Zondag, 6 Mei 1888. 31ste Jaargang. Ho. 2191. AiffftoÉ- Ln i En vergeef ons odzs sclmlden! AMSTERDAMSCHE KRONIEK?" UitgeverJ. WINKEL. Bureau: SCHAOKUn Laan, B, 5. G em een te S c ha gen f Bekendmakinge n. Aangifte van Verhuizing. SCHAKER COURANT. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB- TENTI^.IV in het eerstuitkomend nummer geplaatst INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger. dl Prijs per jaar f3.Franco per post f 3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEBTENTIÏJN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.1 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. w T POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen omtrent een alhier gevonden dames handschoen. Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen voor zooveel noodig, met het oog op het verzuim betrekkelijk het doen van aangifte ter Secretarie, bij verhuizing binnen de ge meente, der ingezetenen in herinnering, de volgende artikelen van het politiereglement dezer gemeente, als Ait. 11. Ingeval vat) verhuizing binnen de gemeente, zal daarvan, binnen acht dagen, behooren te worden kennisgegeven, ter Secretarie der gemeente, op den voet als hierna is bepaald, te weten: Voor een geheel gezin, inwonende dienst— en werkboden daaronder begrepen, door het hoofd van dit gezin. Voor afzonderlijk levende personen door hen zeiven. Art. 12. Overtreding van het vorig artikel wordt gestraft met eene boete van een. gulden. Schagen, 24 April 1SS8. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGEN BERG. de Secretaris, DENIJS. NCHÜTTKBB J. Burgemeester en Wethouders van Schagen, roepen mits deze Roman van GEORGE HöCKER. 15.) VII. Een oorverdoovend gekraak en gerommel verkondigde in dit oogenblik den graaf, die juist een vertroostend woord had ge zegd tegen zijne gade, dat het den vërmetelen opoerlingen ge lukt was, de stevig gegrendelde, zware eikenhouten poort te vernielen en zich toegang te verschaffen tot het slot. Nu gold het onherroepelijk een strijd op leven en dood. Hoe zeer de graaf ook het volk verachtte, zoo gemakkelijk begreep hij nu, dat er met hun wraak niet viel te spotten. De gemoederen der oproerige boeren, die nu, in onafgebroken rij binnendrongen, waren zeer licht tot het ergste bereid, aau erharuiing of mede lijden viel niet meer te denken. Maar graaf Wolf, zich in zijn recht wanende, dacht er ook in de vers.te verte niet aan zich voor zijn bestormers te buigen. Te vergeefs bleven alle smeekin- gen der gravin, die van angst en vertwijfeling reeds meer dood dan levend was. Bijna bewusteloos hing zij aan den arm van haren man. Hare anders zoo welluidende stem was nu slechts een mat gefluister, hare kracht was gebroken en zij vond geen woorden meer, die in staat zouden ziju geweest, den onbuig- zamen zin van haren man te breken. Kolf- en bijlslagen, die nu de laatste eikendeur van het voorportaal teisterden, verkondden deD graaf, dat de boeren zijn verblijf reeds hadden uitgevonden, en na alles in het werk zouden stellen, om zich van zijn persoon meester te maken en bloedige wedervergelding op hem uit te oefenen. Maar ook de weinige bedienden, die zich om den graaf geschaard hadden, werden nu in het beslissend oogenblik van gevaar, moedeloos en bang. Zij waren wel is waar niet gewoon, uiet de wapenen om te gaan en hielden de buksen vrij onhandig vast; maar met ijzeren gestrengheid dwong graat Wolt hen, op hun post te blijven; tegenover alle beden en bezwerimren plaatste hij de enkele reden, dat er elk oogenb'ik militaire hulp kon komen opdagen en het dus alleen te doen was, om zoolang stand te houden. Maar hemel en aarde schenen legen den trotsclien man s me-- te spannen- Het onweder. dat scheen voorbij getrokken te zijn, begon op nieuw op te steken en de flamuiende bliksemflitsen verlichtten het ongewone leven op den slothot. De boeren waan den zich der overwinning zeker- Reeds wanselde de laatste eikenhouten deur, die hen nog scheidde van hun offei; nog en kele ocgenLlikken kon het duren tn dan zoniet h t dt rover- beslist ziju. e geestelijke van het dorp was naar het slot gesneld; vallenen b ftTe ÓDri op, alle zoodanige ingezetenen, die op den 1 Januari 1888, hun 25ste jaar van ouderdom zijn ingetreden, benevens de zoodanigen, die zich van Buitenlandscn