Smüerötaclitigönizend Mart
Zondag, 23 Juni 1889.
33ste Jaargang. No. 2309.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: SCHAGEM, Laan, D, 5.
Gemeente Scha gen.
Bekend makinge n.
Binnenlandsch Nieuws.
Roman van HERMANN HEIBERG.
TWEEDE HOOFDSTUK.
V
Wordt Vervolgd.
A
RAMT.
Mïfii'teÉ- k Liflloibla
Zater-
Uit Wad verschijnt tweemaal per weekWoensdag-
[ijavond. Bij inzending tot 'a middags 12 ure, worden ADVEH-
(ESTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
«treilt een alhier achtergebleven slob broek.
Sc hagen, 22 Juni 1889.
Onze plaatsgenoot, P. Denijs Jz., is deze week geslaagd
iitetovergangs-examen voor het oudste studiejaar als Machinist-
Leerling, bij de Koninklijke Ned. Marine, te Hellevoetsluis.
Al is het een „stille" kermis ditmaal, voor den verslag
gever blijft zij uit den aard der zaak toch vermoeiend. We
toch ook maar één lichaam en kunnen evenmin als
dl ander, op twee plaatsen tegelijk zijn. Dit aan het adres
van die Directiën, die ons dezer dagen lastig vielen omdat wij
niet op dien en dien avond hunne voorstellingen bijwoonden.
Ons kermisverslag van ons laatste nummer voortzettende,
noemen wij het eerst de tooueelvoorstellirigen in de Schouw-
borgtent van den heer W. Hart. Door dit gezelschap werden
op Woensdag-, Donderdag- en Vrijdagavond achtereenvolgens
opgevoerd, „de ekster en de dienstmaagd'', tooneelspel„de
mimen strijd" en „de Noord Hollandsche familie", beiden
kWi; dit laatste gevolgd door de operette „alles in rep en
toer of fle soldaten in het dorp."
ik millioenenstrijd" of „de grotten van het kasteel de
Zeven Torens", is een dier drama's van den ouderen tijd, in
fa geest van „de Twee Weezen"; het is de weerspiegeling van
ht familieleven van zoovelen, bij wie het bezit van groote schatten
al te gereedelijk aanleiding geeft tot intiige's en het
Mijnheer Schütz greep nu Anna's hand zij had een
°°n gevormde hand en legde het geld daarin. „Van
goeden vriend kunt gij wel een voorschot aannemen,
sj rouw Anna. Zeggen wij liever voorschot, wanneer het u
iJgenaam is. Maar nu nog iets Zoudt gij niet eens heden
gij wel geen tijd een klein uitstapje maken Mis
ten naar het roomhuis Het weder is nu zoo schoon
li/ U(i Wfr<^ Van an<^ere zij^e geklopt en een der bediende
e deur openende „Mijnheer Schütz, de reiziger uit Diiren."
tani°M wacMtenriep de patroon driftig. „De duivel hale
hé d 6n '16e't ^Cen en^e^ °°genblik rust
eur werd dicht getrokken en wederom waren beiden alleen.
7' lnpjuffrouw Anna
'V m°eder veroorlooft zoo iets volstrekt nietIk dank
^'jnlteer,Schütz Maar ik mag u nu niet langer storen.
