A
Aiierli- Liiiili.
Honderfltaclitigfluizeiifl larL
Donderdag, 17 October 1389.
33ste Jaargang. No. 2343.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: §CHAGKAT, Laan, 4.
Siinnenlandsch Nieuws,
Roman van HERMANN HEIBERG.
Wordt Vervolgd.
SCHAGER
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEB-
TENTIËN in het eerstuitkomend nummer geplaatst,
g INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÏJN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.15
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Sc hagen, 16 October 1889.
Aan het postkantoor Schageu en de daaronder resor-
teerende hulpkantoren, werd van 1 Jan. tot en met 30 Sept.
Ingelegd f 43294.326; Terugbetaald f 32661.
Het laatste, door dat kantoor uitgegeven boekje, draagt het
nummer 1492.
Aan het postkantoor Winkel en de daaronder resor-
teerende hulpkantoren, werd gedurende de maand Sept. Ingelegd
f 798.20 Terugbetaald f 349.85.
Het laatste door dat kantoor uitgegeven boekje, draagt het
nummer 159.
Aan de harddraverij van boerenpaarden jl. Zondag te
Barsingerhorn gehouden, namen 8 paarden deel. De prijs, een
klok, werd behaald door het paard van den heer Koelman, te
Lagedijk, gem. Schagen, en de premie, een met zilver gemon
teerd zuurstel, door dat van den heer D. Nierop, te N.Niedorp.
Maandag avond brak te Anna Paulowna brand uit in de
kapitale boerenplaats, bewoond door den eigenaar L. Metselaar.
In een oogenblik stond alles in lichte laaie. Met veel moeite
mocht het hem slechts gelukken, zijn geldswaarde er uit te
krijgen. Alleen een boet met daarbij staande kapberg, gevuld
met ongedorschen graan, is behouden gebleven. Alles was tegen
brandschade verzekerd, oorzaak onbekend.
40.)
TWAALFDE HOOFDSTUK.
In den jongsten tijd had Ignis eene jonge dame leeren
kennen, die een grooten indruk op hem had gemaakt en die
hem bijzonder tot zich had aangetrokken, omdat zij aan
hare schoonheid eene zeldzame lieftalligheid en bescheidenheid
paarde. Zij zag er zeer gezond, frisch en onbevangen uit,
zong met een glasheldere stem en bezat dat openhartige en
natuurlijke verstand, hetwelk spitsvondigheden versmaadt.
Ignis had haar reeds herhaaldelijk ontmoet, maar zij had
steeds onmiddellijk na de diners met hare mama, eene nog
schoone en voornaam er uitziende dame, het gezelschap weder
verlaten.
Zijne belangstelling was het eerst door een gesprek, hetwelk
tusschen hem en Bella von Schwerin had plaats gevonden,
°Pgewekt geworden. Na een souper in een huis in de Dier
gaardestraat trokken zich eenige dames terug in een naast de
ontvangzalen zich bevind, nieuw ingericht oud-duitsch vertrek,
°m aldaar de koffie te gebruiken.
Ignis stond reeds met de dames voor den haard, welks
aeldere vuurgloed de gekleurde ruiten der vensters, de oud-
"Uitsche, bont geschilderde, een vischvrouw voorstellende kroon-
4®p, de gebeeldhouwde Florentijnsehe stoelen, de in de
flkenhouten want aangebrachte bibliotheek en de groote, rijk
Tersierde deuren in een schilderachtig licht hulde.
„Hoe vindt gij onze nieuwe kamer, mejuffrouw vroeg de
gastheer.
