Hoiiflerfltac|tUfluizenö Mart
I lil'
Zondag, 3 Novemto 1389.
33ste Jaargang. No. 2347.
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: §€HA€iE]V, Lnan, I>, 4.
Gemeente Scha gen.
van 8 tot 14) uur 's morgens.
Binnen Zr?ndsch ISrieiiws
Alicictiih
RARIT.
MïrtÉ-
al
verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
rond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
''vttÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
TOEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f 0.18
Groote letters worden aaar plaatsruimte berekend.
Beken d m a k i n g e n.
POLITIE.
Vermist
nacht van 30 op 31 October j.1. aan den Loeterdijk,
eene geel bonte geit,
t eene donkere streep over den rug, eensneedjein het rechter-
116 en een ricmptje met een dubbel touwtje om den hals.
""inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter Secretarie dezer
in den
1? "E V O L K 1 X Ci.
Onderstaande personen worden in hun belang aangemaand,
ach zoo spoedig mogelijk ter Secretarie dezer gemeente te ver
ben ten einde opgave voor de Bevolking-registers te doen
Gnnrtje Admiraal.
Marijtje Bergen.
Pieter Bleeker.
Cornelis Broks.
Antje Latenstein.
Jan Slikker.
Cornelis Ament.
Johannes Jacs. Bruining
Karei Jobs. Engeringh.
Karei Leeflang.
NATIONALE MILITIE.
De Burgemeester van Scbagen, daartoe de noodige aanschrij
ving ontvangen hebbende, brengt ter algemeene kennis le dat tot
wetkeliiken dienst worden opgeroepen, de onderstaande verlofgan
gers Ser lichtingen 1886 en 1887 te weten:
Arie Jongejan. behoorende tot betle Regiment Infanterie.
Aldert Kottelman. (garnizoenHelder,) tegen 25 November a.s.
Cornelis Bleek. alsvorcn tegen 9 December a.s.
Welke verlofgangers op genoemde datums bij hun korps present
Roman van HERMANN HEIBERG.
45.) VIJFTIENDE HOOFDSTUK.
Intusschen waren Böhm met Verrekijker en Berghcim .het eens
geworden over de hypotheek.
Böhm had er op gestaan om deze zaak af te handelen ten
kantore van zijn raadsman, den notaris Ur. Gleim, maar Verre
kijker, dio begreep dat de zaak dan wel verhinderd zou worden,
vist Böhm zooveel voor te rekenen van hooge percenten, die dan
zonden moeten worden betaald en waarvan de notaris het grootste
gedeelte in zijn laadje borg, waar tegenover stond de uiterst
goedkoope wijze van transporteeren, zooals Verrekijker dat voor
stelde, dat natuurlijk de onnooze klant in do val liep en zijn
hete geld toevertrouwde aan het tweetal geraffineerde oplichters.
Böhm had evenwel over dit zaakje met zijn notaris gesproken,
en deze, niets kwaads vermoedende, onderzocht de zaak en als
Böhm nu niet op den bepaalden tijd bij den notaris verscheen,
had deze hem een briefje geschreven, hetwelk Böhm ontving
op den morgen, na den dag op welken de valsche hypotheek was
afgesloten
Iu dien brief waarschuwde de notaris hem met nadruk voor
Verrekijker cn raadde Böhm aan volstrekt niets te doen, voor zij
elkander gesproken hadden en hij Böhm mcndeling alles in do
puntjes had uitgelegd. Ook omtrent het gebouw, hetwelk het
onderpand der hypotheek uitmaakte, wist de notaris niet veel
?oeds inedo te deelen.
