Kit e» ei°iist °p 8 ,uni a-a-
Wordt Vervolgd.
goede
richting, op het dankbaar pad der schoone
voorwaarts in
kunst.
Zeer zeker zullen allen die met ons dit concert bijwoonden,
met verlangen uitzien naar het tweede winter—concert van het
Strijkorchest van Schagen's Harmoniekapel.
Ia den Maandagmiddag te Amsterdam gehouden vergade
ring van het Nederlandsche Paardenstamboek, afdeeling Noord-
Holland, werd door den voorzitter, den heer J. Breebaart Kz.,
medegedeeld dat het bestuur een gunstig resultaat verwachtte
wan het adres, waarin aan de regeeriug verzocht is eene paarden
fokkerij te steunen.
De afdeeling telt thans 114 leden, 7 begunstigers en 2 donateurs.
Tot afgevaardigden ter algemeene vergadering werden gekozen
de heeren jhr. Yan Merlen en jhr. Mock.
In behandeling werd genomen een voorstel tot aanvrage voor
den tijd van 10 jaren van een provinciaal subsidie van f5000
's jaars, tot toekenning van premiën voor merriën en hengsten.
Na langdurige discussie over de vaststelling van het dekgeld,
hetwelk men zoo laag mogelijk wenscht te stellen, teneinde
aanvraag om subsidie bij de Staten aannemelijker te maken,
werd het voorstel aangenomen.
Als plaats voor de volgende vergadering werd Schagen aange
wezen. De begrooting voor het volgend jaar werd goedgekeurd.
Beroepen bij de Nederl. Herv. gemeente te Kolhorn,
de heer L. Brunner, te Rotterdam, emer. pred., vroeger to
Lohith, laatst redacteur der Java-Bode.
De reeds aangekondigde tentoonstelling van zaaigranen en
tuinzaden, van wege de afdeeling „Waard en Groet" der Holl.
Maatschappij van Landbouw, zal gehouden worden op Woensdag
den 6den Bebruari 1889 te N. Niedorp. De inzendingen kun
nen alleen geschieden door de leden der afdeeling, dewijl deze
tentoonstelling meer het karakter zal moeten dragen eener
markt dan wel eener expositie. De kleinste hoeveelheid der
in te zenden producten, moet van zaaigraan 5 liter en van tuin
zaad 1 liter bedragen, terwijl deze voortbrengselen geteeld
moeten zijn in 1888, op gronden bij de inzenders in gebruik.
Zuivelproducten worden ter opluistering aangenomen. Opgaven
en inzendingen worden van Maandag 4 Febr. tot Woensdag
6 Febr. 1889, 's morgens 9 uur, ingewacht bij den Heer
ChD. Swart, secret. der genoemde afdeeling te Nieuwe Niedorp.
Tijdens deze tentoonstelling zal een voordracht worden ge
houden door den WelE. Heer A. F. Marlet van Delft, over
den tuinbouw en de groententeelt, bedrijven, die den laatsten
tijd een nieuwen tak van landbouw in deze streken schijnen te
worden.
De toegang tot de tentoonstelling en de genoemde voordracht
zal vrij zijn voor alle leden der Holl. Maatschappij van Land
bouw, terwijl niet leden entree kunnen krijgen tegen betaling
Van f 0.25, op voorwaarde echter, dat hij, die zich gedurende
dien dag aanmeldt als lid, zijn 25 cent terug ontvangt.
Zekere C. S., die sedert den 7en dezer te Anna-Paulow-
rapolder zijn woning heimelijk had verlaten en niets van zich
liet hooren, is te Rotterdam opgespoord en door zijn broeder
Zaterdag aldaar van daan gehaald en verder naar zijn woning
gebracht. Aan het station werd hij door een menigte nieuws
gierigen begroet.
