iiiij
UIT DE PERS.
Offf
Tu
nen openharen. Opmerkelijk is het niettemin, dat Z. M., zoadra
hij weder tot volle bewustzijn kwam, terstond naar de staats
tukken vroeg. Het besef van plicht is bij Hem zeer diep ge
worteld.
Te Utrecht heeft Maandagavond een 19-jarige dienstbode
door verdrinking een einde aan haar leven gemaakt. Dien avond
namelijk met een paar vriendinnen een danshuis aan deu Leid-
scheweg binnentredende, zag zij haar voormaligen vrijer en wel
in gezelschap van een ander meisje, hetgeen zij zich zoozeer
aantrok, dat zij een zenuwtoeval kreeg. Weder bijgekomen,
spoedde zij zich ijlings naar buiten en hoewel op deu voet ge
volgd wordende, had zij zich toch reeds in de vaart gestort,
vóór dat men haar had kunnen bereiken. Toen men baar wei
nige oogenblikken later weder op het droge had gebracht, bleken
de levensgeesten reeds te zijn geweken er. kon de te hulp geroepen
geneeskundige slechts den dood constateeren.
Men heeft de jammerklachten kunnen lezen van landge-
nooten, die naar Argentinië zijn verhuisd. Een ander licht valt
op die klaagtonen wanneer men leest wat de heer Van Waalwijk
schrijft aan "het N. v. Ned. Na te hebben medegedeeld, hoe men
van de Italianen geen klachten hoort, laat hij volgen
Dat is eerst een volk om van land te verhuizen Nauwelijks
zijn ze hier, of ze hebben een plaats. Ze komen even kijken
aan de arbeidsbeurs en pakken dadelijk aan wat er te krijgen
is. Maar de HollandersZijn dat menscben Ik schaam mij
voor mijn eigen landgenooten. Dat hokt maar bij elkaar en doet
geen enkele poging om aan 't werk te komen. Van de ruim
400 zijn er nu circa 25 geplaatstde anderen zitten mistroos
tig bij elkaar en gaan niet eens informeeren aan de adressen,
die de heer De Boer hun heeft gegeven en waar zij werk kun
nen vinden, 't Is of zij wachten of het manna ook uit den
hemel zal vallen.
Pak toch aan, kerel, zei ik van morgen tot een. Wat
blijf je daar nu zitten. Zoo komt er immers niets van je
terecht
5k Wou dat ik weer weg kon, was zijn antwoord. Is
dat een land hier 1 Ik dank er voor om er nog verder in te
gaan
Er wordt een praatje rondgestrooid, dat zekere mevrouw
Smit alhier den menschen geld geeft om terug te keeren.
Niemand weet waar die mevrouw Smit woont en 't is dan ook
natuurlijk weer een grove leugen. Maar daarop rekenen de
menschen nu en willen van geen werk zoeken weten
Ik heb geen denkbeeld, wat er van de menschen terecht
moet komen. Bij slot van rekening zal het misschien nog wel
losloopen, als maar eenmaal de Schiedam weg is en de over
tuiging zich goed bij hen vestigt, dat zij nu niet meer terug
kunnen maar als zij niet goed of minder goed dan anderen
terechtkomen, is het hun eigen schuld en hun verdiende loon.
Van allen die hier heden nog zijn, had er geen meer behoeven
te wezen. Br werd werk aangeboden, maar de menschen zijn te
suf, te dood, te lam om hun eigen belang in te zien.
Men schrijft uit Enkhuizen van 20 April. De spoorboot
„Holland", welke hier heden Zaterdagmiddag arriveerde, kwam
met ééu passagier minder aan dan het getal bedroeg waarmede
men van Stavoren was vertrokken, doordien een der passagiers,
een huzaar van het 1ste regiment cavallerie over boord sprong
en alzoo zijn graf in de golven heeft gevonden, ter hoogte van
de ton van de hofsteden. Hoewei de boot zoo spoedig mogelijk
stopte en door den kapitein en verdere bemanning, alle pogingen
werden aangewend, mocht men er echter niet in slagen hem te
redden, hetgeen waarschijnlijk des te moeielijker is geweest,
doordien de ongelukkige, vlak vóór de raderkast overboord
gesprongen, misschien onmiddellijk daarop door de raderen der
machine is gegrepen geworden. Alleen zijn politiemuts werd
drijvende gevonden. Wel hebben enkele medereizigers nog ge
tracht deze noodlottige daad te verijdelen en werd de ongelukkige
nog bij zijne vangsnoeren gegrepen, doch de volvoering van
*8 mans treurig plan kou niet meer worden verhinderd.
