Wordt Vervolgd.
is mij eene bemoediging tot het wederopvatten van deze ge
wichtige taak. Bij de betuiging van mijne bijzondere erkente
lijkheid voor uw groot en zeer gewaardeerd vertrouwen, zij het
mij vergund een hernieuwd beroep te doen op uw aller wel
willendheid, op uw aller toegevendheid.
Hoogst aangenaam is het mij al dadelijk onzen algemeen
geachten tijdelijken voorzitter, thans tevens mijn plaatsvervan
ger, dank te mogen bieden voor zijne zoo vriendelijke toespraak.
Hij zij verzekerd dat de woerden, door hem uit het hart ge
sproken, tot het hart zijn gegaan.
Aan arbeid zal het der kamer niet ontbreken. Komen er onder
de te behandelen onderwerpen ook zoodanige voor, die tot ver
uiteenloopende oordeelvellingen kunnen leiden, ik houd mij
overtuigd dat de richtige behandeling daarvan zal worden be
vorderd door dien geest van onderlinge waardeering en van eerbied
voor elkander gevoelen, waardoor de Nederlandsche volksvertegen
woordiging zich steeds heeft onderscheiden en waarop zij terecht
fier mag zijn.
De geschieden® gewaagt van staatslieden, die bij uitstek de
eigenschap bezaten van te verstaan te geven ook datgene wat
zij niet uitspraken, en die bij hunne hoorders het besef wisten
te wekken, dat hunne overtuigingen sterker waren dan de woorden
waarvan zij zich bedienden. Een beuijdenwaardige eigenschap
voorzeker, waardoor het zachtste woord den diepsten indruk
maakt, en waardoor reeds eene sombere aanduiding groote uit
werking kan hebben. Moge ook ons, mijne heeren, die kostelijke
gave in ruime mate geschonken worden, en moge het gebruik
van die gave onder 'sHeeren zegen ertoe medewerken, dat deze
nieuwe zitting rijke vruchten drage voor het welzijn van dat
vaderland, dat ons zoo na aan het harte ligt.
Ik verklaar het voorzitterschap van de Tweede kamer te
aanvaarden".
Bij een kort, maar hevig onweder sloeg Vrijdagochtend
de bliksem in den watermolen te Oudcarspel, en veroorzaakte
een begin van brand, die echter spoedig werd gebluscht.
Een bakkersgezel bij den broodbakker W. te Maastricht,
die vergeten had, bij het naar bed gaan de kaars uit te dooven,
wierp in zijn slaap deze omver. Eerst vatten de hedgordijnen
vlam, en daarna vatte ook de dekking van het bed vuur. Door
de buitengewone hitte werd hij eindelijk wakker en vluchtte
nog tijdig het vertrek uit. De pas aangevangen brand werd
spoedig gebluscht.
Een burgemeester die in korten tijd vele inwoners zijner
gemeente naar Noord-Amerika heeft zien vertrekken, wijst in het
N. v. d. D. op de droogmaking der Zuiderzee als een middel
tot werkverschaffing op groote schaal. Hij wil de Zuiderzee-
vereeniging aan geld helpen, door op alle scholen eene inzame
ling te doen houden.
Als eene bijzonderheid wordt gemeld, dat door een Elbur-
ger visscher een vrij groot hert, dat al zwemmende in de
Zuiderzee werd aangetroffen, gevangen is. Het dier is naar
Elburg vervoerd en houdt zich zeer kalm.
Een heer liet Woensdagmorgen in het postkantoor te
's Hage een portemonnaie met f 400 liggen. Het vermiste is
niet terecht gekomen; de politie zoekt den vinder.
Donderdag morgen is te Heerenveen gevankelijk binnen
gebracht een dertienjarige knaap van Bovenknijpe, die beschul
digd wordt den negenjarigen H., met wien hij twist had, zoodanig
te hebben mishandeld, dat het kind, na een lijden van drie
dagen, bezweken is.
