Donderdag, 27 Juni 1889.
AllfiMlil
33ste Jaargang. Ho. 2310.
AM
li
Inflerillacliiisflüizenil Mart
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: 8CHAC1KI, laan, D, 5.
Gemeente Schagen
Bekendmakingen.
Binnenlandsch Nieuws.
Postkantoor Sehagen.
Lijst van brieven, geadresseerd aan onbekenden, ver
luien in de 2e helft der maand Mei 1889.
Roman van HERMANN HEIBERG.
w>k-"
Wordt Vervolgd.
COURANT.
blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
gavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
tfTIËN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst.
GEZONDEN STEKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.16
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
jtrent een alhier gevonden
slobbroek en
een armband.
Schagen, 26 Juni 1889.
Bij Besluit van den 12 Juni is door den Commissaris
s Konings voor onze Gemeente tot zetter voor s' Rijks directe
ilastingen, in de plaats van den heer J. Govers, benoemd, de
«r B. Voorman.
Namen der geadresseerden, plaats van bestemming,
m Barsingerhorn. Evert Schootbrugge, Nunspeet.
m Dirkshorn. Tan Gaarbeek, Amsterdam.
- Ziezoo, de kermis is weer acbter den rugOok bier de
"iseling van het beden en 't verleden. En gelukkig ook, want
MsTan het aangename kan een mensch op den duur te veel
kjk. Is honger de beste kok, voor iemand die verzadigd is,
tóéen spijs en draak, hoe heerlijk ook bereid, nagenoeg alle
pai, En zoo ook met de openbare vermakelijkheden.
Ên laatsten kermis—Zondag is toch een dag van groot
voor onze gemeente en gelukkig, als, gelijk verleden
TWEEDE HOOEDSTUK.
'G, ei, mijnheer BühmGoeden dag, goeden dagNeem
zeide de vrouw en zette een stoel gereed. Anna stond
knikte even met het hoofd.
Mijnheer Bühm was een mensch met een spitsen blonden
«1 en herinnerde in zijn gelaatsuitdrukking aan deafbeeld-
der koningen op de speelkaarten. Hij staarde altijd in de
|t en zijn gelaat bezat nagenoeg geen uitdrukking.
net spreken schoof hij den duim van de rechterhand
6r wijsvinger en wreef ze tegen elkander, en vooral
ineer hij opmerkzaam toeluisterde, zette hij zijne vervelende
c me m beweging en drukte daarbij den bovenarm stijl
«i het lichaam.
heb wat voor mejuffrouw Anna gevonden begon hij.
een kruidenierswinkel in de Markgravenstraat is eene be-
Ag opende juffrouw is eensklaps gestorven. Men zoekt
--lijk en bekwaam persoon/'
j wat zijt gij goed, mijnheer Bühm, mijnheer Bühm!"
Weli'vT Palzok aangedaan uit. #Een witte Ik kan ze
DeJS nalen mijnheer Bühm
'tenh iVrouw 'leP inderdaad heen. Toen zij het vertrek
ej. Ad, begon Bühm, een agent in hollandsche kaas en
Uii!'* mejuffrouw Anna, wanneer gij toch van die be-
ifin ^en W^det A^ien 1 Wat hebt gij er aan Niets, niets 1"
i^aarvaij moeten wij dan leven, wanneer ik niet werk P"
,\ue meisje op bitsen toon.
,'^juörouw Anna, gij weet toch Gevoelt gij dan
D1-ets WW mij
••rzoT111^11'1601 ®°hm. Daarvan kan nimmer iets komen.
e u ook, dit geheel ter zijde te laten. Wij worden
een paar." J
vroeg Bühm, schudde als een oude
werku mCt en zÜne machine met volle
Wept i i
ku.0 ,.et immers, mijnheer Bühm. Ik zal alleen een
^enals" no8maals met het hootd en klapte met den
ie uit vr°uwen doen, wanneer zij een porceleinen
SclietvenClaDden hebben laten vallen en zij al jammerend
l'8s over aan. e"fander passen. Hij had bovendien iets vrouw-
%Sclltuzlch. hetwelk Anna afstiet.
vorscheen weder vrouw Palzok, naar adem hijgende,
Zondag het geval was, prachtig zomerweder het publiek uitlokt
tot een bezoek aan onze kermis.
Als nalezing vermelden wij hier nog dat het tooneelgezel-
schap, onder directie van den heer W. Martmet de opvoering
van het drama „Marie Antoinnette" een ei-volle tent had
getrokken en door hun ijverig en zorgvol spel herhaaldelijk de
luiden bijval verwierf en tevens, hetgeen voor dit gezelschap
natuurlijk van de grootste beteekenis is, een goeden indruk
bij het publiek achterliet. Gulhartig kunnen wij dan Gok van
dit gezelschap verklaren, dat èn Directie èn Acteurs, steeds
zich beijveren om door ijverige krachtsinspanning met hunne
tooneeluitvoeringen het publiek aan zich te binden en te vreden
te stellen.