«Bli'f1 ('US ^oes^aat, morgen vroeg
PCQ n°§ een oogenblik, mejuffrouw Anna. Gij hebt heden
*5 wAf S|. 1c',0Rn Werkelijk gij bevalt mij, gij bevalt
Gij zijt een mooi, lief meisje. Ach, mijn lief
^tirne I"eer men Z°° ^eri SeMeplen dag in zaken zit, zijn
»el
- „ei ^en Meeit met het groote personeel, dan wil men
optépet'ns7fnensph zijn en iets anders dan altijd rekenen
itytri'e^' gij, ik koester reeds lang het plan, een andere
tonde ij6 enSagepren. Mejuffrouw Puls is eenzijdig, houdt
t(t m ee®n °P na en is nog eigenwijs bovendien. Dat is
W toez? Z0Qa's bet behoortWanneer gij een tijd lang
jï ook vT i~i za! u bij het knippen plaatsen, dan kunt
later i/°' i'1 bet atelier werken, en dan
'H mpé.vtt en v°°r bet passen, daartoe zijt gij veel te
'^-0, r°UT Anna. Ik zal u <een flink salaris uitbe
et de deur"1 wei voor hen daarbinnen," hij wees
geeft u r.,7~ "zMt 8'j aangesteld op vijfenvijftig mark.
°°k eeiT 61 '10nt^erti- Niet waar, mejuffrouw Anna, gij
8®aam \reu8deloos jonggezel het leven wel een weinig
0» tod, !1T H Kind, lief kind, wees niet bang! Ik
n onredelijks van u. Alles in eer en deugd
tuit
volstrev.Weini^ 8ezelschap in de lange avonden. Ik
in8?111 en t(t^Ce" oraffanë familiën. Dan is het zoo
jtyk bij ,jÜ nu 'leb ik nooit een meisje gevonden, dat mij
rnJ Perste ontmoeting zoo uitstekend heeft bevallen.
rouw Anna, onttrek mij uw hand nietAch
opzweepen van onedele hartstochten. Dat dergelijke stukken voor
de acteurs veeleischend zijn, ligt voor de hand. Te meer eer
dus, wanueer van de opvoering gezegd mag worden, gelijk dit
met het gezelschap van den heer Hart het geval is, dat zij
herhaaldelijk de luide toejuiching van het publiek verwierf.
Vooral als Prancisco, blinde bedelaar, muntte de heer W. Hart
uit, door gevoelvol en natuurlijk spel. Cornelia de Mazara,
Mevr. Hart, was als krankzinnige uitsteker.d en wekte aller deernis.
De heer B. Wylacker was als Falerno, avonturier, in zijn valsche
rol flink op zijn plaats.
„De Noord—Hollandsche Familie" of „een huisgezin uit de Beem-
ster," gaf ons een kijkje in het burgerlijk leven en leerde ons
ééue van die meermalen voorkomende geschiedenissen kennen,
waarin de ouders zich geheel voor hun kinderen opofferen en
door het veelbelovende kind later met groven ondank worden
beloond, terwijl zij daarentegen in de dagen van verral en
tegenspoed alleen heil en troost vinden bij diegene hunner
kinderen, welke door hen als minder-veelbelovend ook in zekere
mate achter afgezet waren geworden, en in welke gevallen het
spreekwoord„al is een ouder arm, toch dekt hij warm" zoo
zeer tot zijn recht komt.
De heerenW. Hart, als opofferend vader, en B. Wylacker,
als ontaarde zoon, waren in de vertolking hunner rollen karak
teristiek. Een waardig partner, was de heer A. Wylacker, als
Kees Blom, de boerenrentenier, den vriend in den nood. In
den heer J. de Boer, bezit het gezelschap een acteur-komiek,
die zeker belooft in dit genre avances te maken.
Over de door dit gezelschap heden- en morgenavond op te
voeren stukken, zie men achterstaande advertentie.
De werkzaamheden van het Grand-Concert-Variée gezelschap
onder directie van den heer Kievits, Woensdag en Donderdag
1.1. opgetreden in het Noord-Hollandsch Koffiehuis van den
lieer C. Kos Pz., voldeden in alle opzichten. De heeren Kievits
en Alexander zijn een paar uitstekende komieken, en vooral
En hoe schoon ziet gij er uit 1 Maar kind, ik doe
toch niets 1 Klein, schoon Anlje, waarom zoo ernstig en angst
vallig En welke prachtige tanden hebt gij 1"
Bij deze laatste woorden trad de man het jonge meisje zeer
vertrouwelijk nader; maar zij week terug, liep naar het tafeltje
waarop de karaf stond en legde de goudstukken op een bun
deltje dagbladen. Maar Schütz liep haar na, smeekte, vleide,
stelde haar gerust en drukte haar nogmaals het geld in de hand.
