sluiting op 8 uur te bepalen. Maar zulke voorstellen stuit
ten tot hiertoe altijd af op gebrek aan eensgezindheid
onder de winkeliers: van de tien waren er acht vóór ver
vroegde sluiting, maar twee verklaarden er zich tegen en
hielden uit zucht tot concurrentie hunne winkels eveD laat
open als gewoonlijk. Daarbij ondervonden al zulke plannen
weinig medewerking van de zijde van het groote publiek, dat
graag 's avonds laat op straat flaneert langs de mooie uit
stallingen in de prachtig verlichte winkels. De Kalverstraat
vooral is 's avonds zwart van zulke wandelaars, zoodat
men er heel gezellig flaneeren kan. Jawel, he6l gezellig,
zeggen nu de winkeliers, maar ten koste van ons gaslicht
en den ontspanningstijd van ons en onze bedienden Daar
om hebben zij de hoofden bij elkaar gestoken en een lijst
in circulatie gebracht, inhoudende het door de winkeliers
der Kalverstraat geopperde voorstel om de magazijnen van
15 Juli tot 30 September a.s., des avonds te 9 uur te
sluiten. Die poging heeft veel succes, want tot dusver
hebben reeds een veertigtal grootere en kleinere firma's
hunne adhaesie met het plan betuigd. Ü6ze hebben nu
althans den moed, om een goed voorbeeld te geven; en
in het belang van het talrijke winkelpersoneel in de hoofd
stad is het te hopen, dat zeer velen zich bij hen zullen
aansluiten. De meer humane beginselen van den moder
nen tijdgeest mogen zich ook op dit gebied wel eens doen
gelden 1
Ook een groote nieuwigheid is het officieel tot stand
komen van de Amsterdamsche Dames-Roeivereeniging. In
een dezer dagen gehouden Vergadering van toegetreden
dames is de Vereeniging feitelijk geconstitueerd. Hare kleu
ren zullen zijn rood en blauw, en zij is gedoopt naar de
godin Thetis, zoodat zij den naam zal dragen van „Dames-
Roeivereeniging Thetis." Voor wie in den laatsten tijd nu
niet zoo bijzonder zijne mythologie oftewel fabelleer heeft
bijgehouden, diene, dat deze juffrouw Thetis een dochter
was van mijnheer Nereus, van beroep zeegod, en mevrouw
Nereus geb. Doris, en dat zij de functie van Nereïde of
waternimf bekleedde. De geschiedenis vermeldt als bijzon
derheid van Thetis,die onder ons gezegd en gebleven
een aardig bekje moet geweest zijn, dat zij tegen haar
zin door de goden werd uitgehuwelijkt aan den sterfelijken
Peleus, koning der Mirmydonen. Onze vaderlandsche dich
ter Storm van 'tGravesande heeft dit huwelijk bezongen
in zijn geestig vers: „De kermis der goden," dat menigeen
zich misschien nog wel herinnert als ik hier even den
aanvang opschrijf:
„Toen Peleus ('tis al lang geleên)
Met Thetis zou gaan trouwen,
Kwam vriend en maag verheugd bijeen,
Om feest met hen te houên.
Jupyn gaf ook, om 't huwlijk blij,
Een groote jongeluipartij
Wordt Vervolgd.
Op een der bruilofstdagen,
Waarbij hij heel het Godenheer
Uit Hemel, Aarde, Hel en Meer
Had op d' Omlymp doen vragen."
En wat daar verder volgt, zooals de voorzanger Zondags
in de kerk zegt. Intusschen hoop ik voor de Amsterdam
sche roeisters (of roeieressen?) dat zij bewaard zullen
blijven voor het treurig lot om uitgehuwelijkt te worden
tegen haar zin, gelijk de arme Thetis. Overigens wordt de
oprichting dezer Vereeniging hier in toongevende kringen
nog al verschillend beoordeeld. In 't algemeen vindt zij niet
veel sympathie. Een dames-zwem club" kan er nog even
mee door, omdat die binnen de muren blijftmaar„ver
beeld u jonge dames, die ten aanschouwe van het publiek
om 't hardst roeien in gieken en jollen, misschien wel met
blauw en rood gestreepte tricots aan, evenals de heeren,
en in ieder geval zonder corsetten Fi doncIk heb
der jeugdige Vereeniging reeds zeer leelijke naampjes hoo-
ren geven.
