UIT DE PERS.
De twee stroomingen. 0
F
te oefenen in het gebruik der nieuwe repeteergeweren.
Zaterdag had le 's Bosch een huwelijk plaats onder bijzon
dere omstandigheden.
Eenige jaren geleden vertrok J. S. als landbouwer naar
Amerika met achterlating van zijn huisvrouw. Daar kreeg hij
kennis aan een meisje, dat hij trouwde, zonder haar mtde te
deelen, dat hij reeds gehuwd was.
Toen hij naar het vaderland was teruggekeerd, waar zijn
eerste vrouw nog in leven was, kreeg de zaak ruchtbaarheid en
werd hij tot 5 maanden gevangenisstraf veroordeeld, die hij thans
ondergaat.
Jliddelerwijl nu is zijne eerste vrouw gestorven en Zaterdag
trouwde hij volgens de wet met de vrouw, die hij uit Amerika
meebracht. Hij werd uit de gevangenis naar het stadhuis geleid.
De man is 70, en de vrouw 27 jaar oud.
Terwijl de herbergier G. van Bijen Vrijdag voormiddag
nabij zijn huis in de Enschotsche baan te Tilburg op het veld
arbeidde en zijn huisgenooten afwezig waren, bemerkte hij
eensklaps dat de vlammen uit het dak zijner woning sloegen.
Het huis en aanbouw waren spoedig uitgebrand terwijl de
roerende goederen uit het benedenhuis grootendeels konden ge
red worden.
De brievenbesteller K. Palmerte Warfum, die voor ruim
vier jaren ontslagen werd wegens beschuldiging van diefstal op
het kantoor, is nu eervol ontslagen, daar zijne onschuld moet
gebleken zijn. Gedurende die vier jaar heeft de bejaarde man
slechts met moeite in zijn levensonderhoud kunnen voorzien.
Dat koeien, hoe gewillig en vreedzaam zij doorgaans
mogen zijn, ook wel eens in een tegenovergestelde uiterste
verkeeren, bewezen dezer dagen zes runderen van den land
bouwer H. Halbersma te Harnegarijp. In hunne weide waren
namelijk twee varkens, die in een aangrenzend land thuis be
hoorden terecht gekomen. De koeien werden hierdoor zoo razend,
dat zij het eene varken op de plaats afmaakten, nadat zij het
gezamelijk hadden aangevallen. Het andere redde zich door de
vlucht.
Een militieplichtige van de lichting 1888 uit de ge
meente het Blildt, M. B. genaamd en behooreude tot het le
reg. inf. te Helder, was drie jaren geleden zonder verlof naar
Noord-Amerika vertrokken, had daardoor niet voldaan aan de
oproeping om voor de najaarsaefeningen onder de wapenen te
komen, en was mitsdien in de registers van zijn korps als
deserteur afgevoerd.
In den loop der vorige week keerde hij te Amsterdam terug
en vertrok van daar naar het Bildt om zijne moeder te be
zoeken; te Sneek echter kreeg hij in een koffiehuis ongenoegen
en werd in hechtenis genomen, waarbij men tot ontdekking
kwam dat hij nog eene oude militieschuld had af te doen. Hij
werd naar Leeuwarden en van daar onder militair geleide naar
Haarlem overgebracht, om daar wegens desertie voor den krijgsraad
terecht te staan.
Te Wageningen is een persoon gevestigd genaamd J. A.
van Leuven, tegen wien door de politie te Arnhem, waar hij
vroeger verblijf hield, herhaaldelijk is gewaarschuwd. Terwijl
eerst vischhandelaren het moesten ontgelden, versmaadt hij thans
ook eau de Cologne van Boldoot en piano's niet. Zoo is het
hem de laatste dagen gelukt in het bezit te komen van eene
pianino en orgel uit eene fabriek te Amsterdam. (De pianino
is naar gemeld wordt door hem in Arnhem weer te gelde
gemaakt).
Men schrijft uit Breda van de N. R. Ct.
Door de plaatselijke blaadjes alhier, werd dezer dagen mel
ding gemaakt van de vondst van een verloren pakket, dat
bleek eene waarde te bevatten van circa f 30,000, doch de
naam van den verliezer werd niet opgegeven, maar alleen vol
staan met de mededeeling dat een boeren-arbeider het gevon
den had, die het aan den rechtmatigen eigenaar had terug
gegeven, zonder vermelding van diens naam of opgave van de
fooi, die aan den eerlijken vinder was gegeven.
