AIrM- LllilM
Ei YBrgeef ons onze sclmlilen!
Donderdag, 6 December 1888.
31ste Jaargang. No. 2252.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHjIGEIV. Gaan, 5.
Gemeente Schagen
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
Wordt Vervolgd.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB-
TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVEBTENTIËN van 1 tot 6 regels f0.75; iedere regel meer f 0.1S
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Vermist op Donderdag 8 November j. 1., des namiddags tus-
gchen l'/j en 2 ure, alhier, uit een wagen van den Heer K.
Molenaar (wagendienst Medemblik Schagen)
een pak,
inhoudende 10 a 12 el linnen en een paar kleine pantoffels, ge
adresseerd aan den Heer G. J. Nelissen te Medemblik
Inliohtingen hieromtrent worden verzocht ter secretarie dezer
Bij koninklijk besluit is „C. .T. J. H. van Kempen" be
noemd tot burgemeester der gemeente Wielingen.
Het bestuur der Zuiderzee-vereeniging heeft zich tot de
Tweede Kamer gewend met het verzoek, op de staatsbegrooting
voor 1889 eene som van f 10,000 te brengen, als eerste termijn
vau een over drie jaren te verdeelen subsidie van f 30,000 voor
het door de Vereeniging in te stellen onderzoek. De aanvanke
lijke begrooting der kosten van dit onderzoek gaf een bedrag
aan van f 125,000, doch verschillende omstandigheden hebben
het bestuur in staat gesteld, dit bedrag tot f 100,000 te ver
minderen zonder in het minst van het oorspronkelijk gestelde
doel, het instellen van een volledig onderzoek, af te wijken. De
Roman van GEORGE HöCKER.
76.)
XXXIV.
«Kom, laat mij naar buiten gaan," smeekte de molenaars
vrouw, „ik wil gaan zien, wie het is
«Terug," riep de molenaar uit en schoof zijn vrouw achter
uit, „wanneer zij het is, zal ik even barmhartig zijn, als zij
het jegens ons is geweest Daarbij ging hij naar buiten en
eg zijne vrouw, die hem op deu voet wilde volgen, de deur
voor de neus dicht.
Spoedig daarna hoorde de oude vrouw haar man razen en
tieren tegen den hond, die scheen weggeloopen te zijn. Zij opende
de deur, doch werd tegengehouden door haar man, die, doornat
den regen, haar brommend toeriep: //Dom vrouwengoed; er
's geen mensch buiten maar de hond glipte tusschen
■uijn beenen door en vliegt als een dolle weg
uiaar ik moet hem morgenochtend maar zien, dan zal ik hem
wel mores leeren."
Dreigend hief hij de vuist op en stoof daarop zijn woning
binnen.
«Er was geen mensch buiteu, zegt gij vroeg zijne vrouw
ongeloovig.
«Anders zou ik het u toch zeggen! Het is zoo
dwaasheid ook, ik heb toch ook met mijn eigen ooren gehoord,
dat er iemand legen de deur klopte
«Dan heeft het bepaald iets te beteekenen," zeide de oude
Vrouw bijgeloovig,
«Het heeft wat," bromde de molenaar, misschien is het
*el een verdwaald stuk wild geweest, dat met den kop tegen
de deur is gevlogen want voor niemendal vloog de hond
100 niet weg!"
«En
wanneer het Antje eens geweest is?"
«Hel en duivel, zwijg me toch over die deern ik wil
uiets van haar hooren, dat zeg ik u voor de laatste maal
De oude vrouw fluisterde hierop: „Goeden nachf, God geve
gij menschlievender wordt!"
«Dat zal lang durenbromde de oude.
XXXV.
En werkelijk was het Antje geweest, die in het barre, on-
uimige weder, gehuld in haar dunne kleediDg, die haar vol-
rekt niet beschutte voor koude en regen, met haar armen, lieven
einen jongen op deu arm, in het late avonduur aan de deur
er Pnderlijke woning had geklopt, doch wier kloppen onveihoord
gebleven.
k1 den meest wanhopigen toestand wss zij met haar kind
-evlucht uit het schoone oord aan het Comomeer, en een biiud
middelen der vereeniging wijzen tot het einde van 1891 een
bedrag aan van ongeveer f 75,000 zoodat der Vereeniging een
bedrag van f 30,000 ontbreekt, om het door haar bedoelde
onderzoek te doen instellen. Wanneer die subsidie aaa de
Vereeniging van rijkswege toegewezen is de overige f 75,000
zijn door provinciën, gemeenten, waterschappen en particulieren
bijeengebracht zijn derhalve de middelen verzekerd, om het
voorgesteld onderzoek ten einde te knnnen brengen.
