1 stier van elk der lieeren: Borst, Kooi en Bezelmau. Door den heer P. Dekker werd nu verslag uitgebracht over de 11. gehouden vergadering van Holl. Noorderkwartier. Verder werd besloten als candidaat voor het lidmaatschap van het Hoofdbestuur voor te dragen, den heer Jb. Zijp, te Wieringerwaard. Door de Commissie van beoordeeling over de te keuren stieren wordt medegedeeld, dat de eerste prijs is toegekend aan den heer J. Borst van SchageD, voor zijn jarigen stier (een volbloed stamboek exemplaar, Willem), en de tweede prijs aan den heer C. Kooi van Haringkarspel, doch dat zij nog een bestuurprijs wenschte toegekend te zien voor den jarigen stier van den heer K. Bezelman, waarop door de vergadering die prijs werd vastgesteld op f 5. Tevens werd aangenomen een volgend jaar weder een derge lijke keuring uit te schrijven. Ten slotte werd nog in herinnering gebracht dat de met den eersten prijs bekroonden stier van den heer Borst voor het vee der leden der afdeeling beschikbaar is, terwijl de heer Borst het dekgeld vaststelde op f 2. In het verslag van het Tweede Nederlandsch Natuur— en Geneeskundig Congres te Leiden, vierde sectie (geologie en geographie), lezen wij Prof. Martin (Leiden) brengt de kaarten van Pesewits van Borneo en van Kloeke van Noord—Holland ter bezichtiging. Deze geologische kaart vaD Noord—Holland, op de schalt 1/50000, uitgegeven bij de Erven Tijl en vervaardigd door het Hoofd onzer openbare school, is o. a. zeer gunstig beoordeeld door de heeren: Van der Veen in 't //Schoolblad van Versluys", en door Dr. H. Blink in „De Wekker". De Stierenkeuring van wege de Afdeeling Barsingerhorn der Hollandsche Maatschappij van Landbouw, heeft op den 27sten April 1. 1. plaats gehad. Vier stieren werden aangebo den, de keuringscommissie, bestaande uit de Heeren L. Helder, C. Spaans en A. Schenk, besloot de premie toe te kennen aan den Stier Apollo No. 1269, Ned. Bundvee-Stamboek, van den Heer J. Bakker Jz. te Wieringerwaard. Deze stier staat nu tot dekking van koeien beschikbaar van af 1 Mei tot 1 Augustus a. s. bij den Heer W. Groen te Barsingerhorn, tegen een rijgeld van f 1.75. Onnoodig zeker, de aandacht van belanghebbenden, die de veredeling hunner fokdieren beoogen, méér, dan met een enkel woord, hierop te vestigen. Men meldt uit Enkhuizen In ons kiesdistrict bestaat verdeeldheid in den boezem der liberale partij. Werd de heer Hartkamp, burgemeester van Enkhuizen, met algemeene stemmen geproclameerd tot candi daat der liberalen, de heer Van der Steen, burgemeester te Spanbroek, mede aftredend lid der Provinciale Staten, werd om verschillende redenen niet tot candidaat gesteld, en met groote meerderheid van stemmen daartoe gekozen de heer Willinge, burgemeester te Hensbroek. Eenige voorstanders van den heer Van der Steen handhaven diens candidatuur. Het waarschijnlijk gevolg hiervan zal zijn, dat de heer Hartkamp herkozen wordt bij eerste stemming en dat er, daar de liberalen zich verdeelen, herstemming zal moeten plaats hebben tusschen den candidaat der antirevolutionairen en dien der ultramontanen. Men hoopt dat de heer Van der Steen, wiens kans van slagen het geringst is, nog tijdig zal terugtreden, ten einde ver snippering van liberale stemmen, en dus de nederlaag, te voor komen. Te Wormerveer zijn de mazelen epidemisch heerschende verklaard. Te Krommenie is deze ziekte minder voorkomende, doch te Marken-Binnen zijn alle schoolkinderen op 6 na aan deze ziekte