UIT DE PERS. WORDT VERVOLGD- Gemengd Nieuws. De groote brand te Laeken. 9 uur van Helder vertrekt en een die omstreeks 4 uur aldaar aankomt". —o— Vanwege de Hervormde Diaconie te Harenkarspel worden pogingen in het werk gesteld om kerkelijke bedeelden, door het verschaffen van werk bij de leden dier gemeente, door den winter te helpen. Dit edele pogen verdient voorzeker aller steun, daar het den werkman, bij welslagen, een eerlijk verdiend stuk brood verzekert. -o— Voor de derde maal vierden de kinderen der Zondags scholen in de gemeente Hareukarspel, jl. Woensdag in het Kerkgebouw te Dirkshoru het Kerstfeest. Allen werden ruim schoots onthaald en ontvingen prachtige cadeautjes van den rijkversierden en verlichten Kerstboom, die in het midden der kerk wa3 opgericht, terwijl eene groote schare belangstellenden de plechtigheid bijwoonde. o- De nieuwe weg in polder Waarland binnen de gemeente Harenkarspel, nadert zijne voltooiing. liet slootwerk is reeds afgeloopen en als de vorst het verdere werk niet belet, zal ook het egaliseeren van den weg-spoedig verricht zijn, waarna de beharding niet lang op zich zal laten wachten. Ook dit werk geeft velen behoeftigen in die gemeente gelegenheid in het barre getijde nog wat te verdienen. In het polderdistrict Oude Niedorp is voor het Ambacht Westfriesland, genaamd Schager- en Niedorperkogge, tot hoofd ingeland gekozen de heer P. Schaap. Ten behoeve der ijspakhuizen op Tessel zijn thans tal van personen, paarden en wagens in het werk gesteld, om uit het versche binnenwater van het eiland ijs in te zamelen. De voorraad was in den afgeloopen zomer door de visschers geheel verbruikt. Het inzamelen geeft vee! bedrijvigheid en bezorgt menigeen een goed daggeld. Bij kon. besluit van den 30 ziju benoemd tot hoog heemraden van den Hondsbossche en Duinen tot Petten van wege den kavel Schager- en Niedorperkoggen, de heer J. Breebaart Kz. en vanwege den kavel Waterland, de heer mr. H. J. Smit. Te Oost-Graftdijk is vanwege 't Zeevarend-fonds, eene uitdeeling gehouden van grootere en kleinere sommen gelds aan de armen aldaar. Nabij de Rijp geraakten met Nieuwjaarsdag 3 jongens door het ijs. Op hun hulpgeroep schoten spoedig eenige lieden toe, die er in slaagden de drenkelingen van een anders wissen dood te redden, zoodat ze met den schrik en een nat pak naar huis konden. De gemeenteraad van Graft heeft herbenoemd tot arm voogden te Oost- en West-Graftdijk, de Heeren J. Hannema en B. Keizer aldaar. 't Bericht betreffende het beroep van den WelEerw. Zeer Gel. Heer B. H. Hahbema te Graft, blijkt onjuist. Z.W.Ew. heeft voor 't beroep naar Delfzijl bedankt. te trots, mij te herinneren, dat mijn vader bij mijnheer uw groot vader inspecteur was. Ik zou bereid zijn ,0, mijnheer de burgemeester, wanneer gij werkelijk mijn vader zulk een grooten vriendendienst wilt bewijzen —hettoeval heeft ons samengebracht wel is waar, ik heb niet het krediet van mijn vader, ik kan u niets anders aanbieden dan mijn eere woord, dat ik deze schuld zal delgen, zoodra het mij mogelijk is maar wanneer het mocht kunnen zijn, dat ik mijne ouders dit groote verdriet kan besparen o, mijnheer Müllor, wanneer dat mogelijk zou zijn 1" De burgemeester had zijn hoofd zoo diep voorover gebogen, dat zijne oogen onder zijne dikke, zware wenkbrauwen verdwenen; hij overpeinsde eenige minuten, daarna zeide hij „Ik wil mij niet beter voordoen, dan ik ben, mijnheer de baron, en