3 2 9ste STAATSLOTKRl
G-ETBOKKETT IPIRI-TZ
Ocmeente Zijpe.
naar een vriend en onderwierpen zij hem aan een scherp kruisver
hoor en een reeks strikvragen, doch het wantrouwen moest wijken
voor de erkenning, dat men te doen had met een eerlijk man,
die zelfs verklaarde alles in het openbaar te willen herhalen,
zelfs tegenover die liên, die hij van verraad betichtte.
Overtuigd van de waarheid, heeft spreker op 29 Sept. in een
hoofdartikel een verhaal gedaan, zoo kalm en beknopt mogelijk,
van het complot, en aan het slot daarvan met al de ernst de
Ree gewaarschuwd en haar gewezen op de noodzakelijkheid,
om eindelijk die onverschillige houding te aten varen en in
grijpende maatregelen te nemen. Dat artikel had tot opschrift
K Prang SabiT' of Heilige oorlog.
Natuurlijk verwekte dit groote sensatie en de meeste Euro
peanen verlieten in aller ijl Soekaboeli en begaven zich naar
Batavia. De planters wapenden zich en beraamden middelen
van tegenweer.
Maar de Regeering en de Ambtenaren deden niets.
En toen de Regeering geprest werd tot onderzoek, deed zij
dat 10 dagen na de verschijning van het artikel, dus toen de
raddraaiers gelegenheid hadden gehad zich te redden, en de
■geeriiig droeg de leiding van dat onderzoek op aan de twee
irsonen, die hij juist had aangeduid als de hoofden der samen
zwering
Doch het complot was reeds zoo verbreid, en de toebereid-
n waren reeds zoovelen, dat ondanks dit tijdsverloop en de
/riende onderzoekers, er toch nog gevonden werden 120, waar
onder vele nieuw aangemaakte speren.
Nu zou men denken, dat de Reg. wel dankbaar zou zijn
voor de gegeven inlichtingen en doortastende maatregelen zou
nemen. Doch niets van dat alWant het Gouvernement gelast
te op 6 Oct. van dat jaar, dat de drukkerij der Javabode
gesloten zou worden en een dag of wat later werd spr. voor
de rechtbank gedaagd.
De rechtbank verontwaardigd over zooveel onverstand, ver
klaarde deze handeling onverantwoordelijk en wees de aanklacht
der reg. af. Nu naar het hoogst gerechtshof
Dit beval rechtsingang. De Raad van Justitie werd dus ge
dwongen, de zaak in behandeling te nemen.
Al de voornaamste getuigen verschenen voor den rechter
commissaris en legden hunne verklaringen af, die het door spr.
in de Javabode geschrevene ten volle bevestigden. Vooral de
getuigenis van den bovengenoemden heer Karl Holle was ge
wichtig. De Raad weigerde dan ook de terechtstelling.
De Regeering appelleerde wederom bij het Hooggerechtshof,
maar dit stelde bij gemotiveerd arrest van 30 December '85
den Raad in 't gelijk en ontsloeg spr. van alle rechtsvervolging.
Zie, zoo is een Nederl.-Indisch gouvernement te werk gegaan
tegenover vaderlandslievende daden.
Het is Spr. bekend dat in den laatsten tijd in Noord-Hol
land de liberale afgevaardigden (v. d. Kaay, Zaayer en Borgesius)
hier het publiek bezighouden met politieke onderwerpen, ten
doel, den band tusschen afgevaardigden en kiezers te versterken,
en door vertrouwelijke bespreking meer steun te geven aan de
fel bedreigde liberale partij.
Hij vindt dat een uitnemend teeken des tijds, doch betreurt
alleen dat een dergelijk feit niet veel vroeger is geschied.
De zelf-ervaring toch geeft aanleiding tot de waarschuwing
om niet meer, gelijk vroeger, zoo blindelings te vertrouwen de
aanbevelingen, zooals die bij de verkiezingen worden uitgestrooid,
want het Gouvernement van Ned. Indië was toen in handen
van een der liberalen hoofden: Otto van Rees.
En de leiding der kolon. politiek was toevertrouwd aan een
minister, die 4 jaar lang door de lib. meerderheid geduld en
gesteund, aan het bewind werd gelaten: Sprenger van Eyk.