lijdende. Aan den wedstrijd voor quartetzang Zondag jl. te Wor merveer gehouden, namen deel Haarlemss mannenzangvereeniging „Crescendo" met „Sluimer lied" van J. G. Bastiaans. Mannenzangvereeniging „Bichard Hol" van Uitgeest, met „Goê morgen" van B. Hol. Mannenkoor „Csecilia" van Amsterdam, met „Vineta" van T. Abt. Het Haagsch mannenkoor met „Avondlied" van Joh. J. H. Verhulst. Mannenkoor „Kunst na Arbeid" van Amsterdam, met „Erü- hlingsandacht" van C. Kreuber. Kotterdamsche zangvereeniging „Amphion" met „Lentelied" van Joh. J. H. Verhulst. Liedertafel „Apollo" van Amsterdam, met „Hymne a la nuit" van L. de Billé. Liedertafel „Haarlem's zanggenot" met „Avondlied" van Joh. J. H. Verhulst. Utrecht's mannenzangvereeniging met „de Kleinste" van Joh. n. Loser en voor allen eerst de verplichte opvoering van het kwartet „Waakt op" van A. M. de Jong, waarvan afgeweken werd met „Haarlem's zanggenot* dat het verplichte kwartet zong na het „Avondlied". Waarom De Jury wees toe aan „Utrechts Mannenvereeniging" de eerste prijs4 gouden medailles en een groote zilveren als banierprijsde tweede aan de liedertafel „Apollo" van Amsterdam: 4 verguld zilveren medailles en een groote zilveren als banier- prijs de derde aan „Amphion" van Botterdam 4 zilveren medailles en een groote zilveren als banierprijsde vierde aan „Crescendo" van Haarlem 4 zilveren medailles en een groote zilveren als banierprijs, terwijl aan „Kunst na Arbeid" een ge tuigschrift is uitgereikt. Den 20sten September van dit jaar zal het 50 jaren ge leden zijn, dat de eerste spoorweg in Nederland van Amster dam tot Haarlem geopend werd. Zoowel bestuurders als bij de beamten der Holl. Spoorwegmaatschappij bestaat het voornemen dit feit feestelijk te herdenken. Op de te Hoorn den 30 April gehouden groote voorjaars— veemarkt werden aaagevoerd 2173 stuks. De handel was vlug en de prijzen waren hoog. De Amst. Ct. meldt Honderden en nog eens honderden meuschen bewogen zieti Zaterdag middag langs de beide Amsteloevers. Het was ten gejoel en geschreeuw van wat ben je me. „Daar hej m. Da.u hej 'm klonk het, en aller blikken richtten zich naar den hoogte, waar men boven den Arasteldijk een grooten ballon zag zweven en, aan dien ballon bevestigd, de parachute. En aan die parachute hing hij, de man van parachute; bewegingloos, slechts zacht heen en weer gewiegeld door den wind, die hem met zijn voertuig naar den Amstel dreef. „Hij valt in den Amstelriep de een; hij komt bij de Linnaeusstraat neer.'' riep een ander„in de Zuiderzee zal hij neerploffen hoorde men weer van andere zijde. „Waarom of de vent zich niet vallen laat," merkte een vierde op. Ja, waarom? Of de luchtreiziger het niet waagde zich boven den Amstel te laten vallen, dan of de parachute te vast zat, en niet los wilde laten, men kon het niet zeggen. Zooveel is zeker, dat man en ballon en valscherm steeds ver der dreven. Plotseling ging een gil op uit de menigte. De pa rachute was losgemaakt en met den reiziger pijlsnel dalende, gevallen in een der boomen, die langs den Amsteldijk bij de Wiegelstraat staan. Ontzetting was op ieders gelaat te lezen. Een oogenblik scheen de menigte van ontsteltenis verlamd. Een oogenblik slechts, want eene seconde later holden de vrouwen en mannen en kinderen naar de plaats des onheils. De over- haalmannen hadden in hunne bootjes geen ruimte genoeg, om van de Weesperzijde alle nieuwsgierigen over te zetten, die den man van de parachute wilden