al bloedt mij ook het hart bij de gedachte, in welk een rouw de mij zoo waarde familie gedompeld zou worden, wanneer zij dezen stand van zaken vernam alleen uit medelijden zou ik niet helpen kunnen en mogen, want gij weet, ik zelf ben vader van een huisgezin. Wanneer ik deze zaak rijpelijk overdenk, dan meen ik toch, dat ik, zonder mijn verstand tot zwijgen te brengen, met een goed geweten kan helpen." Mijnheer de burgemeester, ik kan niet zeggen, hoe dankbaar ik u zou zijn 1" Gelijk gezegd, ik hoop dat het wel te vinden is. Bij voorbeeld, gij teekent een wissel voor de veertigduizend' gulden, vervallende op den eersten Januari, en wij nemen stilzwijgend tot voorwaarde, dat ik dezen wissel telkens weder tot den eerstvolgenden eersten Januari verleng tot gij eenmaal in staat zult zijn, hem in te ruilen. Ik waag daarbij niets, want gij komt eenmaal in die golegen- hcid, daar gij toch een* Daloord' zult erven. Wij willen desniet tegenstaande uw braven vader nog een recht lang leven toewen- sohenik kan wachten, en ik zal u niet verontrusten ook niet wegens de intrest die betaalt gij, of ik schrijf ze bij de hoofdsom. Doch, gelijk gezegd, ik moet de geheelo zaak nog eens overpeinzen; laat mij er over denken, hoe zij voor u en voor mij het best is te regelen. Morgen vroeg haalt gij mijn antwoord, ik woon zoolang bij mijn broeder, den bandelsraad Müller, in de Diergaardestraat. En neem nu de zaak maar niet zwaarder op dan zij is, en Iaat ons het toeval dankbaar zijn, dat mij juist heden avond bij Lauter deed zijn." Frits nam met een zwijgenden handdruk afscheid van den bur gemeester. Hij was niet in staat nog iets te zeggen. Dankbaar heid en een door niets bekrachtigden weerzin tegen dezen helper in den nood streden in zijn gemoed om den voorrang. Het kwam hem zoo ongelooflijk voor, dat hij juist dezen man, dien hij ge woon was slechts zakelijk met de zijnen te zien omgaan, dat hij dezen man dank verschuldigd moest zijn, dat deze man van nu af het recht bad vriendschapsdiensten van hem to verzoeken, ja te eischen. Hij vroeg zich zeiven nog eenmaal af, of het niet beter was, zijn vader openhartig alles mede te deelenmaar daD scheen het hem tcch billijker toe, dat hij zelve de eenige lijdende partij was. Zijn laatste besluit bleef, do reddende hand van den burgemeester niet af te slaan. Toen bij het hieromtrent met zich zelvtn eens was, dwaalden zijne gedachten weder tot Ange. Wat zou zij zeggen P Hoe zou het mogelijk zijn, zijne betrekking tot haar staande te houden, wanneer hij geheel en al zonder mid delen was Op deze vraag bleef hij zich zeiven het antwoord schuldig. In de stadsapotheek te Amsterdam maakt men gemiddeld 900 a 1000 recepten per dag gereed, en nu is dat aantal ge stegen tot 1400 a 1500. Wordt anders gemiddeld 100 gram kinine per dag gebruikt, thans 250 gram. Het gebouw is ook den geheelen dag vol met wachtende personen. Door den heer J. Koster, rijks—veearts te Beerta, zijn op 25 varkens proeven genomen om door enting de gevreesde varkensziekte tegen te gaan. De verkregen resultaten zijn gunstig. Niettegenstaande er de ziekte veel heerscht, zijn do geënte dieren niet aangetast. De heer A. Moens heeft zich wegens gezondsheidsredenen genoodzaakt gezien, zijn ontslag te vragen als inspecteur van het lager onderwijs. Waar men bij eene volkstelling al niet op moet letten Aan een zeker adres te R. komt de teller de biljetten der volkstelling terughalen. De