Zondag, 23 Maart 1890. I 34ste Jaargang. Ho. 2387. d EINDELIJK, lif ©lllif, Uitgever: J. WINKEL. Bureau: SCHICIKH, £aan, B, 4. Gemeente Schagen Bekendmakingen. P ATENTE N. zal dan toch het onvermoeid pogen der Vereeniging tot bevordering der Bouwkunst te Schagen in zake het Kanaal- plan eenig resultaat oogsten. Evenals elders geldt ook hier de waarheid „een aanhouder wint." Geljjk men weet, heeft de Bouwvereeniging reeds vroeger onderzoek laten instellen en kosten beramen van een kanaal, hetwelk Schagen te water in verbinding zou brengen met het Noord-Holl. Kanaal en met de Zuiderzee. Doch de uitkomst was telken malehet kost veel te veel. In den loop der jaren vestigde zich dan ook bij de voor standers van een Kanaal de overtuiging, dat, wanneer Schagen het alleen moet behartigen, er geen denken aan is. Maar niet minder duidelijk werd in den loop der tijden de meening: dat Schagen's bloei werd tegen gehouden door het gebrek aan een voldoend verkeer te water. Schagen is niet, wat het wezen kon. Niet alleen te Schagen gevoelt men dit. De bouwvereeniging heeft zich evenwel niet bij de vele teleurstellingen, weke zij moest dulden, neergelegd en niet lettende op het medelijdend schouderophalen van sommigen, heeft zij onafgebroken gezocht naar een plan, volgens hetwelk het verkrijgen van een kanaal voor Schagen mogelijk zou kunnen worden gemaakt. In het bijzonder te dier zake heeft zich ingespannen een lid der Bouwvereeniging, de heer W. Kloeke, en deze zal nu in de op morgen middag te 2l/% ure in het lokaal van den heer W. Roggeveen Cz., te houden openbare, voor een elk toegankelijke vergadering, het plan duidelijk uiteen zetten en de middelen aanwijzen, dewelke men zal moeten aanwenden om te verkrijgen, waaraan Schagen niet alleen, maar de omliggende en aangrenzende gemeenten niet minder behoefte hebbeneen voldoenden waterweg, langs welken het mogelijk is de producten af- en aan te voeren naar alle winden. Belanghebbenden en Belangstellenden, Allen di6 willen medewerken aan de bevordering van den bloei van Schagen en van dit GewestKomt op nuKomt ter vergadering. Overweegt, hetgeen de heer Kloeke U zal duidelijk maken, en doet dan uw plicht. Er is uit het Publiek gevraagdwaar blijft toch de lijst ter inteekening voor het bedrag, benoodigd tot een onderzoek Komt morgenmiddag ter vergadering en gij zult ook op die vraag het antwoord bekomen. Wordt warm, Medeburgers; het geldt wel degelijk ook uw eigen belang. De wenschelijkheid van een goed Kanaal is zoo helder en voelbaar, als de zon aan onbewolkten hemel. Dat toch behoeft waarlijk geen bewijs. De kwestie was steeds: op welke wijze kan dat doel met vrucht bereikt worden, zóó, dat het kanaal werkelijk strekt tot bevordering van de algemeene welvaart. En op die vraag meent nu de Bouwvereeniging een vrij voldoend antwoord te kunnen geven. Ieder bedenke dat tot bereiking van dit doel in de eerste plaats noodig is medewerking van alle goedgezinden Siinnenlandsch Nieuws. KANT Dit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot *s middags 12 ure, worden ADVEB- TENTIËN in hot eerstuitkomend nummer geplaatst. INGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger. Prijs per jaar f8.Franco per post 8.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVEKTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.75; iedere regel meerfO.lS Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. De Burgemeester van Schagen brengt ter algemeene kennis, dat de patenten, aangevraagd in do maanden November, December en Januari 1.1., 3e kwartaal, dienstjaar 1889/90, ter gemeente secretarie door belanghebbenden kunnen worden afgehaald vanaf Woensdag den 19en tot en met Dinsdag den 25en dezer, des voormiddags van 9 tot 12 ure, den invallenden Zondag uit gezonderd. Schagen, den 18on Maart 1890. De Burgemeester voornoemd, C. H. BEELS. Roman van H. is® VON OSTEN. 