U t T DE PERS.
sPIiA V 14 E li 8.
Door den raad der gemeente Wrrmenhuizen is besloten,
bij de regeering vrijstelling aan te vragen van het heften van
schoolgeld op de openbare lagere scholen.
Omtrent de gevangenneming van den ontvanger der regis
tratie C. B., te Hardegarijp, verneemt men nader, dat die is
geschied op verzoek van den officier van justitie te Alkmaar.
Men brengt het in verband met het onder verdachte om
standigheden" afbranden in 1888 van het registratiekantoor te
Medemblik, toen C. B. daar ontvanger was.
Thans schijnt gebleken te zijn dat hij zich in zijne vroegere
betrekking te Medemblik heeft schuldig gemaakt aan verduis
tering van gelden, en dat hij op grond daarvan is gearresteerd.
Hij is reeds gevankelijk naar Alkmaar overgebracht.
In den te Alkmaar den 5 Maart gehouden raadszitting
bracht de met een onderzoek in zake het nieuwe lechtsge °ow
belaste commissie, rapport uit omtrent haar onderzoek en ste e
voor, dat de Raad zich zou vereenigen met het door B. en
gemaakte ontwerp.
Dat voorstel werd nu aangenomen, zoodat dus eerlang een
nieuw rechtsgebouw met huis van bewaring enz., verrijzen zal
in den Bergerhout naast den koepel De Arend.
Verder stelde de commissie voor om (daar het te verrijzen
gebouw wel wat afgelegen zal staan) eene brug te maken over
de Singelgracht bij de Heul. Gelukkig werd dit voldoende be
streden om directe aanneming er van te voorkomen.
Een ieder, die de fraaie breede singels om die stad kent,
zal toestemmen dat eene wandeling langs die buitensingels, het
schilderachtigste gezicht heeft, wanneer men in den Bergerhout
staande, naar den molen bij de Heiloërbrug ziet. Het zou zoude
en jammer zijn dat fraaie uitzicht geheel te bederven door er
eene brug te maken. Alle rechtgeaarde Alkmaarders zouden zoo
iets met leedwezen zien gebeuren. In den laatsten tijd lokt het
beroemde z.g. Heiloër boscli door het omhakken van groote
vakken beplanting, door het verdwijnen van fraaie lanen enz.,
veel minder wandelaars dan weleer. Gaat men nu nog die
fraaie singels bederven, Alkmaar zou er ongetwijfeld eene aan
trekkelijkheid te meer door verliezen. Het is dau ook te hopen,
dat B. en W. aan wie opgedragen is, te dier zake nader rappirt
uit te brengen, er iets anders op zullen vinden om, (als dat
dan zoo hoog noodig is) eene kortere gemeenschap met het
rechtsgebouw te verkrijgen, maar dat hun advies in ieder geval
ongunstig luiden zal voor het overbruggen van bedoelden singel.
N. Rott. Ct.
Te Lienden (Betuwe) liet eene moeder haar kind in een
stoel, waarin een test met vuur, alleen achter. De stoel vatte
vuur, en de kleine bekwam zulke ernnstige brandwonden, dat
het aan de gevolgen is overleden.
Een uitzondering. In een faillissement te Rotterdam is
een accoord aangeboden van 100 pCt. en natuurlijk door de
crediteuren met dankbaarheid aanvaard.
Kleine oorzaken, groote gevolgen. Te Dordrecht hoorde
een juffrouw een rat op den zolder boven haar slaapkamer;
daar ze voor die beesten bang was, riep ze den heer des huizes
te hulp en deze ging met een petroleumlamp in de hand naar
de rat te zoeken. Plotseling schiet het dier hem voorbij en
vliegt het iu een hoop krullen. Het beest willende grijpen, valt
de man met zijn lamp voorover in de krullen en daar was de
boel aan het branden. Met moeite werden politie en buren de
vlammen meester.
