II MMTI IQiN, Zondag, 26 Januari 1890 Gemeente Scha gen. Eerste kennisgeving. L O T I N G Nationale Militie. Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHAOÜ-W, Laan, B, 4. Jtoman van MOR1TZ VON REI C HER BA CR. Hinnenlandsch Nieuws WORDT VERVOLGD- SCHACER AlimtiNi Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER- TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger. B e k e n <1 m a k i n gen. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Schagen; Brengen, ter voldoening aan het tweede gedeelte van Art. 28 der Wet op de Nationale Militie van den 19den Augustus 1861 iji (Staatsblad No. 72), voor de Eerste maal ter kennisse van de ie- belanghebbenden, dat de loting van de in 1889 voor de Nationale Militie ingeschrevenen, overeenkomstig de ontvangene aanschrij ft ving van Zijne Excellentie don Heer Commissaris dezer Provincie, j dato 2 Januari 1890 No. 8/7 M/S, zal plaats hebben opdenl9en Februari a. s. des voormiddags ten 9'/s ure, ten Raadhuize dezer gemeente en worden zij, welke daaraan moeten deelnomen gelast, om op den bepaalden tijd aldaar, tot dat einde aanwezig te zijn, of, bij verhindering, zich aldaar door hun vader, moeder ol voogd te doen vertegenwoordigen. Alsmede dat, overeenkomstig Art. 34 van gemelde Wet, dadelijk na de trekking van het Nummer, de redenen van vrij stelling, welke de Ingeschrevene mocht hebben, moeten worden opgegeven. Indien hij vermeent vrijstelling te kunnen erlangen wegens BROEDERDIENST of op grond van te zijn EENIGE WETTIGE ZOON, zal hij op Vrijdag den 21 Eebruari des voormiddags ten 10 ure, in het Gemeente huis moeten verschijnen, vergezeld van twee bij den Burgemeester bekende en ter goeder naam en faam staande meerderjarige ingezetenen, die de vereischte ge tuigenis kunnen afleggen en het aldaar op te maken getuigschrift onderteekenen. Wanneer hij aanspraak maakt op vrijstelling wegens BROEDERDIENST, zal 14.) DERTIENDE HOOFDSTUK. i Frits kwam op den dag der begrafenis op Daloord' aan. Be leden aan de huisdeur werd hij outvangen door Karla. Sprakeloos !tak zij hem beide handen toe, en hij hield deze handen vast, erwijl zij hem naar de huiskamer geleidde. Eindelijk vroeg Karla acht „Gij wilt haar nog wel eens zien, niot waar Zij ziet er zoo ialm uit 1" „Ja, Karla, en waar is papa?" „Bij haar, hij wijkt niet van haar doodkist." Frits'lippen trilden. „Een oogenblik nog, Karla I" Hij drukte de hand voor de oogen, en zij stond sprakeloos eenige oogenblikken naast hem. Daarna legde zij zacht de hand op zijn schouder en zeide op fluisterenden toon: „Wij beiden moeten sterk zijn, Frits, uw arme vader is diep ter neergeslagen." Hjj keek haar aanhare oogen stonden vol tranen. „Laten wij gaan, Karla." Langzaam opende zij de deur der tuinkamer. Daar stond do lopen kist, omgeven van de bloeiende oranjeboomen \an de broei kassen. De vensters waren gesloten; het licht der kaarsen flakkerde «ver het kalme gelaat, dat daar op het kussen tusschen palmen jen witte rozenkransen sluimerde. Een onderdrukt snikken werkte zich op uit Frits' borst. Tot nu was alles gelijk een onduidelijke droom geweest, doch nu 'schokte het zien van de doode hem tot in het diepst van zjjn hart. Een donkere gestalte, die aan het voeteinde der kist ineen gedoken had gezeten, stond nu op. „FritB, onze zoon 1" Weenend lagen vader en zoon in elkanders armen. Spoedig daarop kwam ook Walter, de broeder van Frits. De familie was vereenigd. Doch het was hun niet lang vergund, alleen van afscheid te nemen. Vrienden en buren kwamen, de LOatste eer te bewijzen; bloemkransen van heinde en lVpn stelde zijne eischen ook in het gevolg van den dood, en de 8 tergcblevenen waren verplicht, zich van deze verplichtingen 0 Kwijten. Frits gevoelde spoedig hoe zeer Karla recht had. Hjj m°ost sterk zijn, want zijn vader was gevoelloos jegens zijne om- të°ymg; die had zich geheel en al overgegeven aan zijn smart. 'Is had zijn vader tot nu slechts vriendelijk en opgoiuimd ge- v 8'ceds bereid, alle dingen ten goede uit te leggen, alle j^DBchen te verblijden en zelve deel te nemen in aller vreugde, laatste tijden hadden den bedaarden ouden heer naar het naar lichaam en ziel ter noder gedrukt. Toen hij, leunendo de doode doode do ver. Het hij mede voorzien moeten zijn van zijne geboorte-acte en van de geboorte-acten van al zijne nog in leven zijnde broeders, alsmede van de zakboekjes of paspoor ten van gediend hebbende broeders. Bij overlegging van laatstgenoemde stukken zullen door den Burgemeester bij den Kommandant van het korps waarbij zijne broeders dienen of gediend hebben worden aangevraagd de be wijzen van werkelijken dienst of een uittreksel uit het Stamboek. Schagen, den 22 Januari 1890. Burgemeester eu Wethouders voornoemd, C. II. BE ELS. De Secretaris, DENIJS. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur der Gemeente Schagen, brengt bij deze ter kennisse van de ingezetenen dier gemeente, dat het kohier der Grondbelasting op de gebouwde en ongebouwde eigendommen over het jaar 1890, op den 18eti dezer door den Heer Provincialen Inspecteur in de Provincie Noord-Holland is executoir verklaard en op heden aan den Heer Ontvanger der directe belastingen binnen deze gemeente ter invordering is over gegeven. Ieder ingezeten, welke daarbij belang heeft wordt alzoo vermaand op de voldoening van zijnen aanslag behoorlijk acht te geven, ten einde alle gerechtelijke vervolgingen welke uit nalatigheid zouden voortvloeien, te ontgaan. Schagen, den 23 Januari 1890. Het Hoofd van het Plaatselijk Bestuur voornoemd, C. H. BE ELS. Schagen, 25 Januari 1890. Het Schoolverzuim aan de O. L. School alhier, is steeds stijgende, en bedroeg heden 108 leerlingen. In de Woensdag, 29 Januari e. k. te Barsingerhotn te houden bijeenkomst van de Hollandsche Maatschappij van op den arm van zijnen zoon, in het verlaten huis terugkeerde, mompelde hij „Zij was toch jonger dan ik, en wij hebben ons in ods veeljarig huwelijk nooit van elkander gescheiden Ik heb het niet geloofd, dat zij van mij gaan, dat zij mij verlaten zou, en nu is het toch gebeurd en ik ben geheel alleen." „Wij zijn toch nog gebleven, papa," fluisterde Frits hem toe, „en Karla blij t ook nog bij u." Hjj zag deze laatste onwillekeurig smeekend aan, en zij ant woordde hem met een buiging van het hootd. „Ja, gij, rujjne kinderen, mijne goede kinderen," herhaalde de oude Roven, en over zijne trekken gleed een schaduw van den lach van vroegere dagen maar dadelijk daarop weder schudde hij het hoofd. „Doch mama is toch niet meer bij ons!" Het viel Frits nu op, dut Hefften niet was gekomen. „Hij heeft getelegrafeerd, dat hij mijn brief te laat ontvangen had, om nog tijdig hier te kunnen zpn, en dat is ook zeer best mogelijk," zeide Karla later op Frits'vraag. Den volgenden morgen begaf Frits zich vroegtijdig naar het graf. Gisteren was hij door de bezorgheid over zijn vader en door alle verplichtingen die hem op de schouders waren gelegd, te zeer in beslag genomen, zoodat hij er behoefte aan gevoelde heden nog een bijzonder afscheid te brengen aan de doode, wier lieveling en trots hjj altijd geweest was. Het was hem, als had hjj het tot nu niet goed geweten, welk eeu schat de lielde eener moeder was, en als had hjj de doode daarvoor nooit zoo dankbaar geweest, als zjj het had mogen verwachten. Hjj was vervuld van een diep verlangen r aar datgene, wat onherroepelijk verloren was. Hjj was bjj het graf nedergeknield, geheel in herinnering en droefheid verzonken. Een zacht geruisch wekte hem op uit zijne gedachten. Hij keek op en staarde in Karla's vochtige oogen, die met een] uitdrukking van zoo oneindige toewijding op hem gericht waren, dat hjj onwillekeurig haar hand greep. „Beste, ongelukkige Frits," fluisterde zij, naast hem nederknie- lende. En was het uu deze knielende houding, was het de ge- meenschappeljjko rouw, die hen zoo innig aan elkander verbond, of ging van beider lippen een magnetbische kracht uit zjj dachteu er niet over na, hoe het kwam, dat hunne lippen eens klaps tegen elkander rustten. Het scheen beiden toe, als moest bet zoo zijn, en toen hunne lippen zich scheidden, hield Frits Karla's hand in de zjjno en zeide, nu naast haar staande: „Lieve, lieve Karla!" Zij boog zich over het graf cn legde de rozen, die zjj droeg, daarop neder. Daarna verlieten zjj samen het kerkhof, stil en rustig naast elkander voortschrijdende, en in beider harte weetde zich de rouw om de doode ineen mot het zoete, nauwelijks bewust gevoel, dat deze iouw een band was, die hun vercenigde. Het hart was hen te vol, om datgene, wat hen gemoed vervulde iu woorden te kunnen brengen. Zwjjgend schreden zij naast elkander voort, tot zij het huis bertikt hadden. Toen zeide Prits eindelijk mot bewogeu stem „Ik heb u gisteren iets gevraagd, wat wij eigenlijk van u met mogen vragen, Karla Landbouw, afdeeling Barsingerhorn, zal als spreker optreden de Heer A. F. Marlet, van