De Eerste Kamer heeft in de zitting van Vrijdag
31 Januari de begrooting van Koloniën verworpen.
h" -
A. W. VAN KLUYVE.
De verschrikkelijke ramp, die Callanlsöog heeft plaa s
gehad doet de aandacht op ons reddingswezen in dubbele
mate 'vestigen. Het feit, dat in de nabijheid van onze hu t
dertig menschen moesten verdrinken, waarvan honderden ge
tuigen waren, is een treurig bewijs dat het de volkomenh.
no" geenszins heeft bereikt. Is het niet mogelijk van de land
zijde betere middelen te vinden, die de gemeenschap ®etd^n
nood verkeerende bemanning kunnen ^nknooPen. la^ dl^.
men de aandacht te vestigen op zaken, die zulks kunnen
werken van de zeezijde, dus van het schip zelve.
De heer Koning, van Texel heeft in 1888 voor dit hoogst
gewichtig doel een middel bedacht, hetwelk bij t stranden van
grootste nut kan zijn. Het is een zeer groote cilindervormige
koperen bus, zeer licht, waarom p. m. 1000 meter lijn gewik
keld is. Het in nood verkeerend vaartuig werpt die in zee,
waarna 't toestel in korten tijd aan land spoelt, en de verbin
ding is verkregen. Een proef door de marine met dit toestel
genomen, heeft de doelmatigheid er van bevestigd. Het ware
zeker te wenschen, dat het ten plicht werd gesteld aan reede-
riien om in het belang van de in hunnen dienst zijnde bemanning,
dien toestel aan boord van hun schepen onder den vasten
inventaris op te nemen. Deskundigen beweren dat, ware de
toestel van den heer Koning aan boord van de „Loch Moi-
dartJ geweest, die ten 2 ure 's nachts aan den grond raakte,
de verbinding reeds vroeg had plaats gevonden en die ramp
zeker niet zou plaats hebben gehad. Wij meenen de aandacht
hierop te moeten vestigen. m-
Men schrijft aan Be Amsterdammer naar aanleiding van
het vergaan van het Engelsche viermast-zeilschip Loch Moidart,
ka"piteiiT Sumuel J. Andrew op 26 Januari nabij Callantsoog:
„Bij de schipbreuk verdronken twee-en-dertig mannen terwijl
er twee levend aan de kust zijn gespoeld. Wat ooggetuigen
van die schipbreuk vertellen M. d. 11. is zoo hartroerend, dat
ik sedert Zondag nagenoeg onafgebroken 't beeld van de daar
op ongeveer 500 meters van de kust doorgestane ellende voor
oogen zie.
„Eerst 's morgens te 7 uur ontdekt men welk ongeluk heeft
plaats gehad de beide eenige geredden uitgeput en half krank
zinnig van de doorgestaane ellende ontmoetten toen iemand
in 't land, die ze op 't gebeurde kunnen opmerkzaam maken.
De schipbreukelingen zitten in 't want, krijtende, smeekende,
handenwringende om hulp.
„De reddingboot kan niet in zee
„Het vuurpijltoestel wordt eindelijk in werking gesteld, doch
helaas, de pijl vliegt slechts 360 meters en 't schip ligt op onge
veer 500 meters afstands.
„Een rauwe kreet drukt uit, wat er in de schipbreukelingen
omgaat, nu ze zien, dat het laatste middel tot het verstrekken
van hulp blijkt vruchteloos te zijn. Tegen 11 uur ongeveer
spoelt het lijk aan van een 17 jarig jongeling, den zoon
van een Engelsch geneesheer, die voor 't eerst de reis mede
maakt. De ongelukkige heeft zich half ontkleed om beter te
kunnen zwemmen en is veeleer verstijfd door de kou dan ver
dronken. Geen wollen deken is bij de hand, daar hij op na
genoeg een half uur afstands van 't dorp is aangespoeld en
langs 't strand niets wordt gevonden, wat in de eerste behoefte
van drenkelingen kon voorzien.
„In de herberg aangekomen blijken de ruwen pogingen
van onervarenen, om de levensgeesten op te wekken, vruchteloos.
