328ste STAATSLOTERIJ.
Gemengd Nieuws.
BURGERLIJKE STA MD.
Gemeente Scliagen.
MAR K TRERICHT E M.
In het bijvoegsel tot de Staats-Ct. van 16/17 Sept. is
opgenomen het verslag aan den Koning, betreffende den dienst
der Rijkspostspaarbank over 1887.
Daaruit blijkt in hoofdzaak, dat de uitkomsten ook nu weder
ieer bevredigend waren. Het aantal in omloop zijnde boekjes
was 169,027 en vermeerderde dus met 29,038 stuks of 20.7
pCt., tegen 23.6 pCt. in 1886. Het aantal inlagen was 394,237,
VOor een bedrag vau f 7,643,431,80dat der terugbeta
lingen f5,608,940.16 dat van het tegoed op 31 Dec. 1887
f H,152,725.66Yj of gemiddeld f 7588 op elk boekje.
In de N. Gr. Ct. leest men regels voor het botermaken
in Engeland, onlangs bekend gemaakt.
Al de gebruikt wordende werktuigen, karn, boterkneder,
houten boterspanen enz., eerst afspoelen met koud water.
Daarna uitbroeien met heet en opnieuw reinigen met koud
water.
Steeds gebruik maken van den thermometer.
In den zomer karnen op een temperatuur van 58 graden
Fahrenheit en van 60 graden in den winter (gelijk aan 16 en
17 graden Celsius.)
Met karnen ophouden zoodra er boter komt, wat men kan
hooren, bij twijfel zien.
De boter in den karn bijspoelen met afgeroomde melk, niet
met water.
Maak een sterken pekel, en giet dezen in den boteraad of
mol door een haren zeef. De boter flink wasscben en de pekel
verwijderen; de boter uit de aad of mol nemen en op den bo
terkneder leggen, en dezen gebruiken tot de laatste droppel
karnemelk uit de boter is verwijderd.
NB. Nooit de boter aanraken met de handen.
Het vorenstaande wordt met vergunning van de commissie
voor het botermaken van „de Koninklijke Maatschappij van
Landbouw in Engeland" bij wijze van uittreksel ter algemeene
kennis gebracht.
In een volgend nommer van hetzelfde blad leest men in een
van een andere hand ingezonden stuk
Eenvoudige regels voor het botermaken.
Gaarne zou ik nog een andere regel, of misschien, beter
gezegd eene aanvulling willen bijvoegen, aan de nuttige wenken,
onder bovenstaand opschrift medegedeeldnamelijk wrijf de
werktuigen die bij het opmaken der boter worden gebruikt,
met zout, nl. nu en dan, of geregeld, naar bet zal blijken
noodig te zijn. Ondanks alle afspoelen in heet en koud water,
zullen de emmers en spanen enz., soms vetachtig worden, waar
door de boter er aan vast kleeft, wat niet slechts aanleiding
geeft tot veel moeite, maar ook beide, het voorkomen en den
geur bederft.
Het bovenbedoelde geschiedt op de volgende wijze: Na het
afspoelen wringt men een wollen schoteldoek, en wel een
zoodanige, die uitsluitend in de melkkelder, nooit in de keuken
wordt gebruikt, volkomen goed uit, vouwt dien op, en be
sprenkelt heui met een weinig zout. Vdór dat dit zout tijd
heeft om te smelten, wrijve men daarmede den boteraad, de
houten spanen, enz., en spoele ze daarna weder goed af met
koud water; een ieder, die met deze wijze van handelen nog
niet bekend is, zal met een wezenlijk genoegen den uitslag
zien.
