1 T D E p Jj R S-
hij kruipt zoo'n beetje weg achter zijn voorman en schiet
te voorschijn telkens als er een „mooi" maar voor hem
veel te moeilijk voorbeeld voor den dag komt. Na lang
schikken en plooien is eindelijk elk voorzien van een voor
beeld en al hebben ook de meesten een veel te moeilijk
model gekozen, toch wordt er voor eenige oogonblikken
met groote ambitie naar 't onbereikbare gestreefd.
Cornelis, die almachtig veel van paarden houdt, heeft
een oude knol bemachtigd, die aan een hek vastgebonden,
alle pogingen aanwendt om los te komen, 't Is wezenlijk
een aardig prentje en onze dierschilder heeft de schets
binnen zeer weinig minuten gereed. Verheugd legt hij de
teekenstift neer en roept triomphantelijk: „Meester, meester,
ik heb 'm af!" De meesters echter, voorbeelden van ijver
en opgewektheid, hebben het nog veel te druk om in 't
eerste halfuur aan onzen Cornelis te kunnen denken. De
jongen amuseert zich met zijn buurman wat te plagen of
houdt een praatje met een kunstschilder, die een paar
plaatsen verder staat en ,/m ook af!" heeft, totdat eindelijk
de meester, die dien avond al heel wat heeft afgewerkt,
verschijnt. „'t Is nog zoo kwaad niet," is zijn oordeel,
„maar de hals staat wat recht, de kop is te kort
en te dik, 't lijf is niet precies op zijn plaats en is wel
wat breed, de pooten zijn in 't geheel niet goed." Al
pratende weg heeft meester alles uitgeveegd en teekent in
breede lijnen het geheele paard. „Zie zoo, Cornelis, teeken
nu den kop en de hals wat uitvoeriger, dan kom ik straks
eens weer kijken". Cornelis heeft weer vijf minuten ge-
teekend en een half uur gewacht en zoo is de les voor dien
dag geëindigd. De volgende les vangt met wachten aan,
meester kon ook niet overal zijneindelijk is onze Cornelis
weer aan de beurt. „De oogen zijn wel goed", merkt de
meester op, „maar ze staan wel wat ver uit elkander
en te dicht bij den neus". De oogen worden uitgeveegd
de kop van 't paard wordt door den meester vervaardigd.
Zoo gaat de arbeid voort. De meester komt telkens met de
bemoeidigende verklaringen: ,,'t Is nog zoo kwaad niet!" „Vrij
goed!" „Wel, dat begint al wat te worden 1" „Zie zoo, nu
is 't op een oor na gevild enz. en breekt alles al goed
keurende af om het beter op te bouwen, tot er eindelijk
een paard op het papier is verschenen, dat wezenlijk op 't
voorbeeld gelijkt en waarvan Cornelis ter goeder trouw
verklaart, dat hij het zelf geteekend heeft.
Dat teekenonderwijs op deze wijze gegeven weinig, zeer
weinig waarde heeft, is wel te begrijpen.
Dat enkele individuen met zeldzaam goeden aanleg on
danks deze methode toch flinke teekenaars zijn geworden,
zal wel niet als een bewijs voor de deugdelijkheid dezer
methode kunnen worden aangemerkt.
In het algemeen kan van een groot aantal teekenscho-
len worden gezegd, dat het onderwijs te weinig klassikaal
is, dat veel te weinig wordt geschetst en te veel wordt
opgeteekend, en, hoezeer met het goede doel om de am
bitie bij leerlingen en ouders gaande te houden, te veel
jacht wordt gemaakt op effect, door veel te moeilijk werk
te geven.
Wij lezen, dat Rembrandt meer dan honderd schetsen
maakte van den zelfden boom, van verschillende kanten
bezien, op verschillende wijzen verlicht, en begrijpen, dat
de aanleg wordt geboren, maar door oefenen, aanhoudend
oefenen de kunst wordt verkregenHet streven van den
teekenonderwijzer moet dus zijn de eenvoudige, geleidelijke
opklimming van oefeningen aantrekkelijk te maken. Vol
gens welke methode hij dit doel het best zal hereiken
komt mij minder geschikt voor in dit blad te bespreken.