Dat ook de zachtaardige vrouwennatuur tot wraakzucht
kan worden gedreven, bleek de vorige week te Groningen, toen
een nog jong meisje door haar moeder werd uitgezonden om
een aarden deksel te halen. Verblijd, spoedig en voor een koopje
in het bezit van het gewenschte te zijn geraakt, spoedt zij zich
naar huis, doch loopt in haar haast tegen een meisje, dat voor
de woning harer ouders staat, met het gevolg, dat het deksel
valt en in scherveu springt. Woedend eischt zij schadevergoe
ding, doch de andere, hiertoe niet genegen, weigert. Door eene
weigering in furie geraakt, neemt ze een der grootste scherven
van den grond, loopt zonder iets te zeggen op de woning harer
vijandin aan en koelt haar wraakzucht door het inslaan van een
glasruit ter waarde van circa f 5. Een agent van politie, die
juist passeerde, maakte proces-verbaal op, zoodat het goedkoope
dekseltje wel eens duur kan worden.
twijfel rees omtrent zijne vertrouwbaarheid. Allerlei gedachten
bestormden haar. Wanneer hij eens niet meer terugkwam, het
effect verzilverde en het geld opmaakteNeen, dat was niet
waarschijnlijk, omdat zij nog in het bezit was van zulk een
groot kapitaal, en hij er dus alleen het nadeel van zou hebben,
wanneer hij haar in den steek liet.
Maar het was toch in het oog loopend, dat hij nog niets
van zich had laten hooren, en ook niet was gekomen. Was hij
misschien niet eens op reis gegaan Had hij gedaan, evenals
zij zelve laatst, toen zij voorgaf naar Potsdam te willen sporen?
Zij had hem maar naar het Stettiner-station moeten vergezellen,
zich er van moeten overtuigen, of hij werkelijk was afgereisd
Een niet te onderdrukken angst overviel haar. Zij had wel
dadelijk naar Mendel's woning willen snellen. Den sleutel had
zij. Maar zij zag van dit voornemen af. Ook verdreef de
meerdere drukte in de danszaal langzamerhand hare onrustige
gedachten.
Tegen één uur verlieten de meisjes de danszaal en begaven
zich naar de garderobe.
//Hier i» ook een brief voor u afgegevenzeide de vrouw,
toen zij Erida haar mantel overhandigde.
„Een brief? Yoor mij?"
Met bevende handen nam Erida het schrijven aan, brak het
open en las
//Morgenmiddag om zes uur hij den schoenmaker in het
//hemelruim". Mijn broeder zal u wat vertellen, dat u genoegen
zal doen."
«Is het van Mendel?" vroeg Alma.
Frida schudde het hoofd en stak den brief in haar zak.
Daarop gingen zij heen.
Met het oog op het gevorderd jaargetijde, kan bet een
zeldzaamheid genoemd worden, dat J. v. H., te Tilburg, bij
het plukken van eenige trossen druiveu een vogelnestje vond
met vijf eitjes, waarop een vliegenvangertje of zoogenaamde
garendief zat te broeien.
Als merkwaardigheid in dezen tijd van geldleeuingeu en
schulden kan worden gemeld, dat te Zevenhuizen noch de ge
meentelijke, noch de kerkelijke, noch de polder-administratie
schulden heeft.
De Stad Osch deelt mede
Heden Woensdag) nacht had in het naburig Macharen een
afschuwelijke moord plaats. Dinsdagnacht schijnen tweemannen,
een uit Osch en een uit Maasbommel verschil te hebben ge
kregen te Macharen. Hoe het proces daar is toegegaan, weet
men nog niet, doch zeker is het, dat er klappen zijn ge
vallen.
Om 11 uur werd de Maasbommelsche door kennissen naar
huis gebracht, doch toen hij de Maas over was, kon hij niet
meer, want voor hij zijn huis bereikte, viel hij neer.
Niemand schijnt er erg in gehad te hebben, dat de man er
zoo erg aan toe was, men schijnt meer aan dronkenschap dan
aan eene ernstige verwonding gedacht te hebben.
Men legde hem gekleed te bed en helaas, men vond hem
dezen morgen overleden.
Volgens verklariug der veldwachters moet de overledene een
slag gehad hebben op de hersens, terwijl in zijn jas ook talrijke
messteken werden gevonden. "Verder onderzoek moet echter
uitmaken wat er gebeurd is.
Een Oschenaar is intusschen gevangen genomen en in de
gevangenis gebracht. Op dit oogenblik is het onderzoek in vol
len gang.
Vrijdagavond woedde boven Dordrecht een hevig onweder.
Te ongeveer half negen sloeg de bliksem in den houtzaagmolen
De Zwaan aan den Weeskinderendijk, toebehooreude aan den
heer Gips aldaar. Ofschoon verscheidene haudbrandspuiten en
ook de drijvende stoombrandspuit zich spoedig ter plaatse be
vonden, was aan blusscheu niet te denken. Te half tien reeds
waren de molen en de belendende houtloodsen bijna uitgebrand,
en stortte hetgeen nog van het gevaarte overeind stond, ineen.
