3 2 9ste STAATSLOTKRl G-ETBOKKETT IPIRI-TZ Ocmeente Zijpe. naar een vriend en onderwierpen zij hem aan een scherp kruisver hoor en een reeks strikvragen, doch het wantrouwen moest wijken voor de erkenning, dat men te doen had met een eerlijk man, die zelfs verklaarde alles in het openbaar te willen herhalen, zelfs tegenover die liên, die hij van verraad betichtte. Overtuigd van de waarheid, heeft spreker op 29 Sept. in een hoofdartikel een verhaal gedaan, zoo kalm en beknopt mogelijk, van het complot, en aan het slot daarvan met al de ernst de Ree gewaarschuwd en haar gewezen op de noodzakelijkheid, om eindelijk die onverschillige houding te aten varen en in grijpende maatregelen te nemen. Dat artikel had tot opschrift K Prang SabiT' of Heilige oorlog. Natuurlijk verwekte dit groote sensatie en de meeste Euro peanen verlieten in aller ijl Soekaboeli en begaven zich naar Batavia. De planters wapenden zich en beraamden middelen van tegenweer. Maar de Regeering en de Ambtenaren deden niets. En toen de Regeering geprest werd tot onderzoek, deed zij dat 10 dagen na de verschijning van het artikel, dus toen de raddraaiers gelegenheid hadden gehad zich te redden, en de ■geeriiig droeg de leiding van dat onderzoek op aan de twee irsonen, die hij juist had aangeduid als de hoofden der samen zwering Doch het complot was reeds zoo verbreid, en de toebereid- n waren reeds zoovelen, dat ondanks dit tijdsverloop en de /riende onderzoekers, er toch nog gevonden werden 120, waar onder vele nieuw aangemaakte speren. Nu zou men denken, dat de Reg. wel dankbaar zou zijn voor de gegeven inlichtingen en doortastende maatregelen zou nemen. Doch niets van dat alWant het Gouvernement gelast te op 6 Oct. van dat jaar, dat de drukkerij der Javabode gesloten zou worden en een dag of wat later werd spr. voor de rechtbank gedaagd. De rechtbank verontwaardigd over zooveel onverstand, ver klaarde deze handeling onverantwoordelijk en wees de aanklacht der reg. af. Nu naar het hoogst gerechtshof Dit beval rechtsingang. De Raad van Justitie werd dus ge dwongen, de zaak in behandeling te nemen. Al de voornaamste getuigen verschenen voor den rechter commissaris en legden hunne verklaringen af, die het door spr. in de Javabode geschrevene ten volle bevestigden. Vooral de getuigenis van den bovengenoemden heer Karl Holle was ge wichtig. De Raad weigerde dan ook de terechtstelling. De Regeering appelleerde wederom bij het Hooggerechtshof, maar dit stelde bij gemotiveerd arrest van 30 December '85 den Raad in 't gelijk en ontsloeg spr. van alle rechtsvervolging. Zie, zoo is een Nederl.-Indisch gouvernement te werk gegaan tegenover vaderlandslievende daden. Het is Spr. bekend dat in den laatsten tijd in Noord-Hol land de liberale afgevaardigden (v. d. Kaay, Zaayer en Borgesius) hier het publiek bezighouden met politieke onderwerpen, ten doel, den band tusschen afgevaardigden en kiezers te versterken, en door vertrouwelijke bespreking meer steun te geven aan de fel bedreigde liberale partij. Hij vindt dat een uitnemend teeken des tijds, doch betreurt alleen dat een dergelijk feit niet veel vroeger is geschied. De zelf-ervaring toch geeft aanleiding tot de waarschuwing om niet meer, gelijk vroeger, zoo blindelings te vertrouwen de aanbevelingen, zooals die bij de verkiezingen worden uitgestrooid, want het Gouvernement van Ned. Indië was toen in handen van een der liberalen hoofden: Otto van Rees. En de leiding der kolon. politiek was toevertrouwd aan een minister, die 4 jaar lang door de lib. meerderheid geduld en gesteund, aan het bewind werd gelaten: Sprenger van Eyk. En nu vraagt Spr.: is het liberaal om in het algemeen de pers den mond te snoeren