Mierötifi- k LiiiiW
inflerdlaclitigdiiizeiid Mart
)onderdag, 14 Uovemfrerl3S9.
33ste Jaargang. No. 2350.
!e Wet op het lager onderwijs,
Gemeente Scha gen.
Beken dm aki n g e n.
Uitgever: J. WINKEL,
flureaw: SCfSA€SE]tf, Laan, I>, 4.
.erwijs op deze gronden:
M in n en la n dsch 11/ ie uws.
WORDT VERVOLGD-
COURANT.
Verloren.
5 November jl. een zwart boezelaar (bijna
0.)
Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter Secretarie dezer
neeiite.
Slot.
verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater-
Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
^GrjE/ZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
Worden naar onze meening de klassen bij de toepassing van
I, 24 gelijk het in deze wet aan de Eerste Kamer is voor-
veel te groot, onbegrijpelijk is het, dat de minister zelfs
:ds subsidie aan de bij zondere school wil verleenen vóór ze aan die
lerdaad al te matige eischen voldoet. In art. 88 immers
ien we dat de termijn tot het in werking brengen der voor-
hriften van art. 24 voor scholen, die voor de Rijksbijdrage
èeld bij art. 54bis in aanmerking komen, eindigt op 1
miari 1899.
Vooral voor het zuiden van ons land is de toekomst van het
derwijs met deze wet verre van rooskleurig. Is eenmaal de
tilbare school leeg gepompt zoodat de bijzondere school voor
tne concurrentie meer te duchten heeft, dan vrees ik, dat men
or subsidie zal bedanken omdat art. 24 nog te lastig is.
rst dan zal aan 't Christelijk bewustzijn zijn voldaan als 't
U'sonderwijs tot 0 is herleid.
Volgens art. 46 zijn de gemeentebesturen verplicht schoolgeld
keffen voor schoolgaande kinderen. Waartoe die dwang, zoo
-Rondere scholen vrij worden gelaten, ook al genieten zij
■ubsidie
ij zijn voorstanders van kosteloos openbaar lager
De ongetrouwde en kinderlooze lieden zijn verplicht
lij te dragen tot vorming van een goed zedelijk, geestelijk
chamelijk gevormd nageslacht.
Als de kosten van 't lager onderwijs gevonden worden
de belastingpenningen dan wordt de last van 't onderwijs
Roman van HERMANN HEIBERG.
p8.) ZEVENTIENDE HOOFDSTUK.
ónder wog overkwam Frida iets, dat haar het blced in de
efen bijna deed stollen, dat haar de ademhaling belette en
fe zinnen benevelde.
l°en zij het plantsoen van het Belle-alliance-piein doorliep,
S Z1J eensklaps Verrekijker naar haar toekomen. Doch het
Mselijke gevaar, hetwelk haar bedreigde, zich bewust, sprong
a als een aangeschoten wild, ter zijde, liep snel om een boschje
vloog voort, tot zij eenige tramwagens zag, waarachter zij
verborg.
'«durende eenige seconden scheen het wel dat haar vervolger
spoor bijster was, maar dan verscheen weder de „doodskop"
•kwam in stormpas naar de plaats waar zij stond,
pet lettende op do menschen die haar verbaasd nastaarden,
'rZ Frida nu voort, onafgebroken voort. Eindelijk zag zij in de
"«een toevluchtsoord. Op ongeveer een vijftig schreden afstands
■pn e®n paar mannen bezig met het lossen van steenkolen, die
oud Berlijnsch huis de trap opdroegen.
(«verwege de trap stond een deur aan; zjj bedacht zich geen
'pbÜk, girg daar binnen, wieip de deur dicht en bevond zich
jjjen onbewoonde dakkamer.
01;, etrste tien minuten verstreken, ja, er verliep een half uur,
dat zich ecnig verdacht gedruisch deed hooren. Alles was
verloop van nog een uur besloot Frida, daar alles stil
ll ld r sc'iua'p'aafs weder te verlaten. Maar zij ontwaarde
I j deur, van buiten in het slot gevallen, aan de binnenzijde
^ippend kon worden. Zij had zich zelve opgesloten,
lei Du Rondziende maakte zij uit de in het vertrek gespannen
j bee °!i' ^cze ru'mf° gebruikt werd voor droogkamer. Ook
do kamer nog vcor andere doeleinden gebruikt te worden.