zien. Onbewegelijk hing hij, het hoofd naar beneden, in de takken van den boom. „Hij is dood klonk het uit de menigte. „Wat doet de vent ook zoo stom te zijn en boven een boom neer te vallen," riep een ander. „Gauw jongens, haal politie en dokter werd geschreeuwd. Een der jongens dacht er anders over. Als een aap klom hij in den boom, hooger en hooger, tot hij den parachute-man was genaderd, en een kreet van verontaardiging steeg op, toen de knaap riep: „Nou, die is goed hoor, 't is een pop!" Bij die woorden klommen meer jongens naar boven, en spoedig werd de pop beneden gebracht en in triomf door de jeugd rondgedragen. De menigte trok afsommigen mopperende over „zoo'n gemeene verlakkerij de meesten hartelijk lachende over de grap en den ballon naoogende, die langzaam in de richting van de Zuiderzee verdween. Wie het meest lachten Naar ons verzekerd wordt, eenige jolige snaken van eene diamantslijperij in de nieuwe buurt, die van groote lappen geel vloeipapier een ballon hadden gemaakt en daaraan zeer kunstig eene pop hadden bevestigd, hangende aan de parachute. Met een in spiritus gedrenkten draad, die in brand was gestoken, was de parachute aan den ballon be vestigd, zoodat op zeker oogenblik, als de draad was afgebrand, de pop moest vallen. Het toeval deed de pop terecht komen in een boom, en honderden hadden zich, sommigen van de Hoogesluis, buiten adem geloopen, om getuigen te zijn van de nederdaling van den man met de parachute. De invoer van Hollandsch Yee in Engeland: De Londen- sche correspondent der N. B. Ct. schrijft Het valt niet te ontkennen, dat de geheele vraagstuk vau den invoer van ons levend Hollandsch vee Engeland zich in een uiterst hachelijk stadium bevindt. Aan het kantoor van het Koninklijk Landbouwkundig Genootschap weigert men op het oogenblik alle inlichtingen, maar zijn de informatiën, mij van andere zijde geworden, juist, dan is het uit met den vrijen in voer onzer levende runderen en schapen op 1 Juni. De Ge heime Baad zou reeds over de zaak beraadslaagd, en feitelijk besloten hebben, om het verzoek der Royal Agricultural Society in te willigen, en dus het in werking treden van het bekende besluit tot 1 September e. k. uit te stellen. Velen zouden on getwijfeld een dergelijke bewijs van zwakheid in de regeering opvatten als een verdere concessie aan de zoo machtig gebleken agrarische partij, zoo niet als eene inleiding om den invoer van ons levend vee voor goed te verbieden, zij het dan met behulp eener speciale wetgeving, die desnoods wel vóór het reces er door zou kunnen worden gesleept. Met het bovenstaande voor oogen, schijnt het mij toe, dat het een vrij onverschillige zaak geworden is, of Nederlandsch vee present zal zijn op de groote tentoonstelling der Royal Agricultural Societyin Juni te Windsor te houden, of niet. Als de Privy Gouncil het in werking treden van zijn besluit uitstelt tot 1 September, dan vervalt onze deelneming aan de uitstalling van zelf. En als de Geheime Baad werkeloos blij ven mocht, dan wordt toch zeker aangenomen de motie van Sir John Thorold op de aanstaande raadsvergadering der Royal Agricultural Society op l Mei, eene motie, wier strekking is, den secretaris der Society te verbieden vee ter tentoonstel ling toe te laten, ten ware het is vee, hier gedomicilieerd op het oogenblik der inschrijving. Onder de gunstigste omstan digheden zou de toelating onzer runderen en schapen ter ten toonstelling slechts noode en onder