l I Wordt Vervolgd. Een oppassend arbeidsman bad sinds jaren het huis, waarin hij woont, met een lapje grond daarbij in hour van een ver mogend heer. Overvloed had de man niet, maar hij kwam toch rond. Wie met z'n handen het brood verdienen moet voor zich en een vrouw en een paar kinderen, die mag al van geluk spreken als hij de man blijft die hij is. Er kon onzen vriend dan ook niets ergers overkomen, dan op een kwaden dag uit z'n huis en uit z'n bedrijf te worden gezet. Werkelijk kwam er iemand die bet huis en het lapje grond van den eigenaar wilde koopen. Stel u de wanhoop van den huurder voorHij ging eens naar den eigenaar om te vragen of meneer er werkelijk over dacht het huis en het lapje grond te verkoopen. 't Zou voor hem zoo vreeselijk zijn uit z'n brood winning te worden gejaagd. Ja, dat vond de eigenaar ook. «Hoor eens hier," zei de eigenaar, «ze hebben me geld geboden, maar ik heb gedacht, ik moest het huis en het lapje grond maar liever present doen. Je bent een eerlijke en een vlijtige kerel, en dan behoef je voortaan geen angst meer te hebben, dat ze je te avond of te morgen uit je boeltje jagen." En zoo gebeurde 't. Onze arbeidsman heeft de wettige eigendoms bewijzen reeds welbewaard in 't kabinet Klinkt dit niet als een vertelseltje? Toch is 't gebeord, en nog maar heel kort geleden, en wel te Pnrmerend. Meneer Domela Nieuwenhnis zou 't niet willen geloovenen toch is 't waar. Terwijl dezer dagen de echtgenoote van H. in den Haar lemmermeerpolder achter in het huis werkzaam was, bespeurde zij brandlucht. In de huiskamer komende, zag zij tot haren schrik, dat haar kind van ongeveer 10 maanden, een oogenblik te voren door haar in eenen stoel gezet, in brand stond. Daar er geen vuur in de nabijheid was en het kind zich alleen in de kamer bevond, is er reden om aan kwaadwilligheid te denken. Yan wege de justitie is dan ook een onderzoek ingesteld, en tengevolge hiervan is de 14-jarige dienstbode in hechtenis genomen. Het kind, ofschoon over het geheele lichaam vreese lijk gebrand, is nog in leven. Omtrent den Utrechtschen jonkman, die voorgaf eene erfenis van eenige millioenen te ontvangen te hebben, deelt het L. D. de volgende bijzonderheden mede Die «schatrijke" heer bestelde bij een handelaar in muziek instrumenten twee piano's voor f 1500, waarvan hem er ééne werd geleverdeen bedden-handelaar leverde hem voor een bedrag van f 200( een meubelmaker voor eene som van f 800, terwijl bij dezen in bewerking was voor f 2500, een tapijt handelaar had voor hem in bewerking voor f 3000, iemand leende hem eerst f 6000, daarna f 4000, twee handelaars in wijnen leverden voor f 300, waarvan de één de waarde terug kreeg. Eene firma in boek—, plaat- en kunstwerken vertrouwde hem voor f 2300. Een schilder verkocht eene schilderij aan hem, doch leverde ze gelukkig nog niet af, daar er hier en daar nog iets aan afgemaakt moest worden. Later, als de heer in Leiden woonde, had hij nog veel meer noodig. Een kleermaker, die hem de noodige kostuums leverde, had de behendigheid zijne leverantie weer in bezit te krijgen. De heer dineerde te 's-Hage voor f 10 daagszijne maand paarden aldaar kostten hem f 140 per maand, waarvan hij voor ééne maand betaalde. Eiken dag kwam een palfrenier driemaal vragen of mijnheer ook uit rijden wilde van Francis de waarheid kon te weten komen. «Ja," zeide Francis, «ik geloof zelfs, dat zij zeer arm