De regels, medegedeeld in bovenbedoeld artikel, zijn uitste
kend, doch gaan niet ver genoeg terug, dewijl ik steeds meen,
dat de beste regel voor goed botermaken is, behoorlijk acht te
geven op den roomer op toe te zien, en wel in de eerste
plaats, of de melk in een behoorlijk zuiveren toestand in de
inrichting worde gebracht, wat men gemakkelijk kan nagaan,
aangezien stof, haren, enz., bovendrijven, en spoedig van zelf
in het oog vallenvervolgens of de melden, waarin de melk
wordt gedaan, goed en naar behooren gezuiverd zijn, en nooit
worden gebruikt tot het er in laten staan van bedorven melk;
wijders moet de persoon, met het toezicht belast, bijzonder goed
acht geven op het afroomen, dit niet slechts een- of tweemaal
te doen in de vier en twintig uur, doch zoo dikwijls als de
room rijp is, dat eiken dag verschilt, naar gelang van het
weder, en dat men kan weten door den room met den kleinen
vinger te verwijderen van den wand van den schotel. Scheidt
de room zich dan gelijkmatig van de ondermelk af, dan ls hij
gereed om er te worden afgenomen, en hoe spoediger hij dan
in het daarvoor bestemde vat komt, hoe beter. Deze laatste
dient goed te worden omgeroerd, zoo dikwijls er nieuwe room
bijkomt. Met goeden room is het, om zoo te zeggen, gemak
kelijk goede boter te makendoch sommige dienstbaren in
dergelijke inrichtingen schijnen van meening te zijn, dat, indien
het met den room ook niet alles behoorlijk in orde is, de
kam wel alles terecht zal brengen, terwijl juist het tegendeel
het geval is.
Hoe gevaarlijk het bangmaken soms zijn kan, bleek
dezer dagen te Echt. Een meisje van 22 jaar sloop bij avond
heel zachjes in een vertrek, waar zich haar jongere zuster
bevond. Deze verschrikte zoodanig, dat ze geheel sprakeloos
bleef en geneeskundige hulp moest ingeroepen worden.
Een treurig ongeval overkwam dezer dagen iemand uit
Otterdam. Hij gaf aan familie en vrienden een afscheids-diner,
dewijl hij des anderen daags eene reis naar Indië zou aanvangen,
ontkurkte eene champagneflesch, met het treurig gevolg,
dat de kurk hem zoo geweldig tegen het oog kwam, dat dit
Zwaar beleedigd werd. Een oculair specialiteit, wiens hulp hij
f?ing inroepen, beval hem de noodige rust aan, en de man
stelde zijn reisje naar Java voorloopig uit.
Te Deventer is eene nieuwe soort van oplichterij gepleegd,
iemand heeft namelijk een rolletje opgemaakt als een rolletje
Tan 50 centen en het ook daarvoor in betaling gegeven. Later
°ntdekte men dat aan beide uiteinden van dat rolletje een cent
het overige met stukjes ijzer was aangevuld. Daar het
a°gelijk is dat die practijken ook elders zullen worden uitgeoefend,
zï men dus op zijne hoede.
T) T -h>e Engelsche bladen behelzen een Reuter-telegram uit
atlJs) volgens hetwelk er tusschen de Fransche en Engelsche
T ~Cfcringen onderhandelingen gevoerd zouden worden tot opheffing
et verbod tegen den invoer van Fransch vee in Groot Brittannië.
deze tijding waarheid bevat, dient zij naar het Cen*
trum doet opmerken een ernstige spoorslag voor onze Ne-
derlandsche regeering te zijn, om al hare krachten in te span
nen, ten einde ook voor Nederland wederom den invoer van vee
in Groot Brittannië te verkrijgen.
Veeziekte bestaat in Nederland sedert lang niet meer. Dit
voorwendsel om vreemd vee te weren kan de Engelsche regeering
fegen den invoer van ons vee niet meer doen gelden, vooral
niet als zij den invoer van Fransch vee zou toelaten. Wij
meenen dat er tusschen onze en de Engelsche regeering over
deze voor Nederland zoo hoogst belangrijke zaak steeds onder
handeld wordt. Hoogst wenschelijk is het zeker, dat deze onder
handelingen met kracht voortgezet ol op nieuw begonnen worden.
Engeland, dat zulk een beslist tegenstander van elk bescher
mend stelsel blijft, kan de vermomde bescherming van zijn vee
tegenover het onze niet langer verdedigen. Vrije invoer van
vee in Engeland is voor Nederland van het hoogste gewicht.
