f
y
Alneisei Ni
AM-1 La
d
J Donderdag, 27 Februari 1890.
34ste Jaargang. Ho. 2380.
mationale militie.
nationale militie.
11 ©üiSfl IliM,
i
Gemeente Scha gen.
Bekendmakingen.
Binnenlandsch /Vieuws.
WORDT VERVOLGD-
«Hl
''ff
[akJ
SCHAGER
COURANT
(Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Z a t e r
ag avond. Bij inzending tot 'b middags 12 ure, worden Al) VER-
TENTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STEKKEN èén dag vroeger.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
omtrent een alhier gevonden
duimstok.
De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van de lote-
lingen welke Mei a. s. kunnen opgeroepen ter inlijving voor de
.Nationale Militie, dat ter Secretarie aldaar inlichtingen kunnen
worden bekomen, omtrent de voorwaarden waaronder door hun
als zoodanig de volgende voorrechten kunnen worden verkregen,
namelijk
le. Plaatsing bij het korps en in het garnizoen hunner keuze.
2e. Huisvesting zooveel mogelijk bij elkander, in de kazerne.
3e. Het, zooveel mogelijk, des verkiezende menage houden
met elkander, met de aspirant-onderofficieren ot de aspirant
korporaals.
4e. Vermindering van den tijd, voor eerste oefeningen tot op
vier maanden.
Schagen, 25 Februari 1890.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
OFKOËPIAG
voor de
Eerste Zitting van de lUiltieraad.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
Gezien art. 86, 87 en 88 der wet op de Nationale Militie.
Gelet op eene Missive van den Heer Militie-Commissaris in het
3e. district van Noord-Holland;
Brengen ter kennis van de belanghebbenden.
Dat de eerste zitting van den Militieraad zal worden gehouden
Roman van MOR1TZ VON BEI C HEN BA CH.
23.) EENENTWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Den volgenden morgen kwam Karla in gezelschap van een
bediende en begon de decoratiën in het atelier aan te brengen.
Adelheid's blikken volgden haar daarbij, en deze wankelde tusschen
de sympathie, welke Karla's verschijning en geheele wezen haar
inboezemden, en een gevoel van nijd en afgunst, hetwelk zij te
vergeots trachtte op zijde te zetten. Na een paar uur arbeidens
noodigde zij Karla uit, een pauze te nemen en met haar te out-
bijten. Zij had in haar kamer laten dekken, om door haar tante
niet gestoord te worden. Daarheen geleidde zij Karla en nam
tegenover haar plaats.
„Hebt gij tijding uit Daloord' begon zij haar onderzoek, en
zij gevoelde, dat haar hart sneller klopte, terwijl zij zag, hoe
Karla s gelaat eensklaps door een hooge blos werd overtogen.
Daarbij schoot het haar eensklaps in de gedachte, dat zij Karla
moest overtuigen van het onmogelijke van hare verhouding tot
irits Roven. Een liefde tot een onvermogend meisje moest immers
voor Frits Roven belemmerend zijn, misschien wel noodlottig,
daar hij, gelijk Adelheid van haar vader wist, finantieel er zeer
benard bij zat. In spanning wachtte zij op Karla's antwoord. Doch
eze had mes en vork op haar bord gelegd en zat zwijgend daar
bo er, blijkbaar met een besluit strijdende. Eensklaps stond Karla
°P> Sjpg naar Adelheid en vatte haar hand.
«Gij waart zoo goed voor mij, zoodat ik weet, dat gij een
warm, medelijdend hart bezit. En dat geeft m]j moed en vertrouwen,
om tot u te spreken als het eene meisje tot het andere, niet als
eene betaalde arbeidster tot haar lastgeel'ster".
Adelheid schoof onwillekeurig een weinig achteruit met haar
«oei en haar gelaat verkreeg een hardvocutige uitdrukking.
«Spreek, mejuffrouw, ofschoon ik niet begrijp wat gij mij
juist mij kunt hebben te zeggen!"
«Ja, juist aan u heb ik iets te zeggen, u heb ik iets te ver
beken, u, de dochter van den man, in wiens handen mijnheer
Ton ltoven's lot berust."