„De beide geredden zitten daar in het met rook en smook
opgevulde vertrek, wezenloos voor zich te staren, omringd door
half- en heel dronken volk en tal van nieuwsgierigen.
„Callantsoog is niet rijk aan doelmatig ingerichte gebouwen,
maar daar is toch eene ruime school, daar is eene onderwijzers
woning, daar woont een predikant
„'t Doel van dit schrijven M. de R. is, er op te wijzen hoe
dringend de behoefte is aan een rijkskustwacht tusschen Egmond
en Nieuwediep. Daar vergaan zoo'n groot aantal schepen, dat
het voor de eer onzer natie wel te wenschen ware, dat het rijk
zich der redding van schipbreukelingen althans voor dat gevaar
lijk deel der kust ging aantrekken.
,,'t Rijk moest zorgen voor kanonnen, waarmede eene lijn over
't schip kan worden geschoten en veor personen die met zoo'n
kanon kunnen omgaan 't rijk moet zorgen voor lijnen, trossen,
vuurpijlen, voor dekens, draagbaren, voor geneeskundige hulp,
kortom voor alles, wat dienen kan tot het redden van schip
breukelingen."
De heer Jules van Hasselt uit Kampen schrijft, mede
naar aanleiding van den ramp te Callantsoog in een ingezonden
stuk aan de N. Rott. Ct.
Telkens werd gebruikt gemaakt van het v u u r p ij 11 o e-
s t e 1 en telkens bleek het, dat dit, helaas, geen doel trof
Waarom dan nu eindelijk dit gebrekkige middel niet
aan den kant gedaan, en vervangen, door het Amerikaansche
Ljlekanon, dat zijne uitwerking niet mist Het z.<*.
wr eek-gun wordt sedert ruim 10 jaren langs de Ameri
kaansche kusten met den besten uitslag gebruikt.
W illem S., te Amsterdam, was smoorlijk verliefd geraakt
op de blonde, lieftallige Emma, de dochter van een bekend
handelaar in sigaren aldaar. Emma's hartje klopte ook voor
Willem en weldra waren de jongelui verloofd.
Aangezien onze vriend er vrij goed bij zat, had hij geen
pleizier om zijn huwelijk laug uit te stellen en hij liet zich in
dien geest tegenover zijn aanstaanden schoonvader uit, die hem
volkomen gelijk gaf en onder vier oogen de woorden toevoegde-
„Best jongen, mijn kapitaal bestaat wel hoofdzakelijk uitzaken
die in rook opgaan, maar toch krijgt Emma acht duizend mee"
„Dat is een buitenkansje", dacht Willem, die er volstrekt
niet op gerekend had, dat zijn liefje hem fortuin zou aan
brengen en hij maakte nog wat meer haast met het trouwen
De blonde Emma en de kranige Willem werden man en
vrouw, maakten een klein huwelijksreisje en keerden de vorige
week m Amsterdam terug. Toen zij hun nieuwe woning binnen
kwamen en de keurig gemeubelde huiskamer betraden, wachtte
hun een verrassing.
Op de stoelen, op de tafel, op een rustbank, op den schoor
steenmantel, in een buffetkastje, kortom overal stonden
kistjes sigaren't waren tachtig kistjes ieder van honderd stuks!
Een briefje, dat onzen Willem overhandigd werd, bevatte de
mededeeling„Ziehier, waarde schoonzoon, de acht duizend, die
ik beloofd heb Emma mee te geven."
In 't begin keek de jonggehuwde man wat zuur, maa j
eindigde met te lachen en is al weder tevreden door t vooruit
zicht" dat hij een jaar of wat vrij rooken heeft.
Tot naricht van trouwlustige jonge lezers kunnen wij meae-
deelen, dat de wakkere sigarenhandelaar nog twee allerbekoor
lijkste dochters in voorraad heeft donker soort ze krijgen
elk tien duizend mee. VI. BI. v. Amst.