Met den tegenwoordigen vrijen invoer van geslacht vleesch zijn
wij lang niet genoeg gebaat.
„Mocht het aldus besluit het blad aan onze tegen
woordige regeering gelukken, wat aan de vorige steeds mislukt
is, om de Engelsche havens wederom voor ons vee geopend te
krijgen, dan zou zij Nederland een onschatbare weldaad bewij
zen een weldaad, wel waard om er alle mogelijke moeite voor
te doen. Onze talentvolle minister vin buitenlandsche zaken
heeft hier een ruim en misschien vruchtbaar veld ter bear
beiding.
„Engeland heeft over ons niet te klagen.
Het volgende wordt verhaald van de zeden en gewoonten
der Ghineezen
„In China wordt de doodstraf nog dikwijls toegepast, hetzij
door het zwaard of door den strop, maar voor den Chinees is de
eerste wijze van doodstraf veel onteerender dan de laatste; dit
vloeit voort uit 't godsdienstig geloof der Cbinoezen, dat een
afkeer heeft van elke lichaamsverminking en 't verwondert ons
daarom ook niet, dat het Chineesche volk altijd afkeerig is ge
weest van oorlog of opstand De Chinees haat elke heelkundige
kunstbewerkinglichaamsdeelen, die afgezet worden, bewaart hij
levenslang of hij eet ze op. De tanden die hij verliest, maalt hij
fijn en verorbert ze dan met een glas watereen Chinees gedicht
verhaalt zelfs van een oorlogsheld, die een pijl in 't oog kreeg,
dat bij pijl en oog beide uitrukte, en het verloren lichaamsdeel
dadelijk opat. Kinderen, die hun haar verliezen, moeten dit opeten
of zij willen of niet, ja, men snijdt zelfs vleesch van 't lichaam
der gezonde kinderen af, om er de zieke ouders mede te voeden.
Het Chineesche volksgeloof toch zegt, dat daardoor do ouders
hunne vroegere kracht en gezondheid 't best terugkrijgen. Onder
koningen in t' Chineesche rijk vragen den Staat jaarlijks beloo
ningen voor die kleinen, welke op deze wijze tot herstel der
ouders hebben bijgedragen. Wanneer een Chinees zijn haartooi
verloren heeft, hetzij in een gevecht met blanken, hetzij in 't
tuchthuis, dan is hij bepaald radeloos. Hij durf niet meer in 't
gezelschap zijner broeders komen en kleedt zich terstond op Eu-
ropeesche wijze of voegt zich terstond naar de kleederdracht van
't land waarin hij zich ophoudt. Het verlies der haarstreng snijdt
zelfs den Chinees den terugkoer naar zijn vaderland af."
Een verschikkelijk voorval had onlangs te Villeloin plaats in
het departement Indre-et-Loire. De derde vrouw van een zekeren
Noailles, die naar men meende overleden was, werd, nadat op
eenvoudige mededeeling van den echtgenoot, door den burgemeester
zonder eenige geneeskundige verklaring verlof tot begraven ge
geven was, levend ter aarde besteld.
Men liet de lijkkist in het graf neder en nadat men er eenige
schoppen aarde opgeworpen had, begaf de doodgraver zich naar
huis, om te gaan koffie drinken. Na een tijdje kwan hjj terug om
den kuil verder te vullen, toen hij tot zijn grooten schrik in de
kist hoorde kloppen. In zijn ontsteltenis liep hij weg en vertelde
aan twee geestelijken, die zich juist naar het graf wilden begeven,
wat geschied wasDe drie mannen luisterden en na eenige oogen-
blikken begon het kloppen opnieuw en duidelijk hoorbaar.
Er was geen twijfel meer aan, of de gewaande doode leefde
nog.
Men ging hulp halen en groef da kist weder op. Doch toen
was het te laat; de vrouw was dood ditmaal waarschijnlijk ge
stikt.
