BÉ- k Llfclff! Zondag, 10 Februari 1089. 33ste Jaargang. Ho. 2271. N LiUGlK? LOTING Nationale Militie. ent Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. Tweede Mennisgevfiig*. Oproeping' van Vrijwilligers voor de Nationale Militie. JACHT ÜS Vi§§CHLEIJ. n. SCHAGER AlpmeeD Wie Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater ag avond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- ENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger. URgever: J. WINKEL. Bureau: SC/HAGEN, Laan, 15, 5. Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Gr evonden: Ter Secretarie dezer Gemeente zijn inlichtingen te bekomen ntrent een alhier gevonden Pet. Nationale Militie. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen. Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte van Art. 28 !r Wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 I (taatsblad No. 72), voor de tweede maal ter kennisse van de I, danghebbenden, dat de loting van do in 1888 voor de Nationale ilitie ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvangene aanschrijving m Zijne Excellentie den Heer Commissaris dezer Provincie, ito 2 Januari 1889 No. 8/7 M/S, zal plaats hebben op den )en Februari a. s., des voormiddags ten 9Vs ure, ten aadhuize dezer gemeente en worden zij, welke daaraan moeten selnemen gelast, om op den bepaalden tijd aldaar, tot dat einde mwezig te zijn, of, bij verhindering, zich aldaar door hun vader, loeder of voogd te doen vertegenwoordigen. Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde Wet, dadelijk a de trekking van het Nummer, de redenen van vrijstelling, ell.e de Ingeschrevene mocht hebben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen wegens 'roederdienst of op grond van te zijn Eenige Wettige Zoon, zal ij op Vrijdag den 22en Februari des voormiddags ten 10 ure, Eoman van I D A BOÏ-Ed. III. Het groote operagebouw was nu vol, in de parketloge, die lary betrad, zat geen mensch. Abigail had ze geheel genomen, m achter zich vrije stoelen te hebben, ingeval hare bekenden aar wilden opzoeken. Mary schaamde zich, dat zij daar zoo alleen zat. Zij had oo gaarne om zich gezien, of mijnheer von Bentheim ook in it gebouw was. Maar zij durfde haar binocle niet al te veel 'ebruiken. Zij sloeg haren waaier uit en bekeek het schilder werk. Daar werd de deur achter haar geopend. Haar hartje lopte geweldig. De referendaris was binnengetreden. //Zoo alleen, mejuffrouw?" //Tante bezoekt nog een zieke," zeide zij ontsteld en toch ok weer verheugd, want nu zat zij ten minste niet meer zoo .Heen. z/Hoe weinige menschen zijn tot zulke eene zelfopoffering in taat, om den samaritanenplicht jegens de naasten hooger te tellen dan eigen genoegen/' zeide de referendaris, die haakte laar den naam van //brillant causeur" en daarom geenszins voordkarig was. »Ik bid u, blijf hier, tot tante komt," verzocht Mary blo- ende. Doch te gelijker tijd bedacht zij, dat zulks weder onge- >ast was. Hit verzoek, dit blozen - geen twijfel, de arme kleine >emiude hem. Grootmoedigheid past aan den overwinnaar, iedienstig en met een bijna vaderlijke houding deed hij nu ,ijn best, om Mary te onderhouden. Hij wees haar in alle angen de meest in het oogloopende verschijningen aan, het- ;een Mary zeer veel belang inboezemdewant terwijl zij met 'aar binocle zijne aanwijzingen volgde, kon zij naar Benthein oeken. Ie vergeefs. Wanneer hij in het gebouw was, moest hij ok vlak tegenover haar zitten. Mary geloofde, dat de referendaris Heiinhurg hare teleur- telling zou bemerken en gaf zich daarom alle moeite, aan ijne woorden zeer veel aandacht te wijden. z/Het is ongetwijfeld zoo, het kind bemint mij," dacht hij, ïare gloeiende wangen en schitterende oogen gadeslaande. En >e gedachte aan den aanzienlijken en invloedrijken papa van arj men zeide, dat Gemmingen bepaald eenmaal minis- sr van justitie zou worden maakte hem zijne veronder- telling zeer aangenaam. Kort voor het einde van het tweede bedrijf kwam Abigail. y drukte Marj de hand, begroette Heimburg met eene ver in het Gemeentehuis moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige inqezetenen, die de vereischte getuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aanspraak maakt op vrijstelling wegens Broeder- dienst, zal hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte-acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of paspoorten van gediend hebbende bi oeders. Bij overlegging van laatstgenoemde stukken zullen door den Burgemeester bij den Kommandant van het korps waarbij zijne broeders dienen of gediend hebben worden aangevraagd de be wijzen van werkelijken dienet ot een uittreksel uit het Stamboek. Schagen, den 5den Februari 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, O. LANGENBERG. De Secretaris, DENIJS. Burgemeester en Wethouders van Schagen; Gelet op Zijner Majesteits besluit van den 17den December 1861 (Staatsblad No. 127), en de artikelen 11, 12, 13 en 14 der Wet van 19 Augustus 1861 (Staatsbl. No. 72.) Roepen bij deze op zoodanige ingezetenen, die verlangen als vrijwilliger bij de Militie op te treden, om zieh daartoe bij hen aan te geven in deze maand, telken voormiddag van 9 tot 12 uren. De preraiën, die aan het als vrijwilliger optreden verbonden zijn, zijn ter Gemeente-Secretarie te vernemen. Om als vrijwilliger bij de Militie to kunnen worden aangeno men, moet men ongehuwd of kinderloos weduwnaar en ingezeten wezen, voorts lichamelijk voor den dienst geschikt, ten minste 1.56 meter lang, op den lsten Januari van het jaar der optreding trouwelijkheid en blijdschap, als was hij een vertrouwd vriend, dien men in lang niet gezien had, en lachte en sprak met zenuwachtige haast, nog terwijl men op het tooneel speelde. In de pauze kwam ook Joroslaw von Bentheim in de loge. Hij had een plaats juist over de loge, zeide hij, en toonde zich verbaasd, toen hij hoorde, dat Abigail zooeven eerst ge komen was. Voor het overige echter namen hij en Abigail nauwelijks eenige nota van elkander. De geheele schouwburg kon het zien, dat Bentheim de kleine Mary ijverig het hof maakte en dat Abigail uitsluitend met Heimburg sprak. De blonde referendaris wist niet, wat hem overkwam de schoonste, veel besprokene en elegantste vrouw der stad be voorrechtte hem voor aller oogen Hare oogen fonkelden zoo, hare neusvleugels trilden, en zij lachtte hem somtijds toe, zoodat hem een rilling door de leden voer; geen twijfel, ook Abigail stelde zeer veel belang in hem, en hij had nog wel gemeend, dat die Bentheim Door eene beroemde schoonheid, die natuurlijk gehuwd zijn moest, bemind te worden, dat was de droom van den jongen Heimburg. Maar dat hij zoo verbazend gelukkig was bij de vrouwen, dat overweldigde hem. Hij vermande zich, verstandig te zijn en zich door deze overwinning bij de tante niet de toekomst en den terugtocht naar de nicht te versperren. En hij bemerkte niet, dat Abigail, spoedig zijne gedachten radende, zich over hem zeer vroolijk maakte, en in hare co- quetterie zoo ver ging, dat een ieder het moest bemerken, dat zij de parodie eener verliefde speelde. Maar Mary was gelukkig. Zij herinnerde zich later niet alles wat Joroslaw von Bentheim met baar had besproken, maar het kwam haar voor, dat hij zeer belangstellend was geweest. Op de terugreis naar huis bracht de jonge vrouw in het midden, dat het haar aangenamer zou zijn, wanneer Mary er niets van vertelde, hoe zij Abigail eerst bij het einde van het tweede bedrijf in het theater was gekomen. z/Ja maar begon Mary beschroomd. wMaar ik ben gewoon, mama en papa omtrent elke kleinig- heib, die ik beleef, alles mede te deelen", voleindigde Abigail, den kinderlijken toon harer nicht na—apende en voegde er aan toe: //ik denk alleen, omdat uwe ouders zich onnoodiger om beangst zullen maken, dat gij een uur alleen zijt geweest. En u is toch waarlijk niets slimmers overkomen, dan dat gij een uur het twijfelachtig genot hebt moeten dulden van den waterval der Heimburgsche welbespraaktheid. En zij moest schaterlachen om de ijdelheid van den referen daris. Mary begreep van dat alles niets. Enkele minuten geleden nog scheen tante ingenomen met den referendaris en nam zij zelfs hartelijk afscheid van hem en nu lachte zij hem uit En waarom mocht zij aan haren ouders niets vertellen van Abigail's als vrijwilliger het 20ste jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet volbracht hebben, tot op het tijdstip der optreding aan zijne verplichtingen ten aanzien van de Militie zoover die te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk gedrag hebben geleid. Het