Het was op 12 October jl. dat Albert Homfeld, conducteur
remmer bij de staatsspoorwegen alhier, zich met zijne vrouw
van uit Prinsenhage, zijne woonplaats, stadwaarts begaf om
boodschappen te doen, omstreeks 7 uur des avonds, toen zij in
duisternis tegen een pakket stonden, hetwelk zij mede naar
huis namen, om den inhoud te zoeken.
Toen bleek het hun, dat daarin aanwezig waren circa f 8000 aan
bankpapier en een partij Engelsche, Oostenrijksche enTurksche
effecten.
Na daartoe bij anderen den inhoud te hebben vertoond, heeft
genoemde remmer zich des anderen daags bij het politiebureau
aangemeld, en bleek de verliezer te zijn een der firmanten van
de kasssiers Ingeuhousz en Zoon alhier.
Onmiddellijk heeft zich de remmer met den commissaris van
politie derwaarts begeven, onder terugbezorging van het ver
lorene, en werd den man voor zijne eerlijke daad een fooitje
aangeboden van f 25, die hij mei verachting weigerde aan
te nemen.
Hij werd toen verzocht, over 8 dagen terug te komen, en in de
meening, dat het hart nu beter zou spreken jegens den man,
die met eene karige bezoldiging een huishouden heeft van vijf
kinderen werd hem aangeboden de som f 50 in ontvangst te
nemen, en anders niets.
De vrouw koos ouder die pressie het eerste en nu vragen
wij u af
Is zulke eene belooning niet waard vermeld te worden
Hoeveel zou de firma wel als belooning hebben uitgeloofd,
als «ene eerlijke hand haar niet zoo spoedig het verlorene had
terugbezorgd? En wat zou hare gemoedstemming zijn geweest,
als het pakket eens in oneerlijke handen was geraakt
"Wij herinneren ons nog de vondst van de gestolene f 52,000
onder de kussens van den omnibus van Bloemendaal naar
Haarlem, toen aan den koetsier een bedrag van f 2000 werd
toegekend.
Welke eene tegenstelling in de opvattingen waardeering van
eerlijke plichtsbetrachting
Er dreigt te Rotterdam weêr een werkstaking, nu eene
die het algemeen zeker zeer zou gevoelen, nl. onder de bak
kersgezellen. Zij stelden de vorige week hunne eischen ker
mindering van den arbeidstijd van 100 op 79 uren in de week
en overwerk 20 cents per uurZondags 40 cents. Zij ver
zochten schriftelijk antwoord van patroons voor jl. Zondag. De
patroons vroegen daarop opgave van de namen der deelnemers,
maar de vergadering der gezellen besloot Zondag wel het getal,
doch niet de namen der deelnemers op te geven. Als de patroons
niet toegeven wordt de volgende week Maandag het wers
gestaakt.
Het nieuwe centraal-station te Amsterdam werd Zondag
zoo druk bezocht, dat velen moesten worden afgewezen. Er
werden dien dag 23.400 perronkaartjes uitgegeven; terwijl in t
geheel sedert den dag der opening er 70.000 werden verkocht.
In 's lands belang-Onder dezen titel
is bij den uitgever H. D. Tjeeuk Willink te Haarlem een brochure
verschenen, geschreven door yPhilosyntomos". De schrijver
raadt de aanneming van deze wet door de Eerste Kamer ten
sterkste af. Ook hij betoogt, dat er van conciliatie en pacificatie
van den schoolstrijd geen sprake kan zijn. Toch is dit het
eenige oogpunt waaruit de wet kan verdedigd wordenhierom
alleen hebben zeventien liberale leden van de Tweede Kamer
er voor gestemd. De schrijver kau zich voorstellen, dat wie
wezenlijk kalmte en pacificatie van den schoolstrijd, het ver
dwijnen van de schoolquaestie uit onze politiek verwacht van
deze wet, inderdaad bereid is geweest, een gezond beginsel
prijs te geven en uit de staatskas subsidie te verleenen aan
bijzondere scholen, die juist door hare bijzonderheid niet voor
allen bruikbaar zijn. Maar de schrijver verwacht volstrekt geene
pacificatie in de schoolquaestie bij aanneming van dit ontwerp.