De brand woedt nog voort, maar wordt door de brandweer beperkt.
UIT DE PERS.
Echt Schaep-achtig-. Het Centrum een
der hoofdorganen van de staatkundige R.-katholieke partij, laat
zich als volgt uit over de Ned. herv. kerk, omdat zij geen
semenariën heeft
//Inhalig, omdat zij zoo menschelijk is, onbeschaamd omdat
zij zich zoo oud boven alles uit gevoelt, omdat zij slecht ge
disciplineerd is en voor zich zelf zoo weinig over heeft, onver
schillig voor een kwaad figuur, omdat haar eigen godsdienst
haar zoo weinig ter harte gaat, bedelend omdat zij zich weg
zinkend kent zoo ontziet de kerkvereeniging zich niet de
opleiding van haar veel te weinig predikanten te laten betalen
door het rijk en de stad. De jongens moeten al leeren zich te
voeden met het geld van den staat."
Troonrede. Bij de opening der nieuwe zitting
van de Staten-Generaal is Dinsdag door den minister van
biunenlandsche zaken, die zich daartoe, vergezeld van de overige
ministers, op de gebruikelijke wijze naar de vergaderzaal had
begeven, de volgende rede uitgesproken
Mijne heeren
De koning, ook thans verhinderd in uw midden te verschijnen, heeft ons
opgedragen deze zitting der Staten-Generaal te openen.
De geestdrift, waarmede het heuglijk feit van Zijner Majesteits veertigjarige
regeering door het Nederlandsche volk alom in den lande is herdacht, heelt
opnieuw het bewijs geleverd, dat een hechte, onverbreekbare band het huis van
Oranje en Nederland vereenigd houdt.
Eet is aangenaam te mogén mededeelen dat 's Konings betrekkingen met
de buitenlandsche mogendheden steeds van den meest vriendschappelijken aard zijn.
Onderhandelingen zijn aangeknoopt en middelen beproefd om aan de be
staande onzekerheid omtrent de grenzen van het Nederlandsch gebied, zoo in
Suriname als op Borneo, een goed einde te maken.
De oogst heeft in dit jaar over het algemeen beantwoord aan de goede ver
wachtingen die daarvan gekoesterd werdende toestand van den veestapel is
zeer bevredigend; de heropening van de Engelsche markt voor den onbelem-
merden invoer van levend hoorn- en wolvee uit Nederland, die op 1- September
jongstleden plaats had, zal ongetwijfeld een gunstigen invloed op den veehandel
uitoefenen;
Ook voor den goederenhandel, de scheepvaart en de nijverheid is de toestand
verbeterd.
De toestand van 's rijks geldmiddelen blijft bij voorduring bevredigend, mede
tengevolge van het ruimer vloeien van verschillende bronnen van inkomsten.
Behalve de reeds aanhangige wetsontwerpen zullen aan uwe overweging
worden onderworpen voorstellen tot herziening der wetten op de consulaatrechten
en tot voorziening tegen besmettelijke ziekten; wijders ontwerpen betreffende
het faillissement en de surseance van betaling, het wetboek van militair straf
recht en de vaststelling van een reglement op de krijgstucht.
In verband met de weldra te wachten voltooiing der herziening van de
belastbare opbrengst der ongebouwde eigendommen zal u een wetsontwerp
worden aangeboden tot vaststelling van het bedrag der belasting op de onge
bouwde eigendommen, voor het rijk te heffen. Met het daarvoor aan te nemen
bedrag zal rekening kunnen gehouden worden bij een mede aan u aan te
bieden ontwerp van wet tot wijziging van sommige bepalingen van den
zesden titel der wet, regelende de samenstelling, inrichting en bevoegdheid
der gemeentebesturen ter voorziening in de min gunstige ilnantieele omstandig
heden van sommige gemeenten.
Een wetsvoorstel tot verbetering der heffing van invoerrechten naar de waarde
zal u bereiken, nadat bij de wet zal zijn bekrachtigd de nadere overeenkomst
tot wijziging van het handels- en scheepvaart-tractaat met Groot-Brittaunië
en Ierland.