1 e'bWanncer nu eens fooh niemand kwam, wanneer zij hier
s r, 'cn dag, ja, misschien meerdere dag<n moest dcorbren-
te' v"are oogen keken oi dei zoekend rond. b'poren van mensche-
4tbe'6'aPPcn waren op den met stof bedekten vloer niet
b,„nar- hamer maakte niet den indruk, alsof zij tot nu in
■fj w< s geveest.
|lde a..poert dus afwachten En wanneer er iemand kwam, dan
jj l!(ö Ppenen wanneer men haar open deed, zou zij ver
slecht 6tn IDan' *^'e 200 en 200 hettlo, haar had vervolgd,
de t 6 nian> en dat zij vcor hem gevlucht was en zich hier
aast zeli had opgesloten
door meerderen gedragen en dus lichter, terwijl elk burger dan
die kosten verdeeld vindt over een grooter aantal jaren dan
wanneer die kosten door de schoolgelden geheel of gedeeltelijk
moeten worden goed gemaakt.
't Is wel opmerkenswaard, dat men dezer dagen zoo in 't
geheel niet over de groote kosten van 't onderwijs hoort klagen
en het anti—liberaal bewind voorloopig reeds één millioentje
meer voor onderwijs durft vragen. Zeker er is vooral op 't gebied
van schoolbouw overdreven, maar op welk gebied is dat niet
En is ook niet dikwijls veel ophef gemaakt van eenvoudige
versieringen van sommige schoolgebouwen Wij zijn voorstanders
van een zuinig beheer, maar wij willen in cle laatste plaats
zuinig zijn op onderwijszaken. Vrienden, die zoo in de eerste
en soms eenigste plaats zuinig zijn op onderwijszaken, doen ons
denken aan den wolf in schaapsvacht.
Uit de weigering van deze regeering om leerplicht in beginsel
in deze wet op te nemen blijkt ten duidelijkste dat zij dwalen,
die nog mochten meenen dat verbetering van 't volksonderwijs,
zij het ook in eene andere richting dan wij bedoelen, het drijven
van de meerderheid der Tweede Kamer is geweest.
Ten slotte gelooven wij dat geen enkel liberaal zich voor de
aanneming dezer wet kan verklaren, omdat hij daarin verbetering
van 't onderwijs ziet, welnu om andere redenen mag dunkt
ons eene zoo belangrijke wet door niemand worden aange
nomen. Den liberale leden onzer Eerste Kamer roepen wij
daarom toe; JL>oet wel en ziet niet om!
Sc hagen, 13 November 1889.
Voor hel op a.s. Zondag te geven Concert van Schagen's
Mannenkoor ltEuterpe" (zie achterst, adv.) is het volgende
programma vastgesteld
1. Festmarsch über dem Choral „N u n
danket alle G o tt", v. Joh. Resch.
2. „N e r 1 a n d s- M a n n e n z a n g"; v. C. C. A. de Vliegh.
3. „De Echo", (fragment)v. F. Coenen.
4. „Fantaisie sur une Mélodie
de Chopin", v. J. De mersseman.
Solo voor fluit voor te dragen door den heer F. WERNER.
5. „Avondlied",v. Kuhlau.
6. „De jonge Muzikanten", v. Kücken.
Onder zulke en andere gedachten werd het middag en de avond
viel, zonder dat er iemand was gekomen. Doodeljjke stilte huerschte
alom. Geen geluid drong van buiten tot haar door. Zij geraakte
nu ten prooi aan vertwijfeling, honger en grenzelooze afgematheid.
Zjj was op den vloer gaan zitten, met haar rug tegen de deur.
Ten laatste sliep zij in.
Zij droomde. Zij zag hare moeder, die eene groote, magere
vrouw was geweest met donker lang haar en marmer bloeke
gelaatskleur. Frida was ziek en de oude vrouw troostte haar,
zat aan haar bed en vatte met liefderijken blik haar hand. Een
zalig gevoel vervulde het gemoed van het kind der straat.