«In de handen van mijn vader? Nu, ik weet, dat mijnheer von
Roven aan mijn vader een aanzienlijke som schuldig is maar
dat nu zijn lot is 1 En dan ik begrijp niet, waarom gij de
voorspaak zjt van mijnheer von Roven."
Karla lette niet op deze laatste woorden en zeide alleen met
zachte, sraeekende stem:
«Deze schuld is inderdaad een noodlot voor mijnheer von Roven,
want als uw vader op zijn recht staat, wanneer bij de wisselschuld
Uitgever: J. WINKEL.
Bureau: Laan, B, 4.
ten Raadhuize te Alkmaar, op Dinsdag den llen Maart eerst
komende, des morgens te II ure.
Dat voor den Militieraad moet verschijnen
lo. de vrijwilliger voor de Militie;
2o. de loteling die vrijstelling verlangt wegens ziekelijke
gesteldheid of gebreken of gemis van de gevorderde lengte
3o. Hij die voor een loteling als plaatsvervanger of nummer-
verwisselaar verlangt op te treden.
Schagen, den 26en Februari 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Schagen, 26 Februari 1890.
Aan den door Schagen's Mannenkoor „Euterpe", uitge
schreven Nationalen Zangwedstrijd voor Mannenkoren, die bij
gelegenheid van het 10 jarig bestaan der Vereeniging alhier
zal worden gehouden, op Zondag 27 April a. s. zullen de
navolgende Aereeni gingen deelnemen „Crescendo", Haarlem
„Kunst na Arbeid", Amsterdam„Caecilia", Amsterdam
„Helders Mannenkoor", Helder„Zaanlands Mannenkoor",
Koog a/d Zaan; „Purmerender Mannenkoor", Purmerend
„Wormerveer's Mannenkoor", Wormerveer.
Vergadering der Holl. Maatsch. v. Landbouw, afdeeling
Schagen, gehouden op Maandag 24 Februari 1890, ten huize
van den heer IJ. Hoogendijk.
Na opening der vergadering, lezing en goedkeuring der
notulen, werd medegedeeld dat was ingekomen een aanvrage
der Afd. Alkmaar om subsidie teu bate der door haar te
Alkm. te houden Paaschtentoonstelling.
Met betrekking tot de ongunstige geldelijke verhoudingen
onzer afd. werd deze aanvrage voor kennisgeving aangenomen.
Verder was ingekomen een missieve van het Bestuur der
Vereen, tot Ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noor
derkwartier, met de punten van beschrijving voor de Voor
jaarsvergadering der leden, te houden te Nieuwe Niedorp, op
niet prolongeert en zijn op Daloord' gesloten hypotheek voor
Paaschen opzegt, dan moet mijnheer von Roven Daloord' ver-
koopen, en wat dat voor hem boteckent o, wanneer gij hem
kendet, dan zoudt gjj begrijpen
„Ik ken mjnheer von Roven 1"
„Gij kent hem riep Karla aangenaam verrast uit; „dan moet
gij ook weten, hoe goed en braaf hij is, en hoe ernstig denkend,
al was hij ook eenmaal lichtzinnig. Lieve God, hij was zoo jong,
kende volstrekt niet den ongunstigen geldeljkeu toestand van zijn
vader hij hield hem zelfs voor rijk en de verzoeking zal
voor zulk een jong officier ook wel groot zijn - ik ben er zeker
van, hij zou zich nooit weder hebben laten medesleopen. Maar het
verlies van Daloord' zou zwaar, vreeseljk zwaar voor hem zijn
„Gij zijt een warme voorspreekster maar wat wilt gij toch
eigenlijk, dat ik in deze zaak doen zal
Karla stond met gevouwen handen voor haar.
„Mijn God, gij zijt de eenige dochter van den burgemeester
Müller wanneer gij een goed woord doet voor mijnheer voo
Roven wanneer uw vader zijn geld op Daloord' zou willen
laten staan
Een bittere lach speelde er om Adelheid's lippen. Zij dacht
aan het tooneel in de Diergaarde, waar Frits Roven ook om
haar voorspraak bad gesmeekt.