Men schrijft uit Maastricht
Van beide kanten, zoowel van Pruisen als van België, wordt
onze provincie met pokken bedreigd. Te Gladbach en in de
nabijheid van Erkelens en elders komen verscheidene gevallen
van pokken voor. Bovendien heerschen zij epidemisch in tal
van Belgische gemeenten nabij onze grenzen.
Volgens de laatste berichten moeten zelfs in Luik, vooral
onder het garnizoen, zeer vele gevallen voorkomen. Bij het
drukke verkeer tusschen Luik en Maastricht staat het te vreezen,
dat wij er hier niet verschoond van zullen blijven.
Als een zeldzaamheid is het wel waard te vermelden, dat
de laatste personentrein Maastricht-Venlo van verleden Zater
dagavond, bij zijn verderen rit naar Venlo, geen enkelen reiziger
bevatte. Dit geval is eenig op deze lijn sedert ze geëxploiteerd
wordt.
Naar men wil deed zich dit verschijnsel niet zelden voor op
de lijn Boxtel-Wezel. De legende loopt zelfs, dat aan een
reiziger in dezen trein gezeten, bij elk station door den conducteur
de vraag werd gedaan of hij niet eens zou uitstappen. Uit
welwillendheid tegenover de welwillendheid van den conducteur,
gaf de reiziger eindelijk aan de uitnoodiging gevolg en in de
wachtkamer van het station bood hij den conducteur, die zich
tegenover hem zette, een glas bier aan.
Wanneer gaan wij verder?" vroeg de reiziger.
„U hebt het maar te zeggen, mijnheer," antwoordde de beleefde
conducteur.
„Ik? Ik heb hier niets te kommandeeren."
/jrToch wel, mijnheer; u is de eenige reiziger en het hangt
dus maar van u af, of u de reis wilt voortzetten".
„Nu man, laten we dan maar weer een eindje rijden", sprak
de reiziger, betaalde het gelag en zette zich in den trein, die
nu gemoedelijk voortreed, nadat den stoker den machinist had
gewaarschuwd, dat „meneer er was."
De volgende kloeke daad deelt het R. Nbld. mede, door
drie spuitgasten verricht bij den brand te Rotterdam op Maan
dag jl.
Dinsdagavond omstreeks half negen uur werd een brand ont
dekt in het pand no. 107 aan de Wijnstraat. De brandweer
was er spoedig ter plaatse aanwezig. De bewoners waren af
wezig, doch hadden een zesjarig kind alleen gelaten, dat, dank
zij der onverschrokkenheid van drie brandweergasten, van een
wissen dood is gered. De moedige daad dezer mannen verdiend
vermeld te worden.
Niet zoodra bad de stalhouder aan de overzijde het ver
moeden uitgesproken, dat er wel een kind in het brandende
huis zou wezen, of Hermanus van Oijen, verbonden bij spuit
4, trachtte het huis m te klimmen en het wicht te bereiken
Hij moest echter die poging opgeven, wel slaagde hij er later
in de huisdeur van de binnenzijde te openen. Vast besloten
h.t M te redde», rne.Wte hij ff
den oiend voor den TeretlkVen e», echter niet alleen;
en begaf zich opnieuw in het gevaar, n maumoedig
twee bedienaars van spuit 5 toonden, filiardoor de eer
het gevaar ouder de oogen durfden te zien en A. G.
der brandweer hoog te houden; Leonard
Schupper volgden elkander op den voet, De spo zors,.
werd broederlijk gedeeld, doch niettegenstaande c -
maatregel konden zij het in het pand niet uithoude m
moesten terug. Geen van drieen dacht er echter o g
aan de poging tot redding op te geven.Wee,-iof
in andere vertrekken gekeken? - "®e"> Se P.
daar het kind was, want de zware rook belemmer
de ademhaling, niets kon men zien. Geruimen tijd doorzochten
zij zoo op handen en voeten de woning, totdat een van
het kind hoorde hoesten. Goddank, er was nog leven in, i a
gaf nieuwen moed en eindelijk werd hun heldhaftig pogen
succès bekroond, tiet kiud werd gevonden, gered. Zij moctiten
de voldoening smaken het aan de ouders levend weer e Keven
slechts weinige minuten had het nog in den rook e oeven e
vertoeven en de brand zou een slachtofler hebben ge os a e
bleek, dat zij het kind gehaald hadden uit een vertre waar
reeds een groot gat in den vloer gebrand was, men *an us
begrijpen aan welk gevaar de cordate brandweermannen o
ben blootgestaan. Hun zij een woord van hulde niet ont ou en.