Daar zat nn onze vriend Böhm en verwenschte zich zeiven om
'ijn eigen onnoozelheid. Hij had alles zoo goed geregeld. Hij kon
,an zijn vier percent als een vorst leven en ter wille van een
paar duizend gulden stelde hij nu zulk een aanzienlek bedrag
11 de waagschaalbovendien had hij zich zeiven leelijk te kijk
gezet tegenover zijn notaris, den man, die met de meeste nauw
gezetheid zijne belangen had behartigd. Maar misschien was er
5°g uitkomst
Als het huis tien percent intrest afwii rp, dan kon hij in het
e toch het huis nog overnemen. Hij had toch niets te doen
®u redde dan tegelijk zijn geld. Doch Böhm gevoelde zelf dat
e*e troost niet veel waard was en sedert dezen dag onderging
karakter van Böhm een groote veranderinghij word men-
enschuw en werd uiterst zuinig in zijne uitgaven, daarin het
"luivalent zoekende voor het aanstaand geldelijk verlies,
m eH v,en Zoi^gmorgen, tegen den middag, raapte hij al zijn
bijeen en begaf hij zich op weg om het huis in de Bar-
raat III eens van naderbij op te nemen.
O 6 Was een groot sleenen gebouw met zijvleugels en een hof.
eenige verdiepingen waren geen gordijnen voor de glazen, aan
-trautzijde evenwel zag men zelfs praebtigo gordijnen voor
uo vensters.
teken' ,^e')ouw binnengaande zag hij ook den naam „Mol en
Vm6' dit naambordje eene waarop stond „Ernesfine Puls.'
"kou van P'an was ook de tweede verdieping in oogen-
klf®aWj'e nemen) werd de deur geopend en trad een deftig ge-
dame naar buiten.
iu\«a. a TT wa' ontstelde ik daar'' riep zij uit, toen zij,
Böhm niet ziende, tegen hem aanliep. Daar de dame
zullen moeten zijn vóór des namiddags 4 ure.
2e dat de oproeping in werkelijken dienst van de overige ver
lofgangers van de regimenten der le en der 2e Divisie Infante
rie, dit jaar achterwege zal blijven, doch dat die verlofgangers,
voor de oefeningen met bet geweer Model 71/88 vermoedelijk in
in de eerste maanden van 1890 voor een tijdvak van 13 dagen
onder de wapenen zullen worden geroepen.
Scbagen, 29 October 1889.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
De Directeur van het Postkantoor, brengt
ter algemeene kennis, dat, ingevolge Minis-
triëele aanschrijving, voortaan hel kantoor
des Z O N D A GS zal geopend zijn
De bezoekers der Rjks-Poslspaarbank, worden in hel
bijzonder hierop gewezen.
Sc hagen, 27 October 1889.
De Directeur,
HEYLIGERS.
Se hagen, 2 November 1889.
Het adres in zake de onderwijswet, hefwelk in onze
gemeente ter onderteekening circuleeert, bevat reeds ruim
120 handteekeningeo, allen uit de kom der gemeente.
er niet onaardig uitzag, prevelde Böhm eene verontschuldiging en
boog zich zeer deftig.
„Wien zoekt gij?" vroeg mejuffrouw Puis, die nu op Zondag
geen haast had, en richtte een onderzoekenden, maar niet on-
vriendeljjken blik op den sierlijk gekleeden blonden heer.
„Ik neem het huis eens in oogenschouw! Ik heb er belang bij,
ik denk het te koopen! Woont gij hier, mejuffrouw! Kunt
gij mij er iets meer van zeggen?"
„Niet veel bijzondersantwoordde mejuffrouw Puls kortaf. „Een
ongelukshuis. Ik wilde wol, dat ik er nooit ingetrokken was. Ik
ga ook weder verhuizen. Iedereen verlaat het zoo spoedig mogelijk".
Daar de dame zich nu verwijderen wilde en mijnheer Böhm's
nieuwsgierigheid nog lang niet was bevredigd, zeide hij:
„Veroorlooft u mij, dat ik u een eind vergezel, mejuffrouw?
Wat gij mij zegt, wekt ten zeerste mijne belangstelling. Misschien
gaan wij wel denzelfden weg. Ik woon in do Kruisstraat."
Mejuffrouw Ernestino Puls, die volstrekt niet verlegen was
tegen heeren, eu het allerminst tegenover iemand als Böhm,
kinkte hem zeer vriendelijk toe en wandelde met onzen vroe-
geren makelaar in thee en hollandsche kaas en togenwoordigen
rentenier, naar het Alexanderplein.