Zulk een gunstige recensie kunnen wij, helaas niet geven
van het gezelschap der Nieuwe Rotterd. Schouwburg-Maat
schappij onder directie van Alex Faassen Sf Co, optredende in
bet Noord-Hollandsch Koffiehuis.
Wat toch is bet geval
Dit gezelschap vau den eersten rang in de tooneelwereld
had Dinsdagavond met #een bittere pil" zich bier een goeden
naam verworven en het zeer talrijk opgekomen publiek koes
terde dan ook de grootste verwachtingen, welke geenszins
werden beschaamd in het voorspel//Men sterft niet van
blijdschap." Dit tooneelspel werd uitstekend keurig weergegeveu
en deed zien, dat Ales. Eaassen (Nolet, bediende) nog altijd
is de kranige, fijn-spelende acteur van vroegerdat Mejuffr.
Keijblom, als Blanche en Mevr. Kley, als Mevr. des Aubiers,
juweeltjes van actrices zijn! Een daverend en herhaald applaus
was dan ook het wel verworven loon. De verwachting was dus
nog hooger gespannen, voor het nu volgend Blijspel //Mimi,"
bt;twelk nog wel was aangekondigd als Successtuk van het tliédtre
des Nouveautés te Parijs! Nota benei! Is er ooit grooter
draak vertoond Maar wat zeggen wij draak Was het nog
maar een draak geweest, dan was het tenminste nog iets!
met de //kleine witte", die zij Bühm overhandigde, alsof zij
hem een diploma uitreikte.
Nadat hij gedronken had, greep hij achter in den rokzak en
legde geheimzinnig, maar toch zoo, dat de beide vrouwen zijne
beweging moesten opmerken, een klein pakje (het was
engelsche thee) op tafel.
z/Ach, mijnheer Bühm, mijnheer BühmNeen, neen, dat is
te veel! Anna, zie! Weder zulke heerlijke thee! Hebt gij
reeds verteld, hoe gelukkig gij hedeu zijt geweest Ach neen,
neen Wij waren bij den kruidenierswinkel nu vertel eens
op, beste vriend."
Maar Bühm gaf op hare vraag geen antwoord, en drong
aan op nadere mededeeling omtrent dat /geluk."
En uu gaf de oude vrouw ten beste, wat zij wist. Terwijl
Anna zich onverschillig met eenig werk bezig hield, luisterde
Bühm nieuwsgierig toe. Alle bij-omstandigheden, Schutz's
onbeschaamdheden en bedekte toespelingen verzweeg zij wijselijk.
//Waarlijk," riep Bühm vrij ontnuchterd uit, //dat is iets
anders. Ja, nu is mij ook velerlei begrijpelijk. Directrice met
een groot jaargeld
„Gij meent?" vroeg de vrouw en keek verlegen naar Anna.
Zij vreesde het verwijt van overdrijving.
Anna trad nu naar de tafel, keerde in de verstrooiing het
pakje thee om en om, en zeide
#Gij kent moeder, mijnheer Bühm. Zij ziet altijd bergen,
wanneer het ook nog maar een dal is. De zaak is geheel
anders. Van directrice worden is het nog verre. En bovendien,
de betrekking in den kruidenierswinkel zou mij reeds veel liever
zijn, wanneer zij goed betaald wordt."
,/Nu, hoe zit de zaak dan in elkander?" vroeg Bühm.
In dit oogenblik weerklonk er een luid geschreeuw van de
binnenplaats Anna snelde naar het venster en rukte het open.
z/De brandweer, de brandweer 1 riep zij uit. //Het schijnt
te branden, moeder. Daar buiten is rook. Spoedig, dat wij
wegkomen."
Onmiddellijk waren ook vrouw Palzok en Bühm bij het
venster. Men zag werkelijk rook, zelfs vlammen uit het
tegenoverliggend gebouw naar buiten slaan. In dat gedeelte
van het blok huizen waren groote schrijnwerkers-werkplaatsen.
De binnenplaats was reeds vol inenschen.
,/Acli, ook dat nogriep de oude vrouw verschrikt en
ontsteld uit, terwijl Bühm de gelegenheid waarnam, om het
pakje thee weder in zijn jaszak te laten verdwijnen. Maar hij
legde toch een zekere kalmte en bezonnenheid aan den dag.
„Neem het voornaamste, wat gij hebt, bij elkander, vrouw
Palzok. Wacht. Hebt gij niet een mand
Nu stortte er een verkeerd geleide waterstraal tegen het
venster der woning en deed het drietal van vrees beven.
„Een mand Een mand Spoedig I^Daar pakken wij zooveel
in, als 't kan. De meubelen later
Neen, het is een stuk, door de opvoering waarvan Eaassen blijk
heeft gegeven, den smaak van het publiek alhier niet te kennen.
