige en noodlottige toestanden in de wereld der
cafés-chantants of tjingeltjangelseen nieuwe blik in een
poel vol misdaden en gruwelen. Want dit rampzalig feit
staat niet op zich zelf; voortdurend vallen er, tengevolge
van het bestaan dier ellendige etablissementen in onze
stad, vecht- en snijpartijen voor op straat of binnenshuis
alleen onderscheidt dit geval zich nu eens van velen anderen
doordien het zoo bijzonder tragisch en bloedig is. Doch de
„kleinigheden" van dien aard, die zonder moord of doodslag
afloopen, worden gewoonlijk niet eens ruchtbaar. Hoort
men lang na middernacht nog vloeken en vechten op straat,
vooral in de geliefkoosde buurt der cafés-chanttans, dan
haalt men met zekere uit de gewoonte ontstane onver-
'Novelle van E. A. KöNIG.
1.
Eerste Hoofdstuk.
De lente was gekomen. Al zond ook de onttroonde winter
nog eenmaal zijne sneeuwvlokken naar beneden, zijn macht
was gebroken.
Friedrich Steinthal, de eigenaar van het groote en schoone
landgoed Buchenhain, zat met zijne dochter bij het ontbijt.
De statige, dikbuikige man met den langen, reeds grijzenden
baard, werd door velen benijd, en toch maakte in dit uur zijn
ernstig, betrokken gelaat niet den indruk, alsof hij zich bijzon
der in zijn geluk verheugde.
Jenny, zijn eenig kind, was eene lieflijke verschijning, in
rijke pracht omlijstte het aschbloude haar heur schoon, frisch
gelaat, welks fijne trekken inwendige onrust en bezorgdheid
verrieden.
Steinthal had zijn kopje uitgedronken; hij liet den blik dwa
len door het rijk en smaakvol ingerichte vertrek en stak een
sigaar aan.
Achterover leunende in zijn stoel, staarde hij eenige oogen-
blikken naar de sneeuwvlokken, die daar buiten dooreen dwar
relden, en vestigde daarna den blik vol liefde op zijne dochter.
„Y ij zullen ons wel moeten gewennen aan de gedachte aan
eene scheiding, mijn kind; zeide hij op hartelijken toon, het
was mij ook aangenamer, wanneer wij bij elkander konden blij
ven, maar dat is alleen dan mogelijk, wanneer een ervaren
landbouwkundige aanzoek doet om uwe hand."
„Of wanneer gij Buchenhain verkoopt," antwoordde zij.
„Dat is gemakkelijk gezegd," antwoordde hij hoofd schud
dend, en zijn voorhoofd werd nog bewolkter,men kan gemak
kelijker koopen, dan verkoopen, en ik ben nog te jong, te
krachtig, dan dat ik de handen in den schoot kan leggen.
Het is nu wel niet voor u eene dringende noodzakelijkheid
om den eerste, der besten, die aanzoek doet om uw band, het
jawoord te geven, doch, hier is een aanzoek, dat onze ern
stige overweging vraagt, en ik beken u eerlijk en openhartig,
dat ik het zeer aanneembaar vind. AVerner Bitter is de eenige
zoon van den zeer rijken handelsraad
„Hebt gij hem reeds geantwoord viel Jenny hem in de
schilligbeid de schouders op en gaat kalm zijns weegs.
Maar deze moordaanslag en daarna gevolgde zelfmoord van
een kellner, die een hopelooze liefde koesterde voor een
kellnerin uit een dier inrichtingen, trekt weer meer dan
gewoonlijk de aandacht en brengt het verderfelijk karakter
der tjingeltjangels bij vernieuwing ter sprake. Zij veroor
zaken in ons goede Amsterdam veel ellende. Bij de jongste
begrotings-discussiën in onzen Gemeenteraad is nog de vraag
geopperd of het niet mogelijk zou zijn om aan dien over
stelpenden toevloed van Duitsche en Fransche „artisten,"
die tot groot nadeel van het opkomend geslacht hare
„talenten" in de cafés-chantants ten toon spreiden, paal
en perk te stellenmaar zoolang zij zich volgens de wetten
des lands gedragen, schijnt men ze te moeten dulden. En
het blijkt hun, hier maar al te zeer voor den wind te gaan,
want de tjingeltjangels schieten als uit den grond op.