alle tegenwerking kunnen geschieden. Het zou alzoo misschien nauwelijks met onze waardigheid strooken, indien wij onze deelneming doordreven. Van het Loo meldt men aan het IlbladDe kentering in den toestand van Z. M. den Koning begon voor veertien dagen, en sedert ging de beterschap met reuzenschreden vooruit zóó zelfs, dat Z. M. in de laatste dagen te zes uur 's morgens reeds gekleed was. Voor- en namiddags neemt de Koning ech ter wat rust, wat hem door de geneesheeren geboden is. Van de chronische kwaal, waaraan Z. M. lijdende is, heeft hij thans betrekkelijk weinig hinder, en reeds sedert een dag of tien is Z. M. in zijn uiterlijk aanmerkelijk vooruitgegaan, zoodat men waarlijk niet kan zeggen, dat de Koning er slecht uitziet. Met de noodige voorbereiding is aan Z. M. mededeeling ge- daan van de overneming zijner regeeringsbezigheden door den Baad van State. Het besluit, waarbij dr. Vlaanderen tot ridder van den Ne- derlaudschen Leeuw werd benoemd, is door Z. M. zelf bij den ministerraad uitgelokt, terwijl Z. M. wist, dat Hij zelf het niet zou kunnen teekenen. Zoowel deze onderscheiding als de medaille van de Eikenkroon, geschonken aan den ziekenoppasser Hem mes, werd door den Koning zelf den begiftigde overhaudigd. Zes dagen geleden heeft Z. M. zijn verlangen te kennen gegeven, te beginnen 3 Mei (de datum is door den Koning van zelf bepaald) weder de regeeringstaak te aanvaarden. D zakelijkheid van een regentschap heeft dus opgehouden te* ln Luxemburg zal het regentschap mede een einde Dr. Vinkhuizen heeft heden zijn gewoon bezoek ten gebracht. Van eene buitenlandsche reis des Konings is geen0 sprake geweest. Evenmiu wordt nog een verblijf' in lucht reeds wenschelijk geacht. De Staatscourant deelde Dinsdag een besluit m d April, in naam van Zijne Majesteit Willem III geno^e' aldus luidende De Baad V3n State, krachtens art. 45, 2e., der Qt waavnemeude het Koninklijk gezag: Gezien de voordracht van den Baad van Ministers April 1889; Gelet op art. 47 van de Grondwet; Heeft goedgevonden en verstaan: le. met wijziging van het Koninklijk besluit van 251 1889 no. 6 te bepalen dat, alvorens het ontwerp van"»/' benoeming van eene Begentes van het Koninkrijk, jn dat besluit bedoelde vereenigde vergadering der Staten-Gen' wordt aangeboden, aan die Hooge Vergadering zal worden," gesteld een besluit te nemen, waarbij wordt verklaard ij" in art. 38 van de Grondwet omschreven geval heeft ow den te bestaan 2e. de Ministers van Binnenlandsche Zaken en van hm te machtigen evenbedoeld voorstel aan de vereenigde vergaj. der Staten-Generaal aan te bieden. Afschrift van dat besluit zal worden gezonden aan den 1 van Ministers, aan de Ministers van Binnenlandsche Zak» van Justitie en aan de beide Kamers der Staten-Generaal Het besluit is gecontrasigneerd door de Ministers van nenlandsche Zaken en van Justitie. De Vereenigde Vergadering der Staten-Generaal Dinsdag, 30 April, ten 3 ure gehouden werd bijgewoondj een oveigroote menigte. Alle ministers waren tegenwoordig. De leden van den Baad van Staten, de hoofden van vree gezantschappen woonden de vergadering bij. De Voorzitter deelde mede, dat hij zonder resumtie aai besluit der vorige vergadering uitvoering heeft gegeven. De griffier las voor de koninklijke besluiten van 25 April betreffende de bijeenroeping der vereenigde voor de behandeling der daarin vermelde voorstellen. De Minister van binnenlandsche zaken (de heer Mé verklaarde ongeveer