'/Zeer schoon En bij den avond verlokkendantwoordde
olla. „Bij dag evenwel geef ik meer de voorkeur aan een
jainder duister en melancholisch vertrek. Ik zou mij zelve hier
beschijnen te zijn eeue burgvrouw uit de middeleeuwen, zulk
ne> die in zwaarmoedig verlangen zit te wachten op den
8eoaal, die van een kruistocht moet terugkeeren
e aanwezigen lachten, ook de gastheer zette een lachend
graicht en ging op deze scherts door, tot hij weggeroepen werd.
de1 m een sterke ziel hebben, dat gij zooveel moed aan
I® dag legtzeide Ignis ironisch tot Bella en verzocht
lovei °P n*euw plaats te nemen en hem hetzelfde te veroor-
//Moed, mijnheer de advokaat In hoeverre
Iet* 'A meest® menschen mag men alleen loven of zwijgen.
3 niet volmaakt vinden, is"
Vl(j a' Ja, dat ken ik Maar ik zeg altijd wat ik denk Mijn
beidp 'Ser zeide dikwijls, dat hij had bevonden, dat waar-
»arelevJ^de menschen steeds in de wereld vooruit gekomen
van n" a'Ien bezaten den rechten sleutel, om zich de harten
*En GM °-pen te sluiten
voe*din, ''r mijnheer uw papa anders nog bij zijne op-
8j die zulke uitstekende vruchten heeft gedragen
Het Mannen- en het Gemengde Koor, de Gymnastiek-
vereenigiug, de Rederijkerskamer en het Fanfarekorps te Beemster,
hebben besloten ééne of meer gecombineerde openbare uitvoe
ringen te geven, waarvan de opbrengst zal strekken ten voordeele
der noodlijdende bewouers van den overstroomden Mijzerpolder.
De heer mr. W. H. K. Mouthaan is opgetreden als
voorzitter van het hoofdbestuur der Maatschappij tot nut van
't algemeen.
Toen de justitie op het eiland Urk kwam om den ge
meente-ontvanger K. te arresteeren, wilde niet een der hon
derden toeschouwers een hand uitsteken om de heeren van het
gerecht in de gelegenheid te stellen met hun vaartuig het
eiland te verlaten. Dit was een gevolg van de overtuiging der
bevolking dat K. onschuldig is.
De liefde tot zijn land is ieder aangeboren. Donder
dag meldde zich aan het politiebureau te Assen een verpleegde
uit Veenhuizen aan, die 's morgens van daar was ontvlucht.
Als drijfveer voor zijn handelwijze gaf de man op, dat hij,
te Hoorn geboren zijnde, weder gaarne daarheen wilde en dit
zoodoende hoopt gedaan te krijgen.
Zaterdag, in de laatste trekking van de 331e Staatslotevij,
is de prijs van f 50.000 met de premie van f 30.000 samen
gevallen.
De 21 brievenbestellers te Delft hebben op Yio l°t den prijs
van f 10.000 gewonnen.
Ignis boog zich met eigenaardige hoffelijkheid en lachte een
weinig schertsend.
„Stelt gij daar werkelijk belang in, mijnheer de advokaat—
notaris Of moet ik slechts babbelen om u den tijd een weinig
te verdrijven?"
„Maar mejuffrouw I Maak ik dan zulk een ongunstigen
indruk op u
„Toch niet I" antwoorde het jonge meisje en zocht door een
vriendelijken blik de uitwerking harer scherpe woorden te ver
zachten. „En daar gij er dan zooveel belangstelling in toont,
welaan Mijn vader voedde in den eigenlijken zin zijn kinderen
niet op. Hij meende, dat het voorbeeld alles was, en het voor
beeld, hetwelk onze ouders ons gaven, was zeker in elk opzicht
navolgenswaard. Nooit heb ik mijn vader toornig gezien.