is.' «Dat, mijn beste jongen, is wel het minste bezwaar, ja, het is er zelfs geen,' verklaarde Gemmingen en vatte Ottilie's hand. «Deze hier, wier waarde voor mij en u niet met milli oenen cijfers is uit te drukken, had ook geen cent vermogen, ja, zelfs nog de verplichting, eene arme bloedverwante te onderhouden. En ook Mary moet eenmaal door andere gunstige eigenschappen, dan door een vermogen, een echtgenoot winnen. Tegenwoordig, nu de valsche weelde in alle kringen doordringt, zijn eenvoud, huiselijke deugden en een eerlijk hart veel grooter huwelijksschat dan geld.' «Gij wist toch wel vooraf, Francis,' zeide Ottilie met een zachten glimlach, «dat Dietrich dit u ten antwoord zou geven.' «Ja,' zeide Francis, nu besloten om op zijn doel af te gaan, «en ik wil ook over deze bijkomende omstandigheden niet spreken. Het meisje, hetwelk ik bemin, leeft onder de schaduw eener schuld, die haar vader heeft begaan. Dit zou mij, eigen meester als ik ben, geen oogenblik verhinderd hebben, mijne verloving plechtig en openlijk bekend te maken. Alleen de plichten van piëteit en de behoefte van mijn eigen, u zoo grenzeloos toegenegen hart, dwingen mij, het zonderlinge geval vooraf met u te bespreken.' «Dus de dochter van een misdadiger,' riep Gemmingen diep verschrikt uit. «Neen Francis gij kunt uw edelen naam niet vereenigen willen met een bevlekte.' „En zij zij zij heet?' vroeg Ottilie in de grootste spanning. Zij had met hare beide handen de armleuningen van haar stoel vast omklemd en leunde met het achterhoofd tegen de kussens van haar stoel. Zij preste de lippen op elkander en sloot de oogen. Het onzekere vermoeden, hetwelk bij haar was opgekomen, toen zij het schilderstukje had aanschouwd, was haar nu tot zekerheid geworden. Het zwaard, dat haar achttien jaren lang boven haar hoofd had gehangen, dreigde nu haar te verpletteren. Nu bedreigde haar de dood. «Zij heet vroeg Gemmingen. „Sabine Ottmarzeide Francis. Er volgde geen antwoord. En als hij angstig den blik op sloeg naar Ottilie, zag hij dat zij daar zat, verstijfd, doodsbleek. Hij sprong van zijn stoel op en boog zich over haar. «Ik zeide het wel,' riep hij uit met zelfverwijt, «het werd haar heden te veel." Gemmingen, die door schrik verstomd was, schoot insgelijks «Ottilie,' smeekte hij, „lieve Ottilie, kom tot u zelve. Geef wijn, Francis het servet zoo 1" Enkele brieven, welke mijnheer ontving, waren £ea^"öe^ aan «jonkheer" enz. In het Nieuw» van den Dagjan November kwam van hem met die onderteekemng ee advertentie voor van zekere mevrouw, ongetwijfeld egi.n wie hij zijne «millioenen" verschuldigd is. Behalve de reeds vermelde personen, die te Len e P zijn geworden van den «millioenenheer", is ook nog een fte|- kleermaker aldaar er in geloopen, dank zij den tact van en bedriegen, welken de zoogenaamde jonkheer, naar thans telkens meer en meer blijkt, bezat. Bedoelde heer is R. Broekhoff, in den laatsten tijd zich noemende jonkheer Broekhoff de la Bourgeois. De dame toch, van wie hij denkbeeldig moest erven, was door hem ge oop mevrouw de weduwe De la Bourgeois. Uit erkentelij ei nam hij zeker haren naam aan. Eene poging, door hem aangewend om zich in eeue 9 onder Warmond te verdrinken, is mislukt. De jonkman was vroeger winkelbediende te Utrecht. De Staatscourant van Donderdag bevat het volgende bericht omtrent den toestand van Zijne Majesteit den Koning. Volgens verklaring