Donderdag, 1 Maart 1888. 31ste Jaargang. Ho. 2172. NA T I 0 N A L E MILITIE. VERKOCHT! Het Museum van Alkmaar. I Gemeente Schagen Bekendmakingen. Eerste Zitting: van den Militieraad. 10. SCH \m RAMT. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- d agavond. Dij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE- TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger. O P BUTITFI I O voor de Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gezien art. 16, 87 en 88 der Wet op de Nationale Militie. Gelet op eene Missieve van den Heer Militie-Commissaris in het 3e district van Noord-Holland. Brengen ter kennis van de belanghebbenden. Dat de eerste zitting van den Militieraad zal worden ge houden ten Baadhuize te Alkmaar, op Dinsdag, den 13en Maart eerstkomende, des morgens ten 11 ure. Dat voor den Militieraad moet verschijnen: lo. de vrijwilliger voor de Militie; 2o. de loteling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke omstandigheid, of gebreken, of gemis van de gevorderde lengte; 3o. Hij die voor een loteling als plaatsvervanger of duid- merverwisselaar verlangt op te treden. Schagen, den 24en Februari 1888. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. óe Secretaris, DENIJS. Novelle van E. A. KöNIG. Tweede Hoofdstuk. De grondeigenaar Steinthal zag na zijn onderhoud metKir- ner den eenigen weg tot redding alleen nog in de verloving van Jenny met den zoon van den rijken bankier. Hadden ook al de spottende waarschuwingen van den woe keraar zijn hoop aanmerkelijk verminderd, hij hield zich er toch aan vastvan Kirner mocht hij immers alleen dan mede werking verwachten, wanneer die hoop werd vervuld. Jenny moest hem het offer brengen en hare liefde prijs gevenhij geloofde, onder de gegeven omstandigheden dit wel te mogen verlangen. En eischte hij dit offer ook niet mede in haar eigen be lang? Welke toekomst wachtte haar aan de zijde van den onhemiddelden referendaris Zij was opgevoed in weelde, zij had tot heden elk harer wenschen vervuld gezien, hoe zou zij later weerstand kunnen bieden aan gebrek en zorgen Op den terugkeer naar huis dacht Steinthal over deze vra gen ernstig na; hij besloot den volgenden dag persoonlijk den handelsraad te bezoeken en zijne dochter eerst dan alles mede te deelen, wanneer de verloving gesloten was. Hij zeide haar alleen, dat hij in het testament van zijn oom niet bedacht was; zij durfde hem niet vragen, hoe hij nu de brieven van de beide minnaars zou beantwoorden; zij wilde wachten, tot hij zelf dit punt ter sprake bracht. Den volgenden dag reed hij naar den handelsraad; hij werd door beide heeren, vader en zoon, zeer vriendelijk ontvangen, en dit bewees hem, dat ook zij aan de verbintenis met zijne familie, veel waarde hechtten. Niet Werner Bitter alleen, maar ook zijn vader was zeer verheugd over de toezegging, die Steinthal gaf; daardoor aan gemoedigd, bracht de grondeigenaar nu ook de van hem ge- wenschte handels-relatie ter sprake. De handelsraad verklaarde zich bereidwillig, in den loop der volgende week dit punt verder uit te werken; hiermede moest Steinthal voorloopig genoegen nemen, want hij durfde er niet op aandringen, wanneer hij geen wantrouwen opwek ken en alles weder in de waagschaal stellen wilde. Toen hij afscheid nam, noodigde hij Werner dringend uit bij hem te komen dineeren. „Gij moet met uw verloofde eenig geduld hebben," zeide hij op luchthartigen toon, „uw aanzoek is zoo onverwacht en verrassend, dat Jenny zich nog niet in dit geluk kan inden ken zij zelve wenscht, dat gij haar tot morgen tijd laat." Met dezen leugen nam hij afscheid, om Kirner te bezoeken en hem kennis te geven van de verloving; het lag nu in het UitgeverJ. WINKEL. Bureau: SCHAG£]¥. f.aan, B, 5. Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEBTENTrËlT van 1 tot 6 regels fO.75; iedere regel meerfO.H Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. VIII. Meer dan het graveerwerk trekken ons de producten der beeldhouwkunst aan. En geen wonderEr ligt oneindig meer leven en fantasie in de tinteling, waarmede de kun stenaarshand de boetseerklei weet te kneden, dan in de juistheid, de fijne nauwkeurigheid, waarmede ze de Asnaald voeren kandeze beeldt af, gene schijnt te scheppen maar vergeef me een vlucht, die in het Museum zeker misplaatst moet heetenwe vinden niets dat zulk eene ontboezeming aanleiding kan geven, schier geen enkel stuk marmer, slechts wat steenen beelden en pleisterafgietsels ziedaar alles Maar toch die pleisterbeelden zijn het beschouwen waard, al prijken ze in marmer niet. „Alcamaria Victrix 1" dat woord zweeft ons onwillekeurig op de lippen, als we de beide beelden bezien. En echter bij meer gelijke grootte zouden ze eerder als pendanten kunnen dienen, dan als twee verschillende zinnebeelden voor ééne gedachte. De eene, een óntwerp van Joh. Grave te 's Hertogenbosch, dat zonder twijfel schoon is uitgevoerd, is eene strijdende vrouw, gepantserd, met een vlag in de linker en een zwaard in de rechter hand. Echter er ligt te veel naturalisme in de lachende gelaatstrekken in de breed omgeworpen kleeding, te breed voor eene zoo tengere gestaltein het fladderen der woeste, golvende lokken en van het ruime gewaadin het opnemen der vouwen van het kleed, 't welk een ietwat te grooten en vulgairen voet op sandalen laat zienin één woord daar ligt iets naturalistisch in de geheele figuur; zij blijft de strijdende vrouw, maar voor zinnebeeld te realistisch. eigen belaDg van den woekeraar, geduld te oefenen en zijne schuldvordering op te houden, opdat de handelsrelatiën tusschen zijn schuldenaar en den bankier nu tot stand konden komen. Kirner was niet thuis, de grondeigenaar liet nu eenige regelen aan hem achter en keerde daarop naar huis terug. Hij zag er nu toch tegen op, zijn dochter te ontmoeten hij mocht nu niet langer zwijgenhet woord was verpand en moest ingelost worden. Intusschen had Jenny Dagoberts brief ontvangenzij wist, wat haar wachtte, toen zij het bleeké, ernstige gelaat haars vaders aanschouwde. „Mijn lief kind, ik kon niet anders," zeide hij, een harte- lijken toon aanslaande, terwijl hij haar in zijne armen sloot, „het vuur is mij aan de schenen gebracht en ik zie geen anderen uitweg, op welken ik mijn val kan voorkomen en mijn bedreigde eer kan redden. Ik heb mijnheer Bitter mijn jawoord gegeven, hij zal morgen komen dineeren, om ook van u het jawoord te vernemen." Jenny zweeg, alleen een verwijtende blik uit hare blauwe oogen trof den vader, die nu de handen op den rug legde en in blijkbare verlegenheid met groote schreden de kamer op en neder wandelde. „\an mijn oom heb ik niets gekregen," ging hij voort, zonder zijn dochter aan te zien, „de woekeraar dreigt met een proces, dat mij tot den bedelstaf moet brengen, en vrienden, die mij zouden kunnen helpen, bezit ik niet. De handelsraad Bitter wil met mij handelsbetrekkingen aanknoopenhoudt hij woord, en ik geloof niet daaraan te moeten twijfelen, dan kan ik reeds over enkele dagen den woekeraar een groot bedrag aflossen, en hij zal dan met het overige geduld hebben. Heb ik dezen last van mijne schouders gewerkt, dan kan ik weder met frisschen moed beginnen; er zijn mij ondernemingen aan geboden, die een goeden uitslag belovenmijn werkkracht was verlamd, doch nu zal ik de aanbiedingen aannemen en misschien reeds spoedig voor de toekomst van alle zorgen ont heven zijn. Zoo is de stand der zaken, de beslissing berust in uwe handen. Ik dwing u niet, mijn dierbaar kindgij hebt vrije keuze, ik zal er u geen verwijt van maken, wanneer gij het woord, dat ik verpand heb, niet wilt inlossen. In dat ge val zouden wij ons er op moeten voorbereiden, dat onze have en goed onder den hamer komthier kunnen wij dan wel is waar niet blijven, maar ik vind ergens anders wel eene betrek king als rentmeester of als opzichter, en wat dan de toekomst ons zal brengen, dat moeten wij dragen." Jenny staarde voor zich uit; het offer, dat haar vader van haar verlangde, verwoestte voor altijd haar levensgeluk. M anneer hij bevolen en gedreigd had, zou zij hem misschien trots en beslist zijn tegengetredenzijn bede kou zij nu niet weerstaan. Al zeide hij haar ook, dat hij haar er geen verwijt van wilde maken, dan wist zij toch, dat zulke verwijten haar niet Geheel