Binnenlandsch Nieuws.
van een vreemdeling al is zijn voogd ingezeten
Art. 18. Elk die volgens Art. 15 behoort te worden inge-
schrovon, is vorplicht zich daartoe bij Burgemeester en Wot-
houders aau te geven, tusschen den lsten en den 31sten
JANUARI
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis is zijn vader, of,
is deze overleden, zijne moeder, of, zijn heiden overleden, zijn
voogd tot het doen van die aangifte verplicht.
Burgemeester en Wethouders voornoemd, brengen tevens ter
kennisse van de belanghebbenden dat tot de inschrijving ge
legenheid zal beslaan van 1 tot 31 Januari aanstaande, ter
Secretarie dezer Gemeente, dagelijks, uitgezonderd des Zondags,
van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur.
Schagen, den 6 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
De Secretaris,
DENIJS.
WEËKMA lik T te SCHAGEN.
Burgemeester en Wethouders van SCHAGEN, brengen ter
algemeene kennis, dat in de Kerstweek, de gewone week
markt aldaar, zal worden gehouden op IDlIVSJLXA.Gr, in
plaats van des Donderdags.
Schagen, 4 December 1889.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS,
de Secretaris,
DENIJS.
Schagen, 11 December 1889.
De lezing van den heer Willem van Zuylen, j.1. Zondag
avond gehouden in het lokaal „Ceres" alhier, was matig bezocht
en heeft ook „matig" voldaan. Het door den heer v. Zuylen
vastgestelde programma was minder in gehalte, dan dat, het
welk de heer v. Zuylen verleden jaar terzelfder plaatse ten
beste gaf.
Het 1ste nummer „De Werkstaking" maakte anders goede
verwachting en het was dan ook werkelijk eene teleurstelling
dat het restje niets bijzonders opleverde.
Deze ongunstige indruk werd ten deele weggenomen, toen
de heer v. Zuylen na zijn programma afgewerkt te hebben,
toegaf de geestige voordracht„Een lastig geval", welke o.a.
voorkwam op het programma van verleden jaar.
Men versta ons goed Wij maken geen aanmerking op de
wijze van voordragen, met welke de heer v. Zuylen optreedt
en die van meesterschap getuigt, doch wij protesteeren tegen
den hoogst onbeduidenden inhoud en de uiterst weinige waarde
van de 5 andere nummers van het programma.
Wil de heer v. Zuylen hier met succes optreden, dat hij
dan zorge voor een degelijk programma. Zulks mag men eischen
van iemand als de heer v. Zuylen, die waarlijk niet voor een
„bagatel" optreedt en zich rijk laat betalen.
De heer Daniël de Lange, dezelfde, die voor de door
„Euterpe" uit te schrijven zangwedstrijd het juri-lidmaatschap
heeft aanvaard, heeft als vertegenwoordiger van de „Maat
schappij tot bevordering der Toonkunst" in Nederland, de
feesten bijgewoond, ter eere van Rubinstein's 60sten verjaardag
ik hem hier niet kan ontvangen mot een gewone tuinmaDS-bouquet.
Buitendien kan ik het niet uitstaan, dat Karla altijd zoo wegloopt
zij weet zulks ook zeor goed." En de handen voor den mond
houdende, riep zij nogmaals, zoo luid zij kon: Karla!"
Een roep weerklonk ten antwoord.
„Daar is zij," zeide mijnheer von Roven. „Berisp haar niet te
sterk, mijn oudjehet arme kind heeft toch niemand op de wereld
dan ons, en wanueer wij haar het leven moeielijk maken
„Wanneer wij haar liet leven moeielijk maken Maar, lieve
Gustaaf, vergeet toch niet, dat zij ons, dat wil zeggen u, alles,
maar ook alles te danken heeft. Wie zou zich dan om do arme
weeze bekommerd hebben, wanneer gij u niet hadt willen herin
neren, dat zij uw peetekiud was, en wanneer gij haar niet in
huis bad opgenomen Ik was er wel is waar tegen, maar nadat
ik eenmaal de verantwoording op mij had genomen
Karla's komst verbrak dit onderhoud.