Nu, in dat opzicht zijn ze de eenige niet. Andere nieu
wigheden, gelukkig van minder verderfelijken aard voor
de moraliteit van stad en burgerij, zijn tegenwoordig even
voorspoedig van wasdom. Zie het maar aan de Kiesver-
eenigingen. Sedert verleden week zijn er waarlijk alweer
twee nieuwe bijgekomen een radicale, die den schoonen
naam van „Amsterdam" zal voeren, en eene die het be
schermend stelsel in haar vaandel had geschreven en zich
„Nationaal Belang" noemt Als al die Kiesverenigingen
eerstdaags met eigen candidaten komen aanzetten zullen
de beklagenswaardige kiezers er letterlijk door overstelpt
worden en zal de rijkdom van keus hen in niet geringe
verlegenhei 1 brengen. De vereeniging „Amsterdam"— moet
ik er nog bijzeggen, is gevormd door de breede groep on
tevredenen die zich van „Burgerplicht" hebben afgeschei
den. In dit opzicht hebben Kiesverenigingen wel iets van
sommige polijpen elk stuk, dat je er afnakt, krijgt dade
lijk een eigen kop en staart en begint onmiddellijk een
eigen leven te leiden. Ik kan niet gelooven, dat al die
Vereenigingen en Yereenigingetjes op den duur stand zullen
blijven houdenwe hebben wel is waar een kolossale
vermeerdering van het kiezerskorps gekregen, maar aan
zóóveel en zoo velerlei toelichting zal misschien toch geen
behoefte blijken te bestaan. Men kan van alles te veel
krijgen, zelts van licht.
Zooals b. v. in de eindelooze Beursquaestie het geval is.
rede.
„Nog niet, dat kan ik immers eerst doen, wanneer gij be
slist hebt
„En wanneer ik u verzoek, hem een afwijzend antwoord te
geven?"
Steintbal keek den blauwen rook zijner sigaar na; de groeven
tusschen de wenkbrauwen werden nog dieper.
„Dan moet ik u verzoeken, mij uwe redenen te noemen,"
zeide hij.
„Is het niet een voldoende reden, wanneer mijn hart voor
dezen man niets gevoelt Dwaal ik lieve vader, wanneer ik
verklaar, dat ik alleen mijn hand zal reiken, aan wien mijn
hart behoort Wanneer gij mij gelukkig zien wilt, dan
„Mijn kind, dat zijn romantische gedachten, maar die heb
ben geen waarde in het practische leven," viel bij haar ernstig
in de rede. „Niet het hart, maar het verstand moet de over
wegende stem uitbrengen, wanneer er sprake van is, een be
sluit le nemen, dat voor de geheele toekomst beslissend is. La
ten beide stemmen zich met elkander vereenigen, des te beter
Ik ken menig huwelijk, dat uit wederzijdsche liefde gesloten
werd, de wittebroodsweken waren nog ter nauwernood voorbij,
of disharmonie verdreef reeds het gedroomde geluk, en aan
de andere zijde ken ik ook vele zoogenaamde beredeneerde
huwelijken, die gevestigd zijn op wederzijdsche achting,
Hij brak af, de bediende, die kort te voren zonder geruisch
te maken was binnen getreden, overreikte hem een portefeuille,
die behalve eenige brieven ook eenige couranten bevatte.
Friedrich Steinthal nam er de brieven uit; hij bemerkte
niet den angstigen blik zijner dochter, welke met koortsachtig
ongeduld op hem rustte. Enkele brieven legde hij ter zijde,
zonder ze te openen hij scheen hun inhoud reeds te kennen,
de donkere uitdrukking van zijn gelaat deed vermoeden, dat
zij geen aangename tijdingen brachten.
Slechts twee brieven bekeek hij iets langer, daarna opende
hij den eerste, welks adres een fijn, sierlijk handschrift bezat.
Hij las den brief met groote opmerkzaamheid; verbazing en
wrevel spiegelden zich op zijn gelaat af.
„Daar hebben wij een tweede aanzoek om uwe hand," zeide
hij, en hij vestigde een toornigen blik op het beurtelings blo
zende en verbleekende gelaat zijner dochter, „baron Dagobert
von Stamm Wat geeft hem recht tot deze vermetelheid
„Zijne liefde tot mij," antwoordde Jenny, en al verried ook
het beven harer stem hare inwendige ontroering, zoo scheen
Die is reeds van zoovele kanten en uit zoovele oogpunten
toegelicht, dat het iemand bij al dien glans voor deoogen
begint te schemeren. Laatstelijk werd van zeer officieele
zijde, door de achtbare Kamer van koophandel, een zeer
ongunstig oordeel geveld èn over het Beursplan van Burg.
en Weth. èn over het daartoe aangewezen terrein, het
gedempte Damrak. Op dat verpletterend vonnis zijn Burg.
en Weth. het antwoord niet schuldig geblevenintegendeel
er is thans een zeer uitvoerig rapport verschenen, waarin
de bezwaren der Kamer van koophandel een voor een wor
den weerlegd of voor oplossing vatbaar genoemd. Burg.