Of hij ziek was dan of zorgen hem drukten, steeds bleef hij
zich gelijk, was goed en rechtvaardig. Hij woog het goede
eerst, over het minder voordeelige sprak hij als een zacht
rechter. Wij allen bezaten zwakheden, en wie de handelingen
der menschen wil beoordeelen, moet de beweegredenen kennen,
die hem tot hunne daden leidden. Oplettender en liefderijker
was zeker geen man voor zijn huisgezin. Hij droeg mijn moeder
op de handen, en zij dacht steeds aan hem. Twist, ontevreden
heid, of ook maar kwade luim, kenden, zagen wij nooit. ,Wees
kloek en goed, mijn kind I' riep hij mij steeds toe. Bezit gij
deze goudkorrels, dan zal er een schoon geluk uit ontspruiten.'
En dan: Wanneer de toorn u wil overmeesteren, bedenk dan,
dat gij ongetwijfeld reeds na verloop van een uur andere ge
dachten zult hebben. Laat het vuur uitbranden Al waren
het hooge vlammen, op zijn meest blijven er nog maar zwak
glimmende kolen van over. Zijt gij ziek, geloof aan de genezing
en hoop op de natuur. Denk steeds aan de planten, die bijna
verdord in een donkeren hoek van den kelder staande, reeds
na enkele dagen door den invloed van licht, zon en water op
nieuw gaan bloeien. Wanneer zij enkel door het veranderen
van hun standplaats, dus door natuurlijke middelen gezond
worden, zou dat dan ook niet met den'mensch het geval kunnen
zijn Hoeveel geeft dit feit te denkenDoe liever afstaud
van eenig genoegen, dan dat gij met een draad op uw kleed,
met een knoop te kort aan uw lijf, met een losgeraakte schoen
veter het huis verlaat. Wie stof op de kleederen heeft, bezit
ook een stoffige ziel. Borstel dagelijks uw rok afMaar borstel
nog meer u zelveDenk het eerst aan uwe grootste plichten,
aan uwe ouders en uwe broeders en zusters, daarna aan
uwe vrienden. Wat het zwaarste weegt, moet het eerste be
hartigd wordenVersnippering van werkkracht leidt onher
roepelijk tot de bitterste telurstellingen. Geef bij een twist
steeds het eerste een goed woord, breek eens voor altijd
met gemeene zielen. Wanneer gij trouwt, kies alleen een man,
dien ook de kleine burgers prijzen. Vraag hen zij alleen waren
in de gelegenheid, zijn zielenadel op den proef te stellen"
Bij deze laatste woorden lachte Ignis en viel haar in de
rede, ofschoon hij haar met de grootste opmerkzaamheid had
aangehoord.
„Gij hebt, daar gij nog niet hebt kunnen besluiten te trouwen,
zeker vele slechte inlichtingen ontvangen van de kleine burgers,
mejuffrouw plaagde hij.
Iemand te 's Hage leefde sedert jaren met eene vrouw
van verdachte zeden. Hoewel zij dikwijls samen kibbelden,
waarbij het niet altijd bij woorden bleef, waren zij toch zeer
aan elkander gehecht.
Eenigen tijd geleden geraakten zij weder in twist, die nu
zoo hoog liep dat de vrouw, na eene gedochte kloppartij, van
haar minnaar niet meer wilde weten. Hij kon zich in die scheiding
niet al te best schikken en deed dan ook 2eer veel moeite om
hat geschil weder bij te leggen, doch zij was vast besloten
voorlaan alleen te blijven en wilde van geen toenadering weten.
In den nacht van Vrijdag op Zaterdag heeft de man, toen hij
zijne gewezen minnares ontmoette, nog eene laatste poging gedaan,
doch zij bleef hardnekkig weigeren. Hij geraakte daardoor in
drift, greep een geladen revolver die hij bij zich droeg en schoot
die viermalen op haar af, waardoor zij geraakt werd in de wang,
in de borst, in den rug en in het been.
Hevig bloedende werd de vrouw opgenomen en naar het
Gasthuis overgebracht. Zij is buiten direct levensgevaar, hoewel
haar toestand ernstig is.
De dader werd spoedig gearresteerd.
