Zondag 7 April IS 89.
33 ste Jaargang- No. 2287.
N LBUSJIN?
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAGEN, taan, B, 5.
Gemeente Schagen
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
Wordt Vervolgd.
'n
SGHAGËR
COURANT.
Mini- Lilmlla
SQl)'1 verBohijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
9j, J jyond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
99 in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
"OOjl^rEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
47ï'.j
Prijs per jaar f3.Franco per post f3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTrÉN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.11
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
',350
',106j
'-421.S
1,277,
787.a
■,500.j
Rnrssoeestcr en Wethouders van Schagen
1 OCK rlnp nnraoAn^nmAl
relet op
Ljjgen ter kennis van belangbebben, dat het door Heeren
e .'ruteerde Staten op den 27en Maart 1889 goedgekeurd
ühier fan den hoofdelijken omslag dezer gemeente en dat voor
u belasting op de honden, dienst 1889, gedurende vijf maanden
jT. gecretarie der gemeente voor een iedor ter leziDg is ne-
730.6 ergelegd-
Bezwaren tegen den aanslag kunnen binnen 3 maanden na den
der uitreiking van het aanslagbiljet, bij den Raad, op onge
ld papier, worden ingebracht.
Schagen, den 2en April 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. LANG EN BERG.
de Secretaris.
DENIJS.
art. 265 der Gemeentewet,
(.772%,
deit
'genst»|ag
ens 2j
i
s inoi
sxtnct
Schagen, 6 April 1889.
De heer G. H. Valentijn, commies bij's Rijksbelastingen
jlhier, wordt met 1 Mei verplaatst als zoodanig naar Amsterdam.
De Tereeniging tot bevordering der Bouwkunstalhier,
hield gistereuavond hare jaarlijksche vergadering, in het lokaal
ran 'den heer W. Roggeveen Cz.
Ofschoon in een ingezonden stuk in ons vorig no. aan
Roman van IDA BOY-Ed.
22.)
VII.
En toen vroeg Ottilie, die in de grootste spanning naar
ïiancis' verhaal had geluisterd. Gemmingen had met gefronste
venkhrauwen Francis aangehoord.
iDaarop kwam Sabine tehuis. Met groote, angstige oogen.
Boe het verder ging," zeide Francis glimlachend," «kan ik u
niet mededeelen. En hoe het geschiedde, dat ik zekerheid
kreeg van hare wederliefde. Neen dat kunnen geen woorden
weergeven."
Ottilie's hart was vervuld van leed en vreugde. Zoo was dus
laar arm, verstooten kind bemind, zoo en door dezen
ongman, wiens edele ziel zij kende.
Zij viel Francis om den hals. Hare tranen bevochtigden
zijn gelaat.
»Maar toen kwamen de schaduwen," ging Francis voort,
terwijl de vreugde van zijn gelaat verdween, „zij verhaalde mij,
<kt zij de dochter was van den ellendeling; dat men haar voor
wereld verborgen, bij een lieve, nu overledene predikants-
familie, had laten opvoeden; dat hare ongelukkige moeder onder
wn vreemden naam ergens in de wereld geld voor haar ver
wende zij kende niet den waren naam en de woonplaats
flater moeder, die zij slechts zelden zien mocht en met wie
nj door bemiddeling eener bejaarde bloedverwante briefwisse-
™g hield. Dat zij het wel wist, dat haar naam als een vloek
3P haar rustte, want hij had haar zelfs van hare moeder ge
boeiden, die slechts verre van haar de mogelijkheid had gevon-
A' haar op te voeden. En zij had gedacht, dat wanneer haar
bmlderkunst eenmaal zooveel opbracht, dat er twee menschen
Nkonden leven, dan zon hare moeder niet meer behoeven
arbeiden en konden zij, afgescheiden van de wereld, stil en
treden samen leven."
♦0 \u snikte Ottilie, door hare zielsangst geheel overmeesterd.
«Ja, niet waar, dat pleit voor haar hart. En toen besloten
jli Toor zij hare zwaar beproefde moeder door de onzekerheid
r» leven nog meer bedroeven zou, dat ik eerst met u zou spreken
wanneer ik uwe toestemming heb verkregen, zal ook Sa-
j. m unc lucMeuiining ueu veraxegen, zal ook oa-
■fle s moeder in hare eenzaamheid opgezocht worden. Sabine
e t voor het oogenblik, aan de dierbare haar geluk mede te
beien." eindigde Francis.
.'^eze toestemming kunnen wij u niet geven,' zeide Gem-
Dgeii met beslisten ernst.
«Ook niet,' vroeg Francis verbleekende, „wanneer ik mij
j^&^rek uit den pruissischen dienst en mij naar Engeland
«Ook dan niet. Een xegeeringsraad von Gemmingen, die door
belangstellenden duidelijk de wensch te kennen gegeven was,
dat hunne tegenwoordigheid zeer gewenscht was, schitterden
alle belangstellenden door hunne afwezigheid.