Onderwerpen tot regeling van den verplichten krijgsdienst en tot vaststelling
van de bepalingen omtrent den staat van oorlog en beleg zullen u zoo spoedig
mogelijk worden overgelegd.
Een voorstel tot verandering der bestaande voorschriften op het vervoer van
brieven en drukwerken zal u eerlang bereiken. De herziening der wetten op
de pakketpost en op de rijkspostspaarbank wordt voorbereid, gelijk mede een
wetsontwerp tot toekenning van tegemoetkoming aan werklieden wegens ver
minking in dienst van het rijk of van aannemers van rijkswerken.
Overeenkomsten tot het verkrijgen eener betere regeling van spoorwezen
zullen vermoedelijk spoedig aan uwe goedkeuring worden onderworpen.
De toestand der overzeesche bezittingen van het rijk geeft over het algemeen
stof tot tevredenheid en hoop op vooruitgang.
Zee- en landmacht kweten zich ook daar van haren plicht en handhaafden
waar zij geroepen werden aan vijandelijke aanvallen weerstand te bieden, haren
ouden roem.
Het nog altijd voortdurend verzet van enkele hoofden en hunne aanhangers
onder de bevolking van Atjeh maakte tot tweemalen de wederopvatting der
wapenen noodzakelijk, waarbij ook door onze troepen groote verliezen geleden
werdenniettemin openbaart zich steeds meer neiging tot toenadering en
onderwerping.
Op Java zijn de woelingen onder de bevolking door het krachtig optreden
van het bestuur en de bestraffing der schuldigen geheel bedwongen en is de
rust overal hersteld.
Hoewel nog enkele takken van landbonw-nijverbeid lijden oud»»
het gewas of geringe prijzen op de wereldmarkt, breidt de
zich uit en vemeedert ook onder eene gematigde heffing van hTheil1
welvaart der bevolking. "««ti^
Middelen worden beraamd om de kolonie Suriname uit bare
verval op te beuren. sta«
De kolonie Cura<;ao werd geteisterd door eene langdurige droe^
noodlijdende bevolking werd van bestuurswege en door de algemlr>
beid zooveel mogelijk hulp verschaft. ""*1* hel^
Gods onmisbare zegen ruste op uwen arbeid tot bevordering
belangen. a lu
In naam des Konings verklaren wij deze zitting der Staten-Genera l
De Standaard noemt deze troonrede eene der beste
jaren ten gehoore kwam; beter zelfs nog dan de troon ï®4
1888. Vooreerst toch, zegt het anti-revolutionaire org
deze troonrede geeu stoplap van banale phrasen, mm» 1 8
i 1...14.~n* uia<*r een
met inhoud, dat gij met belangstelling leest. Dan i, taa?"Sil'
niet dor en afgemeten, maar op een enkelen volzin lla 3
en vlot. En komt gij op den inhoud, dan ontvangt «ij l."*
in'
ns
ia
den indruk, dat deze ministers zich al het
over hun nietsdoen stil hebben laten aanleunen, inmiddèlfi1'
gewerkt hebben, maar nu dan ook gereed zijn met f
ontwerpen, zoo rijk en zoo gevarieerd van inhoud, aj5 st
zelden in ééne zelfde zitting in eenig Parlement ter tafelt ®8
De lijst is haast te lang.
De Standaard noemt 16 wetsontwerpen op en vervol
z/Als de heeren nu maar werken willen en den i>ationa\
niet langer verpratenlinks een voorbeeld aan de recl/fe
nemen eu zich het politiek kabaal eens uit het hoofd zelf
wat kan er dan dit jaar niet tot stand komen
//Vooral dat de minister De Beaufort zoo flink voord j
kwam zegt De Standaard is ons eene oorzaak van il'I
schap. Een goed financier leent vooral aan een Holland i
Kabinet ougemeene sterkte.
z/Maar ook de overige ministers zitten niet stil. Elk hun
levert zijne bijdrage, en dat Keuchenius voor zijne kolon'l'
gerechten geene plaats op het menu kon krijgen, doet ons J
leed, maar geeft ons goede hope op eene koloniale rijsttafel voo;
het jaar dat dan komt. Ook Koloniën toch kan niet acttu
blijven. Daarvoor was ons program van actie te stellig zf,
Keuchenius' beloften, die in zijn vroegere critiek scholen i. eli
pertinent, en is Keuchenius als koloniale specialiteit, dii
door en door kent, eene te zeldzame verschijning.