En nu vraagt Spr.: is het liberaal om in het algemeen de
pers den mond te snoeren Let welIn Rusland en Turkije
wordt alleen dan een dagblad opgeheven na eene 3-malige
waarschuwing en dan alleen nog wanneer het poogt rust te ver
storen, de vijanden der regeering steunt. Hij vraagt of het
schenden eener wet liberaal is
Men moet wel weten, dat ook in Ned. Indië het niet zoover
'is gekomen, dat door oppergezag de bedrijven der ingezetenen
worden belemmerd; integendeel, het Regeeringsreglement beveelt
bevordering van handel en nijverheid. Er bestaat ook een drukpers-
reglement, dat wel recht geeft tot sluiting eener drukkerij,
maar alleen wanneer dat blad in tijd van oproer den vijand
steunt.
Doch dat dit slaat alleen op de woelingen, veroorzaakt door
de Chineezen drukkerijen. Doch nooit was het doel der reg.
aldus op te treden tegen Europeesche bladen, die in het belang
van het vaderland waarschuwden tegen naderend gevaar.
De Reg. van Ned. Indië, verpersoonlijkt in den heer O. v.
Rees, die nu kalmpjes woont op zijn villa te Velp, was wel
zoo goed, om wat spreker had geschreven, te betitelen als: oprui
ing, ondermijning van het gezag, leugen.
Daaruit vloeit voort, dat hij verplicht was, die beschuldiging
ook tot in het hoogste ressort te weerleggen.
Hij verlangde dan ook een audiëntie en had op 16 Oct. '85
en zeer ernstig en langdurig gesprek met den landvoogd en
het eind was dat ZEx. hem ten slotte de nadrukkelijke ver
klaring deed, dat hij, de gouv.-gen., hem, spreker, hield voor
een zeer achtenswaardig man
Op sprekers opmerking dat die lof in flagranten strijd was
met het besluit van 6 Oct., erkende ZEx. dit, maar verklaarde
nogmaals nadrukkelijk dat hij hem hield voor „een zeer ach
tenswaardig man."
Aldus eindigde spreker's laatste onderhoud met van Rees.
Zoo wordt er geregeerd als een liberaal hoofdman aan het roer
staat.
Is het niet meer dan zaak, op zijn hoede te zijn, wanneer
staatkundige woordvoerders het land afreizen, onder de leus van
liberalisme, om propaganda te makeu?
Hij zou zeggen: liberaal zijn we allen, maar dergelijk libe
ralisme repudieeren wij.
Spr. deelt nu mede, dat het Dagblad van Nederland en het
N. v. d. Dag in Nov. '88, toen de gebeurtenissen op Java de
juistheid der gedane voorspelling voldoend hadden bewezen, het
artikel Prang Sabil van 29 Sept. 1885 nog eens overgedrukt
hebben en vergezeld deden gaan van op— en aanmerkingen, om
te betoogen dat spreker gelijk had gehad. Andere bladen be
waarden evenwel het diepste stilzwijgen.
Hij haalt dit alleen aan als een teeken van het publ. polit.
karakter in Nederland als verschijnsel, waaruit tevens de hoorder
zijn oordeel kan formeeren.
Ook de heer Levvssohn Norman, lid der 2de kamer, heeft
in de November-zitting het gouvernement gewezen op de moham.
woelingen en het gevaar voor ons gezag, en,toen gezegd dat
het gouv. gewaarschuwd was en het voorspelde ook door de
gebeurtenissen is bewaarheid1. Complot te Soekaboeli en
29 Sept '"85 onthuld (toen heett de regeering tegen spr. partij
gekozen, waardoor de raddraaiers weer moed kregen, en op 20,
21 Mei '86 te Tjampea een 1ste uitbarsting heeft plaats gehad
en die uitbarsting met militaire macht en na 100 dooden in
bloed gesmoord).
Later in '88 heeft dezelfde beweging zich herhaald in Bantam
te Tjilegon, in Madio, Probolingo, Solo en Djokjo, overal met
dezelfde kenteekenen.
Het laatst in de Vorstenlanden Solo en Djokjo, waarbij de
raddraaiers het voornemen hadden, het Nederl. gezag omver te-
werpen en geheel Java te bevrijden.
Is het dan ook niet erg genoeg en had de heer L. Norman
geen gelijk toen hij in de 2de Kamer dat alles aanhalende er
bijvoegde, dat door al die oproeren een zelfde roode draad
liep Onloochenbaar zijn het alle uitingen van een zelfde
beweging, van het ons vijandige mohamedanisme, herlevende
in de in vroeger eeuwen geheerscht hebbende eerzucht en stre
vende naar afwerping van het juk der vreemden en verdelging
van den Kaffir (Christen.)