En daarna zag zij in hare droomen don kerstboom mot kleine
lichtjes. liet was warm en behaaglijk in het ziekenvertrek.
Bekenden en buurvrouwen kwamen en praattenzjj plaatsten
zich allen om den talel, de schotels wasemden. Maar eens
klaps werd het venster geopend. Hevige koude drong naar
binnen, en Frida gevoelde een brandenden piin aan de lippen.
De slaapster ontwaakte en sprong driftig op. Zij huiverde zij
hoorde eenig geritsel het was bepuald een rot geweest. Groote
duisternis heerschte er in het vertrek en alleen de vier venster
ruiten waren van buiten flauw verlicht.
En nu zat de gevangene vrouw weder uren in vrees en hoop,
overdacht alles, trachtte te veigeefs de vrceselijke voorstellingen
harer verbeelding te vorbannen, rilde, leed honger en dorst,
Btond nu eens op, ging dan weder zitten, wrong
do handen, weende, en bracht onder de vreeselijkste kwel
lingen den nacht door. Teen het eerste daglicht weder de kamer
binnendrong, en zij de dingen om haar heen weder zien kon, werd
ook de hoop weder in haar levendig.
Maar de morgen verstreek en de middag kwam doch geen
mtnscheljjk wezen. Niet meer denkende aan de gevolgen, gekweld
door honger en dorst, schudde Frida met alle kracht aan de deur,
trachtte die met hare schouders in te duwen, wrong hare vingers
in de opening Tan hot slot doch alles te vergeefs, bomde
tegen do deur, stampte op den grond, maakte zoo veel geraas
als zij maar kon, riep uit al haar macht om hulp a"®s te
vergeefs. Ook de middag vlood heen en de avond trad in de plaats.
De morgen volgde, en de honger woelde in haar ingewanden,
brandende dorst verschroeide haar keel ontzettend leed zij.
In dezen vreeselijken toestand ontwaakten voor do eerstomaal
het meisje nieuwe en geheel andere gedachten over wereld,
in
leven en doel van bestaan. Waarom was zij geboren Welke plichten
had zij te vervullen? Zij herinnerde zich de school en het onder
wijs. Zjj zag zich zelve op de schoolbal k zitten.
Zij dacht aan baar leven en herinnerde zich boe de onderwijzer,
bij het verlaten der school, haar vermaande een eerlyk deugd
zaam meisje te blijven en een onberispelijk leven te leld®°-
Een onberispelijk leven? Haar leven was een keten van on
Prjja per jaar f3.Franco per post 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.75; iedere regel meer f 0.13
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
7.
8.
9.
„Die Hinimel riihmen des
Ewigen Ehr e", met Orchestbege-
leiding van de Harmoniekapel, v. l. v. Beethoven.
„Zondag op het meer", v. G. A. Heinze.
„Concertstück",v. A. Tïrschak.
Solo voor fluit voor te dragen door den heer F. WERNER.
10. ,De Morge n", Koor met Bas-Solo, v. G. A. Heinze.
11. Komische Serenade aus der posse
„D i e F a 1 s c h e P e p i t a", v. Adolfh Müller.
(Dit laaiste nummer op vereerend verzoek.)
Door de zangvereeniging „Kunst en Vriendschap" te
Sint Maarten werd Zondagavond 11. het eerste concert aan hare
kunstlievende leden aangeboden. De uitslag was van dien aard,
dat St. Maarten zich gelukkig mag noemen, onder directie
van den heer J. Borstlap zoodanige vereeniging te bezitten
en ook door zijne rederijkerskamer zich mag onderscheiden boven
vele dorpjes ten platten lande, wat betreft het genieten en be
vorderen van kunstgenot en goeden smaak. Gaat de vereeni
ging op dusdanige wijze voort, ongetwijfeld kan haar dan,
evenals het tooneelgezelschap, een lang bestaan verzekerd worden.
Het programma werd geopend met een „Fanfare Militaire"
voor piano a 4 mains door V. Ascher. De directeur werd hierin
bijgestaan door den jongen heer Peetoom van Schagerbrug, die,
ook in de „Polonaise uil Bdür" door Diabelli, den jeugdigen
leeftijd in aanmerking genomen, onmiskenbaren aanleg en techni
sche vaardigheid verried.