van de geneesheeren des Konings is m Zijner Majesteits toestand in de laatste week wemig verandering gekomen, terwijl de ongunstige verschijnselen aanhouden en eerder toe- dan afnemen. Naar men nog van particuliere zijde omtrent den toestand des Konings meldt, is deze tamelijk onveranderd. De voedsel- opname nam niet toe, de opgewondenheid bleef bestaan en de slaap werd door geneesmiddelen bevorderd. Ook gaat nog het gerucht dat H. M. de Koningin met beslistheid geweigerd heeft het Regentschap in de gegeven omstandigheden te aanvaarden. De beide Kamers der Staten-Generaal zijn tegen Dinsdag 2 April 's nam, ten 2 ure in eene veieenigde zitting saamge roepen, om te voorzien in de behoefte aan een Regentschap door de voortdurende ziekte van Z. M. den Koning. De Hertog van Nassau is te Luxemburg aangekomen. Volgens de Constitutie van 17 October 1868 wordt in geval de Koning-Groothertog buiten staat is om de regeering te voeren, het Regentschap ingesteld overeenkomstig de voorschriften van het Nassausch familieverdrag dd. 30 Juni 1783, welke den vermoedelijken Troonopvolger daartoe aanwijzen. Verdere bepalingen ten dezen behelst de Constitutie niet, doch de Regeering heeft sedert lang alle maatregelen genomen. De uitslag der verkiezing van een lid der Tweede Kamer in hoofdkiesdistrict Dordrecht is als volgtUitgebracht werden 2624 stemmen, van onwaarde 20. Volstrekte meerderheid 1303 Gekozen de heer S. M. HugO van Gijn {liberaal), met 1402 stemmen. De heer J. G. van Schaardenbrug {antirevolu tionair) verkreeg 1202 stemmen. Aan de liberale kiezers, zoo schrijft de N. R. Ct., komt een woord van hulde toe. Zij hebben eene prachtige overwinuing bevochten. De beteekenis van den uitslag dezer verkiezing komt vooral helder uit, wanneer men de cijfers daarvan vergelijkt met die van het vorige jaar. Op 6 Maart 1888 werden uitgebracht 2569 geldige stemmen Daarvan verkreeg de heer Van der Borch van Verwolde, (a.r.), er 1255, de heer Van Osenbraggen, (lib.), 1241. Op den heer Van der Linden van Snelrewaard waren er 62 uitgebracht. Bij de herstemming werden er uitgebracht 2715. De heer Van Osenbruggen, (lib.), had er 1413, de heerv. d. B., (a.r.,) 1286. Het stemmeucijfer der clericalen is dus vrij belangrijk ach teruitgegaan. Stelt men het aantal overleden en vertrokken kiezers op 70 (eene matige raming), dan blijkt dat de liberale candidaat dit maal ruim de volstrekte meerderheid had van het geheele getal kiezers iu het district. Zulk een uitslag eener verkiezing heeft in de tegenwoordige politieke omstandigheden eene gewichtige beteekenis Omtrent het vergaan van het Nederlandsch (Rotterdamsch) barkschip «Emma", bij Whitby, deelt Kapitein Schall de vol gende bijzonderheden mede: Nadat wij op 19 Maart met mooi weer en Z. Z. O. wind IJmuiden verlieten, zetten wij koers naar de Engelsche kust en kregen 20 Maart des ochtends Flamborough Head in 't gezicht. Ten 1 uur 's middags kwam een sleepboot uit Shields te sleepen en meenden nog denzelfden avond aldaar te komen. Des avonds tegen 7 uur draaide de wind naar het Noorden en woei het zoo hard, dat wij besloten het schip in Oost-Hart]epool binnen te brengen. Het was intusschen geheel dik van sneeuw en regen geworden en door het zware stampen van het schip brak de sleeptros (een nieuwe 11 duimsche hen nepkabel) en verloren wij de sleepboot uit het gezicht. Ons bleef niets anders over dan te trachten