Ea vergeef ons onze schulden! Zondag, 25 flTovemloer 1883. 31ste Jaargang. No. 2249. AMSTERDAMSCHE KRONIEK. Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHAGEA, Gaan, B, 5. Gemeente Schagen Bekendmakingen. 23 November. Naar het zich laat aanzien, staat ons van 't jaar een niet onaardige afwisseling in de Sint-Nicolaasdrukte te wach ten. Verbeeldt u maar: Sint-Nicolaas, de oude, eerwaardige bisschop uit Spanje, op een vélocipède!Toch is er wer kelijk veel kans op de verwezenlijking van dit nimmer al hier vertoonde schouwspel. En mocht de goede Sint zelf al niet van dit op en top moderne vervoermiddel gebruik maken, dan zal hij er toch allicht zijn smakelijke of fraaie geschenken mede laten rondbrengen. De vraag is maar, of het publiek daartoe van dit nieuwerwetsche artikel gediend zal believen te zijn. Hoe verrassend zal het zijn, wanneer wij onze geheimzinnige verpakte surprises en heerlijk geu rende boterletters niet meer thuis bezorgd krijgen dooreen traag voortstappenden bode, maar door een trappenden en bellenden driewieler; die al lang weer uit het gezicht is verdwenen eer men tijd heeft om hem de gewone maar totaal nuttelooze vraag te doen, van wie dat komt? Zooals ik zeide't Is nu maar de quaestie, of het pu bliek de vélocipède zal willen verkiezen als haar bemidde laarster ter bezorging der Sint-Nicolaascadeaux. Aan de gelegenheid er toe zal het overigens niet ontbreken. Een paar ondernemende Israëlitische fabrikanten van rijwielen hebben hier namelijk een begin gemaakt met het instellen van wat zij noemen een „Sport-pakketdienst" De daarvoor bestemde pakketten worden met een rijwiel door de stad vervoerd; men kan den berijder onderweg doen stilhouden om een pakket mede te nemen, waarvoor het verschuldigde bezorgloon door het opplakken van zegels kan worden voldaan. Op sommige plaatsen in de stad zullen bestel- kantoren gevestigd worden, en een van die kantoren is er reeds in de Kalverstaat geopend. Al te zware pakket ten, b.v. van boven de ti9n kilogram, of van te groote afmetingen worden natuurlijk niet aangenomen; en voor het bezorgen van een pakje per rijwiel wordt per uur berekend 25 cents, per driekwartier 20 cents, per halfuur 15 cents, en per kwartier 10 cents. In beginsel is de onderneming niet kwaad bedacht en bestaat er hier in onze groote, gestadig zich uitbreidende stad wel behoefte aan zoo iets. Maar er is één groot bezwaar aan verbon den. Wanneer de dienst in den smaak van het publiek valt en zich allengs uitbreidt waardoor het aantal boden dan ook toeneemt, zullen dan de menigte rijwielen, zich haastig door de drukke wijken der stad voortspoe dend, niet een groote belemmering voor het geregeld ver keer opleveren Dat zal de tijd moeten leeren. Want wat het zeggen wil, wanneer het verkeer in onze stad eens eenige uren door de een of andere plotselinge oorzaak gestremd is, hebben wij Woensdag en Donderdag weer ondervonden. De hevige Zuidwester-storm in het be gin dezer week, die zoo vele jammerlijke onheilen op zee teweeg bracht, is ook hier, zij het dan ook in mindere mate, niet onopgemerkt voorbij gegaan. Niet alleen de doode boomen, de ongepleisterde dakpannen en de bouw vallige schoortsteenen. maar ook de ruischende telefoon draden die Amsterdam het aanzijn geven van een groote kleerenbleekerij hebben het geducht moeten mis gelden Overal hingen ze, losgerukt en gebroken, als de draden van het web eener reuzenspin, over en door de straten heen, zoodat de niets kwaads vermoedende voet ganger er onverhoeds over struikelde of tot de vermake- lijkste luchtsprongen genoodzaakt werd, en de rijtuigen met passagiers, koetsiers, paarden en al, er in bleven ste ken. Gelukkig waren spoedig de noodige werklieden der Telefoon-Maatschappij bij de hand om de hinderpalen beter gezegdhinderdraden uit den weg te ruimen en daardoor het onbelemmerd verkeer te herstelleD. Misschien hadden zij er nog een extra broodje aan. Ook voor met selaars, timmerlui, loodgieters enz. waren er na den storm weer heel wat karreweitjes op te knappen. Voor de schaatsenrijders zijn de voortdurende Zuiden en Westenwinden, die wij tegenwoordig hebben, een ge weldige streep door de rekening. Vandaag vóór veertien dagen, toen