UIT DE PERS.
WORDT VERVOLGD.
Dinsdagavond had in een der drukste en dichtst bevolkte
straten te FLoorn, het volgende voorval plaats. Een gehuwd
paar zonder kinderen kreeg twist in de echtelijke woning, welke
zóó hoog liep, dat de man die zich nog al eens te buiten
schijnt te gaan aan den drank na zijne vrouw met een mes
gedreigd te hebben, haar ten slotte bij de keel greep en de
deur uitwierp. Zij kwam vrij onzacht op een binnenplaats
terecht. De buren, die op haar moordgeschreeuw ter hulp snelden,
vonden haar daar en boden haar hulp. Zij werd naar haar
familie gebracht, bij wie zij thans verpleegd wordt. De man,
die eene, hoewel ondergeschikte landsbetrekking vervulde, is
tegen Februari daaruit ontslagen, terwijl proces-verbaal tegen
hem is opgemaakt.
Buiten een der dorpen van Tessel woont een arm gezin,
beslaande uit een zeer oud moedertje en haren bejaarden zoon.
Ofschoon de stumpers nauwelijks brood meer hadden, waren
zij toch te eergierig om hun nood te klageu. Niettemin kwamen
een paar knaapjes op de hoogte van den toestand der armen.
Wat deden zij nu Eerst legden zij hun Zondagsgeld bij elkaar,
kochten daarvoor brood, boter, koffie en zoo meer, en gingen
daarna met den spaarpot van een der jongens eene collecte
langs de woningen houden.
Het plannetje viel zoozeer in den smaak der dorpsbewoners,
dat de meesten gaarne iets offerden. Met hun schat togen de
jongens naar de armen, legden het brood op de tafel en keer
den den spaarpot in den schoot van het oudje om, dat alleen
door tranen hare dankbaarheid aan den dag kon leggen.
Door de Holl. Maatschappij van Landbouw, afdeeling
Hollands Noorderkwartier, is een prachtige collectie vee, be
staande uit 21 stuks koeien en stieren, van Hoorn per spoor
verzonden naar Botterdam, om te worden geëxposeerd op de
Landbouwtentoonstelling te Buenos—Ayres. Zonder twijfel zal
onze veestapel door deze inzending in belangrijkheid winnen.
Men bedenke slechts, dat zich onder bovengenoemd getal een
stier bevindt, afkomstig uit den Beemster, die door den heer
De Beukelaar voor een inderdaad fabelachtige som was aange
kocht. De heer K. Tensen uit Schellinkhout zal het kostbare
vee vergezellen en hoopt na ongeveer zes maanden terug te
keeren. 't Is te wenscheu, dat hij gezond en met lauweren
gekroond te Hoorn terug moge komen.
Te Amsterdam in de Binnen-Bantammerstraat heeft in
den nacht van Vrijdag op Zaterdag een hevige brand gewoed
in een perceel, waarin een sigarenwinkel was gevestigd. De
vlammen sloegen zoo lezen wij in de Standaard met
hevig geweld uit de woning en het liet zich in den beginne
reeds aanzien, dat de blussching moeite kosten zou.
De brandweer, die spoedig een drietal brandkranen, en later
een drietal stoomspuiten in werking bracht, spande alle krachten
in, en was binnen het uur het vuur meester. De perceelen van
dit gedeelte der straat zijn uiterst ondiepde redding van de
bewoners ging daardoor met groote moeite gepaard. De familie
leden van den sigarenhandelaar moesten door het dakvenster
een uitweg zoeken en het gelukte allen een goed heenkomen
te vindenal kostte dit ook veel moeite aan de 21 jarige
dochter des huizes. Toen zij zich in de dakgoot vertoonde, riep
het publiek op de siraat het door schrik overspannen meisje
toe, zich naar het dakvenster van het belendende perceel te be
geven, maar ook daar reeds sloegen de vlammen naar buiten,
en was haar de uitweg afgesneden.
Driemaal beproefde zij dien weg te gaan, maar telkens mis-
Peretti een zeer middelmatig talent, maar schoon en levenlustig,
en Karla dacbt„Dus zij is niet eens talentvol en eene too-
neelspeelster En Frits bemint zulk een meisje Wat zullen zijne
ouders zeggen, wanneer zij het vernomen, en vernemen moeten
zij het toch, wanneer hij haar werkelijk lief heeft."