De Duitsche Keizer, is zooals men weet, ovenals zijn grootvader,
een soldaat in zijn hart en zeer gesteld op eenvoud en strenge tucht
in den dienst. Bij de onlangs gehouden legeroefeningen hadden de
officieren van het le garderegiraent dat een geheelen dag manoeuvree
ren, daarna bivakkeeren en eerst den volgenden dag naar Postdam
terugkeeren zou, een keukenwagen laten meegaan, om bij het
bivakkeeren behoorlijk voor den inwendigen mensch te kunnen
zorgen.
De Keizer ontdekte echter dien keukenwagen en zond hem
onmiddellijk naar Potsdam terug, zonder dat iemand van het
betrokken regiment het wist. Bij het bivakkeeren gingen al de
troepen aan het zorgen voor het eten, maar in het ie garderegi
ment werden nog geen aanstalten gemaakt. De Keizer vroeg,
schijnbaar verwonderd, aan een officier, waarom men daar niet
aan het maken van toebereidselen voor het eten ging, en toen
hij ten antwoord kreeg, dat men nog op den keukenwagen met
het middagmaal voor de officieran wachtte, sprak bij„Een keu
kenwagen, en dat in het veld Voor den soldaat te velde is er
geen keukenwagen; hij eet en drinkt wat het veld oplevert. Daar
moet de soldaat met een stuk brood en worst tevreden zijn, en
dat kan men bij den zoetelaar krijgen."
De officieren trokken lange gezichten, en nog langer toen zij
den volgenden dag den keukenwagen met hun diner behouden te
Potsdam terugvonden.
Sedert eenige weken, toen uit eene menagerie te Roth, in
Beieren, een lynx ontsnapte, huisde er in den omtrek der stad
een „vreeseljjk wild dier4, dat de een voor een lynx, de ander
echter reeds voor een wolf, maar een derde voor een „ondier"
hield, dat „boomen ontrukte, herten en hazen ving" enz. Dit
dier had een langen staart en een harigen borst; volgens het
oordeel van deskundigen kon het echter wel een soort van beer
wezen. De vrees voor dit beest had in den omtrek van Rotb tal
van hazenharten gevangen. Geen wonder dus, dat onlangs een
boer, die vroeg op weg gegaan om te maaien, niet wist, waar
zich te bergen van angst, toen hij uit een droge sloot in zijne
nabijheid „akelige geluiden" hoorde, die wel wat van „het gehuil
van een wolt" hadden. Met van schrik te berge gerezen haren,
rende het boertje naar huis, om eenige moedige mannen aan te
sporen, zich te wapenen en het ondier te doodon. Weldra toog
een dappere, tot de tanden gewapende schaar naar de plaats van
waar nog altjjd de verschrikkelijke geluiden kwamen. Met opge
heven wapenen, gereed tot den aanval, naderde men voorzichtig,
maar men stelle zich voor, hoe verbluft de jagers stonden te
kijken, toen in plaats van het wilde beest, een slapende en hevig
snorkende man werd ontdekt, die den vorigen avond van het goede
te veel had genoten en die nu hier zijn roes uitsliepStilletjes
gingen hierop de dapperen, die levendig doen herinneren aan de
„zeven beroemde Zwaben," naar huis. Het „ondier" spookt echter
nog steeds voort.
Volgens Figaro, heeft de Fransche officier Renard thans
eindelijk den lang gezochten bestuurbaren luchtballon uitgevonden,
die aan alle eischen voldoet. Er wordt te Calais zulk een ballon
gemaakt voor militaire doeleinden. Hij zal binnen twee maanden
gereed zijn en beproefd worden.
Renard heeft een machine gemaakt van 50 paardenkrachten en
500 kilogram zwaar. In 991 van de 1000 gevallen de uitzon
deringen zijn natuurlijk hevige stormen, onweders enz. zal de
ballon, naar men verzekert, door het roer naar alle richtingen
bestuurd kunnen worden.
Toen Zaterdag ochtend te 3 uren te Toulon de postwagen
aan het kantoor der Tropez-poort aankwam, zag de postiljon een
plakkaat op de deur met de woorden: „De brievenmail neer te
zetten aan de deur". Zonder argwaan voldeed de man er aan.
De beambte, den wagen hoerende, ging naar beneden, maar de
zak was reeds gestolen.