Een benijdenswaardig ambt
Een zeer bemind onderwijzer aan een der openbare scholen
te Amsterdam gaf aan een jongmensch, die de orde in de
afdwaling,"
diende
ouders
klasse verstoorde, de vermaning zich rustig te gedragen; dat
hielp niet, zoodat hij zich genoodzaakt zag, den bengel bij den
arm te nemen en op zijn plaats te zetten. Het veelbelovende
jongmensch richtte zich daarop overeind en voegde den onder
wijzer op brutalen toon toe: „Mijnheer, als u mij slaat, dan
zeg ik het aan mijn pa en dan wordt u ontslagen
Een pa, die zoo verstandig zijn kinderen opvoedt,
zelf van zijn pa-schap ontslagen te worden.
Als men wat van zijn jongens wil maken, moeten de
met de onderwijzers één lijn trekken
Volgens den residentie-briefschrijver van het „Z-D."
moet de laatste verslimmering in den toestand van Z. M. den
Koning hieraan worden toegeschreven, dat Z. M. zich driftig
had gemaakt op een kamerdienaar, die natuurlijk buiten
zijn schuld een haardstel in de kamer had omvergeworpen.
Z. M. schrikte daarvan en de groote prikkelbaarheid, welke
het gevolg is van Z. M. kwaal, had tengevolge, dat de zenuwen
van den Koning geheel overstuur geraakten. De onschuldige
oorzaak van den zenuwaanval was juist een der meest geliefde
dienaars des Koningshij lijdt, tengevolge van den schrik, nu
zelf aan zenuwaandoening.
Omtrent den toestand des Konings deelt de Haagsche
correspondent der N. Gr. Ct. het volgende mede:
„De ziekte des Konings heeft het gewone verloop. Tot nog toe
nemen de krachten minder snel af dan men aanvankelijk vreesde,
maar, al moge de Staatscourant schier eiken avond de natie in
schijn geruststellen door de vermelding van de kalmte en rust
van den hoogen lijder, ik meen wèl te doen met mijnerzijds
tegen illusiëu te waarschuwen. De phase van apathie, die reeds
voor een dag of vier scheen te naderen, is nu werkelijk inge
treden. Z. M. slaapt veel, niet enkel 's nachts, maar ook bij
dag; 't is de slaap der uitputting, niet de verkwikkende slui
mering van den zieke, die, ontwakend, zich versterkt gevoelt.
De eetlust blijft ook zeer gering en wat de officiëele bulletins
niet vermelden is de hoofdzaak de polsslag wordt allengs
minder krachtig en de geest verzwakt voortdurend. Nu en dan
is de Koning in de laatste dagen nog eens opgestaan, maar
alleen voor weinige oogenblikkenhij teekent nog alle stukken,
maar werkt overigens niet meer in den eigenlijken zin des
woords. De geneesheeren ontveinzen zich geen oogenblik het
vermoedelijk spoedig einde, dat wel in een zacht inslapen zal
zijn gelegen. Het is waar, dat prof. Rosenstein de mogelijkheid
van een zeer langdurig ziekteproces heeft toegegeven, maar niet
onvoorwaardelijk; hij moet H. M. de Koningin, die hem na
zijn laatste consult ontving, onbewimpeld hebben verklaard, dat,
zoodra er in den toestand van opgewondenheid, waarin Z. M.
in de vorige week verkeerde, een wending kwam, de afloop
spoediger zou zijn dan op dat oogenblik was te wachten. En
die wending ze is helaas sedert Woensdagavond gekomen.
Van toen at heeft de onrust des lijders voor een onheilspellende
kalmte plaats gemaakt."
Wat van heidegrond kan gemaakt worden, is o. a. ge
bleken in de buurtschap „het Veen" bij Nijkerk, waar iemand
op de manier van den aldaar zeer bekenden Joh. v. Zweden,
een zeer kundig landontginner, in 1845 100 bunders heide h
f 9 't bunder kocht en deed bearbeiden, door dien grond in
kleine gedeelten tegen kleinen prijs aan werklieden te verhuren.
Eenige jaren later kon de eigenaar driemaal den koopprijs be
dingen en waren de huurders grootendeels eigenaars gewor
den terwijl de waarde van 45 tot 50 gld. per bunder,
gaarne betaald werd.
Vier juar na den aanvang had die ondernemer
60 pet. van zijn ingestoken kapitaal eeds
en uwe liefde niets meer aan mij kon veranderen."