in deze Gemeente gevestigd hebben, voor zooverre zij nog in een der klassen van de Schutterij vallen, om zich tusschen 15 Mei en 1 Junia. s. ter Secretarie dezer Gemeeute voor den dienst der Schutterij te doen inschrijven, zullende tot ontvangst van hun aangifte te dier plaatse speciaal worden gevaceerd op alle werkdagen d<s voormiddags van 9 tot 12 ure. Tot naricht der belanghebbenden dient Dat als ingezetenen in deze worden beschouwd, alle Neder landers, in het Rijk hun gewoon verblijf houdende, en alle vreemdelingen, in het Rijk woonachtig, welke hun voornemen om zich aldaar te vestigen zullen hebben aan den dag gelegd. Dat de aangifte tot inschrijving in alle gevallen voorde iu- gezetenen van den hierboven bedoelden ouderdom behoeven ge daan te worden, ook dan zelfs, wanneer de belanghebbenden vermeenen tot de vrijgestelden of uitgeslotenen tot den schutter lijken dienst te behooren, dat zij, die bevonden zullen worden zich niet vóór den lsten juni 1888 te hebben doen inschrijven, door het Plaatselijk Bestuur ambtshalve worden in geschreven, en ter zake van hun verzuim in een geldboete ver vallen, terwijl dezelve daarenboven zonder loting zullen worden ingelijfd. £n wordeu overigens de ingezetenen aangemaand om zich tijdig van een geboorte extract te voorzien, en zich alzoo van hun juisten ouderdom te verzekeren, ten einde de inschrij ving behootlijk geschiede, en zij alzoo niet komen te vervallen in de straffe bij de Wet hepaald. Schagen, den len Mei 1888. Burgemeester en Wethouders vooruoemu, G. LANGENBERG. De Secretaris. DENIJS. De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van belang- handenwringend bezwoer hij zijne parochianen terug te keeren en af te zien van dit onteerend handwerk. Maar de in hen kokende woede had de boeren dronken gemaakt. Een der ver- woedste lieden, die niet naar deu geestelijke wilde hooren, was de man, die 's middags van den graaf een zweepslag had ont vangen. Ook Severin Katzenberger, die in de voorste rij der aanvallers stond, wilde niet weten van de tusschen kouast van den geestelijke. Met ruwe woorden gebood hij 'lezen te zwijgen en aan zijn invloed gelukte het, menig reeds bezorgd geworden gemoed onder de boeren weder op te hitsen. Bijna met geweld werd de geestelijke door eenige lieden ter zijde geschoven en op een wenk van den grooten boer, die ijverig deelnam aan de bestorming, weerklonken op nieuw de dreunende bijlslagen tegen de eikenhouten deur. »Het blijft hetzelfde," riep de groote boer met heesche stem zijn volgelingen toe, „zijn wij zoo ver gesaan, dan kunnen wij ook nog wel een verdieping verder gaan Daar binnen houdt de fraaie graaf zich verscholen, die u tergt en plaagt en u het vel over de ooren trekt, die de houtvesters in het woud doodschiet en anderen daarvoor laat onthoofden Nu, wel, laat hij het nu eens zelve ondervinden, hoe aardig het is, wanneer iemand geweld wordt aangedaan Dat is een rechtvaardige wedervergelding en ik zal het verantwoor den ik, Severin Katzenberger en Uan moet. geen geestelijk heer ter wereld «nis daarover wat hebben te zeggen!" Daarbij sloeg hij met geweld op ds deur los en onder hevig gekraak en gestommel viel de laatste versperring instukKenen splinters Deder. De weg tot hun offer was vrij en niets scheidde hen meer van dezelven, dan misschien enige srotd gen. hie schoten, die de cr al in diens lieden nog op hen zoudm ivo j. M-.ar, het 2i>u hem vergolden worden, dat beiootde elk r nvallers tandenknarsend rlr. ts dit alles wilde geen de eerste zijn, die de trap opvloog, om zich van den gehate meester te maken. Daarom stelden de aanv. lhnde boeren zi. h in de eerste oogenblikhen er mede te vreden, met verdubbelde kracht te schreeuwen, de bijlen en seizen in hunne handen te zwaaien, en eenige der moedigsten vuurden hunne geweren af. Graat Wolf had zeer goed de deur hooren instorten. Vast betaden had hij zijn echtgenoi te van zich gestooten, en snelde met zije jachtgeweer in de h nd naar de trap. Hij kon vandaar zeer duidelijk de boeren zien. „Wee u!" schreeuwde hij met sterke stem de oproerlingen toe, „de eerste, die het waagt een stap in mijn huis te doen, betaalt n ij met zijn leven dezen sn.aid Zoo waar er een God in d. u hemel leeft, ik schiet hem neder als ten dollen hond. De bevelend klinkende stem van den graaf overstemde zelfs liet hevigste rumoer, en klonk te geheim zinniger, als men van bentden, verblind door de bliksemflitsen, de standplaats van den hebbenden, dat ter secretarie dezer gemeente, inlichtingen zijn te bekomen omtrent de stukken, welke overgelegd moeten worden bij de aanmonstering voor de Har-ing'vissclierij. Schagen, 4 Mei 1888. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. Artis-feesten, Artis-vlaggen, Artis-sigaren, het was hier deze week „Artisal wat de klok sloeg. Het vijftig jarig bestaan onzer wereldberoemde Diergaarde werd als een evenement in de geschiedenis der hoofdstad beschouwd, en als zoodanig dan ook feestelijk gevierd. Jammer, dat de algemeene verzuchting van „lieve Heertjegeef mooi weertje!" grootendeels onverhoord is gebleven, want storm en regen hebben de feestvierende schare ongenadig gezweept en gesaust. Maar dat is nu eenmaal niet andersen men zal het in negen van de tien gevallen zien, dat bij al der gelijke gelegenheden een rijke dosis hemelwater het feest vuur wat komt temperen. Ook heerscbte er in het laatst der vorige week een geduchte „geest des moppprons en des pruttelens" onder de leden, daar er velen waren, die twee uren en meer achtereen op post hadden gestaan ter bestemder plaatse, zonder toegangskaarten voor de verschil lende feestelijkheden machtig te kunnen worden. Want al de leden hadden natuurlijk wel toegang tot den tuin zelf, maar de feestrede en de feestcantate zouden in een der zalen ten gehoore gebracht wordenen daar die zaal nu onmogelijk 6000 hoorders (zóó veel leden telt Artis) kan bevatten, had men overeenkomstig de beschikbare ruimte kaarten beschikbaar gesteld en voor de verkrijging daarvan het stelsel toegepast van „wie 't eerst komt, wie 't eerst maalt," Dat tengevolge daarvan nu en dan wel eens het graaf niet kon zien. Het werd een oogenblik stil op den hof en de boeren keken elkatider ontnuchterd aan. Menigeen begon nu een weinig begrip te krijgen, van hetgeen hij eigenlijk ondernomen had. Toen was het wederom de groote boer, die zich moedig aan het hoofd zijner dorpelingen plaatste. „Lafaards, die gij zijt," riep hij met van woede bevende, half verstikte stem. „Gelooft gij, dat hij u reeds zal uitnoodigen, die genadige graaf, hem den rug bont en blauw te slaan Wanneer gij mannen zijt en geen kinderen, dan moet gij ook uw kop er aan wagen Wie geen lage schurk is, die volgt mij, wij zullen hem wel tam maken, dien trotschen graaf Ik ben niet bang voor hem Daarop zwaaide de oude, stijfhoofdige man de bijl, die hij in zijn rechterhand droeg, en wilde aan het hoofd der anderen het slot verder binnen dringen. TerugYoor de laatste maal, terug!" klonk de bevelende stem van den graaf. „Nog een stap verder en ik vergeet uw grijze hareu, Severin Katzenberger Maar op dezen maakte dit bevel geen indruk. Hij lachte luid en wilde in zijn fanatieken ijver verder stormen. Er verstreek een oogenblik van aarzeling, zij die achter den grooten boer stonden, wisten niet, of zij dezen volgen en zich aan het doodeiijk schot van den graaf blootstellen ot lafhar'ig terugwijken zouden Daar weerklonk eensklaps een lang gerekte, door merg en been dringende kreet „Brand! Brand in het dorp!" werd er v>n bui:n geroepen. „Te hulp, alles te hulp! Het halve dorp sta t in brand „Laat branden, w t brandtscbre- uw Ie. dr groote boer t. u antwoord. „Het is niet waar, het is gelogen Op den graat los, zeg ik Met geweld werd hij nu door zijne partijgangers terugge houden. „Om 's hemels wil, Severin", riep een der grootste schreeu wt s van zoo even hem toe. „Zie achter u In t heldere schijn sel van den brand.* Daar kwam er weder een aansnellen. „Maakt toch- dat gij in het dorp komt, het slaat aan alle vier hoeket; in brand!* „Severin Katzenberger, uw hofstede staat in brand!" nep een ander. Toen wankelde de oude, trotsche mau en hij zou achterover op aen grond zijn gevallen, wanneer men hem niet bij tijds had gegrepen. „Mijn holstede brandt stamelde hij. „Jezus, mijn kleinzoon is er in, mijn Martin In dit oogenblik scheen hij volkomen de gloeiende wraak zucht vergeten te hebben, die nog enkele seconden geleden elk ander gevoel in zijn hart verstikt had. Haastig, om zich van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 1