Let welIn Rusland en Turkije wordt alleen dan een dagblad opgeheven na eene 3-malige waarschuwing en dan alleen nog wanneer het poogt rust te ver storen, de vijanden der regeering steunt. Hij vraagt of het schenden eener wet liberaal is Men moet wel weten, dat ook in Ned. Indië het niet zoover 'is gekomen, dat door oppergezag de bedrijven der ingezetenen worden belemmerd; integendeel, het Regeeringsreglement beveelt bevordering van handel en nijverheid. Er bestaat ook een drukpers- reglement, dat wel recht geeft tot sluiting eener drukkerij, maar alleen wanneer dat blad in tijd van oproer den vijand steunt. Doch dat dit slaat alleen op de woelingen, veroorzaakt door de Chineezen drukkerijen. Doch nooit was het doel der reg. aldus op te treden tegen Europeesche bladen, die in het belang van het vaderland waarschuwden tegen naderend gevaar. De Reg. van Ned. Indië, verpersoonlijkt in den heer O. v. Rees, die nu kalmpjes woont op zijn villa te Velp, was wel zoo goed, om wat spreker had geschreven, te betitelen als: oprui ing, ondermijning van het gezag, leugen. Daaruit vloeit voort, dat hij verplicht was, die beschuldiging ook tot in het hoogste ressort te weerleggen. Hij verlangde dan ook een audiëntie en had op 16 Oct. '85 en zeer ernstig en langdurig gesprek met den landvoogd en het eind was dat ZEx. hem ten slotte de nadrukkelijke ver klaring deed, dat hij, de gouv.-gen., hem, spreker, hield voor een zeer achtenswaardig man Op sprekers opmerking dat die lof in flagranten strijd was met het besluit van 6 Oct., erkende ZEx. dit, maar verklaarde nogmaals nadrukkelijk dat hij hem hield voor „een zeer ach tenswaardig man." Aldus eindigde spreker's laatste onderhoud met van Rees. Zoo wordt er geregeerd als een liberaal hoofdman aan het roer staat. Is het niet meer dan zaak, op zijn hoede te zijn, wanneer staatkundige woordvoerders het land afreizen, onder de leus van liberalisme, om propaganda te makeu? Hij zou zeggen: liberaal zijn we allen, maar dergelijk libe ralisme repudieeren wij. Spr. deelt nu mede, dat het Dagblad van Nederland en het N. v. d. Dag in Nov. '88, toen de gebeurtenissen op Java de juistheid der gedane voorspelling voldoend hadden bewezen, het artikel Prang Sabil van 29 Sept. 1885 nog eens overgedrukt hebben en vergezeld deden gaan van op— en aanmerkingen, om te betoogen dat spreker gelijk had gehad. Andere bladen be waarden evenwel het diepste stilzwijgen. Hij haalt dit alleen aan als een teeken van het publ. polit. karakter in Nederland als verschijnsel, waaruit tevens de hoorder zijn oordeel kan formeeren. Ook de heer Levvssohn Norman, lid der 2de kamer, heeft in de November-zitting het gouvernement gewezen op de moham. woelingen en het gevaar voor ons gezag, en,toen gezegd dat het gouv. gewaarschuwd was en het voorspelde ook door de gebeurtenissen is bewaarheid1. Complot te Soekaboeli en 29 Sept '"85 onthuld (toen heett de regeering tegen spr. partij gekozen, waardoor de raddraaiers weer moed kregen, en op 20, 21 Mei '86 te Tjampea een 1ste uitbarsting heeft plaats gehad en die uitbarsting met militaire macht en na 100 dooden in bloed gesmoord). Later in '88 heeft dezelfde beweging zich herhaald in Bantam te Tjilegon, in Madio, Probolingo, Solo en Djokjo, overal met dezelfde kenteekenen. Het laatst in de Vorstenlanden Solo en Djokjo, waarbij de raddraaiers het voornemen hadden, het Nederl. gezag omver te- werpen en geheel Java te bevrijden. Is het dan ook niet erg genoeg en had de heer L. Norman geen gelijk toen hij in de 2de Kamer dat alles aanhalende er bijvoegde, dat door al die oproeren een zelfde roode draad liep Onloochenbaar zijn het alle uitingen van een zelfde beweging, van het ons