Evenwel is het niet Spr.'s doel door fantastische beschou
wingen zijn hoorders te willen opwinden. Beter is het de be
schouwingen van naderbij te houden en personen in oogen-
schouw te nemen, die onze belangen behartigen.
Spr. herinnert, dat toen van Rees, het troetelkind en de afgod
der lib. partij, steeds geroemd als het toonbeeld van een
liberaal staatsman, naar Indië ging, van hem verwacht werd, dat
hij een vloed van zegeningen over Indië zou brengen.
Helaas de uitkomst was anders. Het is gebleken, zoolang
als er menschen en Staten zijn, dat staatkundige richtingen
van oorspronkelijk edele bedoeling en dat groote bekwaamhe
den dikwijls een vloek zijn, wanneer vaderlandsliefde, eerlijk
heid en rechtvaardigheid ontbreken.
Spr. geeft een trek van een ander Staatsman, die wel niet
bewierookt, doch toch aan het bewind is gelaten, door diezelfde
liberale partij, die beweert verongelijkt te zijn, n.1.: van den
heer Sprenger van Eyk, die op het gebied van Koloniale
politiek een treurige vermaardheid heeft verworven.
Het is bekend, dat op Java en Sumatra gedreven wordt
grooten landbouw en verbouw van stapelproducten voor de
Europeesche marktkoffie, thee en suiker.
Nu verkeeren onze planters in minder gunstige verhouding
tegenover anderen, bijv. in Britsch Indie en Australië.
Onze planters krijgen grond in erfpacht voor den tijd van
75 jaren en pas na eindelooze moeite, somtijds na 4 jaren
gewacht te hebben op antwoord van hunne aanvrage. Iemand
die grond wil, zoekt die uit, brengt ze in kaart, tracht vriend
schappelijke gezindheid te bewerken bij de besturende ambte
naren, doet moeite om van den inspecteur der cultures een
gunstig advies te bekomen, en wanneer dan allerlei stappen
gedaan zijn en requesten zijn ingesteld, moet men nog de
bureaux te Batavia afloopen voor een gunstig antwoord. Doet
men dat niet, d an krijgt men het ook niet.
Eu dan heett men eindelijk een erfpacht voor 75 jaar, tegen
fl.— recognitie per bouw of 500 oude roeden, benevens de
volgende lasten men moet zelf voor werkvolk zorgen en daar
voor aan den staat hoofdgeld betalen, dan nog moet men die
werklieden af en toe missen voor de rijksdiensten, verder moet
worden opgebracht een patent enz. enz.
In het kortde Ned.-Ind. pachter heeft veel minder gun
stige conditiën dan die in Britsch-Indië of Australië.
Nu in de laatste jaren hebben de planters bij adres zich
gewend tot de Tweede Kamer, den minister, den gouverneur-
generaal en den Koning, vragende opheffing der belemmerende
voorwaarden, vermindering van belasting omdat de concurren
tie met andere volkeren hun te zwaar valt; vragende veran
der agrarische wetten, waardoor erfpacht voor langer termijn
wordt toegestaan, om des noods de gronden met hypotheek te
kunnen belasten.
Al die adressen werden door den heer Spr. van Eyk met
een zoetsappigen glimlach ter zijde gelegd en wanneer er in
de Kamer over gesproken werd, dan was hij nooit genegen
tot concessiën.
Maar in het voorjaar 1888 viel het ministerie Heemskerk.
In Juni '88 werl te Amsterdam opgericht de Noord—Borneo
Tabak—Maatschappij, ten doel stellende, de exploitatie van
tabaksvelden in Noord—Borneo, gelegen in het gebied van een
Engelsche maatschappij (dus geen Nederl.), en die maatschappij
grondde haar aanbeveling (let wel) hieropdat zij daar zou
kunnen werken met hoop op groot voordeel, wegens vrijgevige
bepalingen voor erfpachters. Men krijgt dien grond aldaar voor
999 jaar, d. i. zoo goed als eigendom. Verder recogn. van f 0.50
premie voor elke acre of 400 oude roeden, en 10 ets. per a.
erfpachtrecht jaarlijks, of in eens te voldoen met 1 dollar p.
a, benevens de 50 ets. premie. Nu had die maatschappij 10000
acres of 4000 H.A. verkregen, die verder geen lasten hebben,
dan het gewone invoerrecht. Bovendien geniet zij van de Eng.
ambtenaren eene meest voorkomende behandeling en voort-
durenden steun.