Daar ben ik, tante, wat verlangt u
„Zeg mij om Gods wil, waar zat gij nu toch weer?"
„Ik was bij de rozen, de kevers zitten er van hot jaar zoo
dik in."
„Gij moet voor Frits een schaal met bloemen opmaken," brak
nu mijnheer von Roven de berisping af, „maar haast u, want hij
kan elk oogenblik komen."
Karla liep terug naar den tuin, en mijnheer von Roven ging
midden in het pad staan, vanwaar hij een vrij uitzicht had op
den landweg.
„Ik begrijp niet, dat Frits er nog niet is," fluisterde hij.
„De beste, lieve jongen zeide mevrouw von Roven. „Ik zal
maar bij u blijven en ook op hem wachteD, ik heb toch geen
rust meer; do dag is toch al lang genoeg geworden door het
wachten." Zij liep met haar man heen en weder. „Zeg htm maar
niets van allo moeielijkheden op landbouwkundig gebied, met
welke wij in den laatsten tijd hadden te worstelen, dat geeft
toch niets en bederft hem slechts de vreugde van zijn verloftijd."
„Gij weet wel, moedertje, dat ik onzen jongen niet onnoodig
het leven onaangenaam zou willen maken hij moet zijn jeugd
genieten men is toch maar eenmaal jong 1"
Mevrouw von Roven bleef staan en hield de hand voor do
oogen en tuurde naar den straatweg.
„Zie, maulief, is dat niet do telegrambesteller, die daar aan
komt
„Nu, wat wil dat zeggen Frits zal toch niet
Met snellen tred ging hjj den bode tegemoet. Mevrouw von
Roven keek over den schouder van haar man, terwijl hij het
telegram opendo.
„Waarachtig, van Frits 1"
„Aansluiting verzuimd, ksn eerst morgen komen."
„En geseind van uit Breslaul Maar wat is er dan geschied,
dat hij de aansluiting kan gemist hebben 1"
„Wanneer Lij maar niet ziek is geworden 1"
„Nu, papa, morgen is ook nog een dag."
„Ach, ik had mij er reeds zoo zeer in verheugd, zoo zeer,
soo zeer!"
WORDT VERVOLGD
en ÖOjarige kunstenaarsloopbaan te Peterburg gegeven.
Bij de Acte Solemnel óp Zaterdag 30 November had de
heer Be Lange het voorrecht de oerste te zijn van de buiten
landers die Rubinstein toespraken, maar hij was niettemin de
zeventigste spreker.
Aangaande dit oogenblik schrijft de heer Lange zelf
„Nog voor ik een woord had gezegd, trad Rubinstein op mij
toe, nam mijne hand, drukte die hartelijk en zeide: Wie de
LangeSie heir
„Mijn hart klopte onstuinig ik had gevreesd misschien onop
gemerkt te blijven en 'iu plaats daarvan was ik het middenpunt
van drieduizend nieuwsgierige blikken. Ik gevoelde echter, dat
ik niet mocht aarzelen, en zeide ongeveer het volgende
„Meester! Een klein land zendt een van zijn zonen tot
den grooten kunstenaar van het grootste keizerrijk in Europa.
Dat kleine land heet Holland. Neen, ik vergis mij, dat land
heet het land van Rem brandt.
De Maatschappij tol bevordering der Toonkunst in het land
van Rembrandt heeft mij opgedragen u hare gelukwenschen
over te brengen. Ik volvoer deze opdracht door u toe te
roepen
„Wees gegroet, meester, op dezen plechtigen dag."
„Daaimede reikte ik Rubinstein den gecalligrapheerden geluk-
wensch der maatschappij over.
„Mijne woorden, waarschijnlijk nog meer Rubinstein's zicht
bare belangstelling, scheen niet zonder weerklank. Rubinstein
naderde mij opnieuw en scheen getroffende overige aanwe
zigen juichten mijne woorden toe, zoodat ik tot tweemalen moest
bedanken.