vijandige mohamedanisme, herlevende in de in vroeger eeuwen geheerscht hebbende eerzucht en stre vende naar afwerping van het juk der vreemden en verdelging van den Kaffir (Christen.) Evenwel is het niet Spr.'s doel door fantastische beschou wingen zijn hoorders te willen opwinden. Beter is het de be schouwingen van naderbij te houden en personen in oogen- schouw te nemen, die onze belangen behartigen. Spr. herinnert, dat toen van Rees, het troetelkind en de afgod der lib. partij, steeds geroemd als het toonbeeld van een liberaal staatsman, naar Indië ging, van hem verwacht werd, dat hij een vloed van zegeningen over Indië zou brengen. Helaas de uitkomst was anders. Het is gebleken, zoolang als er menschen en Staten zijn, dat staatkundige richtingen van oorspronkelijk edele bedoeling en dat groote bekwaamhe den dikwijls een vloek zijn, wanneer vaderlandsliefde, eerlijk heid en rechtvaardigheid ontbreken. Spr. geeft een trek van een ander Staatsman, die wel niet bewierookt, doch toch aan het bewind is gelaten, door diezelfde liberale partij, die beweert verongelijkt te zijn, n.1.: van den heer Sprenger van Eyk, die op het gebied van Koloniale politiek een treurige vermaardheid heeft verworven. Het is bekend, dat op Java en Sumatra gedreven wordt grooten landbouw en verbouw van stapelproducten voor de Europeesche marktkoffie, thee en suiker. Nu verkeeren onze planters in minder gunstige verhouding tegenover anderen, bijv. in Britsch Indie en Australië. Onze planters krijgen grond in erfpacht voor den tijd van 75 jaren en pas na eindelooze moeite, somtijds na 4 jaren gewacht te hebben op antwoord van hunne aanvrage. Iemand die grond wil, zoekt die uit, brengt ze in kaart, tracht vriend schappelijke gezindheid te bewerken bij de besturende ambte naren, doet moeite om van den inspecteur der cultures een gunstig advies te bekomen, en wanneer dan allerlei stappen gedaan zijn en requesten zijn ingesteld, moet men nog de bureaux te Batavia afloopen voor een gunstig antwoord. Doet men dat niet, d an krijgt men het ook niet. Eu dan heett men eindelijk een erfpacht voor 75 jaar, tegen fl.— recognitie per bouw of 500 oude roeden, benevens de volgende lasten men moet zelf voor werkvolk zorgen en daar voor aan den staat hoofdgeld betalen, dan nog moet men die werklieden af en toe missen voor de rijksdiensten, verder moet worden opgebracht een patent enz. enz. In het kortde Ned.-Ind. pachter heeft veel minder gun stige conditiën dan die in Britsch-Indië of Australië. Nu in de laatste jaren hebben de planters bij adres zich gewend tot de Tweede Kamer, den minister, den gouverneur- generaal en den Koning, vragende opheffing der belemmerende voorwaarden, vermindering van belasting omdat de concurren tie met andere volkeren hun te zwaar valt; vragende veran der agrarische wetten, waardoor erfpacht voor langer termijn wordt toegestaan, om des noods de gronden met hypotheek te kunnen belasten. Al die adressen werden door den heer Spr. van Eyk met een zoetsappigen glimlach ter zijde gelegd en wanneer er in de Kamer over gesproken werd, dan was hij nooit genegen tot concessiën. Maar in het voorjaar 1888 viel het ministerie Heemskerk. In Juni '88 werl te Amsterdam opgericht de Noord—Borneo Tabak—Maatschappij, ten doel stellende, de exploitatie van tabaksvelden in Noord—Borneo, gelegen in het gebied van een Engelsche maatschappij (dus geen Nederl.), en die maatschappij grondde haar aanbeveling (let wel) hieropdat zij daar zou kunnen werken met hoop op groot voordeel, wegens vrijgevige bepalingen voor erfpachters. Men krijgt dien grond aldaar voor 999 jaar, d. i. zoo goed als eigendom. Verder recogn. van f 0.50 premie voor elke acre of 