Hij verwacht die bevrediging en kalmte niet vooreerst wegens
het karakter der wet, die niet genoeg geeft, om de partijen
der rechterzijde te kunnen voldoen, ('t is reeds door haar zelve
uitgesprokenwij zullen den strijd rusteloos voortzetten, tot
eenmaal art. 192 der Grondwet zal zijn afgeschaft) en voorts
wegens het karakter van die partijen zeiven, met wie minnelijke
schikking en wederkeerig welwillende behandeling blijkens de
ervaring altijd onmogelijk is. Met kerkelijke partijen is, meent
hij, op staatkundig gebied geene pacificatie mogelijkmet haar
kan door vrijzinnigen nooit een vergelijk worden getroffen. Men
moet hare eischen of onvoorwaardelijk afslaan of men kan
concessies doen, maar men doe ze dan heden met de onbedrie-
gelijke zekerheid, dat er morgen weer hoogere eischen zullen
gesteld worden, en dat de partij het vroeger toegestane volstrekt
niet als een geschenk, en dus met eenige dankbaarheid, maar
alleen als haar volledig recht, zal beschouwen.
Hij acht het voor den Staat ten allen tijde gevaarlijk aan
de door deze partijen gestelde eischen ook maar een handbreed
toe te geven. Wat de Katholieke partij aangaat, acht hij dit
duidelijk genoeg. Het vrijzinnige Nederland heeft aan de Katho
lieken, evenals aan de belijders van eik godsdienstig geloof
volkomen vrijheid van godsdienst toegestaan. Maar het ultramon-
tanisme is niet langer als eene godsdienstige sectie te beschou
wen. Het is in den Staat allengs eene aan den Staat vijandige,
macht geworden. En deze macht weet van geene kieschheid of
dankbaarheid. Waar zou het heen, vraagt de schrijver, als het
liberale Nederland willens en wetens aan deze partij, die Neder
land Roomsch maken wil, nog meer macht en invloed gaf, als
onze Eerste Kamer niet van haar veto gebruik maakte om
daaraan paal en perk te stellen
Van de zijde der orthodoxe of anti—revolutionaire partij op
zichzelve dreigt, gelooft de schrijver wel geen blijvend gevaar.
Zij is krachtens haar proteetansch beginsel voor ontwikkeling
vatbaar, en hij heeft genoeg vertrouwen in de macht der waar
heid om te gelooven, dat over honderd of tweehonderd jaren
de nakomelingen van hen die thans zoo ijveren voor verouderde
begrippen, aan de liberale zijde zullen staan. Maar het groote
nadeel van haar tegenwoordig optreden ligt in den steun dien.
zij aan het ultramontanisme verleent, in de overwinnig, die zij
aan dat ultramontanisme vrij stellig zal bezorgen, indien er
niet tegen den wassenden vloed met spoed, met beslistheid en
met kracht een stevige dam wordt opgeworpen.
Dat verwacht de schrijver thans van de Eerste Kamer. Dit
ontwerp geheel op zich zelf beschouwd, is zeker niet ran zoo ingrij
penden aard, dat het Nederland ten verderve zou kunnen brengen.
Maar de vrede, waarnaar men zoo vurig verlangt, wordt er
niet door bereikt, en de eerste stap is dan gezet, de richting,
waarin men zich dan gaat bewegen, is zeer zeker verkeerd.
Dit laatste hebben ook de voorstemmende liberale leden der
Tweede Kamer wel gevoeld, maar èn dat de vrede onbereikbaar,
èn dat terugkeer zoo uiterst moeielijk is, dat hebben zij, naar
de schrijver meent, veel te veel over het hoofd gezien.