Die wedstrijd 'tis tegenwoordig al wedstrijden wat
de klok slaat, tusschen drie wielrijders en een ruiter
jl. Zaterdag, is ons maar half bevallon. „Het was geen
portuurzouden de schooljongens zeggen. De wielrijders
hadden bij de verwisseling dit in hun voordeel, dat, ter
wijl de een nog in vollen gang was, degeen die hem ver
vangen zou, hem op de hielen volgde, zoodat, wanneer de
eerste eindigde, de tweede onmiddellijk in zijne plaats trad;
terwijl bij de verwisseling door den ruiter van paard, hij
telkens een drietal seconden door het op- en afstijgen ten
achteren raakte. Hij verloor het dan ook met glansMaar
de afloop kón niet anders wezenhet was een vergelijking
van ongelijksoortige grootheden.
Als een teeken des tijds opgevangen uit de nieuwtjes
der laatste dagen verdient nog vermelding de uitslag
der inschrijvingen voor de leening der Doleerenden alhier,
met het oog op den bouw van kerken en scholen. Zij vroe
gen drie ton, tegen en kregen aanbiedingen
tot een bedrag van vijf ton, dus bijna het dubbele. Wel
een bewijs, dat Dr. A. Kuyper, de ziel der geheele dole
antie, niet alleen met het klavier der volksconcientie, maar
ook met de koorden der volksbeurs heel handig weet om
te springen
Binnenlandsch Nieuws.
Gemengd Nieuws,
l
met zijne krachten ten einde liep en hij wist zeer goed, dat
hij het ruwe jaargetijde niet zou overleven. Nog was hem
misschien een korten tijd in de luwe, zonnige zomermaanden
geschonken, maar wanneer de woedende stormen daarbuiten voor
de tweede maal woedden en als voorboden der verschrikkingen
van den naderenden winter optraden, dan zou het met zijn
kracht en met hem zelf wel afgeloopen zijn. Hij mocht dus er
wel aan denken, afscheid te nemen van de schoone wereld.
Reeds op zich zeiven stemmen zulke gedachten niet opge
ruimd, want ook den moedigsten mensch bekruipt onwillekeurig
een huivering, wanneer hij het uur voelt naderen, dat hem
van de aarde zal rukken; hoe meer het flauwer kloppende hart tot
de zekerheid komt, dat de zoete gewoonte van het leven voorbij
is, des te meer vluchten ook de geesten van trots en van be
stendigheid; de dood is een schrik voor allen, hij is de bitter
ste levenskelk der zoete lust voor het aardsche leven.
Geen dag verstreek er, zonder dat de majoraatsheer niet aan
zijn naderend einde dacht; hij wist zeer goed dat het spoedig
zou komen en met benauwd hart telde hij in zijne vele een
zame uren dikwijls de maanden, weken en dagen, die hem,
naar zijn vermoeden, nog van zijn graf scheidden. Vol ver
bittering dacht hij dan bij zulke gelegenheden aan het verle
den. Wat had hij niet moeten verrichten en wat had hij
verkregen van al zijne trotsche verwachtingen? Woest en koud
was het rondom hem. Waarheen waren de beelden gevlogen
van trotsch geluk, hoopvolle liefde, die hij zich in zijn jeugd
had voorgespiegeld en om wier wille hij een vreeselijke gewe
tensschuld op zich had geladen Dit laatste nu drukte reeds
bijna een geheelen menschen-leeftijd op zijn gemoed en ver
woestte zijn levende liefde en het geluk, om wier bezit hij
gezondigd had, waren van hem geweken, hij had niets bereikt
met al zijn misdaden, dan zich zei ven diep ellendig en onge
lukkig te maken.
