Binnenlandsch Nieuws.
Postkantoor Icliagcn.
Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, ver
zonden in de le helft der maand Mei 1888.
Wordt Vervolgd.
over alles en nog wat. En ik moet er dadelijk bijvoegen
niet geheel ongegrond, want al verslindt de Gemeente-be-
grootiDg jaarlijks enorme schatten, dat daarom alles vol
komen in den haak zou zijn, scheelt nog al een dwars
straatje. Adres aan de geschiedenis der Beursquaestie. Al
was het om die historie alleen, zou men kunnen zeggen
dat er aan het raderwerk van ons Gemeentelijk beheer
een steekje los is. Aangenomen dus dat de pruttelaars en
mopperaars in negen van de tien gevallen gelijk hebben.
Maar is het nu niet de grootst mogelijke dwaasheid, het
alleen bij mopperen te laten en niet met beide handen de
gelegenheid aan te grijpen, wanneer u die geboden wordt,
om andere mannen aan het hoofd der zaken te plaatsen?
Zal het iets baten wanneer men de heftigste ingezonden
stukken en brochures de wereld instuurt, vol met bewijzen
zwart op wit dat de boel in 't honderd loopt, maar verder
rustig op zijn stoel blijft zitten en geen voet verzet wan
neer men krachtens recht en plicht geroepen wordt om
op den gang van zaken mede invloed uit te oefenen Het
antwoord kan niet twijfelachtig zijn.
Toch blijft een groot, zeer groot deel der burgerij hier
op die dwaze en onverantwoordelijke wijze handelen.
Verbeeld u, Dinsdag zouden we hier een verkiezing heb
ben voor drie leden van den Gemeenteraad. Een uitstekende
g-elegenheid, zou men dus zoo zeggen, om nieuw bloed in
dtn Raad te brengen, en doorslaande blijken van belang
stelling in de publieke zaak te geven. Ja, dat zou men zeg
gen maar wie zoo denkt, heeft buiten de onverstoor
bare traagheid der Amsterdamsche kiezers gerekend. Want
het kantal kiezers voor den Gemeenteraad der hoofdstad
bedraagt, nauwkeurig geteld, 18.774; en hoeveel van die
zeer aanzienlijke schare togen j.1. Dinsdag ter stembus
Slechts eren 8000, dus nog niet eens de helft; ternauwer
nood 45 percent. Als dat geen schandelijk slechte opkomst
heet, weet Uk er niets meer van. En er was waarlijk keus
genoeg, want dank zij het gebrek aan overeenstemming
tusschen de liberale kiesvereenigingen en het monsterver
bond van radicalen, ultramontanen en anti-revolutionairen,
waren er niet minder dan zeven candidaten voor de drie
vacatures aan bod. De uitslag was dat één liberaal en één
radicaal gekozen zijn, en er over veertien dagen herstem
ming volgt tusschen den anderen liberalen candidaat en
een antirevolutionair. Waren de liberale kiezers als een
eenig man opgekomen, dan de jongste kamerverkiezin
gen hebben het bewezen, hadden zij gemakkelijk bij
eerste stemming de drie liberale candidaten er door ge
haald. Nu daarentegen is een socialistisch getint radicaal,
de bekende heer C. V., Gerritsen, Nieuw-Malthusiaan, enz.,
vroeger te Amersfoort woonachtig, maar thans te Amster
dam gevestigd, tot lid van den Gemeenteraad gekozen;
en indien de liberale kiezers Dinsdag 19 dezer niet zeer
op hun hoede zijn, komt er nog een antirevolutionair bij,
om de maat vol te meten. Bij enkele invloedrijke groepen
bestaat hier wel een streven om eene andere orde van
zaken in het leven te roepen, maar zoolang meer dan de
helft der kiezers eenvoudig Gods water over Gods akker
laat loopen, blijft al hun streven machteloos 1
Denkende aan al hetgeen hier zoo al te verbeteren valt,
sprak ik zooeven over de Beursquaestie. Maar er zijn zoo
veel andere dingen voor 't mes. Onze kwalijk riekende
grachten b. v. een gevolg van de zeer onvoldoende
waterverversching vereischen dringend dat er afdoende
en doortastende maatregelen genomen worden. Dit Amster
damsche ongerief schijnt wel spreekwoordelijk te moeten
blijven. Althans toen de Spaansche gezant Don Este van
de Gamara in de vorige eeuw te Amsterdam vertoefde,
schijnt het hier op dit punt al niet beter gesteld te zijn
geweest. Hem werden namelijk al de schoonheden en
bezienswaardigheden der stad getoond, die hij zeer bewon
derde doch toen hij bet alles behalve geurige grachtwater
rook, zeide hij: „'t Is een schoone bruid; maar jammer
dat ze zulk een stinkenden adem heeft l" Tengevolge van
de zeldzaam droge Meimaand, die we dit jaar hadden, is
het „ongerief" thans weer bijzonder erg; en er is dus alle kans,
dat de vreemdelingen, die dezen zomer naar de hoofdstad
van Nederland een uitstapje maken, de verzuchting zullen
slaken dat Amsterdam in een uiterst „kwaden reuk" staat.