Delft, en handelen over het onder werp „De Landbouwkunde in 't Algemeen." Voor deze bijeenkomst is door de afd. vrije introductie verleend. Wij twijfelen er niet aan of allen, die maar eenigszins in de gelegenheid zijn, zullen den heer Marlet gaan hooren, die op het gebied van den Landbouw eene erkende specialiteit is. Bij den bakker 0. P. te Sint-Maarten had diens knecht C. de G. 11. Dinsdag het ongeluk door het zolderluik, dat boven den koestal is geplaatst, naar beneden te vallen, met het ongelukkig gevolg, dat hij, heden bij alzending van dit bericht, nog steeds iu een slapenden bewusteloozen toestand verkeert. Wellicht door den slaap bevangen heeft hij het lampje, dat steeds met lucifer bij zijne bedstede was geplaatst, niet kunnen vinden eu is alzoo zoekende boven de gevaarlijke opening ge raakt. Half' gekleed vond men hem 's morgens iu de groep liggen. Beroepen te Krommeniedijk Ds. S te Gempt pred. te Callantsoog. Beroepen bij de Hervormde Gemeente te Noord—Zijpe, Schagerbrug c. a., Ds. W. Lamers Gz., pred. te Ravenswaay. Langzamerhand breidt de influenza te West-Graftdijk zich uit. Vooral de schooljeugd, die tot nog toe vrij bleef wordt nu ook door de ziekte bezocht, 't Verzuim op de school beloopt echter nog slechts 10 a 12 procent. Donderdagavond gaf het fanfarekorps te De Rijp in vereeniging met de Gymnastiek vereeniging „Bato" aldaar eene voorstelling ten bate van de schadelijdenden in den polder Mijzen. Een talrijk publiek woonde deze uitmuntend geslaagde voorstelling bij. Op Tessel zijn reeds nu kieviten gezien in een der pol ders, betgeen zeker vijf a zes weken vroeger is dan andere jaren. Onder de duinen moeten de leeuwerikken er reeds lus- „Gij verzocht mij, bij uw vader te blijven," viel zij hem inde rede, „en ik, ik heb daarop van ganscher harte ja gezegd." „En uw verloofde, Karla?" „Ik weet nu, dat men eene verloving niet mag bestendigen, wanneer het hart daarbjj geen ja gezegd heeft," antwoordde zij zacht. In hot volgende oogenblik was zij in huis verdwenen, Op den avond van dien zelfden dag schreef zij aan graaf Hefften „Het valt mij zwaar, datgene uit te spreken, wat toch tusschen ons gezegd worden moet. Wanneer gij kunt, vergeef mij dan; ik, ik kan niet anders. Ik heb erkend, dat men zich niet voor het geheele leven met elkander verbinden mag, wanneer men niet lief heeft; ik gevoel, dat ik u niet gelukkig zou kunnen maken, omdat ik zelf ongelukkig zou zijn aan uwe zijde. Geloof mij, het is geen overijld besluit, dat mij drijft, u nu om terug gave van mijn woord te smeekon. Ik heb met mijzelve geworsteld van af den eersten dag onzer verloving; ik was en ik ben u dankbaar voor het vertrouwen, hetwelk gij in mij gesteld hebt doch ik gevoel, dat ik niet in staat ben, hetzelve te recht vaardigen. En daarom, laat ons van elkander scheiden. Ik heb niemand, die voor mij kon optreden ik moest zelve komen en u dnt zeggen, wat ik als met onomstootelijke zekerheid als waar heid erkend heb. Ik bid u, mijn armen oom, die door den dood zijner vrouw geheel geknakt is, niet nog met onze aangelegenheid te kwellen laat dit eerste woord, hetwelk ik u daarover schrijf, ook het laatste zijn, en wanneer gij kunt, denk dan zonder wrok aan Karla von Hellburg." Zij vouwde den brief dicht en drukte de hand tegen het hart. „Vrij jubelde zij, „vrij Den volgenden morgen moest Frits naar Berlijn terugkeeren. Hij ontmoette Karla nog een oogenblik alleen in de ontbijtzaal. „Gij zeidet gisteren iets, dat ik niet goed verstaan heb, Karla," begon hij, „betreffende uwe verloving mag ik u nu nogmaals daarnaar vragen Zij keek hem aan, met vasten blik, daarna boog zij het hoofd. „Ik heb gisteren graaf Hefften gebeden mij mijne vrijheid terug te geven, want ik bemin hem niet en kan niet de zijne wordoD „Karla!" Hjj greep hare hand en herhaalde nog zachter en inniger„Karla 1" Van het plein drong het rollen van het rijtuig, dat voorreed, en waarmede Frits naar het station gebracht zou worden, tot hen door. Met een zachte beweging maakte zij hare hand los. „Leef gelukkig, Frits, en tot weerziens „Tot weerziensherhaalde hij zacht. Hij gevoelde, dat hij in dit huis der rouwe en in dit oogenblik niet mocht spreken van verwachtingen op toekomstig geluk; maar wat reeds lang onbewust in zijn hart had geleeld, dat was nu in hem tot bewust zijn gebrachthij beminde Karla en bij gevoelde, dat deze liefde beantwoord werd. L

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1