bezit van die vereisebten, met uitzondering van de licha melijke geschiktheid en van de gevorderde lengte, wordt bewezen door een getuigschrift van den Burgemeester der woonplaats, verkrijgbaar op plaats en tijd boven vermeld. Hij die voor de Militie is ingeschreven, wordt slechts als vrij williger toegelaten voor de gemeente in welke hij ingeschreven is, tenzij hij geene verplichtingen ten aanzien van de Militie meer te vervullen heeft. Hij die bij de zeemacht, bij het leger hier te lande of bij het krijgsvolk in 's Rijks overzeesclio bezittingen heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger bij de Militie toegelaten, tenzij bij bij bet verlaten van den dienst, behalve een bewijs van ontslag van don bevelhebber onder wien bij laatstelijk heelt gediend, een getuig schrift heeft ontvangen, inhoudende, dat hij zich gedurende zijn dienstlijd goed heelt gedragen. Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn veertigste jaar volbracht is, als vrijwilliger bij de Miltie worden toegelaten. Schagen, den 5en Februari 1889. Burgemeester en Wethouders voornoemd, G. LANGENBERG. de Secretaris, DENIJS. De Burgemeester der gemeente Schagenbrengt ter kenni3 van belanghebbenden, het navolgende De Commissaris des Konings in Noord-Holland. Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie van 23 Januari 1889 no 21 Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87); Brengt ter kennis van belanghebbenden 1. dat do jacht op eenden in dezo provincie zal worden ge- bezoek bij de zieke vriendin Zij had een flauw bewustzijn, dat zij een alleen-zijn met mijnheer van Bentheim niet had mogen verzwijgen, dat daarbij eenig onrecht jegens hare goede ouders gepleegd zou zijn, maar dat het gezelschap van mijnheer Heimburg geheel onbeteekend was en dus niet waard, ver meld te worden. Zoo belootde zij, niets te zeggen. Gloeiend van opgewondenheid, trad het jonge meisje bij hare ouders binnen. Doch bij het vragen naar den inhoud van het veel besproken stuk bleek het, dat Mary slechts zeer ver warde indrukken had bekomen van het geheel. ,/In uwe jaren pleegt men anders mede te beleven, wat er op de planken voorvalt," zeide Ottilie, „was er misschien zooveel gezelschap in de loge De min of meer gestrenge toon, waarop Ottilie dit vroeg, bewerkte dat Mary met nedergeslagen oogen, gelijk eene, die zich van schuld bewust is, op zachten toon antwoordde /,Ja, Heimburg en Bentheim." De echtgenooten wisselden een blik. «En wie," vroeg Ottilie ontstemd, //heeft zich het meest met u onderhouden Mary viel hare moeder om den hals. //Mijnheer von Bentheim," zeide zij en begon te weenen. Ottilie gaf zich moeite, dezen ongegronden tranenvloed tot stilstand te brengen. Zij sprak hare dochter hartelijk toe, en hield zich als schoof zij deze opgewondenheid op rekening van den overvloed van genot, die Mary op dezen dag ten deel was gevallen en bracht hare nog altijd weenende dochter naar hare slaapkamer. //Natuurlijk begrijpt gij, wat het kind zoo ontroert?" zeide Ottilie later tot haren echtgenoot, //een dwaze ingenomenheid met dezen Bentheim heeft haar gemoed in verwarring gebracht. Het is bepaald noodzakelijk, dat zij zelve daaromtrent in het onzekere blijft. Of bedriegt mij mijn gevoel zoo geheel en zou Bentheim toch eene persoonlijkheid zijn, wiens aanzoek men in overweging zou kunnen nemen Was zijn fladderen om Abigail naïve en alledaagsche intrigue geweest van een man, die zich alleen heeft willen verzekeren van de welwillendheid van een familielid zijner toekomstige? z/Neen, lieve," zeide Gemmingen mismoedig uw voorgevoel bedriegt u niet. Bentheim, die behoort tot eene Hongaarsch— Oostenrijksche familie, maakt zijne kleine diplomatische carrière misschien niet lang meer. Het romantische landje, hetwelk hij dient, kan hem niet zoo ruim betalen, als zijne levenswijze dat noodig maakt. Vermogen heeft hij uiet. Ik heb juist uit ver trouwbare bron vernomen, dat hij verleden jaar Rome moest verlaten met achterlating van onvereffende schuldbekentenis sen; ja, mijn zegsman was er zelfs over verbaasd, hoe Bentheim zijn bestaan, zelfs met schulden, mogelijk maakt en zinspeelt ook op eenige geheime hulpbronnen, voor welken geen eerlij ken naam is te vinden."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 1