„Arme Abigail," zeide Ottilie, wier oogen vochtig waren
geworden.
„Ja, zeer arm, Ik heb niet eens eene nationaliteit. Mijn
vader was een engelschman, mijne moeder een duitsche, mijn
opvoeding eene fransche. Maar alles wat alle drie natiën
aan gloed in zich sluiten, is op mij over gegaan en brandt
hier," riep Abigail uit, in groote opgewondenheid op haar
borst slaande, „brandt hier, als een ongekend vuur. Ik zou
gaarne gelukkig zijn. Ik zoek een man, dien ik zou kunnen
liefhebben. Daarom ziet gij telkens weder een ander aan mijne
zijde, want gehaat en verachtelijk worden zij voor mij toch
allen, allen, zoodra ik een weinig het masker van het maat
schappelijk verkeer van hun gelaat oplicht. Doch het is een
dsemonische neiging in mij, zoeken moet ik toch, ofschoon ik
weet, dat allen zotskappen zijn wanneer men hen van naderbij
beziet."
„God wake over u en beware u voor grooter
zeide Ottilie weenende.
In Abigail's schoon gelaat zag men ternauwernood eenig
spoor van diepe ontroering en toen nu Mary binnentrad, riep
zij onmiddellijk uit op schertsenden toon
„Kleine, gij hebt lang werk gehad, met u te kleeden. Doch
met gunstigen uitslag. Wie heeft het kleed gemaakt Zeer
chic, razend eenvoudig, maar chic."
„Mama, ik heb geholpen," antwoordde Mary trots. „Ik zou
reeds eerder gereed zijn geweest, maar Mina moest nog een
boodschap doen en ik moest dus op de deur passen.'
„Gij leeft wel burgerlijk zeide Abigail afkeurend, „Diet-
rich moest een bediende houden Adieu, Ottilie. Wees niet
boos, dat ik u een half uur heb ontroofd."
Zij reikte Ottilie met vasten druk de hand en keek haar
aan, onbevangen, met helderen blik, evenals véór de pijnlijke
bekentenissen uit den afgrond van haar verwoest leven.
Terwijl Ottilie zich, afgemat door al de gemoedsbewegingen
van dezen dag, weder aan haren arbeid begaf, reden Abigail
en Mary de stad uit, naar den zoogenaamden engelschen tuin.
Het was voor het bescheiden opgevoede meisje steeds een
trotsch vermaak, in Abigail's sierlijk rijtuig te mogen uitrijden.
Het bakvischje beschouwde zich dan bijzonder voornaam, en
trachtte met een houding achterover in de kussens te leggen,
alsof het haar dagelijksch werk was. Maar stralende kinderoogen
verhaalden toch van de naïve vreugde. De wereld kwam haar
vooral heden zoo wonderschoon voor. De blauwe hemel, de
ontluikende heesterknoppen, ver aan den horizont de met
sneeuw bedekte bergtop, de bruischende stroom, die tegen de
steenen pilaren der brug klotste, het trotsche gebouw van het
van 300 tot 1000 zielen gestegen. Than<
aantal flinke woningen, keve tuintjes
eene tamelijk welvarende bevolking.
en deb
v'ndt
vrucl,|
rente v#*1
king wat:
een groot
akk6IS '1 waterstand op den Geldersehen IJsel is zoo b(
- J dat de stoombooten, tusschen Deventer en
gewoon l»ög. niet verder naar boven kunnen komen
sterdatn de rlvler dejaart thans U
tot Ulsi, -i— ->
mert goederen moeien uum nemer naar DeJJ
worden gebracht.
n„ minister van financiën heeft vastgesteld het
Staatsloterij, waarvan de collecte op 20 Febr. J
de i i >n kantore van den directeur. De trekking beg
Men schrijft uit Bruinisse:
TV mededeeling dat zoogenaamde zeesterren, die dOo;
•onden van oesters en mosselen, hier
v. pnil, meststof in den handel gebracht worden, ta,
X ook voor andere vissersplaatsen van nut zijn.