//Slechts één ding vatten we niet, wij begrijpen niet waar
electorale ijusestie blijft; vooral de provinciale tabel en de splitsim
der groote steden. Doch ook deze leemte zal wel op^ehelw
worden, en heel Nederland en het buitenland weten dan nu
dit als KKamel-fainéant belasterd ministerie het vroegere niets
doen van de liberale Kabinetten eerst recht in de schaduv
stelt. Met goede hope gaan we daarom de toekomst
vooral nu de mededeeliugen in deze troonrede een oj
indruk maken
//Voegt ge nu bij dit alles, dat met open, ronde taal
onmisbare zegen" over den arbeid onzer Staten-Generaal v
ingeroepen, welk goed burger en goed Christen voelt zich
door deze troonrede niet verkwikt!
z/Want wel was er ééne schaduwzijde. Niet cfo Koning
maar zijn eerste minister sprak deze rede uit. ff
een echt Oranjehart de angstige dagen uit het b li
doorleefde, heeft geen oog voor deze atwezighei
I
IUJ
m rot
lezes iim
lm
t
ft
tt
ït
w,
minden Vorst, maar dankt veeleer den God onze\nèt®,<W
toen deze troonrede in Den Haag weid uitgesprokra, de Koning
er op het Los toch nog was!" t
Naar aanleiding van deze snoeverij schrijft de MM. Cl
Er ontbreekt aan de opsomming van al die goede diugeu
slechts de pertinente verklaring dat wij dit alles aan het tegen
woordige ministerie te danken hebben. Wel schemert zulk een
verzekering in die woorden door, maar verder durft het bW
al niet gaan. En omtrent Atjeh is het al even ziende-blindals
de minister van koloniën.
Eigenaardig is bovendien de opmerking omtrent het IA'
ralistisch gepraat over niets doen en de werkzaamheid van bi
kabinet."
Wat een gemakkelijke wijze bestaat er dan, volgens de Std
aard, om den lof der arbeidzaamheid zich te verwerven, i
belooft gouden bergen en men heeft reeds aanspraak om hemelhif
te worden verheven.
Weet het blad dan nog niet hoeveel beloften er vrocf
reeds afgelegd zijn die volstrekt niet zijn nagekomen?
Maar waarom vragen wij ook naar den bekenden weg!®
blad weet dit zeer goed, doch het weet ook dat men met w>
beloven zich menigeen tot vriend kan maken. De taktiek,N
van het begin af aan bij de verkiezingen door zij" P81'1!
praktijk gebracht, wordt door het ministerie gevolgd.
Lijsten vol schoone toezeggingen bij het begin van i8®
zittingjaar zijn ons geboden, en bij het einde waren wijslte
even weinig vooruit gegaan.
Terecht zegt het blad dan ook ,/de lijst is haast
lang"; en wij behoeven ons over het digestie 1
onze kamerleden, liberale of anti-vrijzinnige, nog vols!
ongerust te maken.
Al geeft men ons bij een diner ook een ellenW
dit is nog geen bewijs dat men goed eten zal. h® eet
kunnen niet gaar, koud of slecht toebereid zijn, en
hongerige maag verlaat men dan toch nog den disch. h®
spraak van de Standaard gaat dus mank. Ja
De opmerking van het blad omtrent de flinkheid
minister De Beaufort gelijkt ook meer op ironie dan
en uit de zoetsappige woorden aan het adres van ^euCe|) uit
z/Onzen" Keuchenius, zooals hij vroeger altijd heette, (01j.
verkorene onder de partijgenooten, de eenige echte ^Jet
tionnair in het kabinet, spreekt meer teleurstelling 80
meest krassen aanval der anti-liberale bladen. Jii
De hope op een koloniale rijsttafel „voor het j»8r
komt" klinkt kostelijk. Het moest eens eenhberaa^
wezen die zoo weinig deed als Keuchenius! Er z°u
andere toon worden aangeslagener zou wat oD?
worden geschreven en men zou wat anders hooren yjp
spraken die aan heerlijke maaltijden doen denken. "T^e
moeden dat de redacteur na een copieus diner zijn
het kabinet heeft geschreven. ?an
Hetzelfde blad verwijt ons dat wij, naar aanlei 1We beW8®1'
rede, //bijzonder veel durven zeggen," zeker omda, -„g spt#*1'
den dat daaruit kracht, zelfbewustzijn noch over tuig
0