huishoudster staat den man te woord en verzoekt hem, om nog ééne witte en twee roode kaarten, die ontbreken. De teller haast zich aan dit verzoek te voldoen, doch geeft eerst eene bruine kaart, en daarop eene groene. Toen de juf frouw zeide, dat dit niet de goede kaarten waren, verontschul digde hij zich door te zeggen „Neem mij niet kwalijk, juffrouw, ik ben kleurenblind." Uit Apeldoorn meldt men, dat Dinsdag brand is ont staan in een schoorsteen van het paleis Het Loo, vlak boven de vertrekken, welke door Z. M. den Koning bewoond worden. De vlammen waren van buiten zichtbaar, doch de brand was spoedig door de aanwezigen geblnscht. (U. D.) In den laatsten tijd zijn te Bleiswijk herhaalde malen eenden en kippen vermist, en in het stelen dezer dieren werd eene groote mate van driestheid aan den dag gelegd. Geen enkele maal echter is men zoo brutaal geweest als eenige dagen ge leden te Zevenhuizen het geval was. De landbouwer O., aan de Botte, miste 's ochtends twaalf eenden, waaronder één waard. Deze laatste werd eveuwel in de nabijheid van het eendenhok gevonden, geheel geplukt en met een briefje aan den hals, waarop stond geschreven /,Hier lig ik naakt en bloot, Wij waren met ons twaalven, Maar elf zijn er nu dood De roovCfs zijn ongetwijfeld begunstigd geworden door het licht eener kaars, die in het stalraam, onmiddellijk nabij het eendenhok, stond te branden. Gedurende dien nacht werd erin den stal gewaakt bij eene koe. Terwijl te Laeken het Koninklijk paleis verbrandde, woedde op Nieuwjaarsdag ook te Hasselt een hevige brand, waardoor vijf woonhuizen en twee schuren in de asch werden gelegd. Omtrent de poging tot moord, jl. Woensdag te 's Heer Arendskerke gepleegd, meldt men dat de zaak zich als volgt heeft toegedragen De 27-jarige Machelina van Schaick, boerendienstmeid bij de Wed. Titritnerse aan den 's Heer Hendrikskitiderendijk te Goes, had vroeger verkeering met een naar Amerika vertrokken per soon; later knoopte zij omgang aan met den boerenarbeider Cornelis Schipper. Uit Amerika bericht ontvangen hebbende dat haar vroegere minnaar van plan was met haar in 't a.s. voorjaar te trouwen, bedankte zij bedoelden S., waarover deze verre van gesticht was. S. wachtte haar Woensdagavond op. Toen zij weigerde in zijn gezelschap naar G. te wandelen en zij daarom naar haar huis wilde terugkeeren, viel hij haar aan, wierp haar op den grond en bracht haar met een mes ver scheidene wonden toe aan de handen en vooral aan het hoofd; terwijl hare kleeren overal de sporen droegen van de worste ling, die er had plaats gegrepen. Een paar voorbijgangers, die haar gepasseerd waren en op dat oogenblik, naar het schijnt, niets bespeurd hadden, keerden kort daarop terug, toen zij een zwak hulpgeroep hoorden en trachtten den woesteling het mes te ontrukken, waarmee hij nog steeds pogingen aanwendde om zijn slachtoffer te treffenbij die worsteling brak het mes in tweëen en bekwam een der redders nog wonden aan de hand. Het meisje werd daarop naar het huis van hare meesteresse gebracht en later door dr. Van Vloten uit Goes onder behan deling genomen. Ofschoon erg aan het hoofd gewond, schijnen de wonden niet levensgevaarlijk te zijn. Toen zij later tot be wustzijn kwam, heeft zij zelve de toedracht der zaak meegedeeld. De moordenaar nam de vlucht naar zijn huis, waar hij al spoedig gevangen genomen werd. Goedkoope dennenlucht. In een pot of kruik giet men een liter kokend water, laat een theelepeltje vol terpentijnolie daarin druppelen en een vol maakte dennengeur verspreidt zich door de kamer. Door dit dagelijks twee of driemaal te herhalen, wordt elke besmettingsstof onschadelijk gemaakt. Bij borstziekte is de werking verrassend gunstig. Het middel is zeer goedkoop. (De H v r.) Een soldaat van het garnizoen te Hoorn geraakte Don derdag hij het schaatsenrijden te water op eene plek, die hem als onbetrouwbaar was ontraden. Toen men hem op het droge kon brengen, was hij reeds een lijk. De gemeenschap met het eiland Marken is door het ijs gestremd. Zekere N. E. te Hedikhuizen heeft zich op het nieuw jaarsfeest zóózeer aan jenever te buiten gegaan, dat hij den volgenden dag aan de gevolgen is overleden. Te Horst is met Nieuwjaarsnacht aangehouden en ter beschikking der justitie te Roermond gesteld de schoenmaker M. S., wegens het toebrengen van slagen en stooten aan de dienstdoende maréchausée waardoor van een hunner drie vingers gebroken zijn. Te Helenaveen is aan den weg het lijk van een mans persoon gevonden. Men kon zien, dat hij met het hoofd in het water was gehouden, en men vermoedt een moord. De dader is tot nog toe onbekend. 13e koepokinenting". Over deze zaak lazen wij in den laatsten tijd gedurig iets. Het verplichte daarvan werd bestreden. En terwijl wij dingen zien gebeuren, die wij voor eenige jaren misschien onmogelijk hebben geacht, is het ook volstrekt niet meer onmogelijk dat in onzen beschaafden tijd inderdaad een groot offer wordt gebracht aan de onwetend heid en hare zoogenaamde bezwaren, door de verplichting der koepokinenting op te heffen. Deze dingen ziende en bedenkende, las ik nog eens wat ik omtrent deze zaak voor een paar jaren las in een boekje Schetsen uit cle Minahassa, door M. H. Schippers, en thans kan ik niet nalaten dat hier even mede te deelen. Om de vruchten van de zending te bewijzen, geleidt ons de schrijver in het huis van zekeren blinden Bastiaan. Laat mij woordelijk hier afschrijven wat Schippers daarvan schrijft //Vertel ons eens Bastiaan zijt gij altijd blind geweest, of hebt gij vroeger kunnen zien „Ja, ik heb wel kunnen zien in mijn leven, maar dat is heel lang geleden, ik kan het mij niet meer herrinneren. Ik was misschien twee of drie jaar oud, toen heerschten hier erg de pokken. Ik werd er ook door aangetast, en wel erger dan anderen, zoodat mijne beide oogen uitzwoeren. Weet u hoe het kwam, dat het zoo erg was „Neen, dat weten wij niet. Weet gij dat, Bastiaan." „Zeker weet ik dat. Het kwam omdat er toen nog geen vaccinateurs in het land waren. Sinds die er zijn, en alle kinderen ingeënt worden, is er nooit meer zoo'n hevige ziekte geweest. Het mag eens een enkel geval zijn, maar daar blijft het bij, en het is ook niet hevig." ,/Zoudt gij werkelijk denken, Bastiaan, dat dit de oorzaak is Hebt gij zooveel vertrouwen in het inënten i/Of ik dat denk Neen, dat weet ik zeker. Wij zien het immers. Als vroeger één mensch pokken had, dan ging het als een loopend vuur van den een op den ander, en in korten tijd was eene geheele negorij in rouwmaar sinds alle kinde ren worden ingeënt blijft het steeds bij een enkel geval. Wat kan nu duidelijker zijn Ik heb wat dikwijls in mij zeiven gezuchtoch, och, was ik ook maar ingeënt als kind, dan was ik nu zeker niet blind." Aan dit gesprek voegt Schippers deze opmerking toeHet is merkwaardig: of Bastiaan eens of tiemaal vertelt, hoe hij