Te meer acht de schrijver de Eerste Kamer thans geroepen
om haar veto te doen hooren omdat waarschijnlijk als er thans
eene nieuwe Tweede Kamer gekozen worden moest, de verkiezing
waarschijnlijk anders zou uitvallen dan de laatste. Rome blijft
zeker Rome, en de Katholieken zouden ook nu stemmen zooals
het hun bevolen wordt, maar onder onze Protestantsche ortho
doxe medeburgers komen er indien den schrijver niet alles
bedriegt van dag tot dag meer, die van de partij op staat
kundig gebied zich los maken en beginnen in te zien, dat het
heilloos verbond met de Katholieken alleen het ultramontanisme
in de hand werkt. Zij beginnen zich af te vragen, meent de
schrijver, of niet een nieuwe partij groepeering wenschelijk en
of niet ten slotte het best zou zijn, voorloopig aan de liberale
partij de teugels weder in handen te geven.
De schrijver telt de bezwaren, aan de eventueele verwerping
van deze wet door de Eerste Kamer verbonden, geenszins ligt.
Wat toch moet er volgen Of ontbinding van de Eerste Kamer
en nieuwe verkiezing. Of aftreden van het Kabinet, optreden
van een liberaal bewind, ontbinding der Tweede Kamer nieuwe
verkiezingen, waarvan de uitslag in ieder geval onzeker is. Maar
hij meent, dat de Eerste Kamer bij hare beslissing niet naar
de naaste gevolgen heeft te vragen. Hij acht het geenszins in
's lands belang, dat de Eerste Kamer om des lieven vredes
wille, om een vrede, die toch morgen weer verbroken wordt
hare heiligste overtuigingen geweld zou aandoen en geheel dé
beschaving van den nieuweren tijd een slag in het aangezicht
zou geven. Opr. Maarl. CL
schrift schrijft de Zutphemche Ct.: n®®r dit
Ieder Nederlander, die tegenwoordig met zijn li
meeleeft, weet dat in de houding van de liberale nart-""H
de schoolwet twee stroomingeu zijn. v ml
Mag ik ze aldus onderscheiden:
In de eene vindt men de gedachte uitgedrukt - d
worden aangenomen, om der wille van de po'litjV1* r
politieke gevolgen. e*. cj j
In de andere: de wet moet worden verworpen
van het beginsel, dat de liberale partij, m <je on'eW N
altijd heeft voorgestaan.
In de eerste wordt tevens aan de Eerste Kamer t
Neem de wet aan, in 's lands belang.
In de tweede: Verwerp haar in 's lands belano
Voor die twee wenschen komt nu de Eerste Kam i«
en er wordt gevraagd: Wat zal zij er meê doer,? ertes||« in
Ik zal mij in die vraag volstrekt niet verdiepen
l 1 rlo la/lon rlpr T^.prcfo Tfo*Y>v\« li
stem®
eo st,
TM
SU)
as:
het geloof, dat de leden der Eerste Kamer zullen
naar plicht en geweten. Hoe de uitslag dan ook mK1
zal er bij denken, ieder handelde in deze naar zijtéljft^1
naar zijn innigste overtuiging. De toekomst zal ons k ^f1'
er de gevolgen van zullen zijn. eerenjwJw,
Een andere vraag is echter: in welke van die twee stro
schuilt de meeste kracht? Hierop antwoord ik,
bedenken, in de tweede. *Hio
Zoo, behoort gij dan ook, hoor ik mij toeroepen, tot de
dweepziek getinte schare, die zegt: Vivent les principes!
le mondeOf ik daartoe behoor, mogen zij beslisser
zeggen. Zeer zeker wensch ik te behooren tot hen die
Principiïs obsta'
Als een beginsel mij toeschijnt valsch en verderfelijk te
in strekking en bedoeling, dan wensch ik er tegen m te i!
en het te wederstaan met alle kracht, die in mij is.
men eenmaal op het hellend vlak is, dat men met
gaat spelen of onderhaudelen, waar blijft men dan?
