Zonda?, 17 Maart 1389.
33ste Jaargang. No. 2281.
m
u
KIEZERSLIJSTEN.
JLIiGIS?
KIEZERSLIJSTEN.
ZEEMILITIE.
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
16.)
liinnenlandsch Nieuws.
Wordt Vervolgd.
SCHABER
A
JUit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater-
gavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
INTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
Uitgever: J. WINKEL.
ISureau: SCHAGEï, liaan, D, 5.
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.0O.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.19
G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
j, GEVONDEN.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
"«ntrent een alhier gevonden
Oorhangertj e.
lACCIHK.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen ter kennis
tn de ingezetenen dat de plaatselijke geneesheer, de Heer P. de
oer, op Zaterdag 23 Maart a. s., des namiddags van 1 tot 3
•e in het schoollocaal der Departementale Bewaarschool aldaar,
tting zal houden tot het verrichten van kostelooze inentingen.
qj Schagen, 15 Maart 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DE PATER, Weth.
fl| de secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen naar aan-
iiding van art. 150 der Militiewet, ter kennis van de lotelingen
zer gemeente, dat zij, welke genegen zijn, om bij de Zeemilitie
j dienen, zich daartoe moeten aanmelden ter Gemeentesecretarie
lhier, vóór den len April a. s.
Schagen, 12 Maart 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
C. DE PATER, Weth.
de Secretaris,
DENIJS.
I
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen terkennisse
er belanghebbenden, dat, ter voldoening aan de wet op het kies-
Roman van I D A BOY-Ed.
VI.
Op Gemmingen's verontschuldiging antwoordde Othmer met
:n melancholisch lachje, //ik ben bescheiden, ik maak ook
';en aanspraak op eenige deelneming voor mij van Ottilie.
et leven heeft mij niet verwend. Na eene treurige gebeurte-
is, die ons familiegeluk vernietigd heeft en ons tot bedelaars
aakte, verliet ik Europa. In de harde jaren, die nu volgden,
sb ik wel moeten vergeten, welke schoone zaken liefde, geluk
,i tehuis zijn. De arbeid gunde mij geen rust. Nu dacht ik,
at Ottilie nog even arm, even hulpeloos was gebleven als ik
aar gekend heb, en dan had mijn zonder vreugde verworven
eld toch nog geluk kunnen aanbrengen. Maar ik vond Ottilie
in een veiligen haard. Mijn oor heeft zich verkwikt aan de
erichten uit haar leven ik ga weder."
„Maar niet zonder bij ons uitgerust te hebben," zeide Gein-
ingen levendig. De man, die zooveel zelfbewustzijn bezat,
Jviel hem buitengewoon. //Gij zult mijne en Ottilie's kinderen
illen leeren kennen, met mijne vrouw praten over vervlogen
|den, mij uit uw, zonder twijfel zeer belangrijk leven het een
1 ander mededeelen."
„Ja. schenk ons den dag van heden. Het is pinkster en
ilt gij nu het feest des nachts, in den sneltrein beginnen,"
•oeg Ottilie.
„Pinkster," zeide Othmer aarzelend. „Ik heb het sedert vele
ren niet meer gevierd. Een eenzaam jonggezel en feesten
ie passen niet bij elkander."
z/Hoe, gij wildet heden avond dus weder afreizen vroeg
emmingen, die over dit plan toch wel eenigszins verheugd was,
int het bewees hem meer dan Ottilie's woorden, dat die man
et als bloedverwant van Ottilie zich wilde opdringen.
//Wat drijft u zoo spoedig naar Berlijn terug?"
„Het egoïsme," antwoordde Othmer kalm, „ik wil mijne
chter opzoeken en de vreugde van een vader leeren kennen."
„Hoe," riep Gemmingen onaangenaam getroffen, „gij hebt een
chter en noemdet u zooeven nog een oud gezel
„Een dochter," zeide Othmer, als ware het de eenvoudigste
ftk ter wereld, „die ik op het oogenblik evenmin ken, als
iets van mij weet. Maar die mij zonder twijfel met vreugde
vader zal aannemen, wanneer ik haar vertel wie ik ben.
recht, door hen zijn vastgesteld de lijsten der kiesgerechtigden van
leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal, de Provinciale
Staten en voor den Gemeenteraad, alsmede van die, welke sedert
de vaststolling der vorige kiezerslijsten daarvan zijn geschrapt.
Dat die aan het raadhuis zijn aangeplakt en bovendien van heden
af gedurende veertien, dagen (Zon- en Feestdagen uitgezonderd),
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4uur, op het raadhuis
ter inzage zulleD liggen, binnen welken tijd degenen, die daartegen
eenige reclame mochten hebben, die bij ongezegeld verzoekschrift,
door de vereischte bewijsstukken gestaafd, aan den Raad zullen
behooren in te dienen, na verloop van welken tijd daarop geen
regard meer zal kunnen worden geslagen.