„Ten eerste overschat gij mijn invloed, mejuffrouw, en dan
hoe komt gij er toe, op deze wijze in de bres te springen voor
een heer?"
De tranen stonden Karla in de oogen. Zij vond niet dadelijk
een antwoord, waardoor Adelheid voortging:
„Ik vergist mij wel niet, wanneer ik aanneem, dat gij mijnheer
von Roven bemint en 'waarschijnlijk ook door hem bemind
wordt
Karla's zachte, doch nu toch vast en zelfs een weinig trots
klinkende stom viol haar in de rede:
„Neen, gij vergist u niet, mejuffrouw Müller, mijn gevoel heeft
zich verraden toen ik voor hem pleitte, maar opdat gij mij
niet verkeerd zult beoordeelen, moet ik u nu ook alles zeggen.
Ik smeek niet tevens voor mij zelve, wanneer ik voor hem smeek
hij is vrij wij zijn gescheiden want ik weet, dat een
arm meisje voor hem slechts een last kon zijn.
Adelheid beet zich op de lippen. Zij gevoelde zich vernederd
voor dit meisje, hetwelk zij noch raden, noch berispen kon.
Trots en jalouzie streden in haar borst om den voorrang. Zou
zij de vereeniging van Frits Roven met dit meisje in do hand
werken En deed zij iets anders, wanneer zij trachtte, hem uit
zijn geldelijke verlegenheid te bevrijden? Ja, had Karla haar dan
ook maar tot beschermster barer liefde opgeroepen? De bentel
beware, er was bier slecbts sprake van een geldzaak evenals
vroeger, toen Frits zich smeekend tot haar wendde. Geld, geld,
dat was het, wat zij allen van haar verlangdenwaarom toch
Prijs per jaar f8.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÈN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meer f O.l
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Woensdag 5 Maart e. k.
Onder de punten van behandeling voor deze vergadering
komen o. m. voor
Jaarverslag der vereeniging (art. 8 der statuten).
Bapport van de fiuancieele Commissie, betreffende de rekening en verant
woording over het dienstjaar 1889.
Verslag van het landhuishoudkundig Congres, uit te brengen door den heer
J. Zijp Kz.
Benoeming van eenen afgevaardigde voor het landhuishoudkundig Congres.
Benoeming van eenen afgevaardigde voor de vergadering van het Neder-
landsch Paarden-stamboek.
Benoeming van één lid van het Bestuur, in plaats van den heer J. 1.
Enschedé, (wegens vertrek naar het bnitenland).
Benoeming van drie leden van het Bestuur, in plaats van de heeren J. Zijp
Kz., R. D. Kaan en K. Swaag (art. 15, al. 4 der statuten).
Benoeming van eenen Voorzitter.
Bepaling van de plaats, waar de Algemeene Vergadering in November 1890
zal gehouden worden. Voordracht van het BestuurAlkmaar.
Voorstellen van het Bestuur:
a. tot het verleenen van eenen toelage aan den Secretaris-Penningmeester
van f 100,'s jaars. In te leiden door den Heer K. Swaag.
b. tot het geven van eenen bijdrage ad f 50,aan de afd. Alkmaar der
Hollandsche Maatschappij van Landbouw, voor de a.s. Paaschtentoonstel
ling. In te leiden door den heer Jn. Zijp Hz.
c. tot aankoop van Engelsche fokrammen. In te leiden door den heer
R. D. Kaan.
d tot het nemen van maatregelen, om meer bekendheid te geven aan uit
stekende exemplaren van Noordhollandsch fokvee. In te leiden door den
heer A. Daamen.
Bespreking omtrent de te houden Tentoonstelling. In te leiden door den heer
K. Breebaart Jz.
Voorstel van het Bestuur tot het nemen van vergelijkende stremselproeven,
onder toezicht en leiding van den heer Directeur van 's Rijksproefstation te
Hoorn. In te leiden door den heer C. J. van Lookeren Campagne.