Gelukkig besproeit men thans met dat drabbig vocht onze
grachten en pleinen niet meer, maar wordt hiervoor tegen
woordig sedert de opening der nieuwe leiding het frissche
Vechtwater gebruikt. Daarmede spoelt men heel wat stof,
vuil en andere ongerechtigheden van de Amsterdamsche
straten af. Kon men er de ongemuilbande honden ook
maar mee wegspoelen! Doch dat gaat zoo gemakkelijk niet.
Maar misschien komen al die dingen nog wel eens in
orde, wanneer ons oude Amsterdamsche Raadhuis op den
Dam, thans hoogstens één week per jaar als koninklijk
paleis dienstdoende, weer aan zijn vroegere, oorspronkelijke
bestemming is teruggegeven. In de jongste jaarsvergadering
der Maatschappij van Bouwkunst drong de bekende architect
Cuypers hier nog eens met warmte op aan. Doch zal die
wensch ooit verwezenlijkt worden? Het is voor Amsterdam
een zeer belangrijk punt, en ik hoop er in mijn volgende
kroniek op terug te komen.
8 Juni 1888.
Gr ij sbr echt.
het reine, maagdelijke kind, en toch kon hij zich niet losmaken
van het flauw bewustzijn, dat hij op verboden wegen wandelde.
Hij was te veel een wereldsch man, om niet de stomme taal
der oogen van Antje te verstaan. "Wat hare woorden hem ver
borgen, dat verrieden hem hare blikken des te sprekender.
Dikwijls nam Wolf zich voor, nimmer meer dit stille plekje
in het woud te betreden, maar bijna tegen zijn wil werd hij
er telken male naar toe getrokken. Ook hem had een zonder
ling, weldadig gevoel van geluk overvallen. Daar hij nu een
maal een zeer zwak karakter bezat, vergat hij zijn voornemen
en gaf hij zich telkenmale maar al te gereedelijk over aan de
gelukkige betoovering.
Ook in Antje's borst leefde eene stem, die haar zeide, dat
zij niet zoo handelde, als zij eigenlijk handelen moest. Iustinkt-
matig begreep zij, dat zij in den omgang met Wolf van
Wolfenstein, hoe onbevangen en onschuldig die ook was, toch
een onrecht pleegde jegens den trouwen en vertrouwenden Martin.
Deze laatste had zij echter lief met geheel haar hart, hij was
ook zoo trouw en goed. Hoe bezorgd schreef hij in elk zijner
brieven, hoe was zijn eenigste wensch weder bij haar te zijn
en te mogen luisteren naar den klank harer stem. En toch
bezat zij niet meer dat vurig verlangen om den verloofde
terug te zien. Wanneer zij in gepeins dikwijls uren lang ver
zonken zat, dan maakte zij onwillekeurig eene vergelijking
tusschen den schier onbehouwen, ruwen Martin, die als grootste
lichamelijke schoonheid zijne trouwe oogen kon aanwijzen, en
de ridderlijke, edele verschijning van Wolf van Wolfenstein.