Schagen, April '89. W. K.
Binnenlandsch Nieuws.
Jhr. Mr. D. van Foreest 4
A. Jz. Kaan en Th. J. Waller.
Schagen, 24 April 1889.
De vereeniging tot bevordering der bouwkunst, voor
Schagen en Omstreken, hield op Maandag 22 April, des mid
dag te 3 uur hare gewone paasch-vergadering, in het lokaal van
den heer W. Roggeveen Cz.
Als nieuwe leden werden voorgedragen, de heeren: J. v. d.
Maaten en J. W. Klaassen van Schagen, P. Nieman van Keins-
merbrug en K. Jonker van Anna Paulowna.
Tot leden van het bestuur werden benoemd, ter vervanging
van het aftredend lid, den heer Kramer en in vacature van
vroeger, de heeren: W. Kloeke en W. Roggeveen Cz.
Met betreking tot de bespreking van een kanaalplan werd er
op gewezen, dat in der tijd op de begrootiDg der gemeente een
post was uitgetrokken voor onderzoek naar de kosten van een ka
naal, doch in zekere vergadering werd die post maar weer geschrapt.
Daar de tijdsomstandigheden: lagere landprijs, lagere prijs van
bouwmateriaal en lagere weekloonen, nu tot de uitvoering van
het meermaal besproken plan zoo gewenscht mogelijk schenen,
werd besloten dat het bestuur zich namens de vereeniging ten
spoedigste zal wenden tot den Raad, met het verzoek, dat weder
op de begrooting der gemeente eene som wordt uitgetrokken,
uit welk bedrag zullen worden bestreden een door de gemeente
in te stellen onderzoek naar de kosten van een kanaal, van
Schagen naar het Noord-Hollandsch kanaal.
Met betrekking tot de tentoongestelde teekeningen, cursus
1888/89, meenen wij, dat ondanks de zeer geringe hulpmidde
len waarover de onderwijzers van dien cursus, de heeren F. J.
Qielen en J. Roggeveen, kunnen beschikken, en het geringe
aantal lesuren, gedurende welken er les in het teekenen kan
worden gegeven, op nieuw is bewezen, dat het den heeren
onderwijzers geenszins ontbroken heeft aan lust en ijver om te
woekeren met de weinige hen ten dienste staande middelen.
Dat het teekenonderwijs niet grootere en meerdere vruchten
afwerpt, ligt waarlijk niet aan hen; integendeel, getuigden de
gemaakte teekeningen, dat er ijverig is gewerkt en het teeken
onderwijs ten zeerste den steun en de waardeering verdient van
alle welgezinden.
Het tweede winter-concert, door het strijkorchest van
Schngen's Harmoniekapel, gegeven in het N.Hoord-Hollandsch
koffiehuis alhier, werd dooreen zeer talrijk publiek bijgewoond.
Dit Concert werd nog opgeluisterd door den heer J. Blokker,
Solo-Hoboïst der Kon. Marinekapel te Helder.
Het concert fiir oboë v. Handel, het eerste der 3 door den
heer Blokker te geven solo's, mocht ons maar matig bevallen.
Handei's werken zijn uiterst moeielijk op technisch gebied, en
ofschoon de heer Blokker een zeer verdienstelijk hoboïst mag
genoemd worden, gelooveu wij toch dat dit concert boven zijne
krachten ging.
In dit ons gevoelen worden wij versterkt door de uitvoering
der beide andere Hobo—solo'sKerk—aria v. Stradella en Cavatina
uit de Barbier de Sevilla, welke beide nummers door den heer
Blokker uitstekend en met zeer veel teekening werden weerge
geven, en waarvoor hij dan ook de luide toejuiching van het
publiek zich verwierf.
Zeer op zijn plaats vinden wij hier een woord van lof aan
den heer Joh. Borstlap, die op zoo uitnemende en tactvolle
wijze de Hobo-solo's accompagneerde.
Met betrekking tot de nummers, gegeven door het strijk
orchest, meenen wij dat de Harmonie, en met haar ook haren
intellectueelen directeur, den heer Rugers, ten volle tevreden
kunnen zijn.