„Mijn bedoelingen zijn eerlijk; het zijn de beste, de op
rechtste, die er bestaan kunnen 1 Goede vrienden willen
wij zijn 1 Goede vrienden," betoogde hij en keek haar met
gehuichelde trouwhartigheid in de oogen.
En het meisje liet zich trots haar instinktmatigen afschuw
geruststellen en verliet nu eindelijk onder zijn herhaalden
handdruk, het kantoor.
Nadat zij was heengegaan; draaide Schütz zacht en voorzichtig
den sleutel weder om, opende de deur van de werkzaal en
zeide nu tot mejuffrouw Puls
„Ik heb het jonge meisje geëngageerd. Kind van fatsoenlijke
ouders. Verkeert in grooten nood. Heeft mij hier veel vervelend
gejammer voorgezongen 1 Wij moeten eens zien 1 Het zal wel
gaan 1 Kan bij het aanpassen gebruikt worden 1 En hoe is
het nu met de zending naar Maagdenburg? Komen de drie
dozijn Woensdag gereed Heeft Cohn zich reeds aangemeld
Mejuffrouw Puls ontkende onder allerlei verontschuldigingen,
en Schütz werd nu zeer heftig. Toen het onderhoud eindelijk
was afgeloopen, verwijderde mejuffrouw Puls zich zeer kwaad.
Maar dat kwam juist te pas in de kraam van Schütz. Er was
nu een grieve tegen de directrice en daarvan kon naar gelang
der omstandigheden gebruik gemaakt worden. Bovendien hevig
toeslaan met de deuren, grof zijn, volstrekt geen verdiensten
erkennen, alles berispen, slecht vinden, een bar gezicht zetten
_- dat alles kon geen kwaad. Dit had eene wonderbaarlijke
uitwerking op den ijver van het personeel 1 De aanleiding was
geheel en al bijzaak. Die kon door een vlieg aan den muur
bijgebracht worden. v i
Wanneer overigens de jonge dames, die m het a elier werk
zaam waren, eens hadden willen klappen, dan zouden zij alle
van éénzelfde geschiedenis, met dergelijke verschijnselen gepaard
gaande, hebben kunnen getuigen. Natuurlijk alleen die dames,
welke door de natuur bijzonder bevoorrecht waren. Dezelfde
komedie werd nu voor de zooveelste maal afgespeeld. De jonge
meisjes werden aangenomen, in den beginne vriendscliaps.
betuigingen overladen, maar meestal na zeer kort t'jdsbestek
wanneer de grillen en luimen van den principaal niet werden
bevredigd, even onbarmhartig op zijde gezet.
„Nu Anna?" vroeg vrouw Palzok, toen het jonge meisje, hetwelk
de heer Kievits verwierf met zijne geestige en puntige voor
drachten, ook op politiek gebied, herhaaldelijk het daverend
applaus zijner toehoorders.
De duetten van den heer en mej. Alexander, waren zoowel
in tekst en zang als in voordracht uitstekend. Beiden hebben te be
schikken over een schoon stemgeluid en hunne actie is levendig
en vol teekening.
Ook mejuff. Catrini, de Hollandsche zangeres, verwierf door
hare guitige, goed gezongen liederen aller luiden bijval.
Een groote aantrekkelijkheid dezer voorstellingen vormden
niet minder de werkzaamheden van de Chineezen The Arr You's,
die inderdaad interessant waren en met verbazende vlugheid en
handigheid werden uitgevoerd.