Voorstel van het Bestuur om een adres te richten aan de Tweede Kamer
der Staten-Generaal, met verzoek om het voorstel B a h 1 m a n niet aan te
nemen.
Vaststelling der begrooting voor het dienstjaar 1890.
Mede werd voor kennisgeving aangenomen een missieve van
zekeren Amsterdamschen heer C. Kriebel, waarin deze mede
deelt van plan te zijn voor zuivelbereiding een studiereis naar
Zwitserland te maken, verzoekende opgave van vraagpunten,
die zouden kunnen dienen tot richtsnoer bij zijn onderzoek,
terwijl de heer K. zich voornam, later tegen een nader over
een le komen honorarium in onze afdeeling in een spreekbeurt
de bevinding van zijn onderzoek mede te deelen.
Aangezien deze mededeeling slechts een persoonlijke ouder
neming gold, werd besloten ook deze voor kennisgeving aan te
was zij de dochter van een rijk man
Pijlsnel doorkruisten deze gedachten haar brein.
„Ik ben met geschikt voor bemiddelaarster in geldzaken
zeide zij trots en stond op. „Het doet mij leed, dat ons onderhoud
deze wending heeft genomen. Voorts wil ik u niet bij uw ontbijt
storen."
Zij verliet de kamer zonder Karla aan te zieD. Zjj gevoelde,
dat zj niet meer met haar spreken kon, want elke blik op Karla's
schoon gelaat, elke klank harer lieflijke stem deed haar wee, en
zj wilde niet meer ljden ter wille van een man, die haar ver
smaad had. Waarom had zij Karla ook laten komen, nadat in
haar het vermoeden was gerezen, dat zj in betrekking stond tot
Frits Roven? Zj deed zich zelve hevige verwjten over deze
halfslachtigheid en wilde ze goed maken, door nu Karla te ont-
wjken. Z j had immers ook niet de minste verplichting tegenover
dit meisje Snel besloten, begaf z j zich nu naar de kamer hare?
tante.
„Ik naoet naar professor K," zeide zj, wilt u zoo goed zjn
over een uurtje eens te gaan zien naar de werkzaamheden in
mijn atelier, ik denk, dat zij dan wel gereed zullen zijn."
„Aha," antwoordde mevrouw Müller, „geheel en al zonder mij
gaat het dus niet! Nu, ja, ik zal eens gaan zien en, wanneer
alles gereed is, de lui ontslaan. Moeten z j dadel jk betaald worden
„Neen, neen, mjnheer Freihöfer zendt de rekening wel."
„Dus alleen een fooitje?"
„Volstrekt niet, tante, waar denkt gj aan, hot is een dame,
die de werkzaamheden leidt, een werkeljke dame 1"
„Bespottelijk men zal ten slotte bj elk ambacht vrouwen
aantreffen en dan willen ze ook nog de dame uithangen
Adelheid verliet de woning. Haar was het huis, in hetwelk
zij met Karla zou moeten vertoeven, te engmaar ook de een
zaamheid schuwde zj. Zj wilde niet nadenken over de ontmoeting
van het laatste uur. Zj wilde vergeten, dat er een Frits Roven
bestond, en alles uitwisschen, wat haar aan hem kon herinneren.
Zij giüg werkeljk naar professor K., dien zj steeds in zjn
atelier wist en met wien zj zeker was, oier dingen te kunnen
spreken, die haar belang inboezemden. Doch zj kon beden niet
haar gedachten beheerschen. Midden in een onderhoud met den
professor dwaalden hare gedachten af naar dengene, dien zj
vergeten wilde. Zj had met haar vader niet meer over P'rits
Roven gesproken toen de oude heer opDaloord' stierf, waande
zj Frits van alle geldeljke zorgen bevrjd. Hj behoefde nu niet
naar Amerika te gaan, alles kwam van zelf terecht haar voor
spraak was overbodig. En nu werd dezelve weder eensklaps inge
roepen. Zou z j dan nooit tot kalmte komen Maar z j wilde er
niets meer van hooren, zj wilde niet en zj was toch zoo
verstrooid tegenover den professor I