Want waarlijk, deze laatste bezat een gevaarlijke schoonheid
en was als geschapen, om het hart van een jong, onervaren
meisje te misleiden. Zonder dat Antje ook maar dacht aan de
mogelijkheid, voor haren nieuwen bekende een warmer gevoel
te kunnen koesteren, was zij reeds tot over de ooren toe op
dezen verliefd.
Zij gevoelde zich in den laatsten tijd weemoediger gestemd
dan vroegerhare gemoedsstemming wisselde zich in verbazend
snelle volgorde af. Nu eens was zij even bedaard en opgeruimd
als vroeger en had zij wel weder uit vol gemoed willen zingen,
dan weder was zij zeer ernstig te moede, dan moest zij weenen
en snikken, zoodat de trouwe Sultan, die naast haar stond of
lag, verbaasd den kop tot haar ophief en zij wist toch zelve
niet waarom.
Af en toe bracht graaf Wolf haar een klein geschenk mede,
een roos of eenige andere welriekende bloem. Antje nam deze
gaven ter sluiksch mede, zij had geen mensch kunnen zeggen,
vanwaar zij kwamen, maar allen zonder uitzondering, had zij
ze in haar gezangboek gelegd, en zelden ging er een dag
voorbij, op welken zij niet naar de kleine, teedere bloemen
keek, waarbij zulk een zonderling gevoel haar overkwam, als ver
toefde zij niet meer in het ouderlijk huis, maar bevond zij
zich ver weg ia den vreemde
Schagen, 9 Juni '88.
Namen der geadresseerden. Plaats van bestemming.
van Schagen, W Buitenkamp, te
Kol hom, J. Bakker, te Haarlem.
Wieringerwaard, J. Kaas, te Amsterdam.
het Zand, Jijf, te Sloterdijk.
De staat van de Rijkspostspaarbank, postkantoor Scha
gen, en de daartoe behoorende hulpkantoren, over de maand
M e i 1888, is als volgt
Nieuwe boekjes. Inlagen. Bedrag.
Schagen, 6 266 2725.73.
Barsiugerhorn, 10 42.50.
Dirkshom, 2 63 97.80.
Kolhorn, 1 90 426.85.
Sint Maarten, 5 15.21.
Oude Slnis, 4 62.50.
Schagerbrug, 3 48.50.
Wieringerwaard,6 312.29.
't Zand, 1 5.
9
448
3736.38.
Met betrekking tot de in ons vorig nummer geannonceerde
tentoonstelling van teekeningen, vervaardigd door leerlingen
van den teekencursus, ingesteld door de Vereeniging tot bevor
dering der Bouwkunst voor Scbagen en Omstreken, meenen
wij belangstellenden te mogen aansporen, deze tentoonstelling
te bezoeken. De Bouwvereeniging n.1. heeft als bijna eenige
reden van bestaan, nog den teekencursus, opwelken onderricht
wordt gegeven in bouwkundig en in handteekenen. Maar juist
dit feit maakt het voortbestaan der vereeniging wenschelijk.
Doch zal dit kunnen geschieden, dan moet ook het aantal leden
toenemen, want de Bouwvereeniging gaat gedrukt onder het
aan dezen tijd verbonden verschijnsel, dat vele vereenigingen zoo
langzamerhand uitsterven. Van sommigen, als zijnde uitsluitend
uit weelde opgericht, zal dat der maatschappij geen letsel be
rokkenen, vereenigingen als de Bouwvereeniging, die nuttig werk
zaam zijn, dienen evenwel zoolaug mogelijk in stand gehouden
te worden. Eene onmogelijkheid is dit niet, aangezien de jaar-
lijksche contributie slechts f 1.25 per lid bedraagt.
En zal deze teekencursus kunnen blijven bestaan, dan zal
de Bouwvereeniging ook in staat moeten worden gesteld
jaarlijksch het leergeld te kunnen betalen voor ongeveer
5 a 6 leerlingen, die gratis onderwijs ontvangen. En dat gratis
komt natuurlijk voor rekening der vereeuigiug.