Een ned. Staatsman, die altijd geweigerd had de belemme
ring te verminderen, die op de planters drukte, zou toch
dergelijke Buitenl. maatschappijen jammerlijk moeten vinden
Maar wat bleek Dat die maatschappij werd opgericht te
Amsterdam en tot eersten commissaris had: den heer Sprenger
van Eijk. Dat is geen fantasie, maar het staat te lezen in de
Rott. Ct. van 10 Juni '88.
En die commissarissen genieten te zamen na aftrek van 5°/0
voor de aandeelhouders van de dan nog overblijvende zuivere
winst 12VS °/0.
Ziedaar de politieke moraliteit in Nederland.
Spr. vraagt nu welk belang Nederland heeft bij het bezit
van Indië en wijst nu op 3 dingen
1. Plicht tegenover het voorgeslacht. Indien onze voorvaderen
in den loop der tijden (1800) het grootste deel overlieten gaan
in handen van Engeland, dan moesten wij nu bewaren wat wij
hebben, opdat wij een koloniale mogendheid van den eersten
rang mogen blijven.
2. Algemeen belang ten opzichte van den uitvoer van ons
land, den handel in boter, kaas, enz., den handel in nijverheids
producten met onze koloniëo. Buitendien wordt door die koloniën
gevoed ons nationaal aanzien, want het is waar datde handel
volgt de vlag. Vandaar ook dat de Duitschers behoefte gevoelen,
markten te openen voor hunne industriën.
De Ned. ambtenaren in O. Indië beschouwen Indië evenwel
als alleen bestemd voor Inlanders en de ambtenaren, en parti
culieren hooren daar volgens hen niet.
3. Ons land is te klein om te voorzien in de levensbe
hoeften van al zijne zonen Wat is Indië niet een rijk arbeids
veld voor velen onzer zonen Dat is toch ook een groot practisch
belang. Daar vinden velen een carrière, dien ze hier niet vin
den kunnen.
Die 3 punten zijn redenen genoeg om onze koloniale belanden
niet met onverschilligheid te behartigen.
Ten slotte wijst Spr. nog op de Hadjihs. Een Hadjih is
een inlander, die Java verlaat en een bedevaart maakt naar
het heilige graf en daarvan terugkeert als een heilige, opge
wonden onder den indruk van hetgeen hij daar van zijne geloo-
vigen zag, geprikkeld door de voorschriften van den Khoran,
de overtuiging verkregen hebbende, dat het juk der ongeloo-
vigen een schande is voor den Islam en zoo spoedig mogelijk
moet worden afgeschud.
Zulk een Hadjih is de grootste vijand van het Ned. Gou
vernement. Ten bewijze van hetgeen de mohamedaansche ge
loofsijver thans doet, dienen de opstanden in Egypte en Soedan.
De wapenglans van den Islam aldaar moet noodwendig de Mo-
hamedanen in de andere Oostersche landen aansporen tot de
zelfde bedrijven.
Heeft Engeland in Opper-Egypte het reeds ondervonden,
Duitschlaud heeft nog kortelings in Oost-Afrika de macht van
den Islam gevoeld.
Die Mohamedaansche beweging is een machtige fac
tor en het is onmogelijk in de toekomst te zien. Al
beweerden vroeger de geleerden dat het Mohamedaansche zoo
goed als een doode macht was, thaus is het tegendeel wel
bewezen. Het leeft veel krachtiger en fierder en veroverings-
zuchtiger, dan ons eigen Christendom.
Het is ook waar, al bekeerden alle Nederl. Ambtenaren zich
en namen wij in onze kol. een ferme houding aan en al deed
Engeland mede, dan zou nog het mohamedanisme genoeg te
beteekenen hebben, om te voorspellen, dat het zijn laatste woord
nog niet gesproken, zijn laatste schot nog niet heeft gelost en
de strijdkreet v. d. Islam zal nog vele jaren dood en verderf
verspreiden in de gelederen der Christenen.
De beperkte plaatsruimte noopt ons omtrent het nu gevolgde
debat, kortelijk mede te deelen, dat, naar aanleiding der op
merkingen van de heeren: Hazeu, Roep, Kloeke en v. Kluyve,
de heer Brunner het reeds gesprokene in nog breeder trekken
ontvouwde.
Door de afdeeling Wieiingerwaard der Holl. Maatschappij
van Landbouw is besloten van de gemeenten Alkmaar, Hoorn
en Purraerend aan te vragen een afschrik der rekeuiug over '88
en de begrooting van '89, teneinde daaruit de inkomsten en
uitgaven van het marktloon en onderdeelen te leeren kennen.