„Toen Rubinstein opstond om zich naar zijne familie te be
geven, trad hij opnieuw op mij toe, drukte mij nogmaals de
hand en noodigde mij bij zich voor het diner.''
Benoemd tot onderwijzer te Waarland gemeente Haring-
carspel de Heer K. Poeze van Oudcarspel.
Te Wieiiugerwaard is een Gymnastiek-Vereeniging opge
richt, onder de naam „Gymnastiek-Vereeniging Wieringerwaard."
De Vereen, telt reeds 19 werkende en 4 kunstlievende leden.
Tot leider werd gekozen, de heer T. J. Weide en tot bestuurs
leden zijn benoemd, de heeren E. Eelkers, presidentJMosk Jz.,
secretaris penningmeester; J. Smit Az. en Bakker Jz., com
missarissen.
Aan de muzieklessen, s' wekelijks te Wieringerwaard gegeven,
nemen ongeveer een vijftigtal personen deel en mag men mis
schien nog in dit seizoen een openbare les verwachten.
De gemeenten Winkel, Hoogwoud, Opmeer, Spanbroek,
Obdam en Hensbroek zullen met een telephoonverbiuding
verrijkt worden. Met dit werk is een aanvang gemaakt.
Tijdens de woedende sneeuwstormen strandde Maandag och
tend te Nieuwediep omstreeks half zeven op Razende Bol de
Engelsche stoomboot Karoonkapitein Saunïers, komende met
5709 balen katoeu van Savennah en bestemd naar Breinen.
Nadat de stranding bij het aanbreken van den dag door de
kustwacht van Kijkduin was gerapporteerd, vertrok de reddings
boot, door de Rercules gesleept, zoo spoedig mogelijk van hier
naar de strandingsplaats, ondanks de lievige branding en de
wilde golven, die het reddingswerk zeer bemoeilijkten en vo-r
de redders gevaarlijk maakten. Maar mannen, als ook nu weder
op de riemen zaten, zien geen gevaar, als het leven van schip
breukelingen op het spel staat, dat hebben zij reeds zoo dik
wijls overtuigend bewezen. En dus ging het dwars door de
branding heen op het schip aan, dat voortdurend door huizen-
hooge zeeën werd bestookt. Niet minder dan 25 menscheii
sloegen op het schip alle btwegingen der redders gade, en toen
de boot met veel inspanning in de nabijheid was gebracht, was
deze spoedig met 13 der schipbreukelingen gevuld. Toen de
geredden aan boord van de Hercules waren overgebracht, werd
nogmaals en met evenveel succes de reis naar de Karoon onder
nomen om de achtergeblevenen te redden. Bij het verlaten van
zijn schip, werd kapitein Saunders door een vallend blok aan
het hoofd verwond, twee der instappers van de reddingsboot be
kwamen kwetsuren aan de handen.
Omstreeks half een keerde de Hercules met redders en ge
redden in de haven terug. De laatsten werden door tusschen-
komst van den Engelschen vice-cousul spoedig onder dak ge
bracht en van het noodige voorzien.
Maandagmorgen is het welbekende Hotel en Café
Suisse, in de Kalverstraat, met twee naastgelegen perceelen
door brand vernield.
De brand ontstond in het kleedermagazijn des heeren Katten
burg, magazijn „De Insulinde", Kalverstraat No. 26, te onge
veer 5 uren in den nacht van Zondag op Maandag. Het vuur
verbreidde zich zóó snel, dat, vóór de brandweer kwam, het
magazijn des heeren C. J. Schravendijk, in Engelsche artikelen,
No. 28, en het Hotel Suisse, eigenaar de heer Hiller, No. 22/24
mede aangetast waren en de drie perceelen één vuurgloed geleken.
De lucht was één roode klomp, terwijl een regen van vonken
het phantastische van het schouwspel verhoogde.
De brandweer was ijverig aau het spuiten, doch de vlammen
waren niet te blusschen, telkens en telkens werd weder
een nieuwe veidieping aangetast, terwijl de tegenover liggende
perceelen groot gevaar liepen, daar de hitte alles blakerde.