Yooral de Entre acte No. 2 uit Rosamunda v. Ir. Schubert,
dat zeer verdienstelijk werd uitgevoerd, gaf opnieuw bewijs hoe
zeer de heer Rugers de kunst verstaat, om verschillende schoone
compositiën van groote meesters met het meeste succes te
arrangeeren naar verhouding der krachten en der instrumentale
bezetting van de kapel.
Ook in de Fantaisie de ï'Opera le Trouvère v. G. Verdi,
alsmede in de Fantaisie la fille du Régiment v. Donizetti, waren
zeer vele schoone momenteD, terwijl de hierin voorkomende
solo voor bashoorn, door den heer W. Vader, zeer verdienstelijk
werd uitgevoerd.
Op den gisteravond alhier gehouden vergadering <Rr Lib.
kiesvereeniging Schagen, werden bij de tweede vrije stemming
voor 1 candidatuur der Prov. Staten, uitgebracht op de heeren:
Th. J. Waller 7 stemmen.
De Kiesvereeniging „Barsiugerhorn" heeft in hare ver
gadering van Dinsdagavond j. 1. met algemeene stemmen tot
definitive candidaten voor de Prov. Staten gekozen, de heeren
Tevens besloot zij in vereeniging met de kiesvereenigingen
//Haringkarspel" en Wieringerwaard," de keuze dier heeren
zooveel mogelijk te bevorderen.
Tot onderwijzeres aan de O. L. School te Kolhorn is
benoemd Mej. Z. de Vries van Oldeholtpade, (Friesland.)
Herkozen tot hoofdingelanden van den polder Wieringer
waard, de heeren: V. Jz. Bakker en P. Schoorl.
De particuliere herichten omtrent den toestand van Z. M.
den Koning luidden de laatste dagen naar omstandigheden zeer
gunstig. Z. M. zoo wordt gezegd geniet een natuurlijken
slaap en gebruikt meer voedsel dan eenige weken geledenbeide
heugelijke verschijnselen, waardoor ook de krachten toenemen.
Aan de N. R. Ct. wordt bovendien gemeld, dat de Koning
bij vol bewustzijn is en reeds op de hoogte gesteld van de
behandeling der regeeringszaken door den Riad van State.
Deze gunstige verschijnselen doen bü velen de vraag opkomen
of de tijdelijke waarneming van het koninklijk gezag door den
Raad van State nu behoort op te houden. De Grondwet schrijft
voor, dat dit op dezelfde wijze moet geschieden als waarop zij
werd ingesteld, nl. door een besluit van de beide Kamers der
Staten-Generaal, in vereenigde zitting bijeengekomen.
Het yoorstel daartoe moet uitgaan öf van den Regent of van
ten minste twintig leden der Staten-Generaal. Op dit oogenblik,
nu in het Regentschap nog niet is voorzien, zou het initiatief
dus alleen door 20 leden der Staten-Generaal kunnen worden
genomen, die dan het recht hebben de vergadering door den
voorzitter te doen bijeenroepen. Aan den Raad van State is niet
de macht tot het doen van zulk een voorstel verleendver
moedelijk omdat men aan het voorkomen van zulk een geval
onder zijn kortstondig bestuur niet gedacht heeft.
Gedeputeerde Staten van Noordhollland hebben de ge
meentebesturen verzocht, de aandacht der ingezetenen te vestigen
op de provinciale verordening van den 3 November 1881 °tot
beteugeling van het kwaadaardig klaauwzeer ot rot-
kreupel, terwijl met aandrang wordt aanbevolen, op de na
koming en handhaving der verordening ten strengste te doen
toezien; bedoelde verordening luidt
z/Art. 1. Het is verboden schapen of lammeren, lijdende aan
kwaadaardig klaauwzeer of rotkreupel, langs openbare wegen te
drijven of te doen drijven, daarop te doen of te laten loopen,
op eene markt aan te voeren of te doen aanvoeren of met open
bare middelen van vervoer te vervoeren ot te doen vervoeren.
Art. 2. Overtreding dezer verordening wordt gestraft met een
geldboete van ten hoogste vijf-en-tvrintig gulden of hechtenis van
ten hoogste drei dagen."
Nu met ingang van 1 Juni e. k. de invoer in Engeland
weder is toegestaan van hoorn- en wolvee uit Nederland is
het van groot gewicht te achten, dat maatregelen worden ge
nomen om dien invoer op den duur verzekerd te doen zijn. Een
dier maatregelen is de stiptste nakoming der bovengenoemde
verordening. Werd slechts een enkel geval van gemelde ziekte
bij in Engeland ingevoerde schapen geconstateerd, dan zou
hoogst waarschijnlijk de engelsche regeering den invoer weder ver
bieden. Handhaving en naleving der verordening wordt dus een
ieder aaubevolen.
In het Westendorp te Varseveld viel dezer dagen een
kind van anderhalf jaar van een stoeltje voorover in het vuur.
Toen op het hulpgeschrei vau het arme wicht een van de huis-
genooten toesnelde, was zijn gezichtje reeds door de vlam Ge
blakerd en met brandwonden overdekt. Om de pijn te ver
zachten, meenden de ouders goed te doen het kind met petro
leum te besmeren Het kind is na hevige pijnen bezweken.
Aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal is het volgende
adres verzonden
„Hoogedelgestrenge Heeren. Geeft met verschuldigden Eer-
bied te kennen G. Nieterink, Meesterknecht in de Machinale-
Vlasspinderij te Groningen.
Al het werkvolk van deze Fabriek behalve 3 personen heb
ben mij verzocht, om een adres in te zenden, aan U. H. E. G.
Heeren om reden dat de nieuwo wet op de arbeid in
1 Januari 90. En dat zij allen werklieden, zoo 'Wei
Vrouwen Jongens ol meistjes dan minder werken
dat wij allen tezamen dan veel minder verdieuen. En de'
werken hier per stuk. Want in deze inrichting js
moet het eene wachten dan moet liet andere ook" WacJ
dan Lijd de een met den ander Schade, tn zoo als th/1
Fabriek altijd gewerkt heeft, hebben wij een bestaan mJ"
U. H. E, G de wet zoo aau, van de tweede kamer zD'
de Leden van de tweede kamer de boven genoemde wet°°
nomen hebben, dan gaan allen ondergeteekenden en moS
Duizenden tot ons, daar onder gedrukt, want als de
of Vrouwen van Eiken leeftijd, des morgens laters moetl"'
men, of des Avonds vroeger naar huis moeten gaan dan"
voor de overigen geen werk, en dan moet de Fabriek st
thans word er gewerkt, van smorgens 5 tot 12 en nam
van 1 tot 8 uur en de winter maanden van Smorgensi
7 ol 8 uur tot 12 uur en van 1 tot 9 uur deze uuret
ken allen gaarne, om de verdiensten die er dan verdient »0;
en wat de Schofturen betretd die hebben wij het 1^1
des morgens en de nademiddag Schoft in te trekken 0B
hier de tijd is, om onder het werk Eten, en de Meesten w»
te ver van de Fabriek om in een halt uur, naar huis te,
en te Eten. Alzoo vragen wij het middag uur langer, 0tt'
dan iedereeu wonen kan, waar het hem beste uitkomt, t.,
déligs voor hem is en nu verzoeken wij allen, U. H. èt
Heeren de boven genoemde wet niet aan te nemen: teiJ
mij het zelfde verzocht vau het werkvolk van den heer Si
nebaum die zijne zaak ook ter deze stede heeft, om voor 1
het zelfde te verzoeken aan U. HEG. Heeren na U. H:f
Heeren nedrig verzocht te hebbende, met het oog op deniij
wet, om die af te stemmen, zoo teeken ik mij U. HI
onderdanige dienaar G. Nieterink, het welk doende Grond
18,4.89,"
Het adres is van 130 handteekeningen voorzien.