Het feit toch, dat bij de steeds moeielijker wordende huis
houdingen van stad en land meer en meer misbruik wordt ge
maakt om den landbouwenden stand in den vorm van wik- en
weegloonen, marktgelden enz. in de lasten der groote gemeen
ten te doen bijdragen, deed het besluit nemen hiertegen met
alle macht op te komen. Met de gemeentewet in de hand zou
bovendien door genoemd onderzoeken in alle opzichten gemo-
tivieerd adres aan de Hooge Regeering kunnen worden gericht,
wij in 1882 de termijn ten koste van den landbouwenden stand
in afwijking van de gemeentewet met dergelijke heffingen door
te gaan, moet worden aangevraagd, dit niet toe te staan, maar
tot een gewettigd bedrag terug te brengen.
De N. R. Ct. betwijfelt of er voor de klachten, die
geuit zijn over de Liberale Unie, grond is. Al is in dezen tijd
voor de Unie niets te doen, dat gerucht maakt naar buiten,
daarmede is nog niet gezegd, dat haar bestuur stil zit. De
klachten zijn voortgekomen uit het gevoel, dat er tegenover de
groote en rustelooze werkzaamheid der tegenpartijen aan onze
zijde niet genoeg wordt gedaan. Maar de oprichters van de
Liberale Unie hebben nooit bedoeld, dat alle vrijzinnigen in
het land op haar zouden gaan leunen, om zelf werkeloos te
kunnen blijven.
De werkzaamheid, die het meest voor onze beginselen ver
mag, is de plaatselijke. Van onze kies vereenigen moet de
kracht uitgaan, die publiek leven wekt en de liefde voor de
openbare belangen aanwakkert. Zij moeten haar terrein voort
durend trachten uit te breiden en gestadig aanraking zoeken
met die buiten eigen kring.
Er is, zegt de N. R, Ct., alle reden om de vrijzinnigen in
het land tot krachtige werkzaamheid aan te sporen. Binnen
eenige maanden moeten er verkiezingen plaats hebben voor de
Provinciale Staten, en de clericalen hebben reeds aangekondigd
dat er ook bij die verkiezingen een hevige strijd kan worden
verwacht. In de vertegenwoordigende colleges der provinciën,
waar zij nog niet meester zijn, willen zij de liberale meerder
heid verdringen, om daardoor te komen tot eene samenstelling
der Eerste Kamer in hunnen geest. Thans houdt die Kamer
hen nog in bedwangde vrees om met haar in botsing te
komen, spoort tot voorzichtigheid en gematigdheid aan. Maar
mocht het gelukken, de Provinciale Staten zóó samen te stellen,
dat van eene ontbinding der Eerste Kamer voordeel te ver
wachten ware voor de partij, die thans aan het bewind is, er
zouden door de leiders stoutere eischen worden gesteldvan
zelfbedwang en bezadigheid zou weinig meer te bespeuren zijn.
Daarom zullen de gewestelijke verkiezingen ditmaal meer
beteekenis hebben dan ooit te voren. De strijd in Mei zal
eene voortzetting wezen van dien in Maart van het vorige
jaar. Zijn onze geestverwanten daarop voldoende voorbereid
In zijn antwoord op het voorloopig verslag der Eerste
Kamer over zijne begrooting zegt de minister van justitie, dat
een ontwerp van wet betreffende de enquête over de fa
toestanden bij den Raad van State is, en dat hij geen herz
der drankwet wenschelijk acht.
Na Dinsdag een kalmen dag te hebben doorgeb
heeft Z. M. de Koning een rustigen nacht doorgebrachf
algemeene toestand is bevredigend.
Naar men uit Leiden aan de „Arnh. Ct." ined
heeft prof. Rosenstein verklaard, dat, ingeval zich geen l
dere complicatiën voordoen, de toestand van Z. M. nog
dadelijk levensgevaar oplevert.
De geheimzinnig verdwenen brandkast
Door het Gemeente—Bestuur van Doesburg is een i
van f 200 uitgeloofd aan hem of haar, die het eerst aan!
doet van daders of medeplichtigen aan inbraken, den
sten tijd aldaar gepleegd. De premie bedraagt f300 bjj
de aanwijzing betreft den diefstal der brandkast bij de
Van Hengel en Lensveld in September van het vorige
In de „Briellenaar" Anti-Revolutionair weekblad'
kiesdistricten Brielle en Ridderkerk van 18 Jan'89' lees
het volgende
„De minister van koloniën heett als proef eenige
goede Hollandsche sigaren uitgezonden, om in de cantinc
tis aan de militairen te worden uitgedeeld. Vinden dez
sigaren naar hunne smaak, dan zal eene grootere bez<
volgen en tegen inkoopsprijs (21/, cent per stuk) besch
worden gesteld."