1. EERSTE HOOFDSTUK. Het is een warme dag in den nazomer. Do zon nadert het Zemth en begint hare stralen loodrechter af te zenden. Zij ver wekt nu geen leven meer; zij schijnt eerder het weinigje leven in de natuur nog te dooden. Hot land ligt verdord. De stoppelvelden breiden vervelend een- °mg hunne vlakten uit; de weiden zijn verbrand, en de boomen, wier bladen door de langdurige droogte gebruind en ineengeschroeid Z1jn, zijn overdekt met een dikke laag stof. Het land wordt oorsneden door een rechten straatweg. Deze begint bij een groot ergvlak in het oosten en loopt naar een wond, achter hetwelk ft"6' b'auw verschiet bergen opdoemen. De weg is vreeselijk de eentonigheid er van wordt alleen verbroken door de 'co m^CD en een'8e verschroeide vruchtboomen. j e,n e,-^en van leven, in de natuur heerseht de grootste rust, au"r doet haar middagslaapje. Doch ginds in bet oosten, en ne °?8sle punt van den weg glinstert iets. Het komt naderbij slnnr,CCm 1Dj omvaD8 toe, het vormt een rij, die zich gelijk een j/\°,ver den «eg schuifelt, reeks °i nader> m< n onderscheidt de verschillende doelen dier reeim i Z'dn niensc!|en mensehen en paarden het breed™ ,eru£ van manoeuvres. Het stof wordt in een o eD door de hoeven der paarden omhoog geworpen en duizm/110 j0"* om'luh ruiter en paard, terwij do zonnestralen Do 'l V? door de blinkende helmen worden weerkaatst. 'icht Sfe,toon Tan een militair lied weerklinkt in de zware kol der zangers zijn verdroogd. Yoort beweegt zich het co°!m0'-Im boor'1 men mets dan het getrappel der hoeven, •feitiDtfi °.0ni£ gekletter der in ruste hangende sabels en de ge- hijziind at®m.me? der zuiters, die in het vooruitzicht op het na- [je ehuis in een opgewekte stemming verkoeren, het wnU"LrS verbeu8en zicb er in dat de manoeuvres voorbij zijn; ttilita'8 6e" wa*me> moeielijko tijd, en de kwartieren voor de On t'n )Z'dn bÜ de 8r00'e oefeuingen nu niet zoo aanlokkelijk, klein,.»/, Pas on8eveer van het regiment bewoog zich een D l gr0eP ruiters- °ek°hu n,andant had de heoren officieren geroepen. Zij hebben te end,"110) s.tofwolken en zijn moeielijk van do mindere militairen Vier *8cheiden, want de glans hunner uniformen heeft in die On d n door be* weder veel geleden. !taat ni°t8aZichkn der meesten> v°oral die der jonge officieren, hebben i- ?P8twektbeid to lezen, als bij de manschappen. Zij Zijn voord ^Ui8t Gen 0Pgl'W'kten tijd achter zich. Le manoeuvres oe heeren cavalleristen niet zoo vermoeiend, voor hen waren de kwartieren goed het waren jolige dagen. Het landelijk stadje met de bescheiden genoegens, welke het aanbood, lokte hen weinigaan. Sedert een half jaar eerst is dit stadje de standplaats van het schitterende regiment, hetwelk „om hoogen krijgskundige belan gen," zooals de officieren zeiden, doch do wereld zeideom het geldelijk en in dienstzaken zoo achteruit gegane officierscorps een weinig op streek te brengen, naar hier verplaatst werd uit een groote stad in het westen van het rijk. Alleen de dikke majoor Kehler, die eigenlijk altijd terreden was, en alle redenen daartoe had, ziet er vergenoegd uit. „Ach, mijne heeren, wil nog even hier komen," weerklonk de stem V8n den kommandant, den jongen, slanken, schoonon graaf Tannenberg. De paarden werden gedraaid, de bandee aan de helmen gebracht. „Ik wilde u alleen nog maar zeggen hm, mijnheer de luitenant von Zinnow, wilt gij niet uw paard een weinig op bit rijden, het valt zoo dadelijk om van slaap." Luitenant von Zinnow, die nog onder den indruk was van de den vorigen avond iD het bivouac rijkelijk genotene punch, ei^de andere jonge kameraden, zich dezelfde schuld bewust, zetten zich in positie en geraakten in de grootste spanning daar hoorde men een snellen hoefslag in de richting van het stadje. In de verte vertoonde zich een stofwolk. „Luitenant von Dühren," meldde de adjudant. De stofwolk naderde en weldra hield de blonde luitenant von Dühren, die tot zijn spijt bij het wncht-kommando had moeten achterblijven en zich nu in onberispelijke kleeding en gelijke houding zich aan den kommandant presenteerde. Den overste kom ik mededeelen, dat aan den zoon van hot woud de dames van het regiment de heeren opwachten. Wij zijn nog twaalf kilometer van de stad, