Binnen la ti dsch Nieuws. 10 Wordt Vervolgd. Buitenlandsch l\ ieuws. kwetsenof van haar iets te vorderen, waarop het geen recht heeft. Een dergelijke zelfzucht verlaagt ieder karak ter beneden elk zedelijk peil; een dergelijke zelfzucht is geen sieraad der maatschappij, maar strekt haar tot schande zij werpt een distel in de gaarde op de plaats, waar een roos kon staan. Neen, zelfverloochening nu en egoïsme strakseen mid delmaat tusschen al te groote zelfopoffering en al te groote zelfzucht dat is het kenmerk van een goed, edel karakter, dat is de basis van eene flinke, gfootsche maat schappij. Meer dan eenmaal heb ik behaagzucht onverbiddelijk hooren veroordeelen De Genestet oordeelt anders. „Tooit de roos zich zelve zij Siert meteen de gaarde," verdedigt hij, en ook hierin moeten wij hem gelijk geven. 't Is waar, wanneer we onze zorg besteden aan anderen, aan de geestelijke en stoffelijke belangen van onze naas ten, dan zijn we nuttiger werkzaam, dan wanneer we slechts de hand houden aan ons zelf. Maar wanneer we ook slechts aan anderen dachten en ons zelf geheel en al verwaarloosden, zoo onze arbeid dan niet totaal nutteloos zijn. „De beste leerrede is: een goed voorbeeld," en daarom moeten we eerst ons zelf gesierd hebben met alles, wat lichaam en geest werkelijk versieren kan, voor we ons met anderen bezighouden. Ik bedoel hier natuurlijk niet dien dwazen, modieusen tooi, die voor het gros der maatschappij als de hoogste bescha ving geldt; niet dat goudlaagje van wetenschap en zielen adel, dat de dekmantel is van zooveel ruwheid, domheid en zedelijke stompheid; maar die werkelijke zielegrootheid, die zich liefkozend aan anderen mededeelt, doch waarvan de wereld, helaaszoo weinig toepassingen ziet; maar die werkelijke wijsheid, die zich niet telkens vertoont om indruk te maken; die niet met zichzelven schittert en zich koes tert in den roem der wereld, maar zich schuw terugtrekt bij elke onzachte aanraking en slechts dan niet schroomt te voorschijn te treden, als zij helpen, steunen en troosten kan. Een dergelijke ziele- en geestesgrootheid moet het doel zijn, waarnaar we onophoudelijk streven; zij moet ons steeds voor oogen staan als een bereikbaar ideaal. Maar terwijl we voorwaarts gaan, mogen we niet aarzelen, zwakkeren de hand te reiken en hen op dat levensdoel te wijzen, dat ons zelf als 't ware met een nimbus tooit. We moeten hen helpen voortschrijden op het moeielijk gloriepad, maar we moeten ons gestadig herinneren dat het onze grootste overwinning is, indien wij zelf het voorbeeld mogen blij ven, waarnaar die zwakkeren zich richten. Eerst het onkruid uit onzen eigen tuin verwijderen, om dan onzen buurman te helpen wiedenEerst ons zelf ver sieren, en dan den tooi hechten aan het kleed van onzen naasteDat wil De Genestet en daarnaar moeten ook wij streven HelaasHoe vaak turen we niet op de werken van anderen, om daaruit feilen op te teekenen, zonder er aan te denken, dat we ons eigen werk nog niet hebben nage zien Hoe vaak treden we verbiedend en gebiedend op, zonder er aan te denken, hoe onzedelijk onze eischen zijn, daar we ons zelf niet als voorbeeld kunnen stellen; en dikwijls, bijna even vaak dezelfde zonde begaan, waarover we nu onze naasten willen onderrichten, waarnaar we hen niet zelden veroordeelen! J. v. tl. 13. Schagen, 5 September 1888. Aangaande de opbrengst der schoolgelden der Openbare Lagere School onzer gemeente kunnen wij de volgende statistiek mededeelen In 1882 f875.40, in 1883 f936.40, in 1884 f 1001.30 in 1885 f 1136.15, in 1886 f 1215.40 en in 1887 f 1291 over een tijdsverloop van vijf jaren dus een vermeerdering van ongeveer f 500. Tegenover deze inkomsten stonden de volgende bevolkings cijfers der school: 1882 gemiddeld 300 leerlingen, 1883 297, 1884 - 312, 1885 - 330, 1886 - 338, en 1887 - 329. Door onze Harmoniekapel, is, naar aanleiding van al hel gebeurde in zake het concours te Purmerend, beslist be dankt voor haar lidmaatschap van den Provincialen Bond van Harmonie- en Fanfare-gezelschappen. De staat van de Rijkspostspaarbank, postkantoor Scha gen, en de daartoe behoorende hulpkantoren, over de maand Augustus 1888, is als volgt Nieuwe boekjes. Schagen, 5 Barsingerhorn, üirkshorn, Kolhorn, Sint Maarten, 2 Oude Sluis, Schagerbrug, Wieringerwaard, 2 't Zand, 1 Inlagen. Bedrag. 303 1812.94. 61 132.71. 89 249.96. 5 188.75. 1 15.—. 1 250.—. 9 58.50. 4 153.—. 334 2860.86. Aan het postkantoor Winkel en de daaronder ressor- teerende hulpkantoren, werd gedurende de maand Augustus ingelegd: f 317.25, en terugbetaald f 79.Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 127. Jongstleden Zaterdag, den len September, is de heer W. Koops, in dienst getreden als Hoofd der School te Barsin gerhorn. De leden van den Gemeenteraad waren daarbij tegen woordig. Te Wieringerwaard zal men Zondag, 23 September eene harddraverij houden, van paarden, die op de korte baan nog nimmer een stadsprijs hebben gewonnen, en ingespannen voor tweewielige rijtuigen. De prijs f 100.en de premie f 40. zullen finaal worden yereerd. Door Liverpoolsche veehouders is voor de belangrijke som van f 500 aangekocht de iy3-jarige stier van den heer J. Bakker Jz., te Wieringerwaard, op de onlangs te Schager brug gehouden tentoonstellig bekroond met den eersten prijs. Te Kolhorn heeft men op 31 Augustus 1.1., den kinderen een schoolfeest aangeboden. De vereeniging „Denk en Doe" had het initiatief genomen. Inteekenlijsten werden den ingezetenen gepresenteerd en van de vrijwillige bijdragen, aldus verkregen, en die plus minus 120 Gl. beliepen, werden de voornaamste onkosten bestreden, 's Middags om één uur kwamen de kleinen (er waren er ruim 200) in feestdos en ruim van vlaggen voor zien in de school bij elkander. In optocht ging het nu door het dorp twee aan twee, de kleinsten voorop en zingende het hoogste lied. Het einddoel dier wandeling was de kolfbaan van den heer Kist, die een voudig doch smaakvol met groen en vlaggen voor deze gele genheid versierd was. De prijzen. die voor getrouw schoolbezoek „Ontzettendriep Erich ontsteld uit en sloeg de handen ineen. „Men zou het niet voor mogelijk houden, in eenige weinige jaren „Bah, hij ruste zacht, de arme jongen," antwoordde de baron goedhartig, „want hij heeft die enkele jaren van licht zinnig geluk bitter moeten boeten, ik gun hem de rust maar het is niet mooi van hem geweest, dat hij in jeugdige onbezonnenheid zijn zuster zoo in het ongeluk heeft gesleept Ziet, voor de wereld ben ik een der rijksten, en in waarheid heb ik niet zoovele stuivers, als men mij guldens toedicht." „Maar ik verzeker u, mijnheer de baron, ik heb er ook geen oogenblik aan gedacht, welke huwelijksgift Angelika eenmaal zal ontvangen," antwoordde de jonge graaf vol edel vuur. „Dat is prijzenswaard en doet uw hart alle eer aan," ant woordde Almenrode, terwijl hij den jongen man hartelijk de hand toestak. „Ik durf hopen, wanneer ik blijf leven en de schuldeischers van mijn zoon mij niet den hals dicht halen." Dat zal ook niemand wagen." „Dan, misschien in tien jaren, wanneer de hemel goede oogsten geeft, zal de schade hersteld zijn. Maar tot zoolang moet elke stuiver zorgvuldig bespaard worden." „Zoo heeft een ieder zijn leed," meende Erich vol medelijden. „Nu, dat is eenmaal niet anders ik hield het voor mijn plicht, u klaren wijn te schenken; wanneer gij gelooft, dat gij met de arme Angelika even zoo goed vooruit kunt komen, als met de rijke, dan zal het mij een vreugde zijn, u tot schoon zoon te hebben." Met van vreugde stralend gelaat wierp Erich zich in zijn armen „Dat is een goed woord, waarde baron," riep hij ju belend uit. „En wanneer Angelika ook nog zoo arm is, ik zal haar evenzeer lief hebben en zal in haar bezit niet min der gelukkig zijn „Gij zijt een goed mensch," zeide de baron ontroerd, „nu, wanneer het u goed is, dan willen wij nu mijne dochter roepen en haar vragen, wat zij op uwe plannen zegt." Daarbij dreigde hij schertsend met den vinger. „Voor het overige," voegde hij er op ernstigen toon bij, „blijft hetgeen, wat ik u heb medegedeeld, onder ons." „Dat spreekt van zelve, mijnheer de baron." „Goed dan. Met mijnheer uw vader zal ik het wel in orde brengen, want daar mijnheer uw broeder zich niet eens de moeite heeft gegund, aan mijne dikwijls tot hem gerichte uitnoodigingen gehoor te geven, zoo kan ik mij gevoeglijk ontslagen achten van mijn eens half en half gegeven woord." Beiden gingen nu arm in arm langs den trap, die naar het park voert, om te zamen Angelika daar op te zoeken en te verrassen. Juist als zij den slothof wilden oversteken, kwam er haastig een ruiter aanrennen, en hield eensklaps vlak voor de beide mannen zijn vurigen renner in. „Wolf!" riepen Erich en de baron tegelijk verbaasd en ontrust uit. „Erich," stamelde ook de jonge majoraatsheer met eensklaps aschgrauw geworden lippen. Haastig sprong hij van het paard en gaf dit over aan den toesnellenden stalknecht; daarna wendde hij zich tot de beide mannen en gaf hen de hand. Een opmerkzaam toeschouwer zou het niet zijn ontgaan, dat hij angstvallig vermeed den blik zijns broeders te ontmoeten „Ik kom ingevolge een opdracht van mijn vader, tot den baron," wendde hij zich tot dezen laatste, „dien ik om eenige oogenblikken gehoor verzoek." Op het anders zoo vrien delijke gelaat van den ouden heer had zich een somber waas uitgespreid; hij boog intusschen beleefd voor zijn nieuwen gast. „Wanneer gij het goed vindt, zullen wijnaar mijn kamer gaan," antwoordde hij. „Gij, Erich, zult wel zoo goed willen zijn, mijn dochter alleen gezelschap te houden," voegde hij er, tot Erich zich wendende, aan toe. Erich boog zich zwijgend en snelde toen heen, terwijl baron van Almenrode met den jongen majoraatsheer den trap weder opsteeg, die naar de woonvertrekken, voerde. Wel snelde Erich, zoo spoedig hij kon, naar zijne geliefde en deelde hij deze alles mede, hoe hij het zooeven met zijn vader besproken had voor de naaste toekomst, maar toch kon hij het niet verhinderen, dat bange ^orgen opnieuw zijn voor hoofd verduisterden. Zijn broeder had zoo eigenaardig schuw zich aangesteld; het was Erich voor de eerste maal van zijn leven voorgekomen, als of een booze daemon uit WolPsonge- stadigen blik tot hem had gesproken. Wat voerde Wolf zoo onverwacht hierheen, juist in het oogenblik, waarin zijn levens lot beslist zou worden? zouden worden uitgereikt waren amphitéatersgewijze op rooden ondergrond duidelijk zichtbaar opgesteld, terwijl stapels W enz. de bekoorlijkheid van 't geheel nog verhoogden. Na/W de vroolijke schaar zich een weinig versterkt had met chocolade en koek en nadat er lustig een paar liederen weerklonken had. den, gezongen uit Oranjekleurige liederenboekjes, waarvan elk kind een Ex. in handeu gegeven was, ging het weer in optocht het dorp door eu recht toe recht aan naar de Jarde. Op dit uitgestrekte, geheel met gras bedekte terrein zouden hinder, spelen plaats hebben in den vorm van volksvermakelijkheden Eerst zouden eenige luchtballons de hoogere gewesten gaan bezoeken. De wind speelde hun echter parten en allen verko- zen den vuurdood boven het verblijf in de hoogere luchtlagen. Vervolgens vingen de spelen aan. De Meisjes vermaakten zich met balwerpen over een lijn, g3pergooien hinkelen enz. De jongens moesten mastklimmen, sprietloopen en houtjesrapen. leder mocht meedoen en ieder deed mee. Overal waren prijzen mee te winnen en, ofschoon al die prijzen bestonden uit een koek van flinke afmeting en waarop met suikerletters „School- feest" en „31 Augustus 1888" te lezen wasgeen één bleef er over, ze werden allen buit gemaakt. Nu ging het weer naar de kolfbaan. Daar werd gegeten en gedronken en gezongen, alles afgewisseld op zijn tyd door de harmonieuse toonen eener groote harmonica, en het gejoel eener menigte belangstellenden. Eindelijk werden de prijzen uitgereiktwie geen of weinig verzuimen had, kreeg een fraai aandenkenwie het slechter gemaakt had kreeg een cadeautje van minder allooi, en wie boven het gestelde aantal verzuimen gegaan was, kreeg niets, dan een hart onder den riem om bij eene volgende gelegenheid beter op te passen. „Een schip op strand, een baken in zee.' Met kinderbedtijd was alles afgeloopen en menigeen ging uiterst vergenoegd huiswaarts. Een volgend jaar zal naar beloofd is, iets dergelijks plaats hebben. Ter gelegenheid der kermis te St. Maarten trad gisteren avond de aldaar gevestigde Rederijkerskamer „Onderlinge Oefe ning" voor een talrijk publiek in de kolfbaan van den heer Kieft op. In het eerste blijspel „Het landhuis aan den grooten weg" waarin hoofdzakelijk de jeugdige en nieuwe leden der kamer optraden, waren blijkbaar de rolien goed verdeeld en werd het dan ook goed en vlug afgespeeld. Het welbekende „Bankbiljet van duizend gulden" werd ook goed afgewerkt, jammer echter dat daarin Mevrouw Blumfeld, al hoewel de rol goed weerge geven werd, te jeugdig was, en in sommige coupletten de zang wel eens iets te wenschen overliet. Met een geanimeerd bal werd den avond besloten. Jl. Maandag werd bij Mej. de wed. M. de Groot, stal- houderes te Alkmaar, een veertig stuks prachtige runderen geleverd, welke, door een Engelsche firma Wilson aangekocht voor Zuid-Amerika, alkomstig waren uit dezen omtrek en Alkmaar, Daar deze firma uitsluitend koeien aankocht die van vaders- en moederszijde bewijs konden overleggen afstammelingen van ingeschrevenen in het Nederlandsch Rundvee-Stamboek te zijn, dient te meer een spoorslag te wezen voor den Landbou wenden stand, om, zoo men wel eens zegt, niet te verflauwen, maar zich voortdurend, wil men met vrucht en voordeel werken, er op toe moet leggen, zijne rassen zooveel mogelijk te veredelen, en te trachten den naam van ons goed Hollandsch ras, in Europa op te houden. Dan zal men waarlijk niet beschaamd uitkomen. Slechts op bepaalde uren van den dag, en dan alleen op werkdagen, worden aan de postkantoren postwissels ter verzen ding aangenomen en uitbetaald. Wenscht men echter gebruik te maken van de gelegenheid om per telegraaf een zoodanig® wissel te verzenden in spoed eischende gevallen is dit eet bijzonder groot gemak dan kan men niet alleen op werkda- gen, doch ook des zondags aan de postkantoren terecht, optil' uren, waarop deze voor het publiek zijn opengesteld. Ook aan de uitbetaling der per telegraaf ontvangen wissels zijn deze vergemakkelijkende bepalingen verbonden, die, hoewel reeds gerui- men tijd bestaande, nog zeer weinig bekend zijn. Wij acht® het daarom van algemeen belang, een en ander nog eens w herinnering te brengen. Naar men verneemt, zal de Minister van Oorlog op k begrooting voor 1889 eene som van f 2000 brengen voor aan- moedigingsprijzen bij de fokkerij van remontepaarden. Door den minister van waterstaat is bij besluit van 20 Augustus 11. aan de heeren N. Redeker Bisdom c. s. eene voor- loopige concessie verleend voor de indijking en droogmaöj van het Wieringermeer, op den grondslag van het door hen overgelegd voorloopig ontwerp. De definitieve concessie voor indijking en droogmaking van het Wieringermeer zal verleend, indien vóór of op 1 Januari 1890 door hen zu'0 zijn ingezonden le. een volledig uitgewerkt ontwerp in verW met de hun medegedeelde opmerkingen; 2e. de door Gedepw teerde Staten van Noord-Holland goedgekeurde overeenkom--1; met de ter zake van afwaterings- of andere belangen bij onderneming betrokken gemeente- en waterschapsbesturen; het bewijs dat de voor de uitvoering van het werk de 'lüC-| gelden verzekerd zijn en zal zijn gestort een waarborg"?1^ ten bedrage van 3 pCt. der geraamde kosten, ten oedrage minstens f250,000. To Achteren (Dr.) is eene landbouwerswoning ondef zware koren vracht, die daarin was opgestapeld, bezwc de instorting heeft de eigenaar vrij erge verwondingen bo>° zoodat zijn toestand niet buiten gevaar is. Na gebruik vaö melk uit een slecht vertiui® 5 ketel, werden alle leden van een huisgezin te Zwaag- to ongesteld en vertoonde zich bij allen neiging tot bra 'e lukkig dat die braking niet uitbleef, want daaraan danken dat deze kopervergiftiging geen erger gevolge gehad. Wekelijksch. Politiek Overzij terwijl de gevolgen van de reis van den 1'f-" mi nister Crispi naar den Duitschen kanselier nog ni

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 2