Ook uit Kollumerland zullen eenige arbeidersgezinnen naar
Zuid—Amerika (Buenos—Ajres) vertrekken.
Een paar oudjes uit het Bovengasthuis te Kampen, die
beiden reeds tweemaal zijn gehuwd geweest, zullen dezen stap
nog eens wagen. De ondertrou w is reeds geschied. De bruidegom
is 83 en de bruid telt bijna 70 jaren.
Vrijdagavoud is te Assen in sluis I van het Noord-
Willemskanaal verdronken de vrouw van een kermisreiziger,
verblijfhoudende in een aldaar liggend woonschip. Misbruik van
sterken drank is waarschijnlijk oorzaak van dit treurig geval.
Uit Schoterland meldt men
Tijdens het kanaliseeren van de Tjonger in den verloopen
zomer geraakten ettelijke hectaren hooiland, gelegen in den Groo
tenpolder onder Donkerbroek en in dien onder Hoornsterzwaag,
onder water. De schade hierdoor geleden is groot. Duizenden
kilo hooi zijn daardoor waardeloos geworden, en deze schade
drukt vooral den kleinen veehouder. Men heelt zich daarou
gewend tot Ged. Staten met gemotiveerd adres, met verzoek
om tegemoetkoming in het verlies. Een eerste verzoek heeft
niet het gewenschte resultaat gehad, daar door Gedeputeerden
gesternte had haar den voet doen richten naar den geboortegrond.
Dagen achtereen liep zij voort, onafgebroken voort, slechts
hier en daar noode toevende.
Eindelijk, na veel zwervens, stond zij op haar geboortegrond.
Daar was het ouderlijk huis, waarin zij eertijds zooveel
gelukkige dagen had doorgebracht.
Wat belette haar aan te kloppen, hare ouders te voet te
vallen, en te smeeken haar een bed te geven, waarop zij zou
kunnen sterven
Wat belette haar dit; wat hield haar als met ijzeren boeien
geketend aan de plaats, waar zij nu, bibberend van koude, stond?
Zij durfde niet verder gaan, zij had den moed niet, hare
ouders in de oogen te zien.
Zij wist toch, hoe haar vader, de strenge man, over wiens
grijs hoofd zij zooveel schande had gebracht, over haar dacht.
Hij had haar uit zijn hart gerukt, haar vervloekt en ver-
stooten en haar moeder had hem niet zachter kunnen doen
stemmen.
De koude benevelde Antje en zij scheen ongevoelig te worden
voor hetgeen er om haar heen plaats had.
Het weenen van deu kleinen knaap, dien zij op haar arm
droeg, bracht haar tot het tegenwoordige terug.
z/Voor u, mijn kind voor u," stamelde zij.
Zij nam zich voor, deemoedig haar vader te voet te valleD,
hem smeekende, haar voor een enkelen nacht een onderkomen
te verleenen en haar kind, haar lief onschuldig kind te behouden.
Zij gevoelde, uitgeput als zij was, na zooveel lijden en ont
bering, dat deze ééne nacht reeds zou beslissen over haar leven
zij gevoelde, dat als de zon weder aan den horizon opsteeg, zij
zich misschien niet meer zou behoeven te bekommeren om zich
zelve voor haar kind was het, dat zij nu wilde smeeken
Haar laatste kracht bijeenrapende, strompelde zij naar de
gesloten deur en sloeg met de zwakke vuist tegen de eikenhouten
deur.
Doch in hetzelfde oogenblik schrikte zij terug, alsof zij op
een slechte daad betrapt was.
Vol vertwijfeling drukte zij haar kind vaster aan zich en
week zij terug van de deur, ofschoon het in huis nog stil en
donker bleef.
Instinktmatig sloop zij langs den muur, om den hoek van
het huis. Daar bemerkte zij door de opening van een vensterluik,
dat er in de woonkamer nog licht brandde.
Antje luisterde of er nog niemand kwamhet scheen haar
toe als hoorde zij haar moeders stem, die voor haar scheen te
pleiten.
Zij rilde, een onbeschrijfelijke beklemdheid maakte zich van
haar meester en zij wankelde terug naar de nog altijd ge
sloten deur.
Weder klopte zij aan, ditmaal zoo luid en sterk als hare
zwakke, afstervende krachten haar dit vergunden.
Andermaal bleef het een lange poos stil in huis; slechts vernam
Antje het gehuil en geknor van deu hond.
Plotseling hoorde Antje de ruwe, toornige stem van haar
vader in de huisdeur en tegelijkertijd viel een scherp, wit
op advies van den hoofdingenieur eene afwijzende beschikking
werd gegeven. Thans hebben de genoemde polderbesturen zich
opnieuw tot Gedeputeerde Staten gewend met eene duidelijke
opgave van den treurigen toestand. Men hoopt dat nu eene gun
stiger beschikking worde genomen.