In de Maliebaan te Utrecht werd, naar het R. W. be
richt, Woensdagmiddag door eenige wandelaars een sterke brand
lucht waargenomen, welke uit de woning van mevrouw de
weduwe K. aldaar scheen te komen.
Daar die dame echter afwezig en het huis onbewoond was,
werd de politie met een en ander in kennis gesteld, waarop een
politieagent, door over een tuinmuur te klimmen, zich toegang
tot den achter die woning gelegen tuin wist te verschaffen en
En Bella Jachtte en schudde het hoofd. „Moet men dan
onvoorwaardelijk trouwen
„Dat vraag ik ook zoo dikwijlsantwoordde Ignis
onwillekeurig.
„Dus van hetzelfde gevoelenschertste Bella, verrast door
het antwoord.
„Ja, van dezelfde meening I Sluiten wij een overeenkomst
om niet te trouwen, of sluiten wij een overeenkomst om
goed te trouwen l"
„Mijnheer de advokaat! Wij dwalen van ons onderwerp af
zeide Bella, stond op, groette hem beleefd en begaf zich
naar de aangrenzende kamer.
Ongeveer vijf minuten later drong hare stem uit de salon
tot Ignis' oor door.
„Zij zingt prachtig. In dezen eenvoud ligt de hoogste vol
making. Hoor, hoe wegslepend het is fluisterde Simon, die er
ook was en nu juist Ignis naderde, lispelend en met gemaakte
of werkelijke vervoering insgelijks deze woorden nasprekende.
Ignis sprak Bella later nog eens. Nadat zij haar lied geëindigd
had was hij naar haar toegegaan en had hij een herhaling er
van gevraagd.
„Gij verzoekt dit ook, mijnheer Ignis?" vroeg zij verwonderd.
„Men zeide mij altijd, dat gij een vijand van muziek waart.
Wilt gij mij nogmaals op glad ijs brengen en later mij uit
lachen
„Ik hoorde nog nooit gezang," antwoordde Ignis
„dat mij ?oo aangreep. Wat ik zeg is wezenlijk ernst." En
zachter sprekende ging hij voort: „En op datgene, wat gij er
aan toevoegt, antwoord iksedert jaren heeft geen gesprek mij
zoo geboeid. Daar gij de openhartigheid niet afkeurt, zoo sta
mij toe, u te zeggen, hoe zeer het mij verheugd heeft, met u
te hebben mogen praten. Wilt gij mij vergunnen, u en mevrouw
uwe mama, een bezoek te brengen
Bij Ignis' woorden trad er een zekere bevreesdheid op Bella's
gelaat. Zij zag den spreker onderzoekend aan, alsof zij met
hare oogen in zijn ziel wilde doordringen. Daarna antwoordde
zij met nadruk „Zeker, wij zullen ons er zeer door gestreeld
gevoelen, mijnheer de advokaat. Gij bewijst ons een eer, en
ik neem ook uwe vriendelijke woorden als de oprechte uit
drukking uwer gezindheid Na deze woorden begaf zij zich
naar de andere dames en heeren van het gezelschap.
I<mis noemde zich zeiven den volgenden morgen eeu grooten
dwaas en had ook, ofschoon er reeds verscheidene weken ver
streken waren, nog altijd niet het beloofde bezoek gebracht.
Toch kwam het jonge meisje hem niet uit de gedachte, en ook
heden het was tegen den avond rustte hij even van
zijn arbeid, leunde achterover in zijn stoel, en staarde verstrooid
voor zich uit, dat hij niet eens bemerkte, dat zijn boekhouder
Mol de deur opende, en hij eerst in zijne overpeinzing gestoord
werd door diens „mag ik u storen, mijnheer Ignis De
uitslag van zijne overpeinzing was, dat hij den volgenden dag
de familie van Bella een bezoek wilde brengen en zijn plan
ernstig door zetten.
En zoo geschiedde het. Den volgenden middag begaf Ignis
zich op weg.