vrij van den wal te komen en zetten toen zooveel zeil bij. als het schip dragen kon doch het gelukte ons niet het schip Noordwaarts te brengen en toen niets meer hielp en wij de branding al dicht vooruit hadden, liet ik het schip recht voor den wind houden om het zoo hoog als mogelijk op te laten loopen om ten minste ons leven te kunnen redden. Het was ongeveer ll1/^ uur 's nachts toen het op de klippen stiet en de zee er over heen brak, zoo dat wij enkel op lijfsbehoud bedacht waren. Zoo spoedig als doenlijk was, zetteu wij de booten over boord, daar wij ieder oogenblik verwachtten, dat de brekende zee alles aan dek zoude verbrijzelen of wegslaan. Het schip kwam gelukkig wat dwars in.de zea te liggen en helde aaar de landzijde over, zoodat wij de booten over boord konden brengen; wij waren maar twee scheepslengten van den wal en hadden in lij van het schip iets stiller water. Ik was met 6 man in de eene boot de eerste stuurman met de overigen der equipage in de andere Mijn boot sloeg, toen wij een weinig van het schip verwijderd waren, door een zware zee om, en zonk; wij werden allen met de zee op de klippen geworpen, ik tot drie keer, doch ten laatste kwamen wij allen gelukkig aan land. De eerste stuurman met de andere boot kwam iets beter aan wal. Wij kwamen allen min of meer gewond, dicht bij een boerenhuis aan dé kust- de menschen namen ons vriendelijk op, 6n zooveel mogelijk droge kleeren en voedsel. De heer W. E. Willink Ketjen was Red Donderdag 28 Maart j1. voor de kamer van i„s» gebouw der Haagscbe Rechtbank te verschijnen om?'6 om het i oi fis D! ■bi gehoord, over het volgende, in de dagvaarding g fat hij in 1889 ie 's-Gravenhage den minister bedreigd heeft H. R. H. prinses Wilhelmina van he,S berooven, door in het begin- van Januari 1889 in C van benoemden minister dreigend de woorden te uiten N «dat voor iedere traan, dien zijne vrouw geweend k, droppel bloed zou moeten vloeien,* en N, «dat hij zich zelf recht zou verschaffen, door Nedei treffen in hetgeen het 't dierbaarst is' en door op 2l J'-L 1889 tot genoemden minister dreigend de woorden t |Pet «dat hij zich zou wreken, het prinsesje zou dooden zich zei ven een kogel door het hoofd zoude jagen.» L Bij den heer Voncken, wonende op de hoeve Jivïl, te Groot-Haasdal, gemeente Schimmert, kwam dez;r landlooper om brood en geld vragen. Het eerste gegeven, het laatste geweigerd. Morrend verliet de bede- JT£ hoeve. Hij kwam echter 's avonds terug, was toen T Jelui' van twee bossen stroo, welke hij voor de poort der hoe,, JT 1 en in brand stak. Het vuur werd gelukkig tijdig ontdev.|^- gebluscht. De bedelaar sloeg op een afstand zijue pogj^W brandstichting gade en koos onmiddellijk het hazenpad hij zijn toeleg ontdekt zag. Hij vluchtte in de richting za het Ravenbosch. T Se- E 11 In de gemeente Oost-Stellingwerf is eene vrouw ilka een schrik plotseling krankzinnig geworden. In hare brak een geit uit het hok en liep een ladder omver toen de vrouw de deur opende, zoodat de ladder op den neerkwam. *ni I Bol Te Deventer heeft zich een commissie gevormd versterkende middelen aan minvermogende en behoeftige stellende zieken te verstrekken. Een ingezetene schonk^ zijnde het bedrag dat hij moest uitgeven voor het koopen een rem pissant voor zijn zoon, zoo hij niet voor de nati militie had vrij geloot. OD [De «tij la (wil line bi De heer Swanenfeld te Kollura is in het