Onderweg liet mejuffrouw Puls haar tongetje den vrijen loop.
Het huis had allerlei gebreken, was slecht onderhouden, de
waterleiding was defect, de gasleiding was afgesneden, de schoor-
steeuen trokken niet, enz. enz. En dan het volk in huis! Meiden
zonder eerlijken arbeid, sjouwerlui, boerenvangors en dérgelijkeu!
Het was niet om op te noemen."
Böhm werd zoo ongeveer door een duizeling overvallen. Wat
was bij toch een groote ezel geweest.
Le besliste hou'ling zijner geleidster viel in zijn smaak. Uit
hare woorden bleek dat zij zeer practiseh was in donkenendoen.
Zoo gaf zij ook als baar gevoelen te kennen dot er van het huis
nog wel iets goeds gemaakt kon worden, wanneer het maar in
goeden handen kwam. Dan moest er eorst Jat en dat gobeuren
on er moesten nette huurders met veeljarige contracten komen.
En van de benedenverdieping was genoeg te verhuren aan een
slager, een bakker en een kruidenier, aan welke lieden iu deze
buurt bepaald behoefte bestond.
Böhm was nieuwsgierig om te weteD, wie tocli die dame met
do fonkelende oogen, de goed gebouwde gestalte en de mooie
rijglaarsjes was en vroeg haar dit dan ook bot weg.
„Ik ben directrice in een groote zaak," verklaardde mejuffrouw
Puls, „Zondags heb ik den dag voor mij en kijk dan uens rond
of ik ook den rechte kan vinden. Verleden jaar woonde ik ergens
anders. Deze woning was zoo verlokkelijk geadverteerd.
Maar bet is geen huis voor een dame Wanneer ik slechts
den onder-huisbaas zie Mol een walgelijke kerel kan
toorchef lij een advokaat-notaris alhier!
Bij wien
Icnis geloof ik heet hij. Ik weet het niet maar in
ieder" geval, hij is een echte schurk. Eu geen achtbaar meisje
laat hu met rust, en wie zijne onbeschaamdheden terug wijst,
dio vervolgt hij onophoudelijk en plaagt hij en belastert bij. Ik
zou u tenminste raden maar niet in zijne handen te vervallen,
wanneer gij hot huiswilt gij het huis werkelijk koopen
Misschien is de oude kast wel goedkoop te krijgen, denk ik.
Böhm zuchtte Oude kastNeen, dan waagde hij er liever de
aeheele hypotheek aan.
Ik zou wel eens één der woningen van binnen willen zien,
begon hij. „Maar - gij begrijpt - zonder voorkennis van den
Onze plaatsgenoot, de heer T. J. Gielen, onderwijzer aan
de R. O. Parochiale school alhier, herdacht heden, Zaterdag
2 November, den dag waarop hij 25 jaar geleden zijn loopbaan
als actief onderwijzer aanving. In 1864 werd de geachte jubi
laris benoemd tot onderwijzer aan de R. C. School Delfschvaart
te Rotterdam, en is sedert 1 April 1872 als zoodanig werk
zaam aan de R. C. Par. School alhier.
Van tal van vrienden, oud-leerlingen, leerlingen en kennissen
ontving de jubilaris blijken van deelneming in dit zijn jubileum.
Men schrijft ons uit de Wieringerwaard
In de Vrijdag 1 November gehouden vergadering der Vrij
zinnige Kiesvereeniging te Wieringerwaard is besloten
ten eerste, zich van de Liberale Centrale Kiesvereeniging te
Alkmaar af te scheiden, ten tweede, een woord van dank te
richten aan onzen afgevaardigde Mr. W. v. d. Kaaij, voor zijn
houding tegenover de onderwijswet, en ten derde, een adres bij
de leden ter teekening aan t9 bieden, inhoudende het verzoek
aan de Eerste Kamer, de onderwijswet te verwerpen.
Bij het onweder dat Vrijdagavond omstreeks half tien
woedde, is de bliksem geslagen in de boerenplaats van den heer
G. Kater, in den Belckmeerweg onder de gemeente Zijpe, waar
door zij in een oogwenk in liehter laaie stond.