Nu zat hij daar en had hij op niets meer te wachten dan
op zijn einde. De huilende, woedende stormen daarbuiten ver
kondden het hem, de hoog opflikkerende vlammen in den
haard spraken hem er insgelijks vanwaarheen hij zag, overal
grijnsde het dreigend einde hem toe. Wanneer nu ook maar
alles ten einde was, zoodra hij de oogen had gesloten en men
hem naar de kapel droeg, waar zoovelen der trotsche graven
van Woltenstein reeds sluimerden! Maar wanneer hij "weder
moest ontwaken, om rekenschap te geven voor een hoogeren
Heer, voor wien de bedriegelijke maskers niet meer baten, die
hier beneden de oogen der zwakke menschen verblinden,
wat 'dan
Wanneer graaf Wolf zoover in zijn gepeins was gekomen,
dan overviel h<pn een onzettende, zinsverbijsterende angst; het
was hem dan te moede, als moest hij van zijn zachte kussen-
stoel opspringen en vluchten, zoover zijne voeten hem maar
zouden kunnen dragen. Werkelijk richtte hij zich in zulke
oogenblikken van zijn stoel op, om dadelijk weder met een
dof gekreun er in terug te vallen. Nog altijd was zijne ziekte
niet geweken; de gebroken enkel was stijf gebleven en alleen
met een kruk kon hij zich moeielijk van zijn plaats bewegen.
Dwaas, die hij was, vluchten voor de Almachthij kon geen
gewoon sterveling meer ontkomen, zoo zwak en hulpbehoevend
W»s hij geworden.
13 Juli 1888. Grijsbrecht.
Donderdagavond heeft te Harlingen een barbier, i
ai - J—
een scheermes in bet aangezicht, aan den hals en de armen
verscheidene wonden toegebracht. Waren de buren niet ter k|n
hij zou haar zeker hebben vermoord. De politie w
Schagen, 21 Juli '88.
Een onzer berichtgevers, tevens aandeelhouder der Land-
bouw-Societeit Cérèste Schagen, meldt ons, dat de Algemeene
Vergadering, welke was uilgeschreven op Woensdag, 18 Juli jl.,
niet kon worden gehouden, door de geringe opkomst, daar bij
deopening slechts vier personen tegenwoordig waren. Toen
werd besloten, eeD tweede Algemeene Vergadering te doen uit
schrijven op a.s. Woensdag 25 Juli. Zoude het niet in het
belang der Aandeelhouders zijn, deze Algemeene Vergadering
met hunne persoonlijke tegenwoordigheid te vereeren.
Zie art. 11 der Acte van oprichting:
De Directie of zoogenaamd Dagelijksch Bestuur is verplicht:
le. Verslag te geven van hunne handelingen, en den Staat
over het afgeloopen dienstjaar. 2e. Rekening en verantwoor
ding van het beheer als voren. 3e. Balans van de goederen
der Vennootschap, tot op 1 Juli '88. 4e. Voordracht tot
bepaling van het uit te keeren dividend (daar uit de rekening
blijkt in kas te zijn f 500.—) 5e. Benoeming van 1 Directeur
en 2 Commissarissen.
Met het oog op deze belangrijke Vergadering, zal het zeker
de Directie aangenaam aandoen, iets meer van de belangstelling
van de Aandeelhouders te mogen ondervinden.
Als curiositeit deelt men ons mede, dat Donderdag j.1-
in onze gemeente een net burgerhuisje, dat in 1873 nieuw
gebouwd werd, verkocht is voor de som van f 43.Dekoo-
per moet dit perceel in vruchtgebruik afstaan aan een ruim
70-jarig man, welk bezwaar dus na een niet al te lang tijds
verloop vervalt. Bij diezelfde verkooping werd nog verkocht
een aandeel „Cérès" groot f 100.voor de som van
6 gulden 1
Te Hoorn is het Donderdagavond vrij rumoerig geweest
wegens een bijeenkomst van het Leger des Heils. Politie en
soldaten hielden hen, die de Heilsoldaten te lijf wilden, tegen,
en na eenige charges konden ze onder geleide eener wacht veilig
naar huis komen.
Terwijl voor eenige dagen in de Nieuwerdieper haven
een visscher bezig was met het hengelen naar gul, een vischje
ter grootte van een makreel, ontkleedde zich onder den steiger
een zwemmer. Ongemerkt wist deze te water te komen en dook
naar den grond. Daar greep bij 'tkuord van den hengelaar
beet en rukte zacht, evenals een gul die aanbijt. De hengelaar
haastte zich om op te halen. Toen hij echter een menschen-
hoofd aan de oppervlakte van het water gewaar werd, wierp de
man gillend zijn hengel neer en zette 'top een loopen. Dit
voorval wekte onder de overige hengelaars en ook bij den
zwemmer niet weinig vroolijkheid.
Sedert eenige dagen vertoeven in Enkhuizeu 2 Oosten-
rijksche veekoopers, die door tusschenkomst van den heer K.
Tensen Pz., te Schellinkhout, stieren wenschen aan te koopen.
Een stier van den heer Goverts uit de Schermer en een van
den heer Hoogetoom, uit de Beemster, zijn reeds door hen
aangekocht voor hooge prijzen.
Door de politie te Amsterdam is ptoces-verbaal opgemaakt
tegen een man die in het openbaar beleedigende uitdrukkingen
heeft gebezigd ten opzichte van den Koning.
Door iemand uit Deventer worden in den laatsten tijd
advertenties in de dagbladen geplaatst, waarin hij, voor toezending
van een geldelijk bedrag, een betrekking belooft. Woensdag
kwam te Deventer iemand uit Loenen, die hem f 50 gulden
gezonden had. Toen hij er eenige uren vertoefd had, had hij de
ervaring opgedaan, dat hij was bedrogen.
aauval van waanzin of misschien^ van delirium, zijne vrouw
i
gekomen, hij zou naar zeicer iieuucu vmnuuru. ue politik
spoedig bij de hand en bracht den dader in de cel van het
politiebureau. De vrouw werd naar het gesticht tot ziekenver
ple<ring gebracht, waar haar geneeskundige hulp is verstrekt De
verwondingen schijnen gelukkig niet gevaarlijk.
De goede uitkomsten, welke men in de provincie Groningen
heeft van de hoenderparken, heeft aldaar de belangstelling voor
zulke ondernemingen dermate opgewekt, dat twee nieuwe parken
zullen worden aangelegd, te Bedum en te ten Boer. In jeze
beide parken zullen ongeveer 6 h 700 hoenders worden aangebracht
Bij Jan van Liempt te Reuzel (N.-Braband) is een z^
merkwaardige bloem te zien, dat het wel de moeite waard kan
weacht worden daarvan met een enkel woord melding te maken.
In 't begin van Mei schoten 15 takken uit den grond, die
kringsgewijze zich in den vorm eener mand ontwikkelden en
thans de hoogte van eeu meter bereikt hebben. In het midden
is een stengel opgeschoten, iets minder in omvang, en aan de
zijden daarvan zooveel als op de buitenstengels zijn meer dan
150 andere loten gegroeid. Een tallooze menigte roode knopjes
die zich tot een blauw bloempje ontwikkelen, vertoonen sich
aan alle zijden. De plant heeft een middellijn van ruim een
Meter.
En hoe die plant daar gekomen is? Men kan 't niet ver
moeden.
En hoe die plant heet
Niemand weet het te zeggen, niettegenstaande reeds personen
van heinde en ver zijn toegeloopen, om ze te bezichtigen. Men
noemt ze in het dorp de Wonderbloem. De eigenaar van den
tuin heeft een planken schot om de plant gemaakt en laat haar
thans tegen betaling van een dubbeltje zien.
't Zal in 1814 of '45 zijn geweest, dat de heer Sire-
litski, koor repetiteur van de Opera te 's Gravenhage door 't
Paddemoes daar ter stede wandelende, getroffen werd door 't
prachtig stemgeluid eener vrouw' die een liedje zong. Hij ging
op onderzoek uit en vroeg aan een bejaarde vrouw of zij de
zangeres kende. „Jawel 't is mijn dochter," was 't antwoord.
„Ze studeert zeker veel, Biet waar?" - „Wel neen, ze zingt
maar raak, net als de vogels."