Te Finsterwold begaven vier van de raadsleden zich
Zaterdag jl. naar het werkhuis om het loon aan de keienklop-
pers uit te betalen. De arbeiders verlangeu 60 cent per dag en e
raadsleden wilden slechts 50 geven. Het geschil liep zoo j100!?»
dat de raadsleden voor de bedreigingen der werklieden de vlucht
moesten nemen in het huis van den predikant. Hier vatten de
arbeiders, ruim 50 in getal post, en de vermaningen van den predi
kant, om heen te gaan, mochten niet baten. Toen ten slotte de
burgemeester kwam, gingen allen rustig heen. Van het voor
gevallene is proces-verbaal opgemaakt.
De politie is verstrekt met 4 rijksveldwachters en 2 mare-
chatissée's.
Dinsdag avond verzamelden zich een 50 tal arbeiders voor
het logement De Unie waar de maréchaussée's waren gehuisvest.
Een paar keer trokken zij door het dorp, vergezeld van de
zingende jeugd.
Te Breda zijn, volgens de N. Br. C. twee merkwaardige
guldens in omloop.
Een dienstbode, die de Tolbrug aldaar passeerde, liet een
gulden vallen. Door een spleet in den brug viel het geldstuk
naar beneden, doch viel gelukkig op een koolblad, dat in de
haven dreef. Een schipper, die juist voorbij voer, zocht den
gulden machtig te worden en overhandigde hem aan de eigenares.
Een knechtje van den mr. kleermaker Van Hal te Breda
ging Zaterdagavond naar het postkantoor om pakketten te
bezorgen en kreeg f 1 mede voor de francatuur. Hij nam, aan
't postkantoor gekomen, het geldstuk in den mond en slikte
het in, zonder eenigen r.adeeiigen invloed daarvan te ondervin
den. Langs den natuurlijken weg is het zilverstuk weder te
voorschijn gekomen.
Maandag werd te Hoorn eene vergadering gehouden van
de vereeniging Het rundvee-stamboek Noord—Holland.
In het dienstjaar 1 Nov. 18881 Nov. 1889 waren inge
schreven 72 stieren en 484 koeien en 8 kalveren en in het
geheel 467 stieren en 2156 koeien.
De rekening van den penningmeester sloot met een batig
saldo van f 1468.571/,). Aan de Vereeniging tot ontwikkeling
van den landbouw in Hollands Noorderkwartier werd f 300
toegestaan voor de in Juni e.k. te houden tentoonstelling.
Tot secretaris-penningmeester werd herkozen de heer A. Kool,
tot leden van het bestuur de heeren P. Schuurman te Hoorn
en J. Houter te Schellinkhout.
Te Goes geraakte dezer dagen een vijftienjarig meisje,
dat een z. g. vloerlei, die zij op de kachel had gewarmd, in
een zakje onder haar kleeren droeg, in brand. De vlammen
sloegen uit hare kleeren, die bijna alle verbrandden. Een voorbij
ganger dompelde haar in het water; wat echter niet verhinderde
dat het meisje over haar gar.sche lichaam zulke ernstige brand
wonden bekwam, dat haar toestand zorgwekkend is.
Een ronde koestal. In het Tijdschrift der Nederl.