Zij gaf zich moeite, vriendelijk tegen haren verloofde te zijn,
en ontweek Frits' blikken, die zij herhaaldelijk op zich voelde
rusten.
s' Avonds ontmoette zij Frits bij de deur van de ziekekamer,
die hij juist verliet, terwijl zij er binnen wilde gaan.
Hij hield haar staande.
„Waarom hebt gij heden geweend, Karla 1"
„Dat kan ik u niet zeggen."
„Wij hebben toch een verbond met elkander gesloten."
„O, wat dat betreft gij hebt immors ook uwe geheimen 1"
„Wat meent gij daarmede
Karla bezon zich een oogenblik, daarna zcide zij kortaf:
„Ange Peretti 1"
„Wat weet gij daarvan
„Wel, dat gij haar lief hebt, dat zij uwe verloofde is 1" De
woorden kwamen heftig en hartstochtelijk over hare lippen, als
een verwijt, en zij wilde Frits voorbij gaan.
„Karla," zeide hij zacht en smeekend, en zij bleef onwillekeurig
staan. „Ik weet niet, wie u dat verteld heeft, wat gij zooeven
beweerdet," begon hij, „maar ik moet ook dit zeggen: „Ange
Peretti is niet mijne verloofde, en ik zal haar niet wederzien,
want dat past niet in mijn nieuwe levensplan, dat ik gemaakt
heb. Ik bid u hartelijk, mij te geloovon, zonder verder te vragen.
Ook dat was een zwijgende gelofte, welke ik aan mijzelven
aflegde en die ik nu luide tegenover u herhaal. En nu wil ik
niet weten waarom gij wcendet, alleen dit wil ik nog zeggen
wanneer gij eenmaal een vriend noodig hebt, bedenk dan dat
Frits Roven uw vertrouwen niet onwaardig is. Wilt gij daaraan
denken
Hij stak haar zijn hand toe, en Karla legde de hare er in,
sprakeloos met een vasten druk,
In het volgende oogenblik was Frits de trap afgesneld, en
Karla ging de ziekenkamer binnen. Zij vroeg naar de wenschen
der zieke en gaf de oppasseres hare bevelen, alles op een rusti-
gen, zachten toon, als ware er niets bijzonders voorgevallen.
Daarna greep zij naar een boek en las haar tante voor, tot de
kalme ademhaling der zieke verkondigde, dat zij was ingeslapen.
Karla stond zacht op en verliet met onhoorbare schreden de
kamer. Door het venster van den gang drong het maanlicht in
breede stroomen binnen. Karla ging naar dit venster, keek naar
het landschap daarbuiten en drukte de beide handen tegen do borst:
„Frits 1" fluisterde zij, „Frits 1" En een gelukkig gevoel door-
tinteldo haar gemoed, gelijk zij dat nog nooit ondervonden had.
Doch dit verpozen bij den eenen geliefden naam duurde slechts
weinige oogenblikken. Karla liet het hoofd zakken en fluisterde:
„Hij heeft zijne liefde opgeofferd aan den plicht en ik, ik heb
ook een plicht jegens Htflten op mij genomen,dien ik moet ver-
Tullen. Maar vriendeD, goede vriendon willen wij blijven, Frits 1"
lukte Jt haar.
Blijf waar ge zijt, ge wordt gered 1" klonk plotseling hoven
het lawaai uit de stem van een brandweerman, en met die
vlugheid, die in de kloeke Amsterdainsche brandweer zoo te
waardeerend is, stormden eenige brandwachts en een burger naar
boven en trokken door het in lichte laaie staand zoldervenster
het bevende meisje naar binnen- Toen ze bij een van de over
buren werd ingebracht, bleek het, dat gelaat en handen deerlijk
door het vuur en de glasscherven waren bezeerd, zoodat het
meisje met een brancard naar het gasthuis moest worden ver
voerd, waarin zij ter verpleging werd opgenomen.
Inmiddels waren de beide bovenverdiepingen van een naast-
bijgelegen perceel eveneens aangetast. De brand had op dat
oogenblik een schrikkelijk aanzien. Uit niet minder dan zeven
venster naast elkaar sloegen de vlammen, terwijl ook het vuur
het dak uitvloog. Dank zij de groote kracht, door de brand
weer ontwikkeld, was weldra het gevaar bezworen.
Toen niemand dacht, dat er nog wat komen zou, brak even
wel opnieuw de vlam uit het dak en waren opnieuw dikke
waterstalen ter blussching noodig.
Daarmee eindigde deze ernstige brand.
Des morgens tegen een uur of zeven kwamen de kijkers op
zetten en toen was het merkwaardig te zien, hoe mannen en
jongens in een oogwenk opruiming hielden onder de kistjes
sigaren, die op straat verspreid lagen. Ze vochten er om. Handen
vol werk had de politie om de openliggende winkelkasten te
beveiligen, en niettegenstaande baar waakzaamheid gelukte het
nog wel eens een kistje te kapen.
De oorzaak van den brand is onbekend. De huizen en inboedels
waren verzekerd.
Met ingang van den 19 is de heer C. Kroon Mz. her
benoemd tot burgemeester der gemeente Oudkarspel.
Te Midwoud werden dezer dagen weer ruim 20 stuks
vee, waaronder 6 stieren, voor Argentinië aangekocht.
In Amsterdam begint de influenza merkelijk af te nemen.
Te Deventer is het waarborgfonds voor het tweedaagsch
muziekfeest der Nederlandsche Toonkunstenaars-vereeniging
volteekend, zoodat in Mei dit aldaar zal worden gehouden.
Uit Den Haag meldt menHoe het er ten gevolge
van de heerschende ziekte in sommige huishoudens uitziet, kan
blijken uit de bijzonderheid dat een geneesheer hier ter stede
in het bezit is van de huissleutels van een tweetal families,
om, als hij die komt bezoeken, zichzelf den toegang tot de
woningen te verschaffen, daar er geen van de huisgenooten in
staat is hem de deur te openeu.
Men meldt uit Leiden
Als een bewijs hoezeer de griep nog ten plaltelande woedt,
moge dienen dat aan de academies voortdurend half-artsen
worden gevraagd, om plattelandspraktijken te kunnen waarnemen.
Tengevolge van de griep ontbraken Vrijdag te Leeuwarden
op de openbare scholen 1000 van de 3250 leerlingen. In de
strafgevangenis aldaar heerscht de griep onder bewaarders en
bewaarden.
Te Kampen zijn 150 militairen van het instructie-bataillon
door griep aangetast.
Ook in de gemeente Sloten (N.-H.) heerscht de griep in
hevige matede school aan de Ringdijk is gesloten, wijl alle
onderwijzers door de griep zijn aangetast.
Een dokter schrijft in de Figaro dat iemand, die influenza
gehad heeft en die, zijn vertrek verlatend, op straat gaat, in
den regel weer instrort. Het feit alleen, dat hij den grond heeft
aangeraakt, schijut voldoende te zijn. De dokter herinnert dat
onze voorouders, wanneer er pest woedde, groote vuren aansta
ken tot zuivering van den dampkring; hij raadt nu aan den
grond te drenken met water, waarmee antiseptische stoffen zijn
gemengd.
Volgens prof. Weber te Halle is de oorzaak van de influenza
een baccil, die zich in de neusafscheidingen bevindt.
Dr. Niemeijer, lid van den geneeskundigen raad te Berlijn,
hield daar een voordracht over de ziekte. Volgeus hem was het
nog geenszins bewezen, dat de influenza door parasieten ontstaat.
Veeleer zag hij er een belemmering in van de longen-ventilatie
en van de huiduitwaseming. In diep ademhalen zag hij een der
beste voorbehoedmiddelen en verder in 't genot van frissche
lucht, koude afwrijvingen van den huid en het gebruik van
vruchten. Vooral het drinken van appelwijn kon z.i. gunstig
werken.
Een treffend sterfgeval had in de wachtkamer van het
station Beilen plaats. De arbeider Albert Vredeveld, die zich
per spoor naar de jaarmarkt te Assen wilde begeven, zakte op
de bank naast anderen zittende, plotseling ineen en was in 't
zelfde oogenblik een lijk. De man, die 68 jaren oud was, schijnt
door eene beroerte te zijn getroffen. Hij hield zijn plaatskaartje
nog in de ontzielde hand.
In Friesland heeft men tegenwoordig veel last van ebrand-
stichting." Voor de rechtbank te Leeuwarden is pas de bekende
brand van de groote meelfabriek aldaar behandeld, of de justitie
heeft een onderzoek ingesteld naar den brand van den stoom-
oliemolen te Stroobos, waar ook de zaak niet in 't reine is.
Ten einde de protestantsche behoeftigen dezen winter te
kunnen steunen, heeft zich te Uitgeest, ouder leiding van den
predikant, een dames-comité gevormd, dat eene verloting zal
houden van verschillende voorwerpen, daartoe belangeloos afge
staan. Ruim f 200 hebben de verkochte loten opgebracht,
terwijl H. M. de Koningin met eene gift van f 50 de zaak
steunde.
De verloting, waaraan eene tentoonstelling der prijzen zal
voorafgaan, zal binnen eenige dagen gehouden worden. Onge
veer 60 gezinnen zullen naar eigen keuze van levensmiddelen,
brandstoffen of kleeren voorzien worden.
Uit Londen wordt aan het Handelsblad geseind dat vol
gens geloofwaardige berichten binnenkort waarschijnlijk de in
trekking is te verwachten van de beperkende maatregelen omtrent
den invoer van vee uit ons land, en zulks als gevolg van de
tusschenkomst van den Nederlandschen gezant en de bevre
digende maatregelen der Nederlandsche regeering.
Door de minister van Binnenlandsche Zaken zijn aan
Gedeputeerde Staten der provinciën toegezonden de door hem
ontworpen voorschriften ter uitvoering van artikel 54 der on
derwijswet. De minister verlangt daarover het gevoelen van
Gedeputeerde Staten te vernemen.
Maandag voormiddag omstreeks 12 uur passeerde te Delft
eene 60 jarige vrouw de rails van de stoomtram bij de gewe
zen Haagpoort, juist toen de tram in beweging kwam. Zij
werd door de machine overreden en zoodanig verraorseld, dat
haar lijk onherkenbaar is.
Keia waklier strijder voor het Ultramon-
tanisme is ongetwijfeld de heer Dr. A. W. Bronsveld, van wiens
hand wij in het Januari-nummer van Stemmen voor Waarheid
en Vrede, het volgende lezen
De Heer Gleichman had den moed, in de Kamer de aandacht
te vestigen op de bevoorrechting van roomsch-katholieken bij
de benoemingen tot openbare ambten.
De geachte afgevaardigde heeft daar wèl aan gedaan, en
verdient er onzen dank voor. Het antwoord, dat de Regeering
op de vraag van den Heer Gleichman gaf, was eigenlijk geen
antwoord. De Heer Schaepman mengde zich echter ook in het
debat; en kwam weder aan met dat niet geheel juiste 3/6
roomsche gedeelte van onze bevolkingof met andere woorden
met een pleidooi voor de proportioneele verdeeling der staats
betrekkingen.
Wij mogen ons die verdeeling niet op laten dringen. Moeten
er nu (de juistheid van dat 2/5 eens aangenomen) op elk 100-tal
officieren, rechters, notarissen, burgermeesters, deurwaarders,
veldwachters, enz. minstens 40 den roomsch-katholieken gods
dienst belijden Ook als er geen geschikte en bekwame roomsche
candidaten voor die betrekkingen aanwezig zijn? Doch dat zou
al zeer onverstandig wezen, en waarlijk niet in het belang van
ons land.
De Heer Schaepman verklaarde geen /bevoorrechting te
eischen." Ik wil dat wel gelooven. Daartoe is deze afgevaardigde,
ik zeg niet te bescheiden, maar te menschkundig.
Hij verklaarde voorts dat hij ,/op twee titels in zijn leven
fier was; de eerste titel was: »ik ben een goed Roomsch kind;"
en de tweede //ik ben een Nederlander." Of hij een even goed
Nederlander als een goed Roomsch kind is?