het midden op den dag vroor dat het knapte waren hunne vooruitzichten nog zoo hoopvolzij haalden de schaatsjes reeds voor den dag, zwierven op betrouw bare plassen en vijvers naar hartelust rond, en schreven waarachtig al wedstrijden uit om ik weet niet meer welk indrukwekkend „meesterschap." Doch eensklaps maakte het haantje van den toren rechts omkeert, de ontijdig ge boren ijsbanen waren bescheiden genoeg om weer tot hun moeders schoot in te gaan, en nu is het gelaat des aard- rijks op eenmaal zóó veranderd, dat de weidebloempjes hunne witte kopjes hier en daar boven het pas gemaaide gras uitsteken. De Amsterdamsche winkeliers zijn met die weersverandering opperbest in hun schikwant allen zijn ze nu gereed met hun etalages, het is thans hun beste tijd, en wanneer het zoo hartbrekend koud is, loopen de menschen veel te gauw huune winkels voorbij. En daarvoor getroosten zij zich toch waarlijk niet zoo veel moeite en kosten Door hunne onwillekeurigen maar daarom toch niet minder vereenigde samenwerking wordt er ieder jaar een geheel verkregen, dat met volle recht op den naam van St. Nicolaas-tentoonstelling aanspraak zou kunnen maken. Het nieuwste, beste en kostbaarste wordt uit alle oorden der wereld bijeengebracht om het hier ach ter de weelderige spiegelruiten onzer groote magazijnen te doen schitteren. Een genot er langs te wandelen, vooral wanneer dat alles 's avonds bij overvloedige verlichting er dubbel prachtig uitziet. De winkeliers doen hun uiterste best om elkaar door pracht en smaak van etalage de loef af te steken, en bij den een is alles met nog meer luxe en luister ingericht dan bij den ander. Vraag niet, wat dit alles kost en of de prijs der koopwaren er niet door wordt opgedrevenDit laatste spreekt van zelfde koo- pers der uitgestelde goederen moeten de mooie étalage mede betalen, vandaar dat men voor 'n eenvoudig artikeltje in zoo'n grooten winkel soms zooveel geld moet betalen de kristallen spiegelruiten, de elegante bedienden, de kwis tige gasverlichting en het koesterend verwarmde magazijn SCHAGER Aiiliir pit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB- TENTIÊN in het eerstuitkomend nvimmer geplaatst. INGEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuurder geraeenle Schagen, bre»gt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier No. 3 voor de Belasting op het Personeel voor het dienstjaar 1888/89 op den 22 dezer door den Heer Provin cialen Inspecteur in de Provincie Noordholland is executoir ver klaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binDen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welko daarbij belang heeft wordt alzoo ver maand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 24 November 1888. Het Hoofd van het Plaatselijk besstuur voornoemd, G. LANGENBERG. Roman van GEORGE HöCKER. 73.) XXXIII. Frans lachte spottend om de smart van zijn heer en wreef zich vergenoegd de handen. //Men krijgt gewetenswroeging," hoonde hij, „beste mijnheer de graaf, wanneer men zulk een week hart heeft als gij bezit, dan moet men ter kerke gaan en een brave jongen zijnmaar men mag er dan niet aan denken, harten te breken en zelf zijn geluk te smeden «Een fraai geluk fluisterde Wolf met bevende lippen, ter wijl hij de handen van het gelaat liet wegvallen, „opgericht °P het hartebloed, op de vervloekingen van arme, ongelukkige menschen »Spreek toch niet zulke sentimenteele taalIs het dan niet uw plan geweest de zaak tot een einde te brengen Verfoeiïng °'er den moordenaar, die in tranen uitbreekt, wanneer hij zijn ™er ziet bloeden het zijn de domste schurken, die weg- o°pen, voor zij het mes in de doodelijke wonde behoorlijk heb ben omgedraaidof alles, of niets; nu zijt gij op den weg iw eigen lot te beslissen »En een slaaf te heeten voor nu en eeuwigklaagde Wolf, erw'jl hij den kamerdienaar toornig aanzag, gel t aar°Ver sPre^en WÜ een anderen keermeende Frans 'Neen, ik verdraag het niet langerriep de jonge graaf i terwijl hij haastig van zijn stoel opsprong. „Reeds nu ppn ik de wrange vruchten te plukken van mijne onmanne- 9 °nverantwoordelijke handelwijze Waarheen ik ook e en mij wend, overal ontmoet ik onomwondene verachting ifè b i^6D e e en