Wie laar door worden die diertjes, doch zeldzaam in O
ïiiVp hoeveelheden als dezer dagen, aangevoerd ,„v
wam landerijen. In 1887 werden door een landV
m nhetrek kelijk klein bedrijf, pl. m. 1600 mossel mande,,
T sturen gebruikt, die daarvoor pl. m. f 500 betaalde.
Vermengd met stalmest of aarde leverden zij
komsten, VOoral ten aanzien van halmgewassen.
De lieer A. L
Parijs verschijnende
Maximilianeum rechts op de hoogte voor den engelschen tuin
hoe schoon, hoe schoon!
„Rijden wij naar den chineeschen toren vroeg Mary. Daar
was om dit uur militaire-muziek en daar trof men misschien
„bekenden."
„Natuurlijk kleine. Ik heb onze dansers van gisterenavond
daarheen ontboden, opdat zij naar onze gezondheid zouden
kunnen vragen."
Mary bloosde van blijdschap. Dadelijk daarop zeide Abigail
met onverschillige stem
„Ziedaar, mijnheer von Bentheim is reeds ter pelgrimstocht
naar de muziek."
Zij hief de hand op en wenkte hem een groet toe, zonder
daarbij het hoofd te nijgen. Mary die zulk eene wijze van
groeten slechts somtijds tusschen deftige heeren op de Maximili-
aanstraat had gezien, vond datverrukkelijk' en haar kleine hartje
was gelijk altijd vol van bewondering voor de manieren en het
optreden harer schoone tante.
Mijnheer von Bentheim wees met een smeekend gebaar eerst
op zich zeiven, daarna op het rijtuig, wat duidelijk betee-
kende„kan ik niet mederijden
Abigail bewoog ontkennend het hoofd, en reeds was de
wagen voorbij. Mijnheer von Bentheim bleef aan den weg
staan, Mary keek onwillekeurig achterom. Daar stond hij juist
bij een treurwilg, wiens hangende takken als met een groenen
sluier overtogen waren. Hij zag er zoo schoon en zoo belang
wekkend uit en lachte zoo geheimzinnig. Mary's knieën
beefden.
„Kind, hoe ongepast, naar een heer om te zien
Mary, hevig blozende, vroeg:
„Waarom hebt gij hem niet in het rijtuig gelaten
„Hij is eene te in het oogloopende verschijning. Alle men-
schen merken hem op. Zoo iets is onaangenaam."
„Hoe verstandig en ervaren," dacht Mary wederom ver
baasd Ja, mijnheer von Bentheim was „provocant." Zijne
slanke figuur trok vooral de aandacht door de onberispelijk
sierlijke kleeding, maar zijn hoofd, zijn gelaat was het, hetwelk
terstond in het oog viel. Het smalle, ovale gelaat was omgeven
door een bescheiden, korten, onder de kin spits toegesneden
baard. Tusschen den donkeren baard en snor vertoonden zich de
roode lippen, rood, gelijk de mond eener vrouw. De bruine
oogen waren groot en levendig; mijnheer von Bentheim hield
er van, een monocle, waaraan een zwart koord hing, in het lin
keroog vast te knijpen. Zijn haar was in den nek glad geschoren
en bedekte, glansend geborsteld en gekamd, het bovendeel van
zijn voorhoofd.
H. Obreen, is in een schrijven aan j
- Matm opgekomen tegen de woorden J
dat blad ontleend aan de Daily Telegraph, waarin, naar a l
ding van de ziekte van Koning Willem III geze„d r"
„Het geduld van de Nederlanders is voldingend gebleU0
durende de 40-jarige regeering van den tegenwoordig J
rein, die nu juist niet een bijzondere populariteit geniet"
De heer Obreen komt tegen deze woorden op,& omdat
eene in het oog springende dwaling bevatten.
„Men doe navraag schrijft hij - bij welken Hollaw
gij wilt, stedeling of bewoner van het platteland, aanhaar
van de vrijzinnige of van de clericale richting, ieder J
verklaren, dat de Koning van Nederland gedurende de veert
jaren van zijne regeering een buitengewone mate van pod
riteit genoten heeft en dat er geen enkel regeerend vorst'
Europa geweest is, die in hoogere mate de genegenheid
zijne onderdanen bezeten heeft.