Wat onvoorzichtig!
De slager A., wonende aan de Bouwstraal te Utrecht, was
den avond van 2den Paaschdag met zijn zuster uitgegaan en
vond bij zijn terugkomst te 10y4 uur het geheele °huis met
gas gevuld. Hij beging de onvoorzichtigheid een lucifer aan te
strijken, waarop een zóó geweldige ontploffing ontstond, dat
alles in het huis werd vernield. Geen ruit bleef gespaard en
zelfs de ruiten van het tegenover liggend huis moesten het
ontgelden. A. en zijn zuster werden op den grond geworpen.
De laatste is nog steeds bewusteloos en men vreest voor haar
het ergste. Een geniesoldaat en zijn beminde die juist op het
oogenblik der ontploffing passeerden, werden eveneens op den
grond geslingerd, doch herstelden zich spoedig.
Uit Renswoude wordt geschreven
Was het tot hiertoe meestal de gewoonte, dat slechts aan
zienlijken personen hun oude dienstbaren pensionneerden, ook
gegoede landbouwers beginnen dat prijzenswaardig voorbeeld te
volgen. In deze gemeente althans heeft een boerenarbeider die
op ruim vijftigjarigen leeftijd geheel ongeschikt voorden arbeid
gewordeu is, van zijn meester, dien hij dertig jaren trouw heeft
gediend, een weekgeld ontvangen, waardoor hij zonder behulp
der diaconie, ten minste geen broodgebrek behoeft te lijden.
Te Wietmarschen heeft de knecht van een landbouwer
op het Paaschfctst zooveel eieren gegeten, dat hij zijne gulzig
heid met zijn leven heeft moeten betalen.
Zoo'n meisje staat ook leelijk te kijken
De zoon van een achtenswaardig ingezetene van Haarlem,
timmerman van beroep heeft zich schuldig gemaakt aan dief'
stal. Reeds geruimen tijd had men verdenking op dat jWe
mensch, doch zijn mvenswijze was niet zoodanig om de hand
op hem e leggen. Nu echter betrapte men hem op diefstal
van een tweetal gemerkte rijksdaalders uit den lessenaar, staande
in een woning waarin hij werkzaam was. Het jonge mensch
was geengageerd met eene Amsterdamsche juffrouw van zeer
nette familie en daar hij verdacht wordt, vroeger reeds ver
scheidene gouden- en zilveren voorwerpen, ja, Slfs iuweelen
on.vreemc. te hebben, zijn alle cadeaux, die hij zijn verloofde
gegeven heeft, in beslag genomen. De diefstal der rijksdaalders
heeft hij bekend, doch de anderen nog niet.
Donderdagavond 25 April is er een buitengewoou noüi-
mer van de Staatscourant uitgegeven, met het volgende bericht,
omtrent den toestand run Z. M. den Koning:
YoDeus verklaring van prof. Rosenstein en de geneesheeren
des Koiiings, is de toestand van Zijne Majesteit op dit oogen
blik naar omstandigheden zeer gunstig. De ernstige stoornissen
van het zenuwleven zijn geheel geweken; de slaap is rustig
en verkwikkend, de voeding is voldoende en de krachten des
Konings nemen zichtbaar toe,
Een 20-jarige boerendochter te Liesiel had de verregaande
onvoorzichtigheid bij liet gaan naar den graanmolen tusschen
de in volle bewegiug zijnde wieken door te loopen; bij baar
terugkeer toen zij hetzelfde waagstuk herhaalde, werd zij zoo
ernstV aan het hoofd gewond, dat zij schier levenloos neder-
«tortte het geheele rechtergedeelte van het hoofd is verbrijzeld;
haar toestand is hopeloos. Terstond werd haar geestelijke en
geneeskundige hulp gebracht.