Bij 110 2 „Afscheid van 't Woud," dat den zang opende,
meenden we eenigszins eene versnellende maatbeweging ta
bespeuren, doch de zangstukjes: „Het zandmannetje,„Boven
de Sterren" en „Alles wat adem heeft," werden om de uit
muntende voordracht, uitbundig toegejuicht. Het laatste zelfs
werd nog als bisnummer op verlangen weergegeven.
Het geheele programma, dat 14 nummers bevatte, kenmerkte
zich door eenvoud en afwisseling. Door eenvoud, wijl de ge
kozen melodieën niet boven de krachten der zangers reikten,
wat bij jeugdige gezelschappen niet zelden een gebrek is en
door afwisseling, daar nu en dan de zang werd vervangen door
instrumentale muziek, waarbij, inzonderheid om diens welwil
lende medewerking en de keurig uitgevoerde begeleiding, de
verdienstelijke klarinettist de heer Rieu van Schagen, met lof
verdient, genoemd te worden.
deugden: dronkenschap, diefstal, leugen, luiheid! Muur zjj had
zich daarbjj toch nooit gelukkig gevoeld. Zjj had altijd instinktmatig
gevoeld dat er iets ontbrak. En nu in deze vreeselijke uren, wu»
liet haar duidelijk geworden.
Nu was haar de gelegenheid gegeven om te sterven! Wel is
waar, een hatelijke dood en geen oogonblikkeljjke, waarbij de
strijd slechts kort duurtZij dacht aan Mendeldat zij bem
niet zou wederzien, dat zij niet dagelijks om hem was, dat bij
vragen, ongerust worden zou, dat dit hem het leven zou kunnen
kostenO, welk een vreeseljjke pjjnen, die honger en die
dorst
Ook deze dag verstreek zonder dat zij verlost werd uit de
gevangenis, en de morgen van den derden dag brak aan. Zij
viel op de knieën en bad. Sedert hare schooljaren had zij
niet meer do handen gevouwen tot het gebed.
Zij beloofde haren Schepper een geheel ander leven te zullen
beginnen, allen slechten omgang te miiden, hare plichten to ver
vullen, met weinig tevreden te zjjn het dansen, het drinken na
te laten en do daardoor in haar opgewekte hartstochten ai te
schudden. „Wees slechts dit eene maal barmhartig, groote, onein
dige God Bevrijd mij uit mijn gevangenis
Zij weende. Heete, brandende tranen. Een zonderling ge
mengd gevoel van hoopvolle verwachtingen en zachte berusting
doordrong baar gemoed. Zij zag zich onder goede menschen, die
haren arbeid prezen, ?ij genoot vertrouwen, gevoelde hot zoete
bewustzijn der plichtvervulling. Toen zij na haar schooltijd bij
de weduwe gediend had, was zij fatsoenlijk, zedelijk en vlijtig
geweest. De onverzadelijke drang om te dansen had haar al die
ellende berokkend.
Eensklaps zag zij zich weder in de Hedwigskerk. Nu dacht zij
ook aan de papieren. Zij had bet pakket iR een hoek gelegd en
er al dien tijd niet naar omgezien. Nu baalde zij het weg. De
rotten hadden er reeds aan geknaagd.
Papier was voor dieren voedselDus kon ook zij er misschieo
dien vreeselijken honger mede stillenMet bevendo handen
maakte zij het pakket los.
Daar hoorde zij buiten voetstappen, werkelijk, stemme*
menschen I Bevend van ontroering vloog zij nu naar de deur,
klopte, schreeuwde, stampte schreeuwde hartverscheurend:
„Doet open doet open Om Gods wil, doet openIk ben hier
opgesloten I"
Daar hoorde zij dat de menschen staan bleven men kwam
de trap op, er werd aan het slot gorutteld, opengemaakt en met
een kreet van gelukzaligheid stortte het gepijnigde schepsel op
de knieën en omvatte weeneud en snikkend de handen harre
bevrijders.
Doch in hetzelfde oogenblik zakte zij machteloos ineen.