En van de 13 leden in Schagen (er zijn nog 4 buitenleden)
waren er 8 opgekomen!
M aarlijk voor het bestuur geen aangenaam verschijnsel, niet
alleenmaar ook bet meest sprekend bewijs, dat de burgerij
zich vau het doel der vereeniging geen goed begrip heeft ge
vormd en ook het bestaan van den teekencursus, die door de
Vereeniging in het leven is geroepen en werd gehouden niet
naar waarde weet te schatten.
Of het teekenonderwijs dan wel zoo noodig is
raag het aan eiken opvoedkundige en hij zal u zeggen, dat
teekenonderwijs een vak is, dat diende gegeven te worden aan
en genoten te worden door allen, geen enkele uitgezonderd.
Zoowel meisjes als jongens moesten teekenonderwijs ontvangeD.
Doch dergelijke waardeering zal het teekenonderwijs vooreerst
nog wel niet ontvangen en de praktijk noopt ons onze wenschen
te bepalen tot het hoogst noodige.
En dat hoogst noodige isdat tenminste alle jongens, die
de school verlaten en een vak gekozen hebben, dat die jongens,
wier vak tot het teekenen in betrekking staat, tenminste
teekenonderricht ontvangen.
En onder die jongens rekenen wij het allereerst: degenen, die
werkman worden moeten en ook de toekomstige werk bazen.
Wie er teekenen moeten leeren Allen, die gekozen hebben
het vak of het beroep van Timmerman, Wagenma
ker, Metselaar, Smid1, Schilder, Goud- en Zil
versmid, Drukker, Letterzetter, Schoenma
ker, Zadelmaker, Meubelmaker, Kleermaker,
Kunstdraaier, Tuinier, Boomkweeker, Amb
tenaar bij spoor of andere rijks- of particuliere inrichtingen,
de bijzondere welwillendheid van zijn montarch is begunstigd,
kan in geen bloedverwantschap treden met de dochter van den
man, die juist dezen monarch wilde vermoorden," zeide Dietrich
von Gemmingen.
„Hoe riep Francis uit, „dan is het toch waar, wat ik niet
wilde gelooven, dat in uw groot, liefderijk hart een verharde
plek is, waar de mensch ophoudt en de regeeringsraad alleen
heerscht
„Francis dreigde Gemmingen met vlammende oogen.
„En gij, Ottilie Dierbare, goede zuster neen, moeder
zijn uwe tranen niet de getuigen van uw medelijden Hebt gij
geen woord voor mij P* bezwoer Francis weenend.
„Geef Dietrich tijd,* stamelde zij.
„Ja, het zij zoo. Ik wil niet gelooven, dat het laatste woord
in deze zaak gesproken is, want eer ik u verlies, strijd ik tot
het uiterste. Goede nacht.'
Ottilie hing aan Francis' hals. Gemmingen liep in heftige
beweging heen en weder.
„Ottilie,' fluisterde FraDcis haar in het oor, „Sabine is met
hare pleegmoeder hier. In de vier jaargetijden. Ik bezweer u,
leer haar kennen.'
Maar Ottilie gaf geen antwoord. Bewusteloos viel zij op den
grond.
„Gij doodt haar riep Gemmingen woedend uit. Hij knielde
naast zijne vrouw en nam haar hoofd in zijn handen. Hij
kuste hare gesloten oogen, haar koud voorhoofd en riep haar
aan met allerlei vleiende woorden.
Francis stond daar handenwringend, als een beeld der grootste
vertwijfeling.
„Haal Mina,' beval Gemmingen. Francis verliet de kamer.
„Zij is er niet meer,* zeide hij terugkeerend. Mina sliep
op de bovenste verdieping en was naar bed gegaan, meenende
dat men haar niet meer noodig had. Middernacht was ook
reeds lang voorbij.
„Wij moeten haar naar bed dragen," zeide Gemmingen
zacht. Het scheen hem toe, als keerde het bewustzijn in Ottilie
terug.
En de beide mannen droegen haar langzaam naar de slaap
kamer, die Francis oogenblikkelijk weder verliet.
Met bevende handen maakte Gemmingen hare kleeren los
en legde haar zoo gemakkelijk mogelijk.
Een diepe, haperende zucht verkondde hem, dat zijne vrouw
haar bewustzijn terug had gekregen.
„Lieve geliefde mijne OttilieHoe gevoelt gij u
„Zeer goed," fluisterde zij, hem met een diepen blik aan
ziende. Hij wist niet, hoe het kwam, maar die blik deed hem
huiveren, evenals eenmaal de afscheidsblik zijner stervende
moeder.
„Beproef nu te slapen. Ik zal Francis uitlaten en hem aan
bevelen, morgen geen woord, geen syllabe over de ongelukkige
geschiedenis te spreken."
Ottilie bewoog het hoofd en sloot wederom hare oogen.