Was het eerste bedrijf nog bij machte door de zottigheden
de lachtspieren in beweging te zetten, reeds bij het tweede
bedrijf gevoelde men weerzie over zooveel onzin en smakeloos
heid, en bij bet derde bedrijf was iedereen blijde, dat het
uit was
En dan was bet hinderlijk, dat mijnheer Elorestan Polevard,
notaris in een provinciestad, doorloopend, gedurende alle drie
bedrijven, om zijn eigen aardigheid lachte. Terbeeld U een
acteur die op de planken om zijn eigen aardigheden lacht
Neen, dat gezelschap heeft ditmaal leelijk den bal misgeslagen
Nog rest ons te vermelden dat in liet lokaal de Beurs, zon
dagavond ook weder optrad, de Hollandsche Komiek, de heer
Boedels. Werkelijk, de heer Boedels lieeft ons goed voldaan.
Zijne komische voordrachten zijn inderdaad geestig en werden
met actualiteit en smaak voorgedragen, terwijl de heer Boedels
tevens zich ruimschoots bereidwillig toonde, om op bet terug
roepen van het publiek onmiddellijk en herhaaldelijk weder op
te treden.
De engelsche danseres van dit gezelschap verdiende voor de
door haar met smaak en verbazende vlugheid uitgevoerde dansen
terecht aller luid applaus.
Ten slotte nog iets over het Concert, Zondag middag in den
tuin van den heer Broersma gegeven door het Zaandam's fan
fare Corps, onder dirtctie van den heer Hooft. Het zeer lichte
programma, bestaande uit eenige marscheu en mazurkas, benevens
een tweetal op het aanstaande Concours uit te voeren stukken,
vermocht niet ons te voldoen. Het klankgehalte van dit corps
is mat, er zit geen gloed in, de middenpartijen zijn te zwak.
Wel kan dit corps zich beroemen op een uitstekend pistonnist,
en er werd over het algemeen ook wel vrij zuiver geblazen,
doch het lezielde niet. Het was zoo kil, zoo kleurloosHet
groote verschil kwam te sterker uit, toen dit corps ook uit-
Een mand was er niet, maar daarvoor in plaats werden de
schuifladen der chiffonnière met zoo velerlei zaken volgepropt,
als zij maar bergen konden. Wel is waar liep de oude vrouw
meestal doelloos, als een bezetene rond, greep een theepot, zette
dien weder neder, nam de waschkom en liet die op den grond vallen.
z/Ik wil u wat zeggen, vrouw Palzok," begon Bühm bij het
inpakken. //Kom bij mij in mijn woning. Ik heb ruimte genoeg
Wie weet, of het geheele blok niet afbrandt. Maar, zie toch,
vrouw Palzok, of de trap vrij is
Zij opende de keukendeur, en nu hoorden zij ook eeu luid
geschreeuw en geroep. Kinderen weendengeroep en bevelen
weerklonken. Daar tusschen het gesis der waterstralen en de
bedrijvigheid van de brandweer, het gedreun der bijlslagen en
het onheilspellend gerommel van omvallend muurwerk.
z/Waeht, wij zullen om hulp roepenDe lieden van beneden
moeten ons helpen!" schreeuwde Bühm, terwijl hij naar het
venster snelde.
Doch hij deinsde achteruit. De wind joeg een ontzettenden
walm en vonken in de kamer.
Het geheele vertrek stond eensklaps vol verstikkende!^ rook.
„Tenster toe Tenster toe Bühm En nu voortriep
Anna nog.
Een ieder greep een lade en alle drie stegen de trappen af.
Op het eerste trapportaal echter moesten zij wachten. Alle
trappen waren bezet met meubelen. Daartusschen schreeuwende
en jammerende menschen.
//Ruimte, ruimte riep Bühm en wilde vooruitdringen, maar
hij werd teruggeduwd. De rook die van de binnenplaats de
trappen opsteeg, deed de menschen bijna verstikken en zelfs
de brandweer-mannen hadden moeite, het er nit te houden.
Tolkomen radeloos stonden de drie menschen met hunne
schuifladen op het trapportaal en wachtten vol angst en ongeduld
er op, dat de menschen massa zich oploste. Ten laatste ried
Anna de last neder te zetten en geduldig te wachten. Trouw
Palzok en Bühm gaven gehoor aan hare uitnoodiging, maar
hadden toch geen rust. Zij vroegen, riepen, schreeuwden, dron
gen naar voren en keerden weer terug, tot zij eindelijk, het
vergeefsche hunner pogingen erkennende, uitgeput neerzonken.
Intusschen werd de rook dikker en sterker.
Tegelijk weerklonken er kreten als van menschen die in het
gedrang dood gedrukt werden.
Trouw Palzok en Anna beproefden op te staan, tenminste
de laatste zich den vreeselijken toestand volkomen bewust
verzamelde al hare krachten. Toen zij in den rook Bühm
niet meer zag, riep zij hem. Maar er volgde geen antwoord.
,/Moeder, moederHet is uit met ons l" kermde Anna, om
armde de oude vrouw en trachtte haar nog te ondersteunen.
Maar hare krachten verlieten haar en door den rook be
dwelmd, viel zij weder neder op de trap.