blind is geworden, die lof der vaccine moet er altijd bij. En die eenvoudige man, die niets weet van //gemoedsbezwaren", maar alleen zijn gezond verstand laat spreken, zou zeker al heel vreemd opzien, als hij hoorde dat er in Nederland beschaafde mannen gevonden worden, die, en nog wel in naam van gods dienst en christendom, hemel en aarde bewegen om te bestrijden, wat hij als eene der grootste zegeningen beschouwt. Maar, het is wel meer gebeurd, dat iets aan kinderkens en eenvou- digen zoo klaar was als de dag, terwijl wijzen en verstandigen het niet zagen 1" Ik voeg geen woord bij dit alles. Het medegedeelde spreekt zoo sterk, dat elke redeneering hierna de werking van deze woorden slechts zou verzwakken. Daar in de Minahassa een volk dat voor groot vijftig jaar nog uit de wildste en woeste heidenen bestond, en hier in NederlandD. Ingez. i. I. Rott. Nieuwsbld. Het paleis van den koning der Belgen te Laeken is Nieuwjaarsdag een prooi der vlammen geworden, met uitzondering alleen van de particuliere vertrekken des konings. Terwijl te Brussel ten Hove de gewone Nieuwjaars-receptiën plaats hadden werd het bericht ontvangen, dat het paleis te Laeken in vlam stond. Naar het schijnt ging de Koning voort te ontvangen en den bezoekers, ofschoon veel korter dan anders, toe te spreken tot hij den dood van Prinses Clémentine's gouvernante vernam. Toen droeg Z. M. de receptie aan Prins Boudewijn over. Het eerste bericht, dat de Koning ontving was zeer kort, en Z. M. moet gedacht hebben, dat het een eenvoudig brandje was; slechts eenige oogenblikken later vernam de Koning de ramp in al hare verschrikkelijkheid. De Koningin was de eerste die zich snel verwijderde; het was zoowat 2 uren. Te Brussel zelf liep de tijding bliksemsnel rond. De brand is ontstaan in den rechtervleugel van het paleis in eene receptiezaal, gelegen nabij de kamers van Prinses Clémentine. Deze had het ontbijt gebruikt en speelde piano. Zij riep hare gouvernante. Mej. Drancourt snelde van de tweede verdieping naar beneden, zij was ongeveer 50 jaren oud en was dezer dagen op pensioen gesteld. Toen zij op de eerste verdieping gekomen was en het geroep van brand hoorde, keerde zij ongelukkig naar hare vertrekken terug, om te redden wat zij kon. Van dat oogenblik at was zij verloren. De Prinses was radelooszij riep tot de toesnellenden „Redt mijne gouvernante!" en luitenant Lecat snelde kloekmoedi» naar boven. Reeds waren de trappen vol rook en in de gan»en waar de kamers van de gouvernante uitkwamen, was de rook zoo verstikkend, dat de heer Lecat niet meer vooruit kon. Hij moest terug, willen of niet, en toen hij beneden kwam, viel hij schier in onmacht. In weinige oogenblikken had het vuur groote uitbreiding ontvangen. Het was een ware vuurzee, die steeds voortwoedde, alles ver nielende wat zij ontmoette, weldra ook de kostbare gobelins in de receptiezaal. Deze gobelins alleen hadden eene waarde van twee millioen. Nog eenige minuten en geheel de benedenverdieping stond in vlam. Het werkkabinet des Konings werd aangetast en ver nield, de vlammen baanden zich een weg door de plafonds en weldra vatten ook de bovenkamers vuur, zoodat het geheele gebouw in lichtelaaie stond. Men redde de bibliotheek, door Napoleon tijdens zijn ver blijf vóór den Russischen veldtocht verzameld, en ook de por tretten en de kleedereu des Konings, maar al de stukken van

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 2