Ei nrpef ons onze schulden!
31ste Jaargang. No. 2238.
Donderdag, 11 OctoToer 1883.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: §CHAGEW, Laan, fï, 5.
Gemeente Schagen
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
X Zaterdagmiddag j.1. is te Callantsoog in een zeer onken-
lijke staat, het lijk aangespoeld van eene vrouw.
SCHAGER
k
COURANT.
rtcutic- Ln
a
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB-
TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.75; iedere regel meer f 0.15
G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
omtrent een alhier gevonden
Schuier.
Ter Gemeente secretarie alhier zijn inlichtingen te bekomen
omtrent een onder deze gemeente onbeheerd gevonden
Schaap.
Schagen, 10 October 1888.
"De staat van de Rijkspostspaarbank, postkantoor Scha
gen, en de daartoe behoorende hulpkantoren, over de maand
September 1888, is als volgt
Nieuwe boekjes. Inlagen. Bedrag.
Schagen, 5 300 1622.77.
Barsingerhorn, 10 55.05.
Dirkshorn, 43 121.25.
Kolhorn, 75 323.25.
Sint Maarten, 11 31.77.
Oude Sluis, 1 4 86.
Schagerbrug, 2 1.25.
AVieringerwaard,6 13.38.
't Zand, 1 1.
452
2255.72.
Roman van GEORGE HöCKER.
60.)
XXVIII.
Als Antje weder in de woonkamer terugkeerde, toen kon
Wolf zijn gevoel niet bedwingen; met onstuimige beweging
moest hij de teedere gestalte in zijne arme sluiten. «Antje,'"''
begon hij toen met heesche, door inwendige ontroering half
verstikte stem, «gelooft gij, dat ik u heb lief gehad, met geheel
mijn hart
Zij kon geen woord uitbrengen, maar knikte even met het
hoofd, terwijl twee groote tranen langs haar wangen biggelden.
«Gelooft gij, Antje, dat ik u heden en in alle eeuwigheid
steeds lief zal hebben vroeg graaf Wolf na een kort
stilzwijgen op warmen toon.
Be jonge vrouw knikte met het hoofd. «O Wolf, het zou
mijn dood zijn, wanneer ik niet meer kon gelooven aan uwe
kefde antwoordde zij haperende. «Zij moest immers voor mij
Dhes zijn, het ouderlijke huis en de ouderlijke liefde
e genegenheid en de achting der menschen zonneschijn
j® heinelsch geluk Ik heb immers niets op de wereld
«n uwe liefde I"
Bij den zachten klank harer stem overviel Wolf eene huive-
^ng- Van waar zou hij toch den moed verzamelen, dit arge-
°°ze, zoete schepsel al datgene mede te deelen, hetwelk hij
baar onbarmhartig wilde zeggen.
«Gij zoudt niet sterven, Antje, ook wanneer ik u niet meer
liefhebben," zeide hij eindelijk met dorre, schorre stem,
»<Ut zijn grappen, die in het leven niet voorkomen
*k een menschelijk hart verdraagt zelfs veel, wanneer het
de juiste wilskracht bezit In weinig woorden, Antje,
weet nauwelijks, hoe ik het n zeggen zal wij zijn
^ee kinderen geweest, die als vroolijke Fransjes leefden, zonder
aan te denken, dat ook eens de dag zou aanbreken, die
beslissenden invloed ook op ons zou doen gelden
ue eerste roes van den hartstocht voorbij is en wij geneigd
fiV v Wer^eBjbheid haar rechtmatige plaats toe te kennen."
en 1 Begreep de jonge vrouw hem nog altijd niet geheel
toet K zeide zij gejaagd, «het is hoog tijd, dat wij
et,rekking bot onze toekomst tot een besluit komen
geheimhouding moet ophouden
»Er getwijfeld, Antje," antwoordde Wolf na eenig stilzwijgen.
C** zehs zeer veel in onzen toestand veranderen
Küt Antje mijn God, het moet toch eenmaal
u uitgesproken wij moeten scheiden voor eeuwig
Aan het postkantoor Winkel en de daaronder ressor-
teerende hulpkantoren, werd gedurende de maand September
ingelegd: f 2046.50, en terugbetaald f 173.25. Het laatste door
dat kantoor uitgegeven boekje draagt het nummer 129.
De Nederlandsche Vereenigiug tot bevordering van Zondags
rust heeft zich op nieuw tot de maatschappijen van vervuer in
Nederland gewend met het verzoek om bij het vaststellen van
zomer- en winterdienstregelingen, deze zoodanig in te richten,
dat het personeel althans twee Zondagen in de maand vrij van
dienst zal zijn.
De benoeming van den heer Jhr. Mr. M. A. de Savornin
Lohman tot gouverneur van Suriname, noemt de Middelburg-
sche Ct. een der belangwekkendste benoemingen, door dit kabinet
gedaan, dat tot nu toe, zich bij zijn keuzen door gematigd
heid kenmerkte.