Gedaan te Schagen, den 13 Maart 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DE PATER, Weth.
Do Secretaris,
DENIJS.
Burgemeester en Wethouders van Schagen, brengen naar
aanleiding van het 2e lid van art. 35 der Wet van 4 Juli 1850
(Staatsblad No 37) bij deze ter algemeene kennis, dat bij de
herziening der lijsten, aanwijzende de personen die bevoegd zijn
tot het kiezen van leden voor de Tweede Kamer der
Staten Generaal, de Provinciale Staten en den
Gemeenteraad, de namen der volgende personen wegens
het verliezen van een of meer der gevorderde vereischten of
uithoofde van overlijden daarop zijn Geschrapt, als
A. Wegens het verliezen van een of meer
der gevorderde vereischten:
J. Boschman, A. Brands, J. Bruin, G. Dorbeck, M. Grootes,
D. V. van Hoolwerff, K. Jonker, A. M. F. Koltrop, T. Koopman,
G. Krabman, H. van Leeuwen, C. van der Meulen, K. Molenaar,
P. van Nuland, G. Rotgans, J. Scheepstra, M. Schenk, W. Schenk,
Cs. Schoen, D. Smit Gz., P. van Stipriaan, D. Stoop, J. Struif en
C. Zeeman.
B. Wegens Overlijden:
P Baars, Jb. Bertz, P. Blom, C. Breed, Johs. Honing, Jb.
Mijn reeds lang gestorven broeder hij was met een Warns-
dorf gehuwd, vandaar onze bloedverwantschap," voegde hij er
tusschen „mijn broeder liet een dochter na, die in Berlijn
inwoont bij een ambtenaars-familie. Gij zult nu begrijpen, dat
de wees geholpen is, wanneer men haar een vader, en ik ben
gered, als men mij een dochter geeft."
Hoe natuurlijk klonk dat uit zijn mond. En daarbij klopte
Ottilie het hart in doodsangst. Nu zal Dietrich vragen
naar diens broeder, naar diens vrouw o, welk een vreese-
lijk uur
Maar Gemmingen was volstrekt niet nieuwsgierig naar men-
schen, die bovendien reeds lang gestorven waren. Hij dacht
slechts vluchtig, dat deze doode broeder en zijne vrouw waar
schijnlijk het „spook in huis" bij Warnsdorf en Othmer ge
weest waren. Wanneer die vrouw Ottilie's zuster was geweest,
dan was het voor hem in zijn positie immers dubbel aangenaam,
dat hij het bestaan dier vrouw niet kende. Dat in zulk geval
Ottilie zich toch om het bestaan harer nicht moest hebben
bekommerd, kwam hem wel in de gedachte, toen het gesprek
doorging en er over handelde of Othmer blijven zou of niet.
En deze invallende gedachte nam hem zoo in beslag, dat
hij in het oog loopend verstrooid scheen. Zeker Ottilie's
zorgen voor geldelijke verdienste die bejaarde tante kon
wel met minder rondkomen en Ottilie's bijna koortsachtige
voorbereidselen, om elk jaar de reis naar die tante maar moge
lijk te maken er was geen twijfel meer, zijne vrouw had,
om hem te ontzien, het bestaan dier bloedverwante verzwegen.
Een gevoel van beschaming beving hem. Ottilie had aan
zijn lamilietrots en zijn ambtenaarshoogmoed deze concessie
gebracht. Was hij in die opzichten zoo gestreng, dat zij tegen
over hem niet over dat arme meisje durfde spreken Wel is
waar, wanneer zij er van gesproken had zou zijn hart het on
gelukkige kind aan zijn eigen haard geroepen hebben en
in de familie Geramingen een meisje met bevlekten naam
dat zou toch ook niet gegaan zijn!
Ottilie sloeg van tijd tot tijd met angstigen blik haar echt
genoot gade. Zij zag, dat hij over iets peinsde.
„Wij moesten Mary en Axel nu roepen," zeide zij.
Daar zag Yalentin Othmer nu Ottilie's kleine huisgezin
bijeen. Dat er geluk heerschte, moest zelfs zijn ongeoefend
oog spoedig erkennen en evenzoo, dat Ottilie het middelpunt
was der liefderijkste vereeriDg.
Ottilie's wangen waren hoog rood gekleurd en hare oogen
vonkelden. Zij was diep bewogen. In de eene minuut jubelde
zij, dat nu de zorgen en het geheim van haar afgenomen waren,
dat Othmer hare Sabine zou steunen en liefhebben; in de andere
Kant PzD. Keesman, A. Pauw, J. Roggeveen Cz. en N.