Een bejaarde visscher op Tessel voedde zijn zoon wel wat
streng op. Toen de jongeling dezer dagen 's avonds na elf uur
van een partijtje, in geheel normalen toestand, huiswaarts
keerde wilde de vader de deur niet openen en voegde zijn zoon
toe dat hij gerust kon heengaan. Deze verwijderde zich, doch
ging achter het huis, ontdeed zich van zijn schoeisel, klom
handig over het dak en liet zich door den ouderwetschen grooten
schoorsteen naar beneden zakken. Na zich van roet te hebben
gezuiverd, ontkleedde hij zich en kroop in een achterkamertje
in 't bed. De vader had dra berouw over zijn strengheid, begon
zich ongerust te maken en ging zijn jongen zoeken.
Na een paar uren keerde hij terug.
De zoon was nergens te vinden.
De guit sliep intusschen overheerlijk, en verbaasde 's morgens
bij 't ontwaken zijn ouders, evenzeer als hij hen verblijdde.
Met meerderheid van ééne stem heeft de Eerste Kamer aan
het einde van die zeer langdurige zitting, gemeend een votum
te moeten uitbrengen dat den minister Keuchenius tot altre
den zal moeten nopen.
-w Tegen stemden de heerenInsinger, Six, Vening Meinesz,
Alberda, v. Roijen, Blijdenstein, Coenen, Wertheim, Rengers,
Welt, Van der Breggen, Donker, v. Swinderen, Blussé, v. Lier,
Prins, v. Gennep, Viruly, Bultman en Van Nagell.
"Voor stemden de heeren: Pijnappel, v. Pallandt, Regout, v.
Zuylen, T. v. Nispen, Hengst, Kappeyne, L. v. Nispen, Hein,
De Bruyn, v. Lynden, Smitz, Magneé, Pyls, Huydecooper,
Verheyen, Thooft, Smits, v. Oyen en de Voorzitter.
De vergadering gaat op recès uiteen.
Uit Den Haag meldt men aan de N. Rott. Ct.:
Al de ministers waren gedurende de behandeling der be
grooting van den minister van koloniën aan de zijde van hun
ambtgenoot in de Kamer verschenen.
Naar men verneemt is het ministerie na afloop van de
Kamervergadering nog niet bijeengekomen, om over de gevolgen
van de verwerping der begrooting te beraadslagen.
Naar men verneemt zal de vergadering der Liberale Unie
te Amsterdam, waarop de voorstellen tot belastinghervorming
van de heeren Borgesius c.s. besproken zullen worden, gehouden
worden op een der laatste dagen van Februari.
Bij de verkiezing voor een lid van de Provinciale Staten
van Noord Holland in het district Amsterdam zijn uitgebracht
4861 stemmen. Het getal kiezers bedraagt 19 397. Het getal
geldige stemmen was 4776. Hiervan verkregen de heer W.
Hovy (anti-rev.) 716, de heer Awg. M. J. Ilendrechs (Kath.)
1474, de heer J. H. A. A. Kalff (lib.) 2517 en 49 diverse
stemmen. Alzoo is gekozen de candidaat der liberalen de heer
-ƒ. 11. A. A. Kalf.
Geen plaats in de Zaanstreek is aan bevolking sterker
toegenomen dan Wormerveer. Voor ongeveer 50 jaar even
3000 zielen tellende, was de bevolking op 1 Januari 11. ruim
5000 inwoners. Het stadje is welvarend en wordt eene groote
handels- en fabrieksplaats.
De heer WCombrink, te Apeldoorn overleden, heeft bij
testament tot erfgenamen zijner nalatenschap, na aftrek van
eenige legaten, benoemd: de afdeelingen Apeldoorn van de
vereenigingen „de Kerkelijke Kas" en „Patrimonium".
Een volksleller te Rotterdam wien al die zoogenaamde
uien over het invullen der kaarten danig de keel uithangen,
en zeker velen met hen, vestigt de aandacht eens op andere
meer gewichtige zaken, die hem in zijne functie voorgekomen
zijn. Zoo heeft hem getroffen het groot aantal huwelijken voor
al in lageren stand, tusschen Duitschers en Hollanders of om
gekeerd en zijn Nederlandsch bloed komt daarentegen in verzet.