Of echter de thans gedane benoeming van een hoofd onzer
Westindische bezittingen niet haar bedenkelijke zijde heeft,
zullen wij niet zoo grif ontkennen.
In de West als 's Konings vertegenwoordiger op te treden is
een even vereerende als moeielijke taak, waarvan men zich
met beleid en kalmte, met kracht, maar tegelijkertijd op menig
oogenblik ook met gematigheid moet kwijten.
Wat wij van den beer Lohman weten, heeft ons van zijn ge
matigdheid geen hoogen dunk gegeven. De herinnering aan
zijn optreden in verkieziagsdagen toen hij in het district Middelburg
candidaat was gesteld, ligt menigeen nog versch in het geheugen en
wij weten maar al te goed, hoe hij destijds, tegenover de libe
ralen het noblesse oblige allerminst zich bewust toonde.
Nu kan men in zulke dagen veel door de vingers zien,
maar er is toch een grens ook in dezeen wij weten boveu-
Een lichte kreet ontsnapte aan de lippen der jonge vrouw.
«Neen," zeide zij en keek daarbij den voor haar staanden
man ongeloovig aan, «neen, neen, dat was slechts scherts van
u, Wolf gij weet het immers, dat wij niet van elkander
kunnen scheiden
«Mijn God, maak het mij niet nog zwaarder, dan het mij
nu reeds is," fluisterde Wolf met aschgrauwe lippen, terwijl
hij het gelaat afwendde, want hij kon den smartelijken blik
zijner vrouw niet langer verdragen. «Kom, wees verstandig,
laat ons met elkander beraadslagen, gelijk twee menschen, die
het hart op de rechte plaats hebbenHij wist zelf niet goed,
wat hij alles wel zeide, maar hij nam de kleine vrouw bij de
hand en trok haar met zacht geweld naast zich op de kleine
sofa, op welke zij reeds zoo vele malen naast elkander hadden
gezeten, om zich geheel en al over te geven aan het geluk
hunner liefde.
«Zie, Antje, gij moet verstandig zijn," begon hij, nadat hij
een poos in gepeins verzonken had gezeten, om maar een ge
schikte' inleiding te vinden. «Het zou voor mij het hoogste
geluk zijn, wanneer ik mijn geheele leven met u vereenigd
had mogen zijn maar familie-omstandigheden dwingen
mij
Hij waagde het niet de jonge vrouw aan te zien, ofschoon
hij gevoelde, dat in dit oogenblik zij aan hevige ontroering
ten prooi was. Hij hoorde haar zelfs even kreunen.
«Kortom, Antje, het vreeselijkste is gebeurd," ging hij
haastig voort, daarbij zijn blik met anstige spanning op een
schilderij richtende, die aan den tegenover hem liggenden wand
hing. «Mijn vader is eensklaps arm geworden hij staat
voor een bankroet, Antje ik moest hem natuurlijk hel
pen reeds mijn kinderlijke liefde verlangt dit
het is zelfs niet mogelijk, dat ik onder de zoo geheel en al
veranderde omstandigheden er aan kan denken, ons zorgvuldig
bewaard geheim te openbaren om mijn vader te redden,
blijft mij niets anders over, dan hals over kop een rijk huwelijk
te sluiten
Wederom was alles stil in de kamer. Daar scheen het Wolf
toe, alsof de jonge vrouw naast hem eene haastige beweging
maakte. Hij keek naar haar om en ontstelde. Was deze zoo
trotsch en vol zelfbewustzijn voor hem staande vrouw, die hem
met zulk een vreemden blik aanzag, hetzelfde zwakke, zich
opofferende schepseltje, dat om een enkel ruw woord uit zijn
mond de bitterste tranen had kunnen vergieten
«Hoe P" zeide Antje, en een zonderlinge gloed lichtte uit
hare oogen, «heb ik u goed verstaan, Wolf? gij wilt
mij verstooten, Wolf, mij en uw kind een andere wilt
gij tot vrouw nemen; zij zal aan het hart rusten, dat gij mij
voor eens en altijd hebt gegeven
Nu maakte AA'olf een beweging van ongeduld. «Versta mij
niet verkeerd, mijne liefde behoort u voor eeuwig Het
dien, dat bezadigdheid en zelfbeheersching niet behooren tot
de deugden des heeren Lohman, die tot de corypheën der
anti-revolationaire partij kunnen gerekend worden. Integendeel
zij zijn meestal zeer scherp en heftig.
Met zulke eigenschappen op den hoogen zetel te Paramaribo
plaats nemend, loopt men gevaar velen af te stootenterwijl
in eene kolonie als onze West, men juist behoefte heeft aan
een gouverneur, die, met waardigheid en ernst optredende om
te verbeteren, wat hij noodig en m het belang van het gewest
acht, toch een middelpunt moet vormen voor zoovelen, wier
belangen zoozeer uiteenloopen, en wier onderlinge veten den bloei
der kolonie in den weg staan.
