-
schen en van de kinderen niet te vergeten. Maar nu
wil het ODgeluk dat de ingenieuse winkelier niet alleen in
een zeer drukke, maar ook in een zeer nauwe straat
woontde voortdurende volksophooping voor zijn magazijn
stremde dus het verkeer, en het gevolg was dat de onmee-
doogende politie den heer E. beleefdelijk uitnoodigde den
opzienbarenden knecht binnenshuis te houden. Sint Nikolaas
en zijn gedienstige geest poseoren er nu in naturavoorde
ramenmaar het spreekt van zelf dat de kleine en de
groote jeugd dit half zoo aardig niet vinden als de ver
tooning op straat.
Binnenlandsch Nieuws.
Postkantoor Schagen.
Wordt Vervolgd.
Ondertusschen blijft er overal genoeg te zien. Men heeft
in zulke dagen de Amsterdamsche winkelstraten wel eens
met een doorloopende tentoonstelling vergeleken, maar
met nog meer recht zou men ze een moderniseering van
de Oude „Sinterklaasmarkt" kunnen noemen, die hier n
de 15de en 16de eeuw bloeide. Sint-Nicolaas was, gelijk
men weet, van oudsher de bijzondere schutspatroon van
Amsterdam en de Amsterdammers. Reeds vóór 600 jaar
waren de Amsterdammers S. Niclaasmannen, zoo goed als
de Utrechtenaars S. Maartensmannen en de Leidenaars
S. Pietersmannen waren. En zoo werd het eerste kerkje,
dat hier verrees, de Sint-Nicolaaskerk genoemd en zette
men er een standbeeld van Sint-Nicolaas in, van klink
klaar zilver, dat bijna duizend Carolusguldens kostte, een
heele som voor dien tijdLater verrees op diezelfde plek
onze tegenwoordige statige Oude kerk. De varensgasten
stelden hunne schepen en schuiten onder bescherming van
dien heilige, en de bewoners van den omtrek der Nieuwe
kerk, waarschijnlijk wat jaloersch op hunne stadgenooten
aan de zijde der Oude, plaatsten zijn beeld in een casse
ofte huysken. Maar het mooist van alles was de Sint-
Nikolaasmarkt, die op den Dam gehouden werd. Het plein
zag er toen heel anders uit dan tegenwoordig; tramwagens
en kiosken waren nog ver te zoeken, daarentegen had men
er een waaggebouw, een vischmarkt en allerlei andere
dingen, die „den Pamme" erg bekrompen en hokkerig
maakten. Maar desalniettemin en evenwel nochtans
men deed het er meê, men wist niet beter of het behoorde
zoo, en had er op markt en feestdagen niet minder pret
om. Vooral bij gelegenheid van de Sint Nikolaasmarkt kon
het er woelig toegaan. Van alles was er te zien en te
koopen, precies als nu in onze mooiste winkelstraten.
Tusschen de Waag en de Vischmarkt, van het Damrak
tot het Rokin, stonden de koekkramen in een dubbele rij,
en een stroom van poorters en poorteressen golfde er vroo-
lijk tusschen door. Wat verder op, tusschen den Middel
dam en het Roöleeuwsteegje, had men de kruiwagen, waar
de mindere man ook voor zijn kroost de noodige „slickerde-
mickjes« op kon doen. En aan vrooüjk zingende kinderen
geen gebrek. In troepen trokken ze rond met papieren
vaantjes, waarop gekleurde afbeeldingen van Sinterklaas
geplakt waren, die ze bij den hondenslager (commissaris
van orde, zouden w ij zeggen) van de Oude kerk gekocht had
den. Ook was er eens op die Sinterklaasmarkt iets te zien, wat
nog nooit in Amsterdam, ja in gansch Holland was te zien
geweest: een levende olifant! En al de Amsterdammers ston
den verwonderd, op dit Sinterklaasfeest zulk een reusach-
tigen koeketer in de stad te zien. De historie meldt dan
ook, dat de eigenaar met dien olifant veel geld verdiende.