het volgende Toen op 3 April werd sloten dat het geval, bedoeld in art. 38 der Grondwet, aam was, liet zich geen verbetering van den toestand voorzien. Ss is er meer beterschap ingetreden. Toch meenden de geueeshj dat de krachten nog in meerdere mate moesten terugfe wilde Z. M. het werk hervatten. De raad van State bei! daarna de Kamers bijeen te roepen tot behandeling van i: stellen omtrent het regentschap. De ministerraad vroeg aai geneesheeren eene nadere verklaring omtrent 's Konings te en of Z. M. de regeering kon waarnemen, die zich voor zoodanige vorderingen heeft gemaakt, dat zij meenden, M. zijne gewone werkzaamheden kon hervatten. Van c klaring, een lichtstraal in de sombre dagen, werd aan den van State kennis gegeven, die meende dat onverwijld een voor moest worden ingediend om te verklaren dat het geval, in art. 38, niet meer aanwezig was. Vandaar het koninl besluit van 29 April. Daartoe gemachtigd door den Kaal State, stelt de ministerraad voor te verklaren dat het fj heeft opgehouden te bestaan. Met vreugde maakt de mii raad dit besluit bij de Kamer aanhangig, onder dank: aan God dat Z. M. de krachten herwonnen heeft om werkzaamheden te hervatten, een feit dat zeker met blij door allen zal worden aangenomen. Ten slotte deelde de minister mede, dat hij op dien van het Loo het volgend telegram heeft ontvangen„De bijzonder gunstige herstelling van Z. M. bevestigt zich dag tot dag meer en meer. Dr. Vinkhuizen. Aan het ministerie vau waterstaat wordt naar 1 U. B. meldt, een wetsontwerp voorbereid tot wederiil ring van het stelsel van octrooien voor uitvindingen. Bij de Ned. herv. gemeente te Goes maakte een ling bezwaar tegen de aanneming als lidmaat van een jongm®1 omdat hij lid is vaneene gymnastiekvereeniging. Bij de christel. gereform. gemeente aldaar werd bezw maakt tegen de aanneming van een meisje, dat lid was zangvereeniging Exelsior. Bij dezelfde (de laatstgenoemde) gemeente werd bezwaa-' maakt tegen de bevestiging van een reeds aangenomen omdat zij werkzaam is bij het openbaar onderwijs. In het eerste geval gaf het jongmensch den ouderlity kennen, dat hij voor het lidmaatschap der gymnastiek'01 ging niet bedanken zou, al moest hem daarvoor het lp schap N. H. kerk geweigerd worden. De ouderling her® de vreeselijke zaak. Het tweede geval was spoedig uit den weg geruim'', het bedoelde meisje reeds voor eenigen tijd om and«e te voor het lidmaatschap der zangvereeniging had bedanl Het derde geval scheen van bijzonder groot gewicht g te worden. aan eene openbare inrichting genoot, had men van kerk^1 Tijdens de bewuste kweekelinge hare opleiding tot 1 1 "fl sc wijs van den chr. ger. predikant. Zelfs was zij z°n<let zijde blijkbaar geen bezwaar, want zij genoot go: dsdie°5t0! 1j# bezwaar aangenomen. Maar toen protesteerde een lid der geref. kerk tegen hare bevestiging, en de predikan verplicht te zijn haar te ontbieden en drong er op »»n' vóór de bevestiging kennis zou geven aan het betrekke rlor nnpnnopo cohooi /l.i „.'1 1. l__a1-lrinCT DC der openbare school, dat zij voor hare betrekking be' Uit werd door het meisje, zoowel als door haren v>^ niet tot de chr. geref. gemeente behoort) pertinent ge op grond, dat zij de toelage, welke het meisje ge' konden gebruiken, en zij het ondankbaar zouden vin« over de heeren, aan wie zij hare opleiding tot de kregen akte had te danken, en van wie zij D00)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1889 | | pagina 2