Op het eiland Wieringen is ongenoegen ontstaan tusschen
wiermaaiers en het polderbestuur aldaar. Men zegt, dat dit
laatste niet wil toelaten, dat het gemaaide wier op den dijk
wordt gelost. De politie is versterkt.
Den heer Coninck Westenberg, notaris en wethouder van
Tessel, overkwam eergisteren toen hij met de heeren P. Boon,
lid van den raad, en J. Moojen, makelaar, van eene grasver
pachting naar huis reed, een groot onheil. Het paard werd
schichtig en sloeg op hol, zoodat rijtuig en personen in eene
sloot terecht kwamen. De heer Boon brak daarbij twee ribben,
terwijl de andere heeren en de voerman meer en minder errnstig
gekwetst werden.
Dat er onder de maaiers korf aangebonden personen zijn,
is op te maken uit 't geen voor eenige dagen te Hoogwoud is
geschied. Daar hield een jongeling een paard tegen, gespannen
voor een wagen, waarin eenige grasmaaiers waren gezeten. Een
der maaiers steeg af en bracht den jongeling verscheidene mes
steken in den rug toe, waarvan gelukkig geen levensgevaarlijk
de paardentram van het Dönhoffplein naar de Hall'sche poort
had genomen en nu de vier trappen in het achterhuis, Telto-
werstraat no. 17, opgestegen was. „Nu, Anna, hoe is het u
gegaan
Anna deed haar mantel af, ging zitten en legde zonder ant
woord te geven, veertig mark op tafel.
„Nu, kind vroeg de oude vrouw verbaasd en keek met
haar gebruind, door koolzwarte haren omkranst gelaat, hare
dochter aan. „Wat is dat voor geld Van waar komt het
Anna schudde het hoofd en ondersteunde het met de hand.
„Ach, ik vrees, dat het weder niets is, moeder."
Zij staarde vertwijfeld voor zich uit en liet, terwijl de oude
vrouw hoofdschuddend haar dochter aankeek, de blikn door het
armoedige, maar zindelijke vertrek zweven.
„Is het niets?" vroeg de oude vrouw. „Hoezoo Vertel dan
toch 1"
„Mijnheer Schütz is volkomen hetzelfde als mijnheer Keil,
moeder Dadelijk reeds viel hij mij lastig met allerhande
voorstellen's avonds uitgaan, drong mij dat geld op en
„En
„Wilde mij omhelzen en
„Nu, tegen zoo iets kan een meisje zich toch verzetten 1"
„Gij praat goed, moeder
Heeft hij u aangenomen Hoeveel salaris
„Ach, dat is alles ook veel te mooi om van langen duur
te zijn. Wel is waar, ten slotte was hij anders, verontschuldigde
zich en meende, wanneer ik knippen en opmaken kon
„Nu! zeide ik u dat niet altijd? Verder!"
„Dan zou ik misschen door den tijd de betrekking van
directrice bekomen."
„Kind, gij zijt gelukkig 1"
„Moeder, hoe kunt gij toch zoo spreken 1"
„Nu, is dat dan niet der moeite waard
„Ach, ik geloof het niet. Hij wil mij slechts vangen. Daar
is eene persoon, eene juffrouw Puls, die hem geheel onder den
duim schijnt te hebben. Ik weet het niet, de geheele geschie
denis komt mij zoo verdacht voor. Ook in de zaak ziet het
er niet zoo roijaal uit
„Hoe zoo
„Het is alles zoo vuil en smerig."
„Hm, hm 1 Moet gij morgen reeds in betreking zijn En
hoeveel per maand
„Vijfenvijftig mark voor de anderen, maar in werkelijkheid
honderd. Dat is ook niet bij rechtuit."
„Hoe? Honderd? En 55 mark voor de anderen? De ande
ren mogen het dus niet weten Waarlijk, dat
„Ziet gij wel, moeder!"
Nu werd er aan de deur geklopt en een klein, mager man
netje, op reeds vrij bejaarden leeftijd, trad binnen.