Zie, heden stemt men toe, dat aan kerkelijke scholen
lager onderwijs, geld uit de staatskas mag worden toegel
maar morgen komt men u vragen, om hetzelfde te doen
middelbaar en voor hooger onderwijs. Wat zult gij dan*
woorden? Zult gij dan zeggen: neen, nu in dit geval
Dan zal de tegenpartij u tegemoet voeren: Wat gij Toorij
lager gedaan hebt, moet gij, krachtens uw beginsel, voor ld
middelbaar en hooger onderwijs ook doen. Eilacie, dan jijt»
gevallen in een strik, waaruit gij u moeielijk zult kunnen!»
maken. Of gij dan al roeptNeen, neen, 't was ons bea
niet; 't was maar uit 't oogpunt van billijkheid, 't
met het oog op de politieke omstandigheid en gevolgen; -
het zal u niet baten. Want de wederpartij zal u toi
Beginsel of niet, wij pleiten dan op uwe autecedenten; gijrili W[
toch niet met uw verleden breken. Wij bouwen intusschen oj
ons beginsel voort, wenschen op dien grondslag ooi oen
middelbare en hoogere scholen op te trekken.
Waarlijk, ik zie niet in, hoe men in de eerste stroomi
dit dilemma, of wilt gij, aan dezen strik ontkomen zal.
Daarom, zeide ik, schuilt er in de 2de strooming meer trad
Zij gaat uit van een vast beginsel, en wederstaat dientengevol
het tegenovergestelde, omdat het haar veSfaMiJs. tit om
nemelijk toeschijnt.
Als nu de hoogere eischen zich aan komen melden,
zij niet te retireeren, of met de eene hand te nemen, wat zi
met de andere schonk. Neen, zij kan met vastheid in le li
van haar beginsel voortwerken, en zeggen: Mijne heeren, s
weet wie en wat gij aan ons hebt. Wij staan vierkant tegea
over. Wij zeggen: kerk en staat ieder op zijn eigen terrein.
IJw clericalisme, dat in al uw wenschen, woelen en wei
schuilt, is onze vijand. Vergeeft het ons, dat wij ons niet,*
handen en voeten gebonden, aan den vijand overleveren,
zullen strijden desnoods tot den laatsten man, gij kunt f#
dooden, maar ons overgeven dat zullen wij niet, dat
wij nooit.
Met ons beginsel zullen wij staan of vallen 1
Mij dunkt, zulke strijders zullen ook aan den teg«
eerbied afdwingen, gesteld dat hij edel en ridderlijk is.
om welke reden dan ook eene vaste stelling prijs
haar tevens aan den vijand over.
Ik zou willen vragen, is het bewijs van kracht?
J) Leve de beginselen, al verging ook de wereld 1
2) Sta pal voor uw beginselen, of, geef in beginselen niet toe.
De politieke toestand.. Onder dit op-
wordt aan de Aanwijzer uit 's Hage geschreven
Zweeg ik geruimen tijd, het was niet omdat schrijf
ontbrak, maar omdat ik geen aandrang gevoelde h uffe
iets van mij te doen hooren.
Met het oog op de gewichtige beslissing, die een
zal vormen, door de a.st. Maandag bijeenkomende
omtrent het schoolwetsontwerp te nemen, meen ik nets
te moeten verbreken.
Men is hier geheel in het onzekere wat het
zijn zal. Had echter de Eerste Kamer overhaast b
moeten afgeven, dan ware de uitslag vrij zeker ge** J
schoolwetswijziging met ongeveer 30 tegen circa
zou zijn aangenomen. Dus verzekert men mij T®n p0litid'
die zijne Pappenheimer kent en voeling houdt ook
kringen buiten de Residentie. Er schijnt, na rijpe
ik put uit bovenbedoelde bron bij sonuni?
die aanvankelijk genegen waren, voor het wetsontwerp
iets meer dan aarzeling te zijn ontstaan, zoodat 1 flef#
is Donderdag de kansen voor eene verwerping z'
Op éen der 50 b.v. moet het schrijven van denihee
docent a/d. Theologische School ten uwent, gedee e J
vorig no. opgenomen l) diepen indruk hebben g6®,
omdat hij sympathiseert met wat de Schrijver wen-
maar wijl het een blik doet slaan op wat velen een
boek schijnt te zijn. t„treeksch0
Ernstig worden inmiddels overwogen de reen dfl0t
volgen die eene verwerping der schoolwetwijzig
Eerste Kamer zouden hebben.
Aan eene ontbinding der Eerste Kamer a et
Uit: Se Roeper, Een aretuive voor de cere Gods, ia
en Staat 66
lltt!
insctf
de:
wa
li
caet
iet
den
Tan
idn
idri
eers
101
idr
doe
l
le
ji
i