Een tweede opmerking is aan het adres van vele huisvrouwen
uit den burger-en geringen stand. Het heeft hem n.1. in zijn
hart gespeten, dat hij de spreekwoordelijk geworden Hollandsche
netheid verloochend zag. Hij zou willen dat drievierde der
Holl. vrouwen, die hij zag, iets overnamen van de behaagzucht
die hare Fransche zusters bezielt ook in het huwelijk; eene be-
haagzucht, die ten doel heeft den man een vroolijken lach op
het gelaat te brengen, waar hij zijn wijfje even Arisch en net
in den huwelijks- als in den verlovingstijd ziet. Hij vat den
totalen indruk, dien vele vrouwen op hem maakten samen on
der de woorden, die hij voortdurend meende te hooren: Zie zoo
we zlJn eeumaal Setr°uw, nu komt het er niet meer op aan.'
ien derden wraakt hij de huizen, die door de veelheid van
gezinnen, welke er wonen, met den naam van „ark'* betiteld
worden. De inrichting dezer slechte woningen doelt alleen op
geldelijk voordeel van den huisbaas, maar spot met de gezond
heid der bewoners. Op klaarlichten dag en bij helderen zonne
schijn heeft hij zich. aan de trede eener trap gestooten, die hii
met Zlen kon- Friesche Courant. J
In het Stadsbestedelingenhuis te Amsterdam worden de
opgenomen vondelingen nu eens Katholiek, dan weder Protes-
antsch gedoopt, daar natuurlijk niet aan de kinderen gezien
kan worden tot welk geloof de ouders behooren.
Onlangs kwam het volgende eigenaardige geval voor:
Hoe 't mogelijk is, blijft een raadsel, maar 't is een onom
z a„:
liet lot is hunner kinderen. De arme schepsels, die dikwijls
in wanhoop van hun teeder kroost schelden, blijven toch innig
gehecht aan de verlaten wichtjes.
Zook ook in dit geval. De moeder van liet kindje woonde
te Leiden en boorde, hoewel zij Katholiek was, dat het kind
Protestant zou worden.
Dit kon zij onmogelijk verkroppen.
Met groote moeite haalde zij 't noodige bijeen voor een reis
naar Amsterdam en meldde zich aan het bestedelingenhuis om
haar kind op te eischen.
„Ja, heel goed, vrouwtje," kreeg zij ten antwoord, „maM
wie kan zeggen dat 't jou kind is. De kleine was slechts
enkele dagen, toen zij hier werd opgenomen
„O laat mij de kinderen eens zien," zeule het arme mensch.
„ik verzeker u, dat ik mijn kind uit allen zal herkennen."
En werkelijk zoo was het. Hoewel de moeder het kind
slechts entcele dagen verzorgd en het nu reeds maanden van
haar weg was, herkeude zij het dadelijk door het moederlijk
instinct. Nadat een nader onderzoek was ingesteld naar de
waarheid van de beweringen der vrouw, kreeg zij het kind
terug, dat zij thans dubbel lief heeft.
IUGEZ O NT DEN.
Is men billijk?
Mijnheer de Redacteur!
Naar aanleiding van de aanmerkingen, die men in de laatste
dagen van verschillende zijden gemaakt heeft op de houding
van den heer van der Kaay, in zake de wik- en weegloonen,
zij 't mij vergund 't volgeude op te merken, terwijl ik mij
daarbij aansluit bij 't geen dienaangaande door den Heer E. M. D.
zoo naar waarheid in 't nummer uwer courant van jl. Donderdag
is gezegd.
De Hr. van der Kaay is in Maart 1888, na een mislukte
poging van de liberalen in 't Noordelijk deel van 't district
om Mr. Levy in de Kamer te brengen, bij herstemming door
dezen gekozen. Allen, die hun stem op Mr. Levy hadden uit
gebracht, brachten die over op den Heer van der Kaay en
behielden, zoo handelende, 't district voor de liberale partij.
De grieven, die men tegen den Heer van der Kaay had, zijn
destijds onder geen stoelen of banken gestoken, maar ten slotte
was 't toch liever die grieven teu offer gebracht, dan 't district
aan de tegenpartij in handen gespeeld. Sedert zijn ongeveer
twee jaren verloopen. Gedurende dat tijdsverloop is er niemand
geweest in ons district, die niet instemde met de houding door
onzen afgevaardigde in de Kamer aangenomen.