en Weth. handhaven dan ook hun ontwerp, dat voor de
som van f 1,800,000 is uit te voeren. En wat het ver
oordeelde Damrak-terrein aangaat, ook hiervan wenschen
zij niet af te wijken, terwijl zij aantoonen dat de Raad
herhaaldelijk als zijne beslissing heeft uitgesproken, dat
het aangewezen terrein voldoende was en geene onteige
ning gewenscht werd. Er is dus niets aan te doende
nieuwe Beurs moet op het Damrak komen, tenzij
ja, er hebben zich in die Beurs-geschiedenis al zóóveel
zonderlinge verrassingen voorgedaan, dat we de verzekering
„de Beurs komt op het Damrak" eerst zullen gelooven
als zij er staat. En eer wij zoo ver zijn, zal er nog heel
wat water door den Amstel moeten loopen
Neen, dan weet het Leger des Heils zich vlugger en
gemakkelijker de noodige localiteiten te verschaffen. Het
heeft nu reeds verscheidene vergaderplaatsen in onze stad,
meerendeels in drukke, levendig bezochte buurten. Onlangs
is het nu weder door aankoop eigenaar geworden van het
Yolks-kolfiehuis J)e Vredeop Rapenburg, eene inrichting
van christelijk-philantropiscben aard, die echter niet bloeien
wilde. De zaken in dit koffiehuis waren voor de oprich
ters schade voor de hand. Daarom besloot men het gebouw,
met inventaris en al, te verkoopen, en thans is het Leger
des Heils er onderhandsch kooper van geworden. Naar ik
hoor, moet er f 46.000 voor betaald zijn. Dat zou een
ander er niet voor gegeven hebben; maar het Leger
wilde het perceel hebben en beschikt over ruime fond
sen. Over geldgebrek hebben deze lieden niet te klagen.
Zulk een Volks-koffiehuis te koopen of voor zich te laten
bouwen, is voor hen een kleinigheid.
Er wordt trouwens genoeg gebouwd in Amsterdam. Men
zij toch uiterlijk kalm; zij keek baar vader ernstig aan, die
met een gebaar van verontwaardiging den brief op de tafel
wierp.
„En deze liefde wordt beantwoord vroeg bij, nu een koelen,
spottenden toon aanslaande.
„Ja, lieve vader, ik beken bet zonder vrees voor uwen toorn,
maar ik weet immers, dat het uw hoogste wensch is, mij ge
lukkig te zien."
„En gelooft gij het langs dezen weg te worden vroeg hij,
terwijl hij opstond en eenige malen met groote schreden het
vertrek op en neder liep. „Wie is deze baron von Stamm?"
„Een man van eer en van aanzienlijke familie, wien niemand
iets kan te laste leggen."
„Een arme referendaris, die nog menig jaar op een betrek
king zal moeten wachten en u ook dan nog niet een flink
bestaan kan aanbieden," zeide Steinthal schouderophalende.
„Wij zijn immers rijk, lieve vader
yEn al waren wij het, zou het dan voor u niet een druk
kend gevoel zijn, niet voor u alleen, maar ook voor uw echt-/
genoot, ondersteuning van mij te moeten aannemen? Ik wil u
wel bekennen, dat ik tij daartoe niet zou kunnen verplichten
het bestaan van den landbouwer hangt af van deu oogst, en
gij weet, dat ik in de laatste jaren er geen zijde bij gespon
nen heb."
„Dagobert verlangt dat ook niet," antwoordde Jenny met
een smeekenden blik op haren vader, die onrustig heen en
weder liep, „wij zullen wachten tot hij zijn examen heeft ge
daan en een aanstelling heeft gekregen. Ik kan mij bezuinigen,
wij zullen in onze behoeften bescheiden zijn en
„En ruimte is er in de kleinste hut!" spotte hij. „Ja, maar
die hut moet men toch hebbenEn zoo geheel zonder afgunst
ziet men niet van uit die hut naar het paleis, waarin men
zou kunnen wonen, wanneer men een weinig verstandiger
geweest ware Zeker, wil ik u gelukkig zien, en juist omdat
ik dit wil, moet ik dit aanzoek beslist van de hand wijzen.
De schoone woorden, met welke mijnheer de referendaris mij
tracht over te halen, maken op mij evenmin indruk als zijn
baronstitel; wij zijn goed burgerlijk en ik heb nooit hooger
gewild. Het is mij dikwijls genoeg te kennen gegeven, dat ik
eer en ambten zou kunnen verwerven; ik heb dat steeds afge-
wezen, ik hecht er nu ook nog geen waarde aan, een baron
mijn schoonzoon te mogen noemen."
„Dan hebt gij reeds een besluit genomen?" vroeg Jenny op