bezit vuie'd prachtigen, jarigen hengst, een appelvos met sneeuwwitte i en staart. De heer Oscar Carré heeft den heer S. aanm dit dier te verkoopen en daarvoor f 700 geboden. De be vroeg echter f 200 meer. De onderhandelingen zijn no? - afgebroken. nc iel ml len ira m Bi. Te P. zijn twee gebroeders zoons van den dori de een, oud 19 jaar, helpt zijn vader in de smederij,|it ander, oud 21 jaar, beoefent het vak van slager héAv jijn i dit gemeen, dat ze bezitters zijn der onder wij zers-s-JatAt gesolliciteerd«Ik heb" vertelde de joniR;irordi arm smid, «nog wel m'n opleiding genoten aan de kweekschol H"® Nijmegen." Is het niet treurig ite il g ia: ijve W Dezer dagen vermeldde, naar men zich zal herin de Bred. Ct. hoe een Noordbrabantsch dorpeling zich aan zijn militie-verplichtingen, door zich als theologisch-: aan het seminarie te C. te laten inschrijven. De Tijd schreef naar aanleiding daarvan Blijkbaar heeft de inzeuder zich vergist. Zijn stukje bel niet op de eerste plaats te huis op een redactieburesu, bij een ambtenaar van het Openbaar Ministerie. Het is w: dan «man en paard" zouden genoemd moeten wordeu. 01 de briefschrijver der Bred. Ct. dit niet? Is het door hen gewezen feit soms een eenvoudig leugentje, zooals tiL - meer worden uitgestrooid, om dienst te doen in de brave ïrer' van het denkend deel"Komaan, voor den dag mcP' aanklacht. Namen genoemd! en wij zullen de eersten tij; met u aandringen op een voorbeeldige straf. Het antwoord van de Bred. Ct. luidt: Naar aanleiding van dit niet zeer heusch uitgesproken rs om nadere inlichtingen, willen wij toch het antwoord ui Tijd niet schuldig blijven, en deelen daarom mede, li plaats in Noord-Brabants oosten is Boksmeer; bedoelde lot de heer F. Schoth; genoemd seminarie dat van Cuilenbus Het was dezer dagen den commiezen te Breda w geworden dat eene partij zout, honderden ponden groot, der zoogenaamde poorten zou binnenkomen. Eenige hunna scholen zich nabij het punt, waar de smokkelaars de gei zouden binnentreden. Spoedig kwamen eenige maniien, het scheen met zware zakken beladen, voorbijde coma lieten hen gaan, wetende dat de eerste troep zakken m*1 zou dragen. Eeu poos later kwam eene tweede groep eveneens beladen met zakken, en sloegen een zijweg ia- r klouk het, maar de mannen gingen door. «Halt of ik De mannen hielden stil. Na eenig tegenstreven en p'"' werden de zakken geopend, die. krullen bevatten.T» Intusschen was de derde groep met de zakken zout ons derd de stad binnengetrokken ege rolsi iet Stat dat, Rea tijd zal me ntt er tc: Uit H h tei Een reiziger met den locaalspoorweg Apeldoorn-Ik" die aangevraagd had op de halte Duistervoorde (Twellooi te stappen, verzuimde dit toen de trein stilstond, fien o^®' later, toen de trein in beweging was, sprong hij er 111 kwam met het gelaat op een der kilometerpaaltjes l80?® I spoorweg terecht en werd geheel bebloed opgenomen- Maandagmorgen werd Renswoude bezocht door ie die er zeer ongelukkig uitzag en met behulp van Z'J® krukken ter nauwernood voort kon komen. Alle i®o L, Tei *o lei Be aai tal waren dan ook met het lot des ongelukkigen begaan en t hem geen aalmoes. Doch eensklaps spoedde hij z'e: zonder naar de huizen meer om te zien, want 6 kinderen hadden hem buiten het dorp flink zien loop" de twee krukken onder den arm, en de politie m aan deze vertooning een einde.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 3