400 oude roeden, en 10 ets. per a. erfpachtrecht jaarlijks, of in eens te voldoen met 1 dollar p. a, benevens de 50 ets. premie. Nu had die maatschappij 10000 acres of 4000 H.A. verkregen, die verder geen lasten hebben, dan het gewone invoerrecht. Bovendien geniet zij van de Eng. ambtenaren eene meest voorkomende behandeling en voort- durenden steun. Een ned. Staatsman, die altijd geweigerd had de belemme ring te verminderen, die op de planters drukte, zou toch dergelijke Buitenl. maatschappijen jammerlijk moeten vinden Maar wat bleek Dat die maatschappij werd opgericht te Amsterdam en tot eersten commissaris had: den heer Sprenger van Eijk. Dat is geen fantasie, maar het staat te lezen in de Rott. Ct. van 10 Juni '88. En die commissarissen genieten te zamen na aftrek van 5°/0 voor de aandeelhouders van de dan nog overblijvende zuivere winst 12VS °/0. Ziedaar de politieke moraliteit in Nederland. Spr. vraagt nu welk belang Nederland heeft bij het bezit van Indië en wijst nu op 3 dingen 1. Plicht tegenover het voorgeslacht. Indien onze voorvaderen in den loop der tijden (1800) het grootste deel overlieten gaan in handen van Engeland, dan moesten wij nu bewaren wat wij hebben, opdat wij een koloniale mogendheid van den eersten rang mogen blijven. 2. Algemeen belang ten opzichte van den uitvoer van ons land, den handel in boter, kaas, enz., den handel in nijverheids producten met onze koloniëo. Buitendien wordt door die koloniën gevoed ons nationaal aanzien, want het is waar datde handel volgt de vlag. Vandaar ook dat de Duitschers behoefte gevoelen, markten te openen voor hunne industriën. De Ned. ambtenaren in O. Indië beschouwen Indië evenwel als alleen bestemd voor Inlanders en de ambtenaren, en parti culieren hooren daar volgens hen niet. 3. Ons land is te klein om te voorzien in de levensbe hoeften van al zijne zonen Wat is Indië niet een rijk arbeids veld voor velen onzer zonen Dat is toch ook een groot practisch belang. Daar vinden velen een carrière, dien ze hier niet vin den kunnen. Die 3 punten zijn redenen genoeg om onze koloniale belanden niet met onverschilligheid te behartigen. Ten slotte wijst Spr. nog op de Hadjihs. Een Hadjih is een inlander, die Java verlaat en een bedevaart maakt naar het heilige graf en daarvan terugkeert als een heilige, opge wonden onder den indruk van hetgeen hij daar van zijne geloo- vigen zag, geprikkeld door de voorschriften van den Khoran, de overtuiging verkregen hebbende, dat het juk der ongeloo- vigen een schande is voor den Islam en zoo spoedig mogelijk moet worden afgeschud. Zulk een Hadjih is de grootste vijand van het Ned. Gou vernement. Ten bewijze van hetgeen de mohamedaansche ge loofsijver thans doet, dienen de opstanden in Egypte en Soedan. De wapenglans van den Islam aldaar moet noodwendig de Mo- hamedanen in de andere Oostersche landen aansporen tot de zelfde bedrijven. Heeft Engeland in Opper-Egypte het reeds ondervonden, Duitschlaud heeft nog kortelings in Oost-Afrika de macht van den Islam gevoeld. Die Mohamedaansche beweging is een machtige fac tor en het is onmogelijk in de toekomst te zien. Al beweerden vroeger de geleerden dat het Mohamedaansche zoo goed als een doode macht was, thaus is het tegendeel wel bewezen. Het leeft veel krachtiger en fierder en veroverings- zuchtiger, dan ons eigen Christendom. Het is ook waar, al bekeerden alle Nederl. Ambtenaren zich en namen wij in onze kol. een ferme houding aan en al deed Engeland mede, dan zou nog het mohamedanisme genoeg te beteekenen hebben, om te voorspellen, dat het zijn laatste woord nog niet gesproken, zijn laatste schot nog niet heeft gelost en de strijdkreet v. d. Islam zal nog vele jaren dood