Wij betwijfelen daarom of de heer Lohmam in die hooge
positie wel op zijn plaats zal zijnen betreuren die benoeming
te meer, omdat ons AVest-Indië nog steeds in eene moeielijke
periode verkeert, waarin het behoefte heeft aan een leidend
hoofd met een krachtige hand, met een bezadigd gemoed, niet
aan een partijman met geprononceerde beginselen, maar, aan
een staatsman, die de wijsheid bezit om practisch werkzaam
te zijn en het in zelfverloochening ver heeft gebracht.
Omtrent Jan Streuk en diens 8 a 9 jarig zoontje, dood
op den weg gevonden in het laatst der vorige week onder Ha-
velte, wordt aan de Asser Ct. nog medegedeeld, dat eerst het
zoontje en daarna de vader is overleden, waarschijnlijk ten ge
volge van koude. Streuk had den vorigen dag een bezoek af
gelegd bij zijn zuster en heeft bij haar met zijn zoontje gegeten.
Zij hadden zich daar van geheel andere kleedingstukken voor
zien, wat in zeer langen tijd niet gebeurd was, zoodat de man,
zooals men wel eens zegt, onder het ongedierte zat.
Streuk wilde met zijn zoontje, dat niet goed in orde was,
naar het armenhuis te Meppel. Ónder weg moeten zij bij een
landbouwer tweemaal hebben aangeklopt om onderkomen, wat
hun niet gegeven werd. Zij schijnen daarop van vermoeienis
ligt toch voor de hand, dat ik na u nimmer nog een ander
vrouwelijk wezen zou kunnen lief hebben maar de ver
plichtingen jegens mijne familie Gij moet mijn besluit,
hetwelk ik eerst na langen zielestrijd heb genomen, met niet
al te bitteren ernst opnemen Denk aan al de offers, die
ik uwentwege heb gebracht, om uwe liefde waardig te zijn.
Bewijs mij, dat gij die offers naar waarde weet te schatten,
door mij vrij te geven Mijp God, zie mij niet zoo ont
zet aan, alsof ik een onmensch ware, die van plan is u te
vermoorden Liet kind, gij in uwe gelukkige onervaren
heid weet wel is waar niet, dat hetgeen ik u voorsla, eene
eenvoudige overeenkomst betreft, zooals er dagelijks worden
afgesloten in de groote wereld, in die hooge en voorname krin
gen, in welken ik gerechtigd en geroepen ben te leven
Een lange poos werd er niets gesproken. AVolf had zich
voorgesteld, dat na de beslissende woorden Antje zou losbarsten
in een niet te stuiten vloed van tranen en weeklachten. Tot
zijne verwondering gebeurde daar niets van. Antje bleef fier
opgericht en met gevouwen banden in den schoot naast hem
zitten. «Ik wil uw geluk niet belemmerend inden weg treden,*
antwoordde zij eindelijk met zachte stem, «wanneer het werke
lijk voor uw geluk noodig is, dat gij mijn hart terugstoot,
dat gij mij en mijn kind verlaat, zoo ga en God zij met u
AA'olf kon een lichten kreet niet onderdrukken. «Eindelijk,
eindelijk!" Zoo spoedig had hij zich niet voorgesteld de over
winning op de zwakke, liefhebbende vrouw te zullen behalen.
Hij liep eenige malen gejaagd in de kamer heen en weder
en bleef eindelijk voor Antje staan. Deze had nog het hoofd
op de borst gebogen en vermeed het, den voor haar staanden
man aan te zien. Maar ook AVolf liet den blik met schuwe
uitdrukking over hare teedere, slanke gestalte wegglijden en
staarde langen tijd op den huiszegen, die boven de kleine
sofa hing en dien Antje in het eerste jaar van haar huwelijk
zeer kunstig geborduurd had.
Onwillekeurig bloosde AArolf, toen hij de vrome, kinderlijke
zegenspreuk werktuigelijk overlas. Alle beter gevoel was nog
niet in zijn hart verdoofd, nog geloofde hij zich zei ven te kun
nen wijsmaken, dat hij zonder het drukkend noodlot, waaraan
hij moest gehoorzamen, geheel anders en beter gehandeld zou
hebben jegens de ongelukkige vrouw.
«Het is goed van u, Antje, dat gij zoo verstandig spreekt,"
meende hij eindelijk, «het is nu eenmaal in het menschelijk
leven zoo ingericht, dat men moet afstand doen van hetgene
men het liefste zou willen behouden die ondragelijke
toestandenHet zou mijn grootste geluk geweest zijn, mijn
geheele leven lang aan uwe zijde te blijven, u te mogen be
schermen en beschutten
Doch nu maakte de jonge vrouw eensklaps een driftige be
weging met de hand. „Neen, neenriep zij uit en schudde
vol vertwijfeling het hoofd«zeg niet iets, wat uw hart niet