De Heer Schaepman heeft er zeker niets tegen, dat wij aan
zijn woorden een even groot waarheids-gehalte toekennen als
aan de woorden van den Heer Windthorst. Wat die sluwe
kleine Excellentie te Bochem zeide op 25 Augustus 11. gelijkt
op hetgeen de Heer Schaepman tot den Heer Gleichman sprak
als twee droppelen waters. //Wij zijn", zoo heette het te
Bochem, //echte, volle zonen van het duitsche vaderland, wij
hangen aan het duitsche vaderland met al de innige hartelijke
liefde, als kinderen aan het vaderhuis. Wij zijn duitschers van
den voetzool tot den schedel. Wij zijn trouwe onderdanen van
de overheid, die door God gesteld is, maar wij verlangen
gerechtigheid en volkomen recht."
Wij weten wat dit beteekent. Vraagt het in Spanje, in Tjrol
en overal waar de Jezuïeten heerschen, hoe eerlijk zij 't met
de gerechtigheid meenen. En wat nu die vaderlandsliefde be
teekent In de welbekende Historisch-politische Bldtter leest
menffDe klokkenslag, die het doodsuur verkondigt van den
modernen staat, wordt tot het feestgelui van de vrijheid der
roomsche volken."
De beoefenaren van ons recht mogen zich toch wel eens
ernstig gaan bezig houden met de vraag, hoe verre het samen
kan gaan goed-roomsch en Nederlander te zijn. De vrijheden,
welke wij genieten en welke een integreerend deel uitmaken
van onze Staatsregeling, worden door den paus, en dus ook
door ieder goed-roomsch kind vervloekt. Hoe kan men in de
dienst treden van een Staat, tegen welks constitutie men zulke
gewichtige gewetens-bezwaren heeft? Waar conflicten rijzen
tusschen den burger en den geloovige, tusschen het goed-
Roomsche kind, en den Nederlander daar geeft natuurlijk de
kerk, de hoogste autoriteit op aarde, den doorslag. De Staat,
die naar de beginselen van ons hedendaagsch staatsrecht wordt
bestuurd, kan door een hedendaagsch goed roomsche slechts
gediend worden onder 't voorrecht van boedelbeschrijving, en
met het uitgesproken of het gereserveerd doel, om dien Staat
te ondermijnen. Wie zweert bij den Syllabus, kan met geen
oprecht gemoed den eed afleggen op onze Grondwet.
Dat de liefde voor het vaderland bij den heer Schaepman
niet boven alle verdenking is verheven, blijkt dan ook daaruit,
dat hij zich gedurig gedrongen ziet te verklaren: ik ben een
Nederlander, en ik ben er fier op. Indien echter door de over
macht van Rome dat Nederland, hetwelk groot werd door de
Hervorming, eens daalde tot de diepte van Spanje, dat de
Hervorming afweerde, zou de Heer Schaepman dan nog fier
zijn op zijn naam van Nederlander? Juist daarom roemen wij
tot heden in onzen titel van burger van Nederland, omdat wij
de macht, welke zoo vele volken van veerkracht en pit beroofd
heeft, hebben weten te houden binnen zekere grenzen.
Het volgende uit de rede van den Heer Schaepman willen
wij als zeer opmerkelijk hier inlasschen
//Ik wil eenvoudig aan den geachten afgevaardigde uit Amster
dam eene vraag stellen. Waar ik den geachten afgevaardigde
ook voor houde, ik houd hem zeker voor iemand van een open
en eerlijk gemoed en voor een goed vaderlander. Maar nu stel
ik mij de vraagis de geachte afgevaardigde wel overtuigd,
dat hij met het ter sprake brengen van dit onderwerp aan ons
vaderland een dienst heeft bewezen Is hij inderdaad overtuigd
dat hij zich bevindt in goed gezelschap? Er gaat toch op dit,
oogenblik door onze Nederlandsche wereld eene strooming, die
er zooveel mogelijk op uit is om Rome RomeRome op den
voorgrond te stellen. Alles moet uitgaan van Rome, alles keert
terug naar Rome, het goede Nederlandsche volk moet door el1;
middel worden beducht gemaakt voor Rome.
z/üat is kleine politiek I En onder de kleine politici had i
niet gedacht den geachten afgevaardigde aan te treffen. Dat is
eene politiek die men moet overlaten aan zekere, niet liberale
of niet anti-revolutionnaire partij, maar aan zekere partij die ik
op dit oogenblik met geen naderen naam wil aanduiden, maar