Zondag, 31 Maart 1383. 33ste Jaargang. ITo. 2235. S LRU GKH Ungever: J. WINKEL. Bureau: 8CHACAEN, Laan, D, 5. Gemeente Scha gen. Bekendmakingen. gouden oorknopje met rose caméesteentje. Roman van ID A BOY-Ed. VIT. Binnenlandsch Nieuws. SGHAGER A COURANT Atol- Min! Di.t Blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater- lagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- ÏENTIÉJN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger. Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIEN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meerfO.li Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. VERLOREN: op Zondag, 17 Maart j. 1., langs den weg Tan de Laan naar Lagedijk, een Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter secretarie dezer jemeente. Vermist: op Woensdagavond 27 Maart j. 1., tusschen Wieringerwaard en ïchagen. uit een koppel: een groot wit Schaap, [emerkt met een roode streep over het schoft en een roode stip ip het gat. Inlichtingen hieromtrent worden verzocht tpr Secretarie dezer [emeente. De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van de ngezetenen, dat de Heer Landmeter van het Kadaster zich. tot iet opnemen van kadastrale veranderingen, in deze gemeente ;al vervoegen in de volgende maand. Schagen, 26 Maart 1889. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. Het Hoofd van hot Plaatselijk Bestuur der Gemeente Schagen, irengt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier gemeente, lat het kohier van het Patentrecht over het derde Kwartaal van iet dienstjaar 1888/89, op den 25 dezer, door den Heer Provin- ialen Inspecteur in de Provincie Noord-Holland is executoir erklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe 20.) „Mary wijst Heimburg af," zeide Ottilie op matten toon, ten zij^weder in de huiskamer was gekomen. //Mijn arm, klein cisje. Moedeloos leunde zij het hoofd tegen den schouder van den ïhtgenoot. „Maar lieve verontrust u daarover nu zoo niet," troostte lemmingen. //Wacht eerst af of er wel redenen zijn om te eenen." //Mary heeft zich zelve onbewust aan mij verraden zij eoo de, dat het aanzoek van von Bentheim kwam en zij van geluk. Zij heeft, hoop ik, niet bemerkt dat ik haar eb doorzien." Gemmingen fronste de wenkbrauwen, en keek Abigail toor- Ok" ^aar zeide alleen feen Za^ Mary te boven komen, wanneer deze neiging elkemeUW Voe<*sel ontvangt. Welk een fatale toestand, in 611 W1J 11 u geraakt zijn een afwijzend antwoord te schrij- - aan iemand, wien daardoor een hartewonde wordt geslagen, pijnlijk." de daemon, die in Abigail's gemoed huisvestte, iar weder tot lachen. lein 60 k'fraasi maar weinig wol," zeide zij spottend. „Mary's s ZWak vo°r Joroslaw von Bentheim zal wel vergaan, ïer efU>I V°°r zon- uw veriangen heb ik met dien ^ref^ r°keD' wat den naïven jongeling, dien Heimburg, !e?t 1 1°° versPee^ toet noodeloos uwe teergevoeligheid hij m u-f(?n Inorgen van mij de mededeeling ontvangen, dat de !(je,1 Amerika u millioenen brengt. Hij heeft van deze Qe ee !"g uitstekend gebruik gemaakt, dat moet ik zeggen." wiif™'»gen s gelaat onderging eene vreeselijke verandering, J ttilie ontzet de lichtzinnige vrouw aanstaarde. ïlr waagt het gij die wjj met liefde en geduld toagen hebben gij g;j J» emmingen streed met geweld tegen den toorn, die hem „Mi?ïd, ?njtuimig door de aderen deed rollen, de l m'Jn rein' onschuldig kind hebt gij verstrikt iheirieU^enS Van UW 'even Aan den een hebt gij de gele- ze h ^®ven> 'laar met huichelachtige vleierijen het arge- rmopH i verglftigen> den ander hebt gij uit klinkklaren eevrmri-uv' ,.aar door een berekend aanzoek te vernederen. wiscLhl8 tr. Sy mijn kind beleedigd doodelijk on- miJn oogen of ik vergeet, dat dezelfde belastingen binnen deze gemeente ter invordering is overgegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo ver maand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht to geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatig heid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 28 Maart 1889. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, G. LANGENBERG. PATENTEN. De Burgemeester van Schaeen brengt ter algemeene kennis, dat de patenten, aangevraagd in de maanden November, Decem ber en Januari I.I., 3de Kwartaal, dienstjaar 1888/89, ter gemeente secretarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald vanaf Zaterdag den 30en Maart tot en met Vrijdag den 5en April a. s., des voormiddags van 9 tot 12 ure, den invallenden Zondag uitgezonderd. Schagen, den 29en Maart 1889. De Burgemeester voornoemd, G. LANGENBERG. Schagen, 30 Maart 1889. De vergadering der afdeeling Schagen, der Maatschappij „tot Nut van 't Algemeen," welke was vastgesteld op 2 April, is uitgesteld tot Dinsdag 9 April. Maandag j.1. hield de kiesvereeniging „Vrijheid" te Langendijk, in de kolfbaan van den heer A. Kist te Zuid- Scharwoude eene vergadering, die door 63 leden werd bijgewoond. Besloten werd op voorstel van het bestuur, tot aansluiting voorloopig voor den tijd van één jaar bij de Centrale Kiesver. te Schagen en naar de Centrale Kiesvergadering, op 7 April a.s. te moeder ons het leven heeft geschonken „Dietrich I" riep Erancis bezwerend en vatte den opgeheven arm zijns broeders. Abigail stond daar bleek, versteend. Hare ronddwalende oogen verrieden alleen, dat zij nog leefde. Zij begreep volstrekt niet wat zij had misdaan. Ottilie vatte haar bij den arm. „Ga," zeide zij op doffen toon, „dat is in dit oogenhlik het beste." „Ottilie!" riep Abigail uit. En als een dolksteek drong haar het bewustzijn van hetgeen zij had misdaan, door het hart. Ja, zij had met Mary gespeeld, gelijk zij gewoon was met alle menschen te spelen, al naar hare luimen zulks ingaven. Verstoot mij niet," stamelde zij „Ga dan nu," verzocht Ottilie weenend. „Geef mij dan een enkel goed woord." „Neen," fluisterde Ottilie, „dat kan ik u niet vergeven." Abigail schudde een paar malen het hoofd. „Het is te laat, het is te laat," fluisterde zij en verliet langzaam, langzaam het huis, waar zij altijd vrede en troost had gevonden. En bij haar te huis, in hare koele, prachtige vertrekken trof zij haar echtgenoot aan, die juist was teruggekeerd. Haar hart scheen te willen breken. Eén mensch, iemand op aarde moest toch voor haar een goed woord hebben. Hij daar haar echtgenoot. De man met de oogen van haar kind. Zij nam naast hem plaats en vleide haar bleek gezicht tegen zijn schouder. Hij rook naar wijn en had een punschgroc voor zich staan, maar zij wendde zich nu niet om dien geur afkeerig van hem af, gelijk zij vroeger had gedaan,- zij rook zelfs niets, al haar zenuwen waren als verlamd. Slechts dit ééne leefde in haar de begeerte, een vriendelijk, hartelijk woord te hooren. Daarvoor wilde zij haar verder leven stil en dankbaar naast haar echt genoot doorbrengen. „Mannhardt," zeide zij op doffen toon, „ik wil u zeer lief hebben. Wij zullen beproeven, gelukkig te zijn met elkander." Mannhardt, door den wijn openhartig geworden en voor treffelijk geluimd, tikte haar lachend met den elleboog in de zijde. „Halloh," zeide hij lachend, „op dat accoordje ga ik niet in. Gij zult er op rekenen dat ik morgen Bentheim weder te dinee- ren zal vragen, niet waar Hü lachte nogmaals. Abigail wankelde. Zij sloot de oogen. Zoo stond zij eenige oogenblikken onbewegelijk. Zij durfde zich niet te verroeren. Uit alle hoeken, overal waar heen zij den blik wendde, zag zij in gloeiend schrift de woorden „Te laat. Te laat" Zij verliet wankelende de kamer en Mannhardt bemerkte het niet eens dat zij heenging. Hij goot zich nog eenige drup pels cognac bij zijn punschgrog houden, 2 afgevaardigden heen te zenden, terwijl daartoe werden gekozen, de heerenP. Nobel en H. van Twuijver. Nog werden de heeren: A. Vonk, notaris te Schoorldam en C. Swager, landbouwer te Heer Hugowaard, gekozen, om namens de