Bij gelegenheid van de behandeling van de schoolwet-Mackay,
achtten velen zich zelfs geroepen den Heer van der Kaay een
bewijs te geven hunner ingenomenheid met zijn optreden.
Over zijn houding aau te nemen bij eventueele voorstellen
tot belastinghervorming is men, na zijne verklaringen op dat
punt volkomen gerust. En zie, nauwelijks zijn de wik- en
weegloonen aan de orde geweest, of de liefde is bij velen
verkoeld, bij sommigen zelfs in een hooge mate van bitterheid
verkeerd. Zijn zij billijk, die aldus handelen, mag men vragen?
Niet alleen toch, dat 't volkomen waar is, wat de Heer E. M. D.
opmerkt, dat men, 't gevoelen van den Heer van der Kaay
kennende op dat punt, hem des ondanks in 1888 zijn stem
heeft gegeven, maar hebben zij dan geen oog gehad voor de
groote concessie, die door den Heer van der Kaay aan 't land
bouwend deel van 't district isgedaau? Natuurlijk, dat de Heer
van der Kaay eene in deze zaak wel gevestigde overtuiging niet
kon prijs geven, ja dat hij 't aan zich zelven verplicht meende
te zijn, ten einde alle verkeerde gevolgtrekkingen af te snijden,
om, toen hij een wijziging ging brengen in zijn gedragslijn
van vroeger, te getuigen, dat hij, wat 't hart der kwestie
aangaat, niet van oordeel veranderd was. Handhaven blijlt hij
zijn meening, dat de wik— en weegloonen geen heffing zijn van
publiek rechtelijken aard en dat, gelijk hij voor vier jaren
trachtte aan te toonen, bij 't tot stand komen der gemeentewet,
waar er sprake is van belastingen en heffingen aan iets dergelijks
als wik- en weegloonen niet is gedacht. Maar en zie hier
zijne toenadering, een toenadering waardoor 't mij toeschijnt,
dat zijn houding in deze kwestie, ten opzichte van 't district
in zijn geheel volkomen correct is geworden als hij zijn
meening ten principieele uitgesproken en gehandhaafd heeft,
dan onttrekt hij zich aan de beraadslaging en stemt noch voor
noch tegen eenig amendement. Volkomen juist m.i., aangezien
een uitzonderingswet, in een kwestie als die van de wik- en
weegloonen, in zijn oogen eigenlijk een absurditeit is. Indien
de Heer van der Kaay zelf een amendement had voorgesteld,
om Alkmaar c.s. 't recht te geven een maximum van f 1.50
of meer te heffen met de toelichting, dat 't hem met zijn
amendement te doen was de onbelemmerde vrijheid der gemeente
in deze aangelegenheid te constateeren dan was m.i. zijn
houding even correct geweest. Neen geen schijn noch schaduw
is er ditmaal, dat de heer van der Kaay de advocaat zou
geweest zijn van de stad Alkmaar; immers dan had hij tegen
de amendementen tot verlaging moeten stemmen; hij is slechts
de pleitbezorger geweest zijner eigene gevestigde overtuiging,
die hij niet kan prijs geven, al erkent hij de betrekkelijke waarde
der gronden, die er voor een tegenovergestelde zienswijze kunnen
worden bijgebracht. Eu -laat ons ook dit niet voorbijzien-
ïivïri aa? hare belof,e> die do uitdrukkelijke
verklaring heeft afgelegd, dat reeds in 't begin van 1890 voor
stel en van haar zullen uitgaan, waarbij aan de rechtsongelijk
heid, die er tnans in dit opzicht, wat betreft hare bronnen van
i oms usschen de verschillende gemeenten bestaat, een einde
zal worden gemaakt.
AK I WOO it I).
ij hebben gemeend, het door den heer A. W. v. Kluyve.
ïngezondene het eerst te moeten plaatsen, waardoor wij in
e gelegenheid werden gesteld de heeren E. M. D. en A.