Militair, Stuurlieden, Scheepsbouwer, Hel
lingbaas, Aannemer, enz. enz.
En dan de jongens, die winkelier of handelaar worden
Dat ook zij teekenen leeren! Het houdt hun geest beschavend
en veredelend bezig en ontneemt hun de uren van ledige rust,
die den jongens meer kwaad dan goed leeren.
Hoe menige jongen is er niet, die als het dagwerk af is,
thuis zich ontevreden gevoelt, omdat zijn hand niets vindt te
doen Kon hij teekenen, hij zou zich niet vervelen en zou niet
zoo gereedelijk aanleiding vinden tot uithuizigheid.
Yraag eens tegenwoordig aan een jongen van 16 jaar of hij
biljarten ken En hij zal u aanzien met een blik, waarin staat
te lezenzou ik dat niet kennen
Maar vraag hem daarna of hij teekenen ken En hij zal a
spottend en minachtend vragen: waartoe dat noodig zou zijn.
Waarlijk, de liefde voor wetenschappelijke ontwikkeling ia
nog verre van aller deel en toch moet zij dat zijn.
Waarom zij het niet is
Volgens onze meeningomdat de ouders zeiven zich te
weinig van de waarheid daarvan doordrongen gevoelen omdat
van gemeente—wege en staatswege te weinig wordt gedaan voor
de bevordering der algemeene ontwikkeling.
Doch wij willen ons bepalen tot het teebenonder"
wijs in deze gemeente.
Een uittreksel uit de balansen der Vereeniging over de drie
laatste jaren, leert ons het volgende
1886 ontvangst f 333.57 uitgaaf f 286.12
1887 231.15 183.971/»
1888: 284.— 302.48
Terwijl de begrooting voor het eerste kwartaal van dit jaar
ook weder een nadeelig saldo aanwijst.
Het voortbestaan van den teeken—cursus wordt dus ten
En Gemmingen beval in der daad in zijn toorn, dat zijn
jongeren broeder morgen tenminste de zaak zou laten rusten.
Met aarzelende handdruk namen de broeders afscheid van el
kander.
Toen Gemmingen weder in de slaapkamer was gekomen, vond
hij Ottilie schijnbaar vast ingeslapen. Hij stond lang bij haar
bed, om hare ademhaling gade te slaan. Deze was regelmatig,
slechts af en toe door een lichte trilling der borst onderbroken.
Hij ging te bed, met het vaste voornemen, wakende te blijven
en er op te letten of Ottilie ook behoefte mocht krijgen aan
het een of ander.
Hij was gewoon, des morgens om zes uur op te staan, om
dat hij een lange morgenwandeling voor zijne gezondheid
bevordelijk achtte. Nu was het twee uur na middernacht
hij had den geheelen dag geen tien minuten rust gehad.
Tot driemalen vermande hij zich, toen zijn oogleden waren
toegevallen en werd hij weder wakker. Maar als hij Ottilie
telkens in zachte rust vond, bezweek hij voor de vierde maal
voor den aanval van slaap.
En na een half uur sliep hij zoo vast als gewoonlijk.
De lamp had hij niet uitgeblazen, zij stond voor Ottilie's
toiletspiegel.
Toen het snorkend ademhalen van haar echtgenoot regelmatig
zich deed hooren, opende Ottilie hare oogen. Behoedzaam ver
liet zij hare legerstede. Zonder eenig geruis te veroorzaken
kleedde zij zich, vatte de lamp en verliet de slaapkamer.
Ottilie begaf zich naar de woonkamer, plaatste zich voor
haar schrijftafel en nam met bevende handen een blad papier
en schreef daar op
„Gij moet hier blijven. Francis bemint Sabine. Sabine ver
toeft met u onder hetzelfde dak. Ik kom tot u - misschien
tegen zeven uur of later. Ottilie."
Zij sloot dit briefje in een couvert en zette er Othmer's
naam op.
Intussehen was het morgenlicht doorgebroken. Ottilie blies
de lamp uit.
Zij ging met de meeste voorzichtigheid naar de deur, nam
uit een lade harer schrijftafel een geldstuk en verliet het ver
trek. Ottilie steeg de trap op naar het kamertje, waar Mina sliep.
Zij maakte het meisje wakker en zeide haar
„Mina, gij moet om vijf uur met dezen brief naar het hotel
„de vier jaargetijden", geef den nacht-portier dezen rijksdaal
der en den brief, dien hij oogenblikkelijk aan mijnheer Oth-
mer ter hand moet stellen. Het is dringend noodzakelijk, dat
mijnheer Othmer niet, gelijk hij van plan was, om half zes
met den eersten trein naar Berlijn reist. Ga daarom liever om
half vijf heen.'
Mina gaf nog slaperig antwoord.
Ottilie zette nu den wekker op half vijf. Daarna legde zjj
den brief en het geldstuk er bij en begaf zich weder naar
haar kamer.