In verband met den te Leiden plaats gehad hebbendenl
in den morgen van jl. Goeden Vrijdag in een in aanbouw i
pandje aan de Gorsesstraat, verneemt men dat de ooi
van den brand wel wat verdacht was, waarom door de polilij
onderzoek werd ingesteld. Aangezien er dien morgen niet
anders in dat huisje was geweest als de werkman, die het tin
werk binnenshuis had aangenomen, zijnde iemand van 23 jaren,
pas voor zich zei ven begint, viel al heel spoedig de verdenkiii
hem. Bij dat onderzoek werden de gegevens hoe langer
sterker tegen hem, terwijl tevens bleek dat zijn finanti
toestand geheel in de war was, en men hem geen hout 1
leveren, alvorens het vorige betaald was, zoodat hij met
werk niet kon voortgaan.
De Zutphensclie Ct. zegt o. a. omtrent de Schoolt
„Waar het onmogelijk is de kosten van het openbaarot
wijs op de gebruikers daarvan te verhalen, moeten de ope.£
kassen wel een deel daarvan bekostigen, waarin de mia
echter eene onbillijkheid ziet tegenover het vrije onderwijjg
dien grond verdedigt hij het toekennen van eene bijdraget
's Rijks kas aan de vrije school, mits hare onmisbare wijl
niet worde aangetast. Hier zit de zwarigheid 0. i. en wij rij
nu afwachten hoe men de enorme moeielijkheden in de pril
van dit beginsel zal overwinnen."
Met betrekking tot het feit dat de gemeente geeneber»?
heid krijgt tot het subsidieeren eener vrije school, tei
koming, naar het heet van overbrenging van den schools
in de gemeenten, zegt de Zutph. Ct.: als de Regeering
overtuigd is van het goed recht harer partijgenooten in
schoolstrijd, waarom dan overbrenging van dien strijd op
gebied der gemeenten voorkomen Kunnen dan de gent»
besturen niet het best oordeelen over de toestanden bi:
hunne muren? Het schijnt dat deze bevoegdheid tot subsidié
dus moet gecentraliseerd worden in Den Haag en de
revolutionairen willen met alle geweld zfecentraliseeren
rijmt men dat te saam
De Kamper Ct. acht naar de Haarl. aan teekent W
sidieeren der bijzondere scholen in strijd met de Groot
omdat zoodoende alle onderscheid tusschen het van overheid?'
gegeven onderwijs, door de Grondwet aan de zorg der Regs
opgedragen, en dat door particulieren gegeven wegvalt.
dien verzekert de bestaande wet aan de gemeenten eene bij'
van het rijk in de kosten van het geheele lager ondtf
Volgens het ontwerp daarentegen zullen zij alleen voor
waar het schoolgeld gemiddeld minder dan f 25 per h6
bedraagt eene bijdrage ontvangen. Hoe rijmt men dat,
de Kamp. Ct., met de zorg voor het openbaar onderwijl
de Grondwet aan de Regeering opdraagt? De hand
van een groot en belangrijk deel van het onderwijs, is
zorg die de Grondwet wil Mocht het voorgestelde ot
wet worden, dan zou men den zonderlingen toestand
dat de gemeenten voor hare middelbare scholen subsid»
nieten van het Rijk, maar voor hare lagere scholen
schoolgeld van f25 of meer niet, Hoe zal dat te verd
zijn Is dan de intellectueele ontwikkeling van dat tal#'
der bevolking hetwelk van laatstgenoemde scholen gebrul
bij uitzondering eene onverschillige zaak geworden. En
de aanhoudende zorg die de Groudwet voorschrijft?
De Kamp. Ct. noemt dit ontwerp, dat door den
zei ven een bescheiden stap geacht wordt en dat do»
ministerieele bladen om zijne gematigdheid geprezen
eene verraderlijke wet, Het doel van alles is niets ande"
het verdringen van het openbaar onderwijs door de secte-s
Onder het valsche voorgeven dat men gematigd wil#,
een aanslag gepleegd op het openbaar onderwijs: bet 00
door de Grondwet aan de aanhoudende zorg der
opgedragen.
Verslag der Vergadering van den Raad der gemeente
gehouden op Dinsdag, 23 April '89, 's morgens ten1U
Afwezig was de heer G. Langenberg. 1 1
Na lezing der notulen, welke werden goedgc^eura,
mededoeling gedaan, dat was ingekomen een verslag den