Hoeveel de gemeenteraad van Akersloot besloten had in
de plaats van eenen geneesheer eene vroedvrouw aan te stellen,
is op het duidelijk gebleken verlangen van de ingezetenen
om een eigen geneesheer, besloten eene oproeping daarvoor te
plaatsen.
eigenaar en den onderhuisbaas."
„O, wanneer gij mij de eer wilt aandoen! Wel is waar, ben ik
alleen 's avonds thuis."
„Wanneer
„Heden, morgen, gelijk gij wilt. Ik leef zeer eenvoudig, ga
nooit uit ben steeds op mijn kamer. Ik houd van rust en
warmte
Intusschen waren zij op het Dönhoffplein aangekomen en me
juffrouw Puls bleot staan.
„Dus heden avond?" vroeg Böhm, „mag ik u een visite maken?
Ik ben Böhm, rentenier Böhm."
„Het zal mij hoogst aangenaam zijn! En wanneer gij bij mij
wilt soupeeren, kom dan tegen half negen."
„Zeer vriendelijk van uIk neem uw aanbod in dank aan.
Uw dienaart"
Mejuffrouw Puls groette hem met een zekere vertrouwelijkheid.
Zij wist reeds welk een indruk zij op deze wandelende geld
kast had gemaakt. Nu, zulk een echtgenoot, dat was de moeite
nog eens
Böhm richtte zijne schreden naar de Hagelsbergerstraat, alwaar
Anna's moeder, zijne oude vriendin woonde.
Vrouw Palzok had een kamer met een keukentje betrokken bij
een eenloopend ambtenaar. Zjj leefde van de gaven dor goede
vrienden en van hetgeen Anna haar van haar weekgeld afstond.
Werken b.r.rdaar was zij bang voor en toen haar
dochter haar verweet, dat zij haar tijd met niets doen doorbracht
en niet trachtte er iets bij te verdienen met wasschen en strijken,
maakte zjj een vreeselijk misbaar en verweet Anna allerlei ieeljjke
dinnen en maakte lage toespelingen op haar betrokking bij de
dames Steidel en op hare genegenheid voor den student von Arnim.
Anna die eenmaal wist op welk een laag zedeljjk standpunt
haar moeder stond, liot haar in zulke oogeublikken uitrazen eu
verwijderde zich dan meestal.
Toen Böhm nu aan de deur van vrouw Palzok aanklopte en
daar binnen hoorde spreken, wilde bij weder beengaan, maar eens
klaps werd de deur geopend en stak de weduwe haar hoofd
nieuwsgierig naar buiten.
„Ah, gij, mjjnheer Böhm!" riep zjj uit. „Kom binnen, kom
binnen. Ik dacht dat het het loopmeisje was. Neen, neen
gij stoort ons volstrekt niotIntegendeelMjjnheer Schütz, vau
de firma Schütz, Zelleneck Co. Mjjnheer de rentenier Böhm.
Stil, Achmed Stil beest
Schütz nam den aangekomene goed op. Dat was dus mijnheer
Böhm, Anna's minnaarVrouw Palzok had zoocven nog met al
haar gewone overdrijvingszucht mjjnheer Schütz op de hoogte der
zaak gebracht. Hij as echter alleen gekomen om te weten waar
Anna nu in betrekking was.
„Ik zeide juist, mijnheer Böhm," begon vrouw Palzok, „dat
Anna baar eigen weg gaat en naar niemand luistert. Gij,
mijnheer Böhm kunt bet bevestigen, het meisje volgt haar eigen
boofd.
Böhm, hoe onnoozel ook, deed nu alsof hij de oude vrouw niet
begreep. Kwam Schütz om Aona's hand vragen, of wat wilde dat
heer eigenlijk
„Ik wejt nief, mejuffrouw Palzok, waarover gjj het hebt. Wat
verlangt mjjnheer Schütz te weten
„Mij dreef alleen de belangstelling voor mejuffrouw Anna,
hierheenzeide nu Schütz. „Ik wilde alleen weten, waar zjj
gebleven is en of zij het goed heelt? Want gaat ons andeis
I