Maar 't was een korte vreugd. Van Amsterdam zou het
dier naar Utrecht vervoerd worden; doch toen men hem
te Muiden wilde inschepen, ging men daarbij zóó onhandig
te werk, dat de levende olifant in 't water viel en er
morsdood weer uitkwam. Behalve zulke wonderen der
schepping had men er ook de „muziek" van doedelzakblazers,
de vertooningen van sprooksprekers of retrosynen (onze
latere rederijkers), de onfeilbare zalven en oliën van een
kwakzalver, de zenuwschokkende bekoringen van een honden
gevecht, en, tusschen al dat rumoer door, het geklaag en
geteem van een horde bedelaars. En 's avonds ging de
pret eerst recht aan den gang. Al had men nog geen straat
lantaarns, veel minder gasverlichting en electrisch licht,
toch wist men zich in de open lucht uitstekend te amu
seeren, totdat in het begin der 18de eeuw de Sint-
Niklaasmarkt allengs verminderde en eindelijk geheel te
Dl6t)
Maar. is de markt ook verdwenen, het feest is ei nog,
en men zal het blijven vieren zoolang er jonge kinderen
en goede menschen zijn. Want goedheid en weldoen zij
de grondslagen van het feest, waarom De Genestet aen
Sint dan ook zoo gevoelvol toezingt
„Één daad van minzaamheid, van weldoen, was uw leven,
Uw liefde beert uw naam d9 onsterflijkheid gegeven
Och dwazen, die een naam, een grooten naam begeert.
Kent gij er een, zoo rein, zoo schoon, zoo stil vereerd
Die dus, eeuw in eeuw uit, met hartlijkheid bejegend,
In 't hart der kind'ren leeft, door kind'ren wordt gezegend.'
Hij is dan ook bij uitstek de kinderheilige, die hij begiftigt
met speelgoed, met boeken, met allerlei geschenken, maar
vooral met koek. Oudtijds was die koek met verguldsel
overplakt, als een herinnering aan de schatten, die de Sint
in stilte om zich heen verspreiddemaar sedert de heden-
daagsche gezondheidsleer haar banvloek over dat goud heeft
uitgesproken, zijn de smakelijke „klaasjes" van dat sieraad
beroofd. Ook had na den tijd der Reformatie onze Sinterklaas
een geweldige oppositie uit te staan. Schrijvers en predikers
ijverden om strijd tegen het vieren van zijn feest, dat ze
dwaas en bijgeloovig noemden, ja, menigmaal met nog veel
erger namen betitelden. En met hoeveel vrucht? „Zijn
feestdag was een dag van blijdschap voor de jeugd geworden,
die door geene godsdienstige geschillen in vergetelheid ge
raakte," zegt Prof. van Hengel. „De kleinen bleven aan
hem denken; en hoe kon hij dan door de volwassenen, hoe
kon hij door de ouders vergeten worden? Neen, zooverre
werd het Protestantisme, ten minste in sommige oorden,
niet gedreven. Als heilige werd hij niet langer vereerd,
maar hij behield zijne waarde als patroon der kinderen."
En dat is de beste waarborg voor zijn onvergankelijk
bestaan, voeg ik er bij; want wie zou willen breken met
deze goede, en deze eeuwenoude gelegenheid om onze
kinderen eens recht blijde en gelukkig te maken?
Gr ij sbr echt.
Schagen, 1 December '88.
Bij de matinee en soirée, jl. Donderdag alhier in het Noord-
Hollandsch Koffiehuis gegeven door het gezelschap, onder dir.
van den heer Abr. de Winter, deed het zich opnieuw als een zeer
verdienstelijk gezelschap kennen. Vooral verwierf de heer de
Winter door zijne geestige, politieke voordrachten een buiten
gewoon succes, en in Rammelslag van Multatuli, bewees hij ook
een uitstekend declamator te zijn. Wij hoorden indei tijd ook door
andereu dezen mofeielijken monoloog voordragen, doch door geen
een zoo correct als door hem, en zijne politieke schetsen, tintelden
van vernuft en sarcasme.
Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, ver
zonden in de le helft der maand November 1888.
Namen der geadresseerden, plaats van bestemming:
van Schagerbrug, Mej. M. J. Sneek. Vonk.
begeven. Daar sloeg buiten de wachthond aan. Tegelijk was het,
alsof er op de buitendeur werd geklopt.
„Rechtvaardige hemel," stamelde de oude vrouw en werd
doodsbleek, „man er staat bepaald iemand buiten voor de deur,
die verlangt binnen gelaten te worden
Ook de molenaar luisterde. Wederom deed de hond zijn
gehuil hooren. „Zonderling, wat heeft dat beest bromde
Tobias Sturm, terwijl zijne oogen een Zonderlinge uitdrukking
bezaten. „De hond jankt en blaft niet, zooals gewoonlijk I
„Het is, alsof hij degene kent, die buiten staatbracht
zijn vrouw in het midden.
„Onzin," zeide de molenaar hoofdschuddend, bij nacht is hij
tegen niemand vriendelijk. Ik moet hem toch ook eerst aanroe
pen, voor hij mij voorhij zijn hok laat
„Slechts een was er, die hij gaarne mocht lijden," fluisterde
de oude vrouw, „Antje, kende hij aan haar gang en tred
Jezus, luister toch, man, hoe angstig hij huilt!"
De molenaar greep een lantaarn en slak die aan. „'k Moet
toch eens gaan zien," zeide hij hoofdschuddend. Daarbij wilde
hij de kamer verlaten, maar door ongekende angst bekropen,
snelde zijn vrouw hem na, en hem in het dr.igende gelaat
starende, smeekte zij
„Man, om Godswil, wees barmhartig
De molenaar zag haar met zonderling vonkelende oogen aan.
„Het is onzin, wat gij denkt, vrouw," duwde hij haar met
heesche stem toe, „de deern, aan wie gij denkt, ligt reeds lang
in het graf Maar wanneer zij het ware?" Hij zuchtte
diep.... „Dan zij God haar genadig, want in mijn huis keert
zij niet terug!"
„Man, ik smeek het u, wees toch barmhartig," jammerde de
oude vrouw wanhopig. „Manneer zij het eens ware, ons eiven
vleesch en bloed
Wederom werd er buiten aan de deur geklopt.
X Op het strand Callantsoog is een naambordje gevonden,
waarop stond
18 T. P. PEKKES 80.
Uit de Wieringerwaard wordt medegedeeld, dat d.d. door
de Rotterdamsche firma, voor rekening van het buitenland, voor
hooge prijzen is aangekocht, van den lieer K. A. Schenk een
kalftwenter, van den heer J. Schenk Dz. op Bronoord" aldaar,
3 kalftwenters en van den heer J. L. T. Groneman, voorzitter
der afdeeling „Noord-Holland" van het Nederlandsche Rund
veestamboek, een 2% jarige stier, genaamd Ruiter Ha 10 no.
1198 van gezegd stamboek. De tweuters stamden af van stam
boekvee en de stier heeft een der oudste stamboomen van zijn
soort.
Opmerking verdient dat genoemde firma geen ander vee wilde
koopen, dan hetwelk in het Nederlandsche Rundvee-Stamboek
stond iugeschreven, of van daarin ingeschreven vee afstamde.
Op de groote tentoonstelling, die te Barcelona, Spanje,
wordt gehouden zijn voor hunne inzendingen „Noord-Hollandsche
Kaas" bekroond, de Heer J. Buis Pz. te Spierdijk met de
Gouden Medaille en de Heer A. Koorn Dz. te Hoogwoud, met
de Zilveren Medaille.
Een heldendaad
Verleden week Woensdag is te Egmond aan Zee een helden
daad verricht, die aan de vergetelheid verdient ontrukt te
worden. Een schip strandde op de kust en het bleek onmoge
lijk het met een reddingsboot te bereiken.
Men was ten einde raad en zag reeds met schrik het oogenblik
naderen, dat al de ongelukkige schripbreakelingen door "de zee
verzwolgen worden.