Een inwoner van Hoensbroek, (L.), die bij testamen
taire beschikking zijne spaarpenningen aan de R.K. Parochie
kerk aldaar had vermaakt, had tevens bij uitersten wil bepaald,
dat zijn lijk in „grande tenue* moest worden begraven. Aan
zijn verlangen werd voldaan. In lakensche broek en jas, wit
vest en kousen, fraai gekraagd en gedast, ging hij de kist in.
Alleen de cylinderhoed, expresselijk daartoe te Maastricht
gekocht, moest wegens gebrek aan ruimte buitengesloten blijven.
Onder Helden heeft in den nacht van Zondag op Maan
dag eene zware mishandeling plaats gehad. De mishandelde, een
persoon uit Meijdel, is reeds bezweken.
Een drietal personen zijn als de vermoedelijke daders reeds
door de maréechausseé aangehouden. Nadere bijzonderheden
ontbraken.
De Staatscourant bevat het koninkl. besluit van 20 Nov.„
tot ingebruikstelling van frankeerzegels van 71/3 cent, 221/,
cent en 100 cent.
De gemelde zegels zullen, te rekenen van 15 December a.s.,
voor het publiek verkrijgbaar zijn.
Naar men mededeelt, zullen eerstdaags uit de Haarlem
mermeer verscheidene gezinnen naar de Argentijnsche republiek
verhuizen, terwijl ook uit VHeer-Hendrikskinderen dezen winter
drie huisgezinnen, bestaande uit 17 personen, naar genoemde
republiek zullen vertrekken.
licht op den hof, voor welks gesloten poort Antje stond.
De hond kwam luid blaffend buiten, terwijl de stem baars
vaders kort en barsch weerklonk.
Toen werd Antje door een hevige angst bevangen en als
zij haar vader naar de poort zag komen, voor welke zij stond,
hield zij het niet langer uit.
Met een doffen kreet drukte zij haar kind nog vaster aan
haar borst en ijlde, zoo snel hare voeten haar nog konden
dragen, door de weeke, zware sneeuw naar het woud.
De stem baars vaders klonk haar nog uit de verte na, zij
hoorde hoe de denr van het ouderlijke huis weder in't slot viel.
Maar het hondengeblaf achter haar duurde voort, het werd
luider en steeds sterker en eensklaps stortte een groot lichaam
zich op haar en vatte haar bij den zoom van haar kleed, en
sprong daarna bij haar op en likte liefkozend haar gelaat en
handen.
„Sultan, lieve, trouwe sultan,' kwam het bevend over de
lippen der ongelukkige jonge vrouw.
Zoo was er toch uog één wezen, dat haar welkom heette in haai
geboorteplaats.
In zijn eenzame hoeve zat de jonge boer Martin bij den
oven en staarde naar de voDken van het houtvuur, die lustig
in den wijden, grooten schoorsteen omhoog dwarrelden.
De jonge man overdacht zijn toestand, terwijl daarbuiten de
huilende noordenwind tegen de gesloten vensterluiken bulderde
en onafgebroken de sneeuw tegen de muren sloeg.
Het was onvriendelijk en naargeestig in het vertrek, dat
slechts spaarzaam verlicht was door een olielamp, maar deze
treurige, melancholische stemming paste uitmuntend bij den
droevigen gemoedstoestand, in welken Martin zich bevoud.
Hij had zooveel te denken, zijne gedachten verwijlden bij
vroegere tijden; bij de tijden, toen hij met Antje gelukkig was.
Martin, de jonge boer, was vertwijfeld.
Hoe gaarne had hij haar alles vergeven, als hij haar maar
had inogeD te hulp snellen, en haar toonen, dat het toch niet
goed van haar gehandeld was, dat zij hem had veistooten.
Nu was zij eene verworpelinge geworden, en haar verleider,
die verdiende verpletterd te worden door s'hemels wraak, be
reikte zegevierend zijn doel.
Slechts nog weinige uren, dan zou de nieuwe dag aanbreken
en tegelijk met hem het uur, waariu de dorpskerk van Wol-
fenstein het huwelijk in gezegend zou worden, hetwelk Wolf
zou aangaan met de ongelukkige Angelika van Almenrode.
Dan zou er een afschuwelijke meineed gezworen worden en
hij, die zich geroepen waande, zulks te beletten, bleef hier
zitten met vertwijfeld hart en in macbtelooze woede.
Werktuigelijk stond hij op van zijn zitplaats, wierp eenige
blokken hout bij het vuur en wandelde in het vertrek heen
en weder.