en verderf verspreiden in de gelederen der Christenen. De beperkte plaatsruimte noopt ons omtrent het nu gevolgde debat, kortelijk mede te deelen, dat, naar aanleiding der op merkingen van de heeren: Hazeu, Roep, Kloeke en v. Kluyve, de heer Brunner het reeds gesprokene in nog breeder trekken ontvouwde. Door de afdeeling Wieiingerwaard der Holl. Maatschappij van Landbouw is besloten van de gemeenten Alkmaar, Hoorn en Purraerend aan te vragen een afschrik der rekeuiug over '88 en de begrooting van '89, teneinde daaruit de inkomsten en uitgaven van het marktloon en onderdeelen te leeren kennen. Het feit toch, dat bij de steeds moeielijker wordende huis houdingen van stad en land meer en meer misbruik wordt ge maakt om den landbouwenden stand in den vorm van wik- en weegloonen, marktgelden enz. in de lasten der groote gemeen ten te doen bijdragen, deed het besluit nemen hiertegen met alle macht op te komen. Met de gemeentewet in de hand zou bovendien door genoemd onderzoeken in alle opzichten gemo- tivieerd adres aan de Hooge Regeering kunnen worden gericht, wij in 1882 de termijn ten koste van den landbouwenden stand in afwijking van de gemeentewet met dergelijke heffingen door te gaan, moet worden aangevraagd, dit niet toe te staan, maar tot een gewettigd bedrag terug te brengen. De N. R. Ct. betwijfelt of er voor de klachten, die geuit zijn over de Liberale Unie, grond is. Al is in dezen tijd voor de Unie niets te doen, dat gerucht maakt naar buiten, daarmede is nog niet gezegd, dat haar bestuur stil zit. De klachten zijn voortgekomen uit het gevoel, dat er tegenover de groote en rustelooze werkzaamheid der tegenpartijen aan onze zijde niet genoeg wordt gedaan. Maar de oprichters van de Liberale Unie hebben nooit bedoeld, dat alle vrijzinnigen in het land op haar zouden gaan leunen, om zelf werkeloos te kunnen blijven. De werkzaamheid, die het meest voor onze beginselen ver mag, is de plaatselijke. Van onze kies vereenigen moet de kracht uitgaan, die publiek leven wekt en de liefde voor de openbare belangen aanwakkert. Zij moeten haar terrein voort durend trachten uit te breiden en gestadig aanraking zoeken met die buiten eigen kring. Er is, zegt de N. R, Ct., alle reden om de vrijzinnigen in het land tot krachtige werkzaamheid aan te sporen. Binnen eenige maanden moeten er verkiezingen plaats hebben voor de Provinciale Staten, en de clericalen hebben reeds aangekondigd dat er ook bij die verkiezingen een hevige strijd kan worden verwacht. In de vertegenwoordigende colleges der provinciën, waar zij nog niet meester zijn, willen zij de liberale meerder heid verdringen, om daardoor te komen tot eene samenstelling der Eerste Kamer in hunnen geest. Thans houdt die Kamer hen nog in bedwangde vrees om met haar in botsing te komen, spoort tot voorzichtigheid en gematigdheid aan. Maar mocht het gelukken, de Provinciale Staten zóó samen te stellen, dat van eene ontbinding der Eerste Kamer voordeel te ver wachten ware voor de partij, die thans aan het bewind is, er zouden door de leiders stoutere eischen worden gesteldvan zelfbedwang en bezadigheid zou weinig meer te bespeuren zijn. Daarom zullen de gewestelijke verkiezingen ditmaal meer beteekenis hebben dan ooit te voren. De strijd in Mei zal eene voortzetting wezen van dien in Maart van het vorige jaar. Zijn onze geestverwanten daarop voldoende voorbereid In zijn antwoord op het voorloopig verslag der Eerste Kamer over zijne begrooting zegt de minister van justitie, dat een ontwerp van wet betreffende de enquête over de fa toestanden bij den Raad van State is, en dat hij geen herz der drankwet wenschelijk acht. Na Dinsdag een kalmen dag te hebben doorgeb heeft