Op dat oogenblik trad een jongman uit de menigte angstige
toeschouwers en hij zeide eenvoudig: „Ik zal 't doen. Bindt
mij een lijn om het lijf en een flambouw om het hoofd."
Deze woorden van den dapperen jongeling, een Egmonder
van geboorte, maakten diepen indruk, maar men begreep, dat
hij de eenige kans tot redding bood.
Weldra wierp hij zich onvervaard in de woeste branding en
werkelijk, hij slaagde er in, de lijn over te brengen, zoodat
verscheidene personen gered konden worden.
De dorpsgencoten van den held waren dól van blijdschap en
dadelijk werd besloten den volgenden dag te zijner eere een
feest te geven, maar toen hem dit plan werd aangekondigd
zeide hij eenvoudig„Ja, vrienden, dat is alles goed en wel
maar ik kan er met bij zijn, want je weet, ik vaar op eeó
bomschuit rut Scheveningen en ik moet daarheen, miin baa*
zou niet weten waar ik bleet."
Een ooggetuige deelde ons dit feit mede. Wij hopen later
in de gelegenheid te zijr. den naam van den jongeling te ver
melden. Een daad waaruit zooveel moed spreekt en die zoo
zonder eemgen ophef werd uitgevoerd, verdient een plaatsje in
de geschiedenis. VL BI. v. Amst.
Donderdagnacht is aan den Langereisdijk
Niedorp, de boerenwoning van de Wed. 8.
zaak is onbekend. Toen de bewoners door het t vl
vlammen uit den slaap opschrikten, bleeft hen nf'^1
den tijd zich te redden. De spuit uit Nieuwe X*- -Ó I
op de plaats des onheils slechts een rookende pu^h*
Men schrijft uit Hoorn
„In de vergadering van de hier sedert bijna 20 iaa
Vereeniging voor Volksvermaken deed de voorzitter D
een zeer belangrijke mededeeliug. Onder leiding vVi V-'M
den Commissaris des Koiu'ngs in Noord-Holland hid
week te Haarlem eene bijeenkomst plaats van de
indertijd benoemd tot oprichting van een standbeeld
voor J. P. Koen, den .stichter van Batavia. "°«i|
„Dr. A. wilde niet alles „uit de school" klapn
meende toch te mogen meedeelen, dat de oprichting ^1
metalen standbeeld, ter hoogte van 3 M„ 0p een piéd^i *1
2 M., verzekerd was. Binnen betrekkelijk korten tijd li I
Hoorn verrijzen. Met groote belangstelling werd dit tj!>l
door de aanwezigen vernomen, die niet minder ingenomen I
met het plan, om èn de 40jarige regeering vaii 1 ^*"*1
Koning èn het 20jarig bestaan der Vereeniging in het voltr ^1
jaar luisterrijk te vieren.
Dinsdagavond, omstreeks 9 ure, heeft op de RuTterkaA I
Amsterdam wederom eene brutale aanranding plaats 'gehad'f I
man, die zich met zijn zoontje langs de kade naar huisb^li
werd door een forschen kerel, toegesproken en om een aal
gevraagd. De niets kwaads vermoedende man haalt zijne u!|
'uit den zak en terwijl hij daaruiteenig geld wilde nemen ontr'
hij van den onbekenden kerel een slag in het aangezicht - 'I
dat hij bedwelmd neerviel, terwijl uit neus en mond
stroomde. Op het angstgeschreeuw vau het kind kwamspoél
hulp opdagen, en werd de geslagene, nog steeds bewustój
in een huis in de nabijheid opgenomen en kort daarna J
raderbaar naar het gasthuis vervoerd. De aanrander vlocïJ
roet de gestolen, vrij goed gevulde beurs. Van hem isnozJ
spoor ontdekt.