Wanneer de jongens van school zijn en eenmaal een vak of
ambacht hebben gekozen, dan gaat er zooveel van de op school
verkregen kundigheden al spoedig te loor, en vooral het tee
kenen, een leervak, zoo hoogst noodig voor menig aanstaanden
ambachtsman, wordt maar ai te spoedig als ballast ter zijde
geschoven.
Ons bedunkens is het dus een geluk voor de goedgezinden,
wanneer zij op den teekeucursus der Bouwvereeniging de gele
genheid vinden, zich in deze kunst verder te oefenen.
Den 25sten Mei j.1. vergaderde te Arnhem de voorloopige
Commissie, der in Januari van dit jaar opgerichte Nederlandsche
Heidemaatschappij; ter bespreking van hetgeen er gedaan moet
worden, ter definitieve constitueering der nieuwe Vereeniging.
Gelijk men zich zal herinneren, zal deze op het voetspoor
harer bloeiende, en met uitnemend gevolg werkende Zustermaat
schappijen in Noord-Duitschland Denemarken, zonder zelve
ontginningen te ondernemen, op verschillende in de statuten
aangegeven wijzen, het in cultuur brengen van heiden en dui
nen bevorderen.
Er werd besloten om Donderdag den 21steu Juni, des nam.
1 uur in de Groote Sociëteit te Arnhem, eene algemeene ver
gadering der leden te houdentot het vaststellen der Statuten
en het "benoemen van een Bestuur. De leden der Voorloopige-
Commissie namen op zich, om, ieder in zijn Provincie, zooveel
mogelijk belangstellenden op te wekken, om lid te worden.
De contributie bedraagt f2. Wie zich als lid wil opgeven kan
zich, behalve bij de leden der Voorloopige-Commissie, daartoe
aanmelden bij Mr. C. J. SICKESZ, huize de Cloese bij Lochem
w elke zich gaarne bereid verklaart om aan hen, die nadere in
lichtingen verlangen voor zoover de voorraad strekt, de Con
cept-statuten toe te zenden.
Een groot aantal leden alleen, kan de jeugdige Maatschappij
in staat stellen, om direct krachtig op te treden. Ieder die
derhalve belang stelt, in de ontwikkeling van onzen bodem,
wordt opgewekt om als lid der Nederlandsche-Heidemaatschappij
toe te treden.
Donderdag 7 Juni jl. 's middags ten 3 uur werd te
Amsterdam gehouden de 7de gewone Jaarlijksche Algemeene
Vergadering van Aandeelhouders in de Algemeene Maatschappij
van Levensverzekering en Lijfrenteten haren Kantore, Nieuwe
Spiegefstraat 6. Zij werd gepresideerd door Mr. W. v. d. Vliet,
als President-Commissaris.
Uit het verslag der Directie bleek, dat op 31 December
1886 van kracht was een verzekerd kapitaal van f 14,025,093.-
een verzekerde rente van 1 118,444,56 met een jaarlijksche
premie van f 567,306,47 dat er in het jaar 1887 aan verze
keringen werd afgesloten een verzekerd kapitaal van 3,735,155.-,
een verzekerde rente van f28,697,54 met een jaarlijksche
premie van f153,166,47. Deze bedragen werden in den loop
des jaars verminderd met een verzekerd kapitaal van fl,667,901-
eene verzekerde rente van f 4,863.- en een jaarlijksche premie
van f71,360,88, zoodat op 31 December 1887 van krachtwas
een verzekerd kapitaal van f 16,092,347.- een verzekerde rente
van 142,279.10 met een jaarlijksche premie van f 649,112,06,
of als de rente tot kapitaal herleid wordt, een verzekerd kapi
taal van ruim zeventien en een half millioen gulden.
In een afzonderlijken Staat werden de cijfers van de waarge
nomen verzekerden over de jaren 1881 tot 1887 opgegeven,
terwijl in een anderen Staat alle bijzonderheden van de reserve
berekening werden medegedeeld.