Na een onderhoud met moeder en dochter begaf de heer S.
zich naar den intendant van Koning Willem II, wien hij 't
geval vertelde en er bijvoegende, dat het jonge meisje ongetwij
feld een schoone toekomst te gemoet ging, als zij eene goede
opleiding kreeg.
De intendant sprak zijnerzijds met den koning en Willem II
die zeer kunstlievend was en steeds bijzonder veel voor de kunst
over had, liet het meisje voor zijne rekening studeeren. Met
welken uitslag zullen wij Diet behoeven te zeggen als wij haar
naam noemen. Het was onze beroemde landgenoote mevr.
Rosa de V ries-van Os.
Voor de arr.-rechtbank te Arnhem stond in de vorige
week terecht de man, die onlangs den heer Huidekoper onver
hoeds aanviel en gevaarlijk verwondde. De eisch van het O. M.
tegen hem 't is zekere Kok is drie jaar gevangenisstraf.
Voor een arm gezin, dat in het vroege voorjaar van
Texel was vertrokken en te New-York door typhus aangetast
werd, moest aldaar de openbare liefdadigheid worden ingeroe
pen. Pas was het gezin zooveel ellende te boven, of 't werd
verrast met de tijding, dat aan den man een flinke erfenis was
ten deel gevallen. Men spreekt zelfs van een boerenhofstede in
Zeeland met zestig hectaren vruchtbaren grond, 't Spreekt van
zelf, dat de landverhuizers opnieuw den vaderlandschen bodem
zullen opzoeken.
Te Hunsel sloeg Donderdag de bliksem in den watermo
len van E. waardoor deze in brand geraakte. De brand weid
echter spoedig gebluscht.
De knecht van den molenaar werd door den bliksem getroffen;
zijne haren waren verschroeid en hij bekwam een blauw oog.
Te Kessenich sloeg de bliksem in den windmolen. Balken
werden verbrijzeld, brand ontstond er niet.
Als een voorbeeld van welgeslaagd ontginningswerk kan
worden medegedeeld, dat ten zuiden der gemeente Montfoort
(Limburg), eener oppervlakte van ruim 100 HA. woest land,
waar men nog voor een paar jaren niets dan riet, biezen, mod
derpoelen en heuvels zag, thans in welig weiland is herschapen.
Gm dit werk tot stand te brengen werden meer dan 100 ar
beiders gebezigd, die na veel zwoegen en tobben de heuvels en
dalen tot effene vlakte maakten, welke als bouwland gereed
lag. Het geheel werd met kunstmest, Thomas slakken enz.
bemest en daarna met haver, gras en klavier bezaaid. Toen
ten vorigen jare de hooioogst overal slecht'', uitviel, was hij d,a'
gunstig, terwijl dit jaar het gras er zoo giinstig stond, dat bet
met dat van de vruchtbaarste streken kon [wedijveren. De heet
van Ophoven, die dit land van de gemeenjte Echt voor
jaren heeft gepacht, heeft door deze ontginning bewezen,
noeste vlijt, gepaard aan rijp overleg, ook op landbouwgebied
vermogen.
Tusschen Yenendaal en Maarsbergen heeft men de verre
gaande baldadigheid gehad, des morgens een der ruiten van een
voorbijsnellenden trein door steenen te verbrijzelen en des mid
dags er een met een kogel te doorboren. De r,Mitie doet on
derzoek. r
- U
Een zeer onaangename ontdekking werd i, W
daan door de erfgenamen van zekeren Kusmin 'rui 1
drig bij een schutters-bataillon der keizerlijke V
stierf een drietal weken geleden. Zijne familie wi
keurig dat hij een vermogen bezat van c a 101
kon dit nergens vinden. Eindelijk werd er een
waarin Kusmin mededeelde, dat zijn geld in ziin
was ingenaaid, maar - juist in deze uniform ba
graven. Het is nu de vraag, of de plaatselijke
de erfgenamen zullen toestaan, het lijk op te er,
erfenis te zoeken óók of de aanwijzing van
nauwkeurig en het geld, werkelijk in zjjn unifr