De moeite waard Zooals men weet bezit ook ons land
steenkolenmijnen. De meest bekende mijn is die te KerKerade
(Limburg Deze heelt in het afgeloopen jaar omstreeks f 30.000
meer winst behaald dan in 1887. Behalve de directeuren mogen
ook de arbeiders met tevredenheid op het afgeloopen jaar terug
zien. Een halfjaar lang hadden zij dagelijks eenige uren overwerk,
in het geheel anderhalven dag per week, zoodat dit op zich,
zeiven reeds een aardige bijverdienste uitmaakte.
Bovendien werd hun in den aanvang des jaars f 5000 voor het
ondersteuningsfonds geschonken.
De gezamelijke mijnarbeiders, omtrent 200 man, bezitten
thans een kapitaal van ongeveer f13500. Dit kapitaal is in
goede zekerheid en tegen flinke rente belegd, en dient tot
bestrijding en uitgaven wegens pensioen en ondersteuning bij
ziekte. Thans genieten ongeveer 50 oude en gebrekkige werk
lieden pensioen.
Xe Xer Apel heeft op Paaschmaandag-avond een hevige
vechtpartij plaats gehad, waarbij van vuurwapenen en messen
is gebruik gemaakt, zoodat o. a. een der vechtenden in den
mond, en een ander door den arm geschoten is. Het waren
ditmaal geen veenarbeiders, maar jongelui, die tot de burgerij
van Ter Apel en Ter Apelkanaal behooren.
Sedeit opgeschoten jongens met revolvers in den zak loopen,
is de veiligheid er niet op verbeterd.
Yan het geval is proces-verbaal opgemaakt.
Een loffelijk voorbeeld ter navolging gaf een fabrikant te
Leeuwarden, die al zijn werklieden en de man heeft er nog
al eenige pensioen verzekerde zonder eenige opoffering van
bun zijde. De uitdrukking val zijn werklieden" is echter niet
geheel correct. Ze moest eigenlijk luiden allen op één na.
Af «ar waarom dan die ééne uitgesloten, zal men allicht
vragen Was 's mans levensgedrag van dien aard, dat de patroon
hem niet waard achtte een pensioen te verzekeren Waarom
zendt hij hem dan niet liever weg
Neen, zijn levensgedrag schijnt volstrekt niet ergerlijk.
't Spreekt van zelf, dat de patroon hij hield de redenen
waarom geheim den juisten naam, voornaam en tijd van
geboorte diende te weten, teneinde daardoor de verzekeringen
te kannen afsluiten. Hij vroeg die opgaven door middel van
den chef der fabriek. Allen verstrekten die op één na
met welwillendheid. Waarom ook niet? Er kon hun toch niets
van overkomen. Er was hoegenaand niets compromitteerends
in. Die ééne was echter niet bereid de man moet sterk aan
de sociaal-democratie doen de verlangde opgaven te ver
strekken, zonder te weten waartoe ze zouden dienen. Hij wist
niet of hij er wel toe verplicht was, zou er zich nog eens op
bedenken enz. En of men hem al beduidde, dat zoo iets meer
malen gebeurde, dat zulk soort van vragen in den regel door
ieder beantwoord worden, 't hielp niet, hij zag de verplichting
daartoe niet in.
De patrooon sloot dus de verzekering voor al zijn werklie
den op één na, waarvan hij de gegevens miste om tot
handelen te kunnen overgaan.
Dat de werklieden met dankbaarheid deze goedgunstige ver
zekering aanvaardden en de één leelijk op zijn neus keek, dat
laat zich denken.
Provinciale-Statenverkiezin^en.
Toen de quaestie der provinciale kiestabel aan de orde was, is
van de zijde der liberalen, gelijk men uit tal van artikelen heeft
kunnen zien, algemeen beweerd dat de provinciale belangen bij
de verkiezingen voor de Provinciale Staten op den voorgrond
moesten staan. Intusschen, nu de verkiezingen naar de °oude
tabel op handen zijn, wordt door de anti-liberalen kennelijk
overal als de alles overwegende vraag bij die verkiezingen voor
gesteld, hoe de politieke overtuiging van den caudidatt is; eerst
in de tweede plaats komt de vraag naar de bekendheid van
den candidaat met de provinciale belangen en zijne geschikt
heid om daarvoor te zorgen.