De populariteit hecht zich niet enkel aan den drager n
den naam van het geslacht Oranje-Nassau, welk aanzien i
Nederland spreekwoordelijk zonder voorbeeld is, zij geldt
wel degelijk den persoon des Konings.
Willem III heeft gedurende de veertig jaren van zijne n
geering, uit een constitutioneel oogpunt een voorbeeldig beiei
aan den dag gelegd. Hij heeft steeds, zonder eenige aarzeling
de aanwijzingen van de meerderheid van de Kamer van m
tegenwoordigers gevolgd. Hij heeft altijd een open Antenna
wijd geopende beurs gehad voor alle rampen,
en dergelijke, die zijn volk troffen, en hij is steeds geblete,
boven de partijen en de coterieën zich verheffende, de waarlij
constitutioneele vorst, rondom wien gedurende veertig jat,
alle levenskrachten van het volk zich als hun natuurlijk i:t
eenigingspunt hebben geschaard. v
Bij elke uiting dan ook van nationale geestdrift hoort t
in Nederland de kreet „Oranje bovenmet gelijke onwee]
staanbare eenparigheid als de Marseillaise in Frankrijk, i
Dat zijn feiten, die vaststaan; het zijn axioma's, wasru;
het betoog in Nederland met een glimlach zou worden b®.
Daarom juist zou het eventueel sterven van Koning WK
III een onherstelbare ramp zijn voor het Nederlandsche voli[
Verslag der vergadering van den Raad,
Maandag, 28 Januari 1.1., des avonds,
gehouden opz
ten 6 ure. z
Afwezig waren de heeren Voorman en Buis. t
Na opening der vergadering deelde voorz. mede, dat
vergadering was belegd ten opzichte der aanbesteding van
bouwen der onderwijzerswoning. De laagste inschrijver was
heer P. de Waard van Den Helder, tegen f 8095. De ra®
bedroeg f 9155, dus f 1000 meer. A
Op de vraag van den voorz. of de raad inmiddels w
bericht ingekomen over de gegoedheid der borgen van
aannemer nu tot de gunning wilde besluiten, meende u
heer de Pater, dat de te bouwen onderwijzerswoning te W
baar werd ingericht en beriep zich er op, dat bij een vroerv
besluit tot het bouwen eener onderwijzers woning een begroot"
was ingediend van f 6000, waarvan de teekeningen nog wel
den bestaan. Hij was tegen het bouwen volgens de laatstebegrooi^
en stelde daarom voor deze aanbesteding niet te guniiw, z
een bestek te laten vervaardigen ten behoeve eener won? f
f 6000.—. hf
De heeren Stammes en Hazeu merkten op dat de k®
Pater ter rechter tijd dan met zijn voortel had moeten oph'j j
maar niet nu. Ook verklaarden de heeren Hazeu en &L
dat het beter is een solied huis, in alle deelen goed o*
nomen en dat wordt het nu, dan een huis van een f t
minder, waaraan al spoedig eenige duizenden zouden «fj
worden herbouwd (getuige de doctorswoning). Bij d'ii;" g.
wordt het voorstel van den heer de Pater met 5 tegen 4 -,te® r:
verworpen. Vóór stemden de hh.: de Pater, Kooi, Sm"'
Langenberg. p
Hierop wordt met algemeene stemmen besloten het w® z
gunnen san den laagsten inschrijver, den heer de Wa3[d',.tfc
Nadat de voorz. had medegedeeld dat er reeds 4sü' -ijk
waren ingekomen voor de betrekking van dagelijksch of g(
bij den woningbouw, wordt op voorstel validen heer
Maaten, terwijl vooraf aangenomen werd voor deze betrjb
eene masmfclijksche bezoldiging van f60.— vast te, At
besloten per advertentie sollicitanten naar 'deze betrekking L
roepen. n
Door den haer Ilazeu werd nu gewezen op de overl