Wij betwijfelen of deze maatregel ingang bij onze so
zal vinden, aangezien, zoo verzekerde ons een oud solda
een milicien, zijn 55 cent tractement in de vijf dagei
noodig heeft aan koffie, boter, kaas, poetsgoed enz.
liever 21/, sigaar voor 1 cent heeft, dan één sigaa
2ys cent.
5de Klasse. Trekking van 22 Ji
Prjjs van f 100000: No. 16834
1000: 2551 11239
400: 16839 19002
200: 8994 11519 13454 14770
100400 3338 5938 12302
15367 16063 171U 17201 19767 19915 2
ui/u:mi.ije sisi n.
Ingeschreven van 11 18 Januari 1889.
GeborenJansje, d. v. Cornelis Keizer en Maria Peci
Hendei ica, d. v. Jan Jongejan en Trijntje Smit. Jan, z.
Jimmink en Geertje Eriks. Willem, z. v. Jacob Jimmink en
Eriks. Aaltje, d. v. Jan, Nannis en Antje de Boer. Willem
z. v. A. Zijp Jr. en Niesje Bremet.
OndertrouwdPieter Wapstra, j. m. bottoliersmaat, 2(
Helder en Anna Alida Keletta Blaauboer, jd.zonder beri
jr. te Zijpe.
OverledenJansje Morsch, 54 jr. Echtg, van Dirk
Sophia Geel, 37 jr., wede. van Bruin Soers. Levenl.
kind van het mannelijk geslacht van Simon do Haas ca Ljjsb
1/ li T li E 11 I C H T E 1
Mi o o f n 19 Januari 1889. Aangevoerd
H. L. Rogge
6 Tarwe
25 Gerst
35 Haver
Witte Erwten
Groene
Grauwe
Vale
Bruine Boonen
Geele
Witte
Paarden
Karweizaad
Mosterdzaad
1 Paard
4 Kalveren
107 Lammeren
49 Varkens
90 Biggen
2 Geiten
30 Kippen
125 Eenden
1400 Koppen Boter, 5.2, lood.
800 Kipeieren
Alkmaar, 19 Januari 1889. Aangevoerd
8 Paarden
4 Koeien
19 nucht. Kalveren
76 Schapen
73 magere Varkens
196 Biggen
3 Bokken en Geiten
Kipeieren per 100
Boter per kop ('s middags 12 nur)
Alkmaar, 21 Januari 1889. Aangevoerd
6 Koeien
82 vette Kalveren
22 Nuchtere Kalveren
4 Schapen
201 vette Varkens per P
17 Magere dito
f urmeren tl, 22 Jannari 1889. Aangevoerd
Kaas. Aangevoerd 97 stapels kleine
Commissie. Prijs Kleine f 26,50 a Middelbare f
per 50 KG.
Boter f 1 35 a 1.40 per KG.
Vette Rundoren - .80 a por KG Handel vlug.
Vette Kalveren prijshoudend; f —.75 a per
Handel vlug. ir
Nuchtere Kalveren f 12.—. a 18.— Handel -g.
Vetie Varkons van --.36 a .43 per KG.
Schapen, handel stug. prijzen hooger.
Kip-eierec t 4.50 a 5.50
27 Ganzen f 2 75 a 3 50 per stuk.
9 Zwanen f 5.- a 7.- per stuk.
Edam, 19 Januari 1889. Aangevoerd:
Aangevoerd 4 stapols kaas, wegende 615 P., hoo0st<
f 25.-. I
8
37
t
a
f
6.25
a
f
4.25
a
f
2.50
a
f
13.25
a
f
11.50
a
f
16.25
a
f
13.50
a
f
10.50
a
f
a
f
11.50
a
f
5.25
a
f
10.50
a
f
20.50
a
f
80.—
a
f
6.—
a
f
10.—
a
f
8.—
a
1
5.—
a
f
3.—
a
f
-.50
a
f
-.75
a
f
.52
5 a
f
4.—
a
f
30.—
f 130.—
f
8.—
f
14.-
f
10.—
f
4.—
f
3.—
f
5.—
f
—.70
f 170.—
f
40.-
f
7.—
f
18.—
a
f
—.36
A1
f
10.—
ai"