vierde mij vroeger," voegde hij er met gebroken stem aan toe, „en nu kom ik mij zeiven reeds als 11 Paria voor a' Jat moet men verdragen kunnen," antwoordde de ka- •enaar, terwijl hij gemoedelijk op een stoel plaats nam, wie zich stoort aan de meening der menschen, zal nimmer hoog stijgen!" „Maar ook nimmer diep vallen „Nu ja, iemand die last heeft van duizeligheid moet geen kerktoren beklimmen, maar om op het jonge vrouwtje terug te komen „Nu, wat is het met haar vroeg Wolf driftig. „Als ik den volgenden dag, nadat ik het onderhoud met haar had gehad, mij weder bij haar aandiende, was zij ver dwenen „Wat zegt gij," riep de graaf in de hoogste ontroering uit, „verdwenen uit het huis Frans knikte langzaam met het hoofd. „Ook haar kind had zij medegenomen," ging hij onverschillig voort, „ik vroeg nog inlichtingen bij het naastbijgelegen station, maar men had haar nergens gezien Wolf maakte een beweging van afgrijzen. „En dat zegt gij mij nu eerst P" stamelde hij. „Verdwenen, zegt gij, monster En waarheen is zij gegaan „Weet ik het?* lachtte de kamerdienaar weder. „Mij heeft zij het niet in mijn oor gefluisterd Een kreet ontsnapte aan de lippen van den jongen graaf en deze begon gejaagd in de kamer heen en weder te loopen. „Geen twijfel,' riep hij uit, gefolterd door den angst van het booze geweten, „zij zal hierheen komen, om zich haar recht te verschaffeno, gij zijt met al uwe sluwheid toch nog een stumper 1" „Dank u 1" antwoordde Frans koelbloedig, „maar ik geloof, dat gij u niet behoeft te beangstigen, mijnheer de graai; het vrouwtje heeft warm bloed in het lichaam, ik zou mij zeer moeten bedriegen, wanneer zij met haar spruit niet reeds er gens aan den oever van het Comomeer door de visschers uit het water is opgehaald Met alle teekenen van ontzetting bleef Wolf eensklaps staan. „Dood verdronken meent gij stamelde hij met asch- grauwe lippen. „Zeg liever, dat zij zich zelve heeft verdronken, dat is dich ter bij de waarheid, mijnheer de graaf,' meende Frans met een hatelijken lach. „Ontzettend Vreeselijk weeklaagde Wolf, en beide handen voor het gelaat slaande, viel hij met een doften kreet opnieuw in zijn stoel terug. Een verachtelijk lachje zetelde om de bloedelooze lippen van den kamerdienaar en deze trad op den verslagene toe. „Op dezen afloop hadt gij u moeten voorbereiden, heer graaf;' zeide hij op gedempten toon, „zulk een vrouwspersoon verdraagt alles, alleen niet, dat men tot dank voor hare liefde haar op straat in het slijk werpt Nu, ten slotte is zij het beste bezorgd, wanneer zij den moed heeft gehad, zich het leven te benemen 1 Zij bespaart ons daardoor een aanzienlijke som gelds en zij is met haar kind, dat voor ons vroeg of laat toch eenmaal onaangenaam genoeg had kunnen worden, uit den weg geruimd „En de verantwoording tegenover God?' stameld/. Wolf met bevende lippen„mijn God, dat ééne niet niet haar jong, hoopvol leven moge ik op mijn geweten ht ben moge ik geen moordenaar zijn voor God en mij Q geweten „Bah, schreeuw niet zoo luid, dat alle vier muren het hoe ren viel Frans hem op barschen toon in de rede, terwijl hij. driftig met den voet op den grond stampte, „dat zou niet haar ergste daad zijn wanneer de jonge vrouw zich met haar kind werkelijk in het Comomeer had gestorten voor ons is het alleen van belang, dat zij ons uit den weg geruimd is. Er stroomt trotsch bloed door hare aderen, moge zij nu dood zijn of levenin ieder geval hebben wij voor onze plannen van haar niets te vreezen Wolf gaf geen antwoord maar hij had het gelaat in beide handen verborgen. De kamerdienaar keek hem minachtend aan en toen de schou ders ophalende, verliet hij het vertrek. Wat zou hij Wolf nog zeggen Wist hij toch, dat deze geheel aan hem was vervallen. Behoedzaam sloop hij door de gangen van het slot en toen hij gravin Clotilde ontmoette, trad hij met een diepe buiging ter zijde. Wel bemerkte hij den verachtelijken, trotsch afwijzenden blik der dame, die niet met de geringste hoofdbuiging voor zijn groet bedankte, maar toch speelde er om zijne lippen een zegenvierend lachje toen hij de statige, indrukwekkende ge stalte der gravin nastaarde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1888 | | pagina 1