De Friesche Courant schrijft het volgende
De Amsterdammer heeft een heel snoeverig artikel uitüeJ
terzwaag, in het distrikt Schoteriand, opgenomen NiemanülJ
looft evenwel, dat dit socialistisch stukje uit BeetstermJ
afkomstig is. De schrijver laat het voorkomen alsof de li:J
in Opsterland, namelijk de anti-clericalen, voor viervijfde rdl
calen zijn. Daar is intusscbeu niets van aan, zooals de tijd J
leeren. Zij zijn althans niet van het radicalisme des schrijtJ
die tot het hoopje socialisten behoort. Men mag hel evenj
als een goed teeken beschouwen, dat vele socialisten zich ral
hun naam beginnen te schamen en dat de leiders inzien, jl
hun propaganda van weinig waarde meer is, sinds hun a:rl
zulke blunders slaat, en zelfs door de veenbazen schaakmat I
gezet. Zij schamen zich voor den naam socialist en gaan I
wroeten voor 't „algemeen stemrecht.'*
Met dat bedekte socialisme gaanze rond, voeren in 'ia
vaandel„Algemeen stemrecht" en nemen het etiquetie J
van „Radicaal."
Tusschen de regels door laat de steller van het artikeltje t
eens uitkomen, als zonden de „radicalen" (socialisten) Dim
Nieuweuhuis zelf in de Kamer gebracht hebben. Dat hierna
van aan is, weet heel Nederland en dat die onruststoker a
volgende maal op geen enkele stem van de orthodoxen, die
hem gebracht hebben, zal kunnen rekenen, dat is voor nienas
een geheim. Het laatste tooneel te Enschedé, waar een derti;
huisgezinnen door zijne opruierij broodeloos zijn gemaakt,
mede de gevallen in de veenderijen van gelijken aard, sf*
hem leelijke parten. Moeders en kinderen, wier mannen
vaders door hem en zijne apostelen zijn misleid geworden,tb
ken hem. Wij hebben er velen gehoord, die dat geer
geren. J
En nu zou viervijfde van de niet clericalen met de socutej
(zich noemende radicalen) gaan? 't Lijkt er niet naar.
kennen de kaart vau Opsterland beter. Veeleer zullen al1
orthodoxen den kandidaat der liberalen gaan steunen, da»12
een volgende maal bij de socialisten (met valsch vaandel) a
te sluiten, en dit geldt niet alleen voor Opsterland, maan*
het gansche district. Wil Domela Nieuwenhuis zich bij zl]al
valligen weer een wit voetje makeu, laat hij dan uit ?|]n,c"
vloed de gezinnen vergoeden de financieele schade, die hi]
toegebrachtin de venen kan bij beginnen en in de n
plaatsen het werk voortzetten.
Maar hij moet met meer dan een paar honderd e
guldens komen, want dat is een stofkeu aan de weegsc
men in der tijd hebben gezegd, toen Hij leefde naar
uiterlijk de volksmisleider zich zoo gaarne voordoet, J
wiens innerlijk hij zoo weinig lijkt als Cartouche op een
jesman of Samojeed.
Om afkeerig te worden vau het socialisme onzer
daagsche predikers behoeft men slechts het gehalte°p
van het grootste deel der leeraren eu leeken, elk in Z1J
bijheid.
INGEZOND
E 1^-
Mijnheer de Redacteur
Veroorloof ook mij, als eerste belanghebbende,
mee te spreken door middel van uw geacht blad.
Wie de schuld is van het verbreken der verkeerii'p f
D. L. en mij, doet aan de zaak zelve niets at e11
van genoegzame algemeene bekendheid, om er nu ui
zwijgen. fef:
Doch dat D. een dergelijke geschiedenis ais
spreekt, in een boek gelezen zou hebben, komt ui
leugenachtig voor. Of zij heeft wellicht dat ver aa feim
gelezen. "W ant om over den inhoud van een "X sileen 1
te mogen en te kunnen oordeelen, moet men UX g*
hoofdzaak maar ook en vooral de bij—omstan 'o
kennen. b®
Zou ik D., als een gunst, mogen verzoeken ®J
eens ter lezing te geven tr
Misschien ben ik in staat, door het met aanU
i daarover een ander oordeel te vellen. gg]
Doch waarom eene geschiedenis, die zij ze?
een