Z. M. de Koning een rustigen nacht doorgebrachf algemeene toestand is bevredigend. Naar men uit Leiden aan de „Arnh. Ct." ined heeft prof. Rosenstein verklaard, dat, ingeval zich geen l dere complicatiën voordoen, de toestand van Z. M. nog dadelijk levensgevaar oplevert. De geheimzinnig verdwenen brandkast Door het Gemeente—Bestuur van Doesburg is een i van f 200 uitgeloofd aan hem of haar, die het eerst aan! doet van daders of medeplichtigen aan inbraken, den sten tijd aldaar gepleegd. De premie bedraagt f300 bjj de aanwijzing betreft den diefstal der brandkast bij de Van Hengel en Lensveld in September van het vorige In de „Briellenaar" Anti-Revolutionair weekblad' kiesdistricten Brielle en Ridderkerk van 18 Jan'89' lees het volgende „De minister van koloniën heett als proef eenige goede Hollandsche sigaren uitgezonden, om in de cantinc tis aan de militairen te worden uitgedeeld. Vinden dez sigaren naar hunne smaak, dan zal eene grootere bez< volgen en tegen inkoopsprijs (21/, cent per stuk) besch worden gesteld." Wij betwijfelen of deze maatregel ingang bij onze so zal vinden, aangezien, zoo verzekerde ons een oud solda een milicien, zijn 55 cent tractement in de vijf dagei noodig heeft aan koffie, boter, kaas, poetsgoed enz. liever 21/, sigaar voor 1 cent heeft, dan één sigaa 2ys cent. 5de Klasse. Trekking van 22 Ji Prjjs van f 100000: No. 16834 1000: 2551 11239 400: 16839 19002 200: 8994 11519 13454 14770 100400 3338 5938 12302 15367 16063 171U 17201 19767 19915 2 ui/u:mi.ije sisi n. Ingeschreven van 11 18 Januari 1889. GeborenJansje, d. v. Cornelis Keizer en Maria Peci Hendei ica, d. v. Jan Jongejan en Trijntje Smit. Jan, z. Jimmink en Geertje Eriks. Willem, z. v. Jacob Jimmink en Eriks. Aaltje, d. v. Jan, Nannis en Antje de Boer. Willem z. v. A. Zijp Jr. en Niesje Bremet. OndertrouwdPieter Wapstra, j. m. bottoliersmaat, 2( Helder en Anna Alida Keletta Blaauboer, jd.zonder beri jr. te Zijpe. OverledenJansje Morsch, 54 jr. Echtg, van Dirk Sophia Geel, 37 jr., wede. van Bruin Soers. Levenl. kind van het mannelijk geslacht van Simon do Haas ca Ljjsb 1/ li T li E 11 I C H T E 1 Mi o o f n 19 Januari 1889. Aangevoerd H. L. Rogge 6 Tarwe 25 Gerst 35 Haver Witte Erwten Groene Grauwe Vale Bruine Boonen Geele Witte Paarden Karweizaad Mosterdzaad 1 Paard 4 Kalveren 107 Lammeren 49 Varkens 90 Biggen 2 Geiten 30 Kippen 125 Eenden 1400 Koppen Boter, 5.2, lood. 800 Kipeieren Alkmaar, 19 Januari 1889. Aangevoerd 8 Paarden 4 Koeien 19 nucht. Kalveren 76 Schapen 73 magere Varkens 196 Biggen 3 Bokken en Geiten Kipeieren per 100 Boter per kop ('s middags 12 nur) Alkmaar, 21 Januari 1889. Aangevoerd 6 Koeien 82 vette Kalveren 22 Nuchtere Kalveren 4 Schapen 201 vette Varkens per P 17 Magere dito f urmeren tl, 22 Jannari 1889. Aangevoerd Kaas. Aangevoerd 97 stapels kleine Commissie. Prijs Kleine f 26,50 a Middelbare f per 50 KG. Boter f 1 35 a 1.40 per KG. Vette Rundoren - .80 a por KG Handel vlug. Vette Kalveren prijshoudend; f —.75 a per Handel vlug. ir Nuchtere Kalveren f 12.—. a 18.— Handel -g. Vetie Varkons van --.36 a .43 per KG. Schapen, handel stug. prijzen hooger. Kip-eierec t 4.50 a 5.50 27 Ganzen f 2 75 a 3 50 per stuk. 9 Zwanen f 5.- a 7.- per stuk. Edam, 19 Januari 1889. Aangevoerd: Aangevoerd 4 stapols kaas, wegende 615 P., hoo0st< f 25.-. I 8 37 t a f 6.25 a f 4.25 a f 2.50 a f 13.25 a f 11.50 a f 16.25 a f 13.50 a f 10.50 a f a f 11.50 a f 5.25 a f 10.50 a f 20.50 a f 80.— a f 6.— a f 10.— a f 8.— a 1 5.— a f 3.— a f -.50 a f -.75 a f .52 5 a f 4.— a f 30.— f 130.— f 8.— f 14.- f 10.— f 4.— f 3.— f 5.— f —.70 f 170.— f 40.- f 7.— f 18.— a f —.36 A1 f 10.— ai"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 3