anders is het met het goedgekeurde ontwerp van F. Stracké uit Amsterdam. Die het monument gezien hebben, zooals het daar staat in het Victoriapark, zullen er misschien het meesterlijke niet zoo goed in begrepen hebben als zij, die den pleister- vorm mochten bewonderen, de groote afmetingen van het standbeeld kweeken iets meer realisme, dan het origineel bezit; de fijnheid der rondingen is eenigszins verloren ge gaan, en de ideale figuur der Victoria, van den Genius is te etherisch voor een Titanenbeeld, waaraan het monu ment ons onwillekeurig doet denken. Daarbij hebben wind en regen de arme godin zoozeer geteisterd, dat haar eertijds vlekkeloos wit is veranderd in een groezelig grijs, wat oneffenheden in spieren en draperie zou doen vermoeden. Bij het afgietsel missen we die nadeelige factorenwel is de ronding van enkele deelen, bijv. van den linkerarm, niet volkomen strakwel zijn er in het geplooide kleed enkele diepten, maar wijt dit aan het pleisteren daaren boven men moet er al zeer dicht bij staan, om het op te merken. De heldere witte kleur spreidt een verheven waas over het beelden dan ligt er een glans over, die de enkele oneffenheden doet verdwijnen én de strakheid der vormen vermeerdert, zonder echter de rust weg te nemen. Daarbij, de opvatting is geheel anders dan die van Grave. Het haar omlijst in klassieke golving het ovale gelaat, en slingert zich van achteren in een breeden wrong te zamen, waaraan echter een enkele lok ontsnapt. Een lau werkrans doet den verheven slanken vorm van het gelaat nog meer uitkomen, maar in plaats dat hij tot het ach terhoofd doorloopt, en dat door gezichtsbedrog eene wan staltige buiging zou geven, verliest hij zich onder de weggestreken haren. zouden bespaard blijven. En Dagobert Hem had zij trouw beloofdook zijn levens geluk, zijn hoop en zijne droomen zouden vernietigd worden. „Ik zeide u reeds, dat ik mijne plichten als kind zou nakomen," antwoordde zij op gedempten toon, »ik veroorloof mij alleen nog eene samenkomst met den man, dien ik lief hebdan moogt gij over mijne hand beschikken." „Waartoe deze kwelling?" vroeg hij, terwijl hij den hoop- vollen blik op haar gericht hield, „gij kunt immers wel schrif telijk antwoord van hem nemen." „Het moet mondeling geschieden," antwoordde zij beslist. „Hij zal u in uw besluit doen wankelen „Hij zal het beproeven, maar wanneer ik eenmaal een be sluit genomen heb, dan is dat niet meer te herroepen." „En wilt gij hem de redenen noemen, die u tot dit besluit bewogen hebben vroeg hij onvriendelijk. „Ik moet het doen, om mij te rechtvaardigen; hij mag het verlangen, en ik zou er geen einde aan weten, wanneer ik hem alles schriftelijk zou moeten mededeelen." „Gij kwelt alleen u zelve," zeide hij waarschuwend, „mijnheer von Stamm heeft geen recht naar redenen te vragenhet moet hem voldoende zijn, wanneer ik mijne toestemming weiger." „Ik denk daar anders over," bracht Jenny in het midden, „ik heb hem trouw beloofd, nu moet ik hem ook zeggen, om welke redenen ik mijne belofte niet kan houden." „En wanneer hij dan, door toorn en haat gedreven, deze redenen bekend maakt, dan is voor mij alles weder verloren. De handelsraad zal mij dan geen crediet verkenen „Dagobert is een man van eer," viel zijn dochter hem in de rede, het blonde hoofd opheffende; hij zal nimmer zich schuldig maken aan eene handeling, die hij met zijn eer niet zou kunnen vereenigen." Steinthal had zijne wandeling door de kamer hervathij gaf niet gaarne zijne toestemming. „Laat mij dan met hem spreken," zeide hij ontstemd. „Dat zou slechts tot een verbitterde woordenwisseling aan leiding geven." „Waar zal de samenkomst plaats vinden?" „In de stad." „Zult gij hem opzoeken „Wees onbezorgd, ik zal mijn goeden naam daardoor niet in gevaar brengen; het onderhoud moet heden nog plaats heb ben. Ik zal heden middag naar de stad rijden en zoo spoedig mogelijk terugkeeren." „Het zij zoo!" antwoordde hij na een weinig nadenken, „ik stel op u nu mijn geheele vertrouwen, gij zult het niet be schamen." Jenny begaf zich nu naar haar eigen kamer. Wordt Vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 1