De ontvangsten aan premiën en interesten hadden bedragen
de som van f756,392,45. Aan uitkeeriugen, lijfrenten, terug
koop van polissen (alles onder aftrek van herverzekering) en
herveizekeringspremiën werd f200,729,82 uitgegeven, terwijl
door de Reserve volgens wiskundige berekeningen 1 247,630,29
werd afzonderd, zoodat deze thans is geklommen tot een bedrag
van f 1,409,144,80. Na de afschrijvingen bleef er een winstsaldo
over van f 45,159,60.
Commissarissen deelen mede, dat de reserve-berekening is
opgemaakt door de Directie, terwijl zij door den Wiskundigen
Adviseur en Wiskundigen Commissaris werd geverifieerddat
zij zich overtuigd hebben, dat de opgegeven cijfers overeen
komen met de boeken der Maatschappij en dat de als actief
opgenomen waarden werkelijk aanwezig zijn.
Commissarissen stellen voor
1. De Balans en de Rekening en Verantwoording goed te
keuren, en aan Directeuren décharge te verkenen van het door
hen gevoerd beheer over het afgeloopen boekjaar.
2. De verdeeling van het Winst-saldo vast te stellen als
volgt
a. aan Aandeelhouders
51/2 o/o 0f f 55.— per Aandeel van f 5000.— waarop 20
°/0 is" gestort, daarenboven 4 over het bedrag der volstorting
op de volgestorte Aandeelen;
5. aan verzekerden met Aandeel in de winst:
l'Vs over het bedrag gedurende, het bestaan hunner ver
zekeringen aan premiën door hen aan de Maatschappij betaald,
zoodat zij die van den aanvang af verzekerd zijn ÏO1^ over
eene jaarpremie ontvangen
c. het overblijvende volgens Art. 29 der Statuten.
Deze voorstellen werden door de vergadering zonder discussie
aangenomen.
Na behandeling van eenige onderwerpen van huishoudefijken
aard wordt de vergadering door den voorzitter gesloten.
In het zuiden van Limburg heefd het 11. Woensdag fel
geonweerd. O. a. te Aubel is veel schade aangericht aan huizen
en daken door den hevigen wind, vergezeld van bliksem en
hagelslag. Nabij den Kölleuhof bij laatstgenoemde plaats, werden
een aantal zware boomen ontworteld. Eene groote kermistent,
staande op de marktplaats te Aubel, werd totaal van het kapwerk
beroofd en omvergeholpen. Ook in andere in die streken gelegen
plaatsen werd schade door het onweder veroorzaakt.
Nadat een der treinen van de Noord-Zuid-Hollandsche
Stoomtramweg-Maatschappij (LeidenHaarlem) Maandagmor
gen was ontspoord bij Oud Berg en Daal, onder Benuebroek,
waardoor de dienst iu het ongereede geraakte, liepen des na
middags van dezelfde Maatschappij twee treinen, de een komende
Sassenheim, de andere van Leiden, bij de Klinkenbergerbrug,
onder Sassenheim, met een geweldigen schok op elkaar. Ern
stige persoonlijke ongevallen hebben daarbij gelukkig niet plaats
gehad, doch de materieele schade is belangrijk. De passagiers
die grootendeels met den schrik vrij kwamen, moesten met an
dere middelen van vervoer hunne reis vervolgen. Daar de
telephoongeleiding te Sassenheim wordt verplaatst, kon het ver
trek der treinen van de stations tusschen Hillegom en Leiden
niet worden geseind, waaraan dan ook waarschijnlijk het onge
luk is toe te schrijven.
Te Tiel heeft zich de dochter van een sociteilhouder, door
het breken eener flesch, bij ongeluk den pols afgeneden.
Een meisje van 18 jaren dat. sedert eenige maanden zich
heeft aangesloten bij de afdeeling van het leger des heils te
Groningen, vertoeft nu sinds eenige dagen iu het ziekenhuis
wegeus volslagen kranzkinnigheid, in den vorm van religieuse
manie. Zij zal spoedig naar een gesticht gezonden worden.
Een treinbeambte viel Woensdag, even voordat de trein
het grensstation Herbeathal zou binneuloopen, van een waggon,