Maatschappij ter bevordering van Nijverheid wordt het volgende
medegedeeld
Onlangs is door den heer H. van Wickevoort Crommelin op
zijne gronden nabij de Cruquius te Haarlemmermeer, gebouwd
een ronde koestal voor 30 beesten, welke stal in het gebruik
bijzonder goed bevalt. De voordeelen aan dezen vorm verbonden
zijn in hoofdzaak de navolgende
1. Iedere koeplaats is van achteren zooveel breeder dan
van voren, waardoor de koe achter meerdere ruimte en er
minder gevaar bestaat voor bezeeren van het elder, terwijl
het tevens meer gemak geeft aan den persoon bij het
melken. Ook kunnen de koeien allen gemakkelijk tegelijk
gaan liggen. D J
2. De koeien staan alle met den kop om een cirkel, waar
het voeder in het midden kan worden aangebracht, hetwelk meer
gemak in het voederen geeft.
3' Pe b°er heeft uit het midden dezer plaats gemakke
lijk overzicht over alle beesten en kan daardoor spoediger
zien of soms eene der koeien met minder graagte het
voedsel aanneemt of teekenen geelt van minder gezond te zijn
De constructie is eenvoudig en sterk. Op 8 stijlen ligt een
nog van zwaar hoekijzer, en boven in den top is een derge
lijke tevens dienende tot opening voor een ventilatiekoker. Van
denbovennngafoverden grooten ring liggen de daksparren, op
solide wijze daarmede verbonden en rustende op de muurplaat
waaronder zich de omsluitende buitenmuur bevindt. Het geheel
is gedekt door een rieten dak. g 1
Om spoedig uit te mesten, is in den achtergang een rond
spoor gelegd waarop een wagentje met zijdelingschen stortbak
loopt, hetwelk door middel van een draaiseHif
buitendeur gelegenheid geeft den mest weg'te voeren.
lichl'mff luilc,l,oul" «fe» voo,
Doo, middel deo veoUMekoker, die eee, gemakkelijk
geheel of gedeeltelijk gesloten^ kan werden, kan ten allen
x a - staj bewaard aÉr
een behoorlijke warmtegraad in den
zonder dat er ooit de minste tocht of koude op dg
nedervalt.
De middellijn van het gebouw is 15 30, de hoogte jn
top 6 85 en de hoogte van den buitenmuur 2 raeter>
s
priesterheerschappij. Het
mag
overbodig heeten nog te spreken van de overheerschiL
geestelijkheid in Noord-Brabant en Limburg. Zij j3
zaam algemeen bekend en er valt toch niets meer
veranderen, nu het eenige tegenwicht voor al te groote
schappijde openbare school met behulp van vrijzinnj„e
testanten zelfs is gevallen. Over het algemeen echter js
in de andere provincies niet genoeg doordrongen vaude|J
der geestelijkheid in de roomsche streken. Dat zij geheel
particuliere leven der geloovigen beheerscht moge erketu]
minder is men er van overtuigd dat zij ook geheel het 0
bare leven regelt. Op verreweg de meeste plaatsen is de
gemeester niets meer dan het factotum, van den pastoor,
deze iets niet wil gebeurt het ook niet, wat hij verlanoi
schiedt. Het houden van eenige bijeenkomst, het stichter;
eenige vereeniging, de opvoering van eenig tooneelstuj'
uitvoering van een liedertafel, dat alles moet de pastoor gj
vinden of er komt niets van.
Een van de merkwaardigste staaltjes van overheerscW
het volgende. Zeker roomsch notaris in een vrij aanziet
plaats van Noord-Brabant wilde ter gelegenheid van het hut
zijner dochter een besloien partij geven in het lokaal t
Liedertafel, dat bijzonder geschikt was, nevengebouw van
hotel welks eigenaar tevens de leverantie voor de partij
hebben. Het bestuur der Liedertafel stelde gaarne zijn 1
beschikbaar. Een paar dagen nadat dit bekend was gewi
en toen de notaris reeds alle gasten had gevraagd en
lingen gedaan, kreeg hij een bezoek van den pastoor, die!