De Arnhmsche Ct. (no. 853) wijst op een en ander en citeert
eenige uitingen van De Tijd, om dit te staven. Maar tevens
brengt de Arnh. Ct. de vraag te berde, wat de liberalen nu
tegenover dit streven der tegenpartij doen moeten.
Hier en daar doet men het voorkomen, zegt de Arnh Ct
dat men de liberale partij tegen 14 Mei nu eens in een recht
lastig parket heeft gebracht. Bekennen de liberalen op deze
uittartingen en krijgstoebereidselen van de tegenpartij kleur
dan zouden zij evenals deze het politiek karakter der Provin
ciale Staten op den voorgrond stellen en dus inconsequent
worden. Zijn ze daarentegen consequent en vragen zij niet
naar de politieke richting der aftredenden, dan spelen zij hun
nen tegenstanders in de kaart.
De Arnh. Ct. zegt hieromtrent:
„Breugt men, ofschoon wij het niet wenscben, de verkie
zingen van 14 Mei op het zuiver politiek terrein over wiï
durven dien strijd evengoed aan als in Maart 1888 Wij vreezen
den uitslag met, al moesten sile liberale candidaten gespen
worden; wij hopen dus, dat geen enkele liberale Kiesvereen
ging m geen enkel district zich aan den strijd zal onttrekken
of zichzelf machteloos maken door het overnemen yan
liberale candidaten, aftredend of niet, al geschiedde het 0|T
kansen van een aftredend geestverwant te verbeteren. ()0®:
zullen gaarne getuigen, dat, indien de strijd op dezen voet'
tegenovergestelde politieke partijen wordt gestreden en
partij in de meeste provinciën de zegepraal behaalde,
ettelijke uit het oogpunt van de provinciale belangen Vl.r,j.
stel ij ke Statenleden uitvielen, wij dat oprecht zullen beu
ren; maar dit is nu eenmaal zoo. Indien de beste anti-liC
leden der Provinciale Staten door eigen vrienden niet ho<
noch beter worden geacht dan als stem machines, bestemd
de Eerste Kamer ter wille van het partijbelang te veranda
dan moeten wij deze schatting aanvaarden en ons door
eigen beter oordeel over hunne verdiensten niet laten verlek
tot het weigeren van den strijd, die ons aangeboden, ja eigenj!
opgedrongen wordt."
Dat het ministerie bij de genade van Kuyper en Sc]
man bestaat is een publiek geheim. Dat Keuchenius zwijgt
een mof, dit wordt hem minder ten kwade geduid dan
kende zaakje met zekere „Stoomvaart," toen de minister."
Koloniën ging klagen van „bevriende zijde met lastige vMl
te worden in 't nauw gezet", en toen die lastige vrager zijn 'üj
pellatie ging wegmoffelen. Dat er iets achter stak, achter ij
berucht geworden district sverknipping, is mede een puhlij
geheim en dat de plotselinge verschijning der schooiwetwijzigic
juist voor de verkiezing der provinciale staten, op het Standsari
bureau is uitgebroed, daaraan twijfelen velen niet. Zie, vasl
die dingen willen de anti-Kuyperiaans«he leiders onder v
orthodoxe deel der natie hunne geestverwanteu niet onkum
laten, opdat zij als kiezers in het vervolg niet weer in de fj
loopen. „De Yaderlander" komt zelfs met deze aankondigt?
tot de lezers„Kiesvereenigingcn welke het wenschelijk ad
ten, dat, voor de verkiezing der Provinciale Staten, van J
Vaderlander" eenige nummers aan hare leden worden tod
zonden, gelieven de naamlijst der leden toe te zenden aan li
uitgever M. C. Bronsveld te AYageningen. De verspreiding J
schiedt geheel kosteloos."
Wij kunnen er nog bij zeggen, dat de bedoelde heerenee.b
omzetting der Eerste Kamer in Kuvperiaaiischen en Schsff
maniaanschen geest voor Land en Volk hoogst verdertelj
achten en met hand en tand wenschen mede te werken i
zulk een ramp af te wenden.
Kunnen de gematigde partijen in den lande het ovei
schoolwet effenen, dan komt Kuyper niet klaar met zijn ife
kerij en van de uitersten heeft Nederland dan niet meer;
vreezen, al sluiten Kuyper en Domela nog intiemer verl
dan in Schoterland en al boeleert Calvijn zoo mogelijk,
sterker met Loyola.