Wagemaker.
Schagen, 13 Maart 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. DE PATER, Weth.
de secretaris,
DENIJS.
Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente Schagen,
brengt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier gemeente,
dat do kohieren No. 4/5 voor do Belasting op het Personeel over
bet dienstjaar 1888/89 op den 13 dezer door den Heer Provin
cialen Inspecteur in de Provincie Noordholland is executoir ver
klaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen
binnen deze gemeente ter invordering is overgegevea.
Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo ver
maand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te
geven, ten einde alle gorechtelijke vervolgingen welke uit nalatig
heid zouden voortvloeien te ontgaan.
Schagen, den 15 Maart 1889.
Het Hoofd van bet Plaatselijk Bestuur voornoemd,
C. DE PATER, Weth.
Schagen, 16 Maart '89.
Donderdag jl. had in het Noord-Holl. Koffiehuis de ver
gadering plaats, der aigevaardigden van de verschillende plaat
selijke kiesverenigingen uit dit district, die waren opgekomen
om te beraadslagen over de vorming eener Centrale Liberale
Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict Schagen, tot het stellen
van Candidaten voor de Provinciale Staten.
"Vertegenwoordigd waren de vereenigingenSchagen, Winkel,
Zijpe, Anna Paulowna, Petten en Zuid-Zijpe, benevens nog
enkele belangstellenden uit andere gemeenten van dit district.
Door den voorzitter der voorloopige regelingscommissie, den
heer Jb. Stammes, werd na opening der vergadering, mede
gedeeld, dat de commissie tot leiddraad had genomen de statuten
der Centrale Liberale Kiesvereeniging in het hoofdkiesdistrict
Enkhuizen.
beefde zij bij de gedachte, dat haar echtgenoot na Othmer's
vertrek haar met allerlei vragen zou kunnen lastig vallen.
Hoe zat nu Othmer vriendelijk pratend naast harenechtge
noot en hoe had zijn komst haar eerst doen ontstellen. En hoe
eenvoudig, hoe logisch had deze man de feiten opgenomen.
Ook hij vond, dat het verzwijgen van haar eerste huwelijk
geen leugen was geweest en haar nimmer als zoodanig kon
toegerekend worden. En hij had een ruimeren blik en kende
de wereld.
Maar dan gevoelde zij weder, dat Othmer niet de rechter
was omtrent deze vraag, Om het fundament te beoordeelen,
waarop het gebouw van een huwelijk is opgetrokken, heeft men
nog een andere maatstaf noodig, dan die, welke het verstand
aangeeft. Othmer was niet gehuwd geweest, had misschien nooit
bemind. Wat wist hij er van, wat het beteekent, liefde en ver
trouwen te geven en te ontvangen.
Alle menschen, die over liefde spraken, verklaarden, dat zij
zonder vertrouwen niet kan bestaan. Zeker, dat was een dwaling.
Want Ottilie beminde haren echtgenoot en juist uit liefde, om
zijnent en harentwille, had zij gezwegen. Hoevele honderden
malen zou het niet voorkomen, dat mannen opzettelijk aau
hunne geliefde vrouwen de dwalingen hunner jongelingsjaren
verzwegen, om hare gemoedsrust niet onnoodig te verstoren.
Dat was hun recht, hetwelk niemand hun kou en mocht be
twisten. En hoevele honderden malen zou het gebeuren, dat
mannen in het huwelijk zelfs voor hunne vrouwen dingen ge
heim houden, die het innerlijke van hun gemeenschappelijk
leven volstrekt niet betreffen, maar toch dit leven nutteloos
zouden kunnen bedroeven.
Wederkeerig alles op te biechten geen geheimen voor
elkander te hebben dat is markt-wijsheid.
Deze soort van openhartigheid is niet van gelijke beteekenis
met waarheidlievendheid. Kende Ottilie niet vrouwen, die
alle kleine gebeurtenissen van haar jonkvrouwelijk leven haar
fijn aan den man overbrachten en wier geheele genegenheid
voor den echtgenoot bloot een onbewuste leugen de,r gewoonte
was? En zulke vrouwen met dergelijke valsche gevoelens durf
den er hoovaardig op pochen, dat zij voor liu ine eehtgenoot.en
nooit geheimen hadden. En kende Ottilie nog niet veel ergere,
die evenals de arme, ongelukkige Abigail, voor hare echtge-
nooten liefde huichelden, bloot om reden van maatschappelijke
toestanden en verhoudingen
Ja, dat was leugen. Maar niet in haar hart, dat met eiken
slag baren echtgenoot toebehoorde.