Q-IETEOKKE3ST IPZRICTZIEIN".
5de Klasse. Trekking van 17 September.
Prijs van f 1000: No. 14869
400: 4036 17921
200: 11026
100: 199 597 5313 6600 6876
10457 18718 20522
5de Klasse. Trekking van 18 September.
Prijs van f 1000: No. 4823 6485 8300 18132 20614
400: 988 2638 10531 13620 17979
200: 4482 4672 12015
100: 5521 6191 6194 14297 14552 16340
17407
Ingeschreven van 15—18 September 1888.
Geboren Klaas, z. v. Pieter Breed en Neeltje Koster.
Overleden: Willem Geel, oud 9 jr., 6 md.
Gemeente Harsingcrhorn.
Geboren: Jan Jacob, z. v. Abraham Engel en CornelisjeLouw.
OverledenMarinus Wit, zoon van Sijmon Wit en Dieuwertje
Doves, 16 dagen. Guurtje Groenveld, dochter van Klaas Groen
veld en Grietje Keesman, 14 dagen.
u oom15 September 1888. Aangevoerd
1 H. L. Rogge
Tarwe
9 Gerst
4 Haver
Witte Erwten
j I Groene
I
Grauwe
Vale
i Bruine Boonen
Geele
Witte
Paarden
24 Paarden
6 Kalveren
156 Schapen
100 Lammeren
134 Varkens
5 Zeugen
140 Biggen
5 Geiten
80 Kippen
1600 Koppen Boter, 5.2, lood.
2000 Kipeieren
7000 Hazelnoten
4.50 a 5.50
8.— a 9.25
4.50 a 5.50
3 25 a 4.—
8.75 a 11.—
10.50 a 12.—
13.25 a 18.—
10.— a 15.—
f 10.75 a 14.—
f a
f 12.25 a 15.—
f 5.75 a 6.50
f 60.— a 200.—
f 12.— a 20.—
f 16.— a 28.—
f 7.— a 19.-
f 8.— a 20.—
f 25.— a 35.—
t 2.50 a 6.—
f 4,- a 10.—
f -.35 a 1.30
f —.55 a —.60
f 3.50 a 4.—
f 22.— a -.—
125 Mud Nieuwe Aardappelen f 3.50 a 4.— per Mud.
300 N.P. Aalbeziën (R.) f 13.— a p. 100 N.P.
30 mand Appelen f 2.a 3.per Mud.
80 mand Peeren f 1.25 a 2.per Mud.
Al hm aar15 September 1888. Aangevoerd
12 Paaren f 70.— a 300.—
25 Koeien en Ossen f 90.a 200.—
24 nucht. Kalveren f 10.a 18.
337 Schapen f 11.— a 22.—
149 magere Varkens f 13. a 18.—
236 Biggen f 4.— a g.—
10 Bokken en Geiten f 3.a 9.—
Kipeieren per 100 f 3.50 a 4.
Boter per kop ('s middags 12 uur) f —.70 a —.80
Alh m a ar17 September 1888. Aangevoerd
10 Koeien f 175.— a 215.
155 vette Kalveren f 35.a 92,
15 Nuchtere Kalveren f 10.a 16.
517 Schapen f 20.— a 27.
137 vette Varkens per P f .42 a .50
29 Magere dito f 13.— a 17.
Eur merend, 18 September 1888. Aangevoerd
Kaas. Aangevoerd 364 stapels Kleine en 3 stapels
Middelbare. Prijs Kleine f 33,— a Middelbare f 26.—
per 50 KG.
Boter f 1.15 a 1.25 per KG.
Vette Runderen .72 a per KG. Handel vlug.
Vette Kalveren prijshoudend; f .70 a .80 per KG.
Handel vlug.
Nuchtere Kalveren f 12.a 20.Handel vlug.
Vette Varkens van --.36 a —.40 per KG. Handel stug.
Schapen, groote aanvoer, handel stug.
Kip-eieren f 3.50 a 4.—
E d am 15 September 1888. Aangevoerd
f ^Oangevoerd 135 *taPels kaas> wegende 31716 P., hoogste prijs