vereeniging in de vergadering te Schagen, te worden gebracht op de lijst der candidaten. De Liberale Kiesvereeniging te Enkhuizen, heeft voor de verkiezing van 2 leden voor de Prov, Staten tot voorloopige candidaten gekozen, de hh.: R. J. D. Hartkamp, burgemeester van Enkhuizen en J. J. Willinge, burgemeester van Hensbroek. Uit Enkhuizen meldt men dat tegenwoordig het vervoer van jonge kalveren van daar naar Eriesland bijzonder belangrijk is. Sommige dagen wordt meer dan 50 stuks verzonden. Ze worden in Eriesland opgefokt, om na verloop van eenige jaren weder als echte Eriesche koeien in Holland te worden ingevoerd. Naar men verneemt zullen al de stations op den spoor weg Amsterdam Helder en Amsterdam Enkhuizen telefonisch worden verbonden. Door de leerlingen der Openb. Lagere School te Kolhorn, is ten behoeve der Loods-Weduwen en Weezen te Vlissingen, bijeengebracht de som van ruim f 10. Door den commissaris van politie te Helder is ontdekt en in verzekerde bewaring genomen de schrijver van den brief aan den schildwacht van het. koepeltort op de Ilarssens. Het blijkt dat de kanonnier v. G., de schildwacht, zelf de schrijver was; ook nog twee zijner kameraden zijn in arrest genomen. Zooals men weet, werd er beweerd dat die schildwacht ver raderlijk was aangevallen door drie mannen, die's nachts op dat pantserfort zouden gekomen zijn. In de gezellige eetzaal echter, bij Dietrich von Gemmingen gonsde nog het gaslicht en verspreidden de houquetten haren aangenamen geur. Maar drie ontstemde menschen en een bedeesde knaap zaten bij de vreugdelooze tafel aan. Ottilie verliet van tijd tot tijd het vertrek. En eenmaal toen zij terugkwam, zeide zij „Mary slaapt. En de tranen zijn op haar gelaat gedroogd." VIII. Toen Axel zich ter ruste had begeven, keek Gemmingen zijn broeder, onderzoekend aan. Erancis scheen zeer bedrukt en zuchtte meermalen. „Dit ongeval, mijn oude jongen, moet u natuurlijk niet terughouden, voor ons uw hart uit te storten." Gemmingen zeide dat op den hartelijksten toon, terwijl hij Erancis' glas nog eens vol schenk. Francis keek van ter zijde naar Ottilie, op wier gelaat maar al te duidelijk de ontroering van dezen dag haar stempel had gedrukt. „Nu," zeide hij maar men zag, dat hij het uit opgewonden heid zeide „neen, het zou even onbescheiden als gruwzaam zijn, wilde ik Ottilie nog met mijne zorgen belasten." „Dus het is geen blijde bekentenis, dat gij bemint en ons uw verloofde wilt voorstellen Dat meende ik toch, en uw vroolijk binnentreden versterkte mij in deze meening." „Gij hebt gelijk. Ja, ik bemin en word bemind. Maar het noodlot heeft daar tusschen mij en mijn geluk een scheidsmuur geplaatst. Doch laat dit rusten tot morgen, Dietrich." „Neen," zeide Ottilie, vol zenuwachtig ongeduld, „deze wijze van halve toespelingen op een zaak en zich dan er van af te wenden, is eenvoudig onverdragelijk. Wanneer heden dan juist alle onweders over ons moeten losbarsten nu dan ik ben bereid tot alles, zelfs om verslagen te worden. En morgen kan dan weder de hemel helder zijn." Gemming streek zich met de hand over het haar. „Lieve," zeide hij met teedere bezorgdheid, „ik maak mij werkelijk angstig over uwe overprikkelde gemoedsstemming." Ottilie staarde hem diep in de oogen. „Zoolang ik uwe liefde heb, ben ik sterk." „Welnu dan, Erancis?" vroeg Gemmingen. „Welke hinder palen stellen zich uwer keuze in den weg Is het ditdat op het verleden der door u beminde een vlek rust, die door berouw en liefde uitgewischt en door een wettig huwelijk ge dekt zal worden, geef u dan geen moeite. Mijn huiselijke kring blijft in dat geval altijd voor haar gesloten." „Neen," riep Francis met vuur uit, „zij is rein, goed, be- minlijk evenals uwe eigen dochter. Beter kan ik u toch niet zeggen?" „Is zij misschien arm?" vroeg Gemmingen verder. Zijn toon werd aanmoedigender. Hij zag in, dat hij alleen door vragen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 2