Een tiental logé's, het geheele dienstbodenpersoneel van „Suisse"
werd gewekt en in nachtgewaad werden deze personen in het
Poolsche Koffiehuis opgenomen. De familie Kattenburg wist
zich ook te redden, doch het jongste zoonlje, de achtjarige
Herman, werd een prooi der vlammen. De kinderjuffrouw dezer
familie verkreeg hevige, doch naar wij vernemen niet levens
gevaarlijke brandwonden. Ook het gezin des heeren Schraven
dijk ontkwam gelukkig aan de vlammen.
Het schouwspel dat zich in de Kalverstraat vertoonde, was
ontzettend. De sissende vuurgloed verwoestte daar voor eene
alsnog onberekenbare waarde, terwijl een veertigtal personen
handenwringend het Poolsche Koffiehuis binnengingen. Daar
was de ontsteltenis algemeende dienstboden op bioote voeten
vielen op de stoelen, jammerden over hunne kleederen, sioraden,
ja wat niet! Vreemdelingen zonder jas, boord of hoed liepen
dooreen, in de verschillende talen nu om dit dan om dat roepende
Een oude vrouw zat bij de kachel schreiende mev koffie en
brood in de handen, zonder dat het moedertje in st
één dronk te nuttigen Was
In dien tusschentijd was de brandweer ijverig Wert
vijf brandkraneu, een zestal stoomspuiteu en de Jan 1
Heyde kon beweerd worden dat men te half negen Va° dt,
meester was. Van dit oogenblik af toog men aan het
de muren, die nog smeulden, omver te halen, en te]]Jetï
dan ook een slag vernomen: een muur had men al"s#e'!
veel inspanning omgehaald. Do perceelen aan de overzit ,01
veel, zoowel door het vuur als door liet water- VOori
restauratie „De Karseboom" en het kleedermagazijn ,/DP Ve
toonstelling." De perceelen grenzende aan de brandende 1„
rechts een sigarenwinkel en links de Melkinrichting l tn>
slechts luttele waterschade. s'
De drukkerij der heeren Roeloffzen en Hubner achter
vuurgloed bleef gelukkig onaangetast; de heer Hubner
liof nflrot riraini»
zijne eigene brandslang het eerst water.
Juffr. Kattenburg, het moedige meisje te Amsterdam
bij pogingen om haar broertje te redden zware brand
bekwam,"ligt met het gelaat nagenoeg geheel in -
armen en beenen eveneens in zwachtels. Zij mag niet
en moet voedsel door een zuigflesch nemen, daar de
van den mond het gebruiken van vast voedsel niet toeiaa
is buiten gevaar. Gevreesd wordt echter voor blijvende
vorming
_L\ «4 liet ÜClOtGll^U VOU "W" vv/iuwi XLl VJ
bleek eerst recht welke verwoesting is aangericht 0"v
aan de tegenoverliggende perceelen, waar geen
Na het herstellen van het verkeer in de Kalverstraat
icK col
-~D1 l ïlruit heel
is gebleven en de gevels van boven tot beneden zwart zijn
blakerd. De belendingen naast deze huizen en ook naast de
verbrande perceelen waren gisteren gesloten.
Het overschot van den omgekomen knaap is nog jjet
vonden.
Maandag jl. vond te Amsterdam een moeder bij ltl
openslaan van 't wiegekleed, de poes liggende boven op fc
lijfje van haar kind. Toen 't kindje werd opgenomen, was't
reeds te laat. 't Was klaarblijkelijk gestikt.
Te Gastel (N.-Br.) werd ongeveer 3 maanden geleden
dertienjarige knaap door een hondje in den neus gebeten,
der te vermoedeu dat die beet ernstige gevolgen zou kunnen
hebben. De vorige week gevoelde de jongen zich ziek en de
geneesheer verklaarde spoedig, dat hij lijdende was aanr
Na hevige smart is het arme kind Woensdag overleden.
UIT DE PERS.