verzocht de partij in bedoeld lokaal niet te geven. ZEe*
meende dat er maar luidruchtigheden door zouden ontstaat
hoewel het lokaal geheel vrij en ver van den weg af is. J
vankelijk gaf de notaris niet toe, doch alweder een paar da;
later kwam de pastoor, ditmaal met een bepaald verbod z
bedoelde partij in het bewuste lokaal te geven. De ni
zwichtte voor dit bevel van hooger hand, bestelde alles q
af en gaf een kleine partij aan huis, tot groot nadeel ts:
hotelhouder, die echter ook niets durfde zeggen. Z66 zew
dig zijn in Noord Brabant zelfs de notarissen en dan beïfci
men zich nog, dat er zoo weinig roomsche notarissseil
Brabant zijnhet publiek zou er wellicht liever geen 1
hebben 1 Hoe zou mr. Henri Wiegman hierover denken®
Dezelfde pastoor duldt niet, dat roomsche kinderen piam
krijgen van een protestantsche dame, hoewel er geen anJ
gelegenheid is voor goed onderwijs en alle roomschen bui
voor zoo'n verbod Liever dom blijven dan iets nuttigs lee
van een ketter 1 Zóó ver gaat tegenwoordig de ketterhaf
geestelijken in Brabant, dat zij zelfs vermijden te gaan\
de huizen waarin protestanten wonen en de roomsche kin:
schelden de anderen openlijk uit voor „protestantsche boü
De tijd nadert snel waarin het voor andersdenkenden oii
gelijk zal zijn in Limburg of Noord-Brabant te leven en
best zou zijn die provincies eenvoudig af te staan aan Bef
want men moge zeggen wat men wilmet de vaderlands!:;
is het in Brabant treurig gestelddaarvan kunnen de f<
lijkheden getuigen op nationale gedenkdagen of op feesl
van leden van het vorstelijk huis. „Och ja zeide mij et
een roomsche uit de beste kringen wij hebben niets tel
den koning, maar we kunnen er toch niet zooveel mee opl:
ben als jullie."
'Neen, bij pauselijke of kerkelijke feesten dan is men in:
kracht, maar van andere wordt zoo weinig mogelijk nof
genomen. En hoe begint het al in andere plaatsen van1
dierbaar vaderland te gaan Het borstbeeld van den paus
liet midden, geflankeerd door die der mindere godheden ion
Willem en koningin Emmadat van de prinses zal wel
aan de voeten van den „Heiligen Vader" worden gezet en
de protestanten maar lauwhartig genoeg bij ven zullen der®
schen het er nog in werkelijkheid heendrijven. Vaderlands!®
bij de roomshen Vanwaar dan dat verzet tegen algem««
dienstplichthet eerste kenmerk zeker van opofferingsg®1
heidOmdat voor den roomsche de belangen zijner 1
hooger staan dan die van het vaderland en omdat dienstp
niet past in de organisatie der roomsche kerk, want hete®
gevolg van dienstplicht is gehoorzaamheid aan het uiil
gezag en hierdoor vermindert de onderworpenheid aon
geestelijk gezag. De roomsche geestelijkheid is alleen uiteij
belang zoo woedend tegen dienstplicht en een dr. Scbaef
verklaart dat hij in beginsel vóór dienstplicht is, doch
er tegen omdat het volk er tegen is. Dat wil zeggen
roomsche volk op gezag der geestelijkheid, maar het ?0'
er stellig voor. Het gevleugelde woord van mr. Moddei
dat de Nederlandsche natie 5/5 is, hebben wij te dankei
twee oorzaken 's ministers onbekendheid met den feite'!
toestand en zijn zachtzinnig en vredelievend gemoed;
kende de overheersching, de heerschzucht en verhitte^
tegen andersdenkenden van de hedendaagsche roomsche
lijken niet; maar de moreele en materieele kracht van
vaderland zou zeker veel grooter worden als we weer h»
terugkeeren tot den Staat der Zeven Vereenigde ProvinJ
Maandbl. der Evang.
aWLueblen dlkwijls ,eyenveel behoefte aan iemand,^
IflD
ons voelt als aan een, die voor ons handelt. Georgë
man.
Die zich heden niet kan opheffen, is morgen eeg0^j(,
Iten dag van druk en pijn
Kan morgen anders zijn.