Dat de Standaard" en dientengevolge de kleine blaadji
die door de Kuyperiaansche onderwijzers geredigeerd wordd
allervreeselijkst 't land hebben aan de beweging in Jt orthodol
kamp, zal niemand bevreemden. Fr. Courant.
I )e onderwijswet. De Standaard
5253) zegt in een artikel Mackay gaf wat hij kon", dat*
ontwerp volstrekt niet geeft, wat der anti-vevolutionnairen idal'
moet blijven: het vrije onderwijs regel, het staatsonderwijs®]i
vulling." I
Maar Mackay, en hier dient wel op gelet te worden",!?
De Standaard, „was en bleef bij zijn ontwerp aan het «ff1
fatale art. 194 gebonden. Ook zijn ontwerp lag dus onder
verplichting, om dit artikel der Grondwet eerlijk en stipt
te voeren. Van de slinksche paden om nog onder de virf
van dit artikel feitelijk dit artikel op zijde te schuiven enp
verdonkeremanen, is de antirevolutionnaire partij, en met k
een eerlijk man als Mackay, wars.
„Er was dus niets aan te doen: ook Mackay''s ontwerpei
het liberale beginsel nog onaangetast laten, voor zoover
liberale beginsel door de duidelijke bewoordingen der Gr®
wet gedekt wordt. In zoover is er niets tegen in te brenï j
dat ook dit ontwerp nog geheel in het liberale spoor loopt
„Art. 194 blijft nog altoos aan de liberalen het recht sch
ken om zeiven stil te zitten en den Staat voor zich te W
werken. Met beroep op dit artikel kunnen zij nog altoos
den Staat vergen, dat deze aan hen scholen voor hunne
deren biede, ook waar zij die uitnemend wel zeiven bekos#
en inrichten en drijven konden. Hun privilegie bleef nogj
verkort. Hier kon dus niet aan worden getornd. En #1
Mackay doen kon was om, met art. 194 in de hand, het3>J
mes aan de al te weelderige takken aan te leggen, et'l
domme en onhoudbaar gebleken bepalingen door betere ttfl
vangen en het bijzonder onderwijs in zoover tegemoet te k°fï
als het de kinderen gold van ouders die in vermogen te 1
schoten. Uit dit oogpunt moet Mackay's ontwerp dan u°k
oordeeld worden. Elke andere maatstaf dien gij aaD'e^
onbillijk. En beziet men zijn ontwerp door dat vergi"00^
dan metterdaaad kunnen, zegt De Standaardook «i
revolutionairen, er ons bij nederleggen. Want geldelijk
dat is juist goed biedt het ons weinig voordeel,
deze twee stellen wij op hoogen prijs, het ontsluit oW
om door vermeerdering van onderwijzend personeel ons
wijs degelijker en beter te maken, en ten anderen,
minder waardeeren, het heft eens voorgoed den ban J
onder het liberalisme ons vernederd had, alsof christel'i -u
wijs ,n liet christelijk Nederland eigenlijk slechts een °°t>u
1
kan «'f
toegelaten liefhebberij was".
Schoolwet. - liet Vaderland
ten te doen uitkomen dat hetgeen de liberalen voorsp'
zoodra de tegenpartij aan het hervormen zou ga»*
ondorwijs en duurder èn slechter zou maken, thans rCLl ,jw<.
het Regeerings-ontwerp bevestigd wordt. De Regee"»n g(
erkent, dat haar voorstel het rijk 81/. ton meer zal ko- a
De aangebrachte verbeteringen, die niet geheel d
zijn luttel, en gemist wordt die ééne, voornaamste Vflf Js
waarnaar door de hervormingsgezinden al sinds jaren vt ^di
wordt uitgezien, de leerplicht. Zoo ooit, dan ware
gelegenheid, dat groote beginsel in onze wetgeving °P
De tegenstanders wilden nooit in leerplicht toestem'11 ^jiP]
lang de sehoolquaestie niet in hun geest was opgelu»1-
thans kunnen zij die quaestie in hun geest oplossen-
hun nu aan den leerplicht de plaats te geven die by