Een beetje statistiek. Ieder weet
zeer de roomsche pers zich verheugt als zij den overganp
protestanten tot de roomsche kerk kan vermelden, i
wanneer het personen van eenige beteekenis zijn, en ho
steeds de gelegenheid te baat neemt om te wijzen op
toenemende macht en invloed. Als echter roomschen protestant
worden, zooals onlangs niet minder dan 134 huisgezinnen in
en nabij Stuhlweiszenburg (Hongarije), dan verzwijgt die pers
dat voor hare lezersof wel, als de persoon die overgegaan
is een zekere bekendheid heeft, zoodat zijn overgang opzien
verwekt en indruk maakt, dan verklaart zij hem foor
zinnig, gelijk zij onlangs deed ten aanzien van dr. kmtosms
Söder, een geleerd Benedictijner. i
Reeds meermalen hebben wij onzen lezers met sprekende
voorbeelden aangetoond dat de roomsche kerk, hae machtig en
invloedrijk ook door de kolossale middelen waarover zij bi
beschikken, zelfs in weerwil van de talrijke overgangen waarop
zij zich zoo gaarne verheft, lang niet overal zoo in getalsterkte
toeneemt als haar uiterlijk aanzien zou doen vermoeden.
eer gaat haar ledental in het algemeen sterk achteruit,
heeft ook hier en daar tengevolge van bijzondere
heden een groote aanwas en vermeerdering plaats.
Zoo, bijvoorbeeld, is het waar dat in Pruisen hef
cijfer der roomsche bevolking jaarlijks grooter wordt.
Pruisen de wereld De hedendaagsche middelen van
brengen mede dat ieder zijn brood zoekt daar, waar bij
het 't best te zullen vinden en afstanden zijn er in
nauwelijks meer. Vandaar de onophoudelijke verschuiving
verplaatsing in de bevolking van alle landen. De onderne*1
protestant verbetert zijn positie onder de minder on'ff'
roomschen en de dienende roomsche kan hooger loon
onder meer ontwikkelde protestanten. Vandaar dat het
tantisme in de Slavische landen indringt en het oost
Pruisen overstroomd wordt door Poolsche arbeidersgezin^
allen roomsch zijn. Zal men nu daarom klagen over M
gang van het protestantisme in het algemeen
het hoogere geboortecijfer (de verhouding is 10
bij tot versterking van de roomsche bevolking. ffi
arme gezinnen gemiddeld meer kinderen dan welvaren
nu ook het sterftecijfer niet zoo hoog en werden nie
gemengde huwelijken een groot aantal kinderen v°°r
testantsche kerk gewonnen, dan moest de roomsche
nog veel meer toenemen. In 1871 telde Pruisen
protestanten en 8.268169 roomschen, in 1885 waren
van de eersten legen 9.620326 van de laatsten, ca
de protestanten hebben een aanwinst van 14,7, de
van 16,4 pOt. „e
Nemen we nu eens geheel Duitschland. Dun zie
van 1871 tot 1885 de protestantsche bevolking van
klom tot 29.369847, dat is 14,8 pCt., en de rooms
14.869292 tot 16.785734, dat is slechts 12,9 pGj Ji
Maar ook Duitschland is de geheele christen iel
al is het Rome gelukt, door berispelijke midde en
M
B
AAtiu J.IUUJD gClUKL^ UUUJL Utllö|Aiijaw gjj
over te halen, en al legt men nog zooveel praa DU„.
vertoon aan den dag, dit staat vast dat in oot tlS8»^
jaren de protestanten toegenomen zijn van 3 0 (0t
dat is ongeveer 354 pCt., en de roomschen van
millioen, dat is omstreeks 190 pCt., zoo 8 g]eCRts öf,<
schrijver Johnston met recht mocht zeggen
tendheid en bijgeloovige vereering van een vero" g |erle
stelt den troon van Petrus boven de profes an
De volgende cijfers, die officieel zijn vas^gtantsche
ook nog al te denken. In het grootendeels pr jiet rooB/
den komt 1 onecht kind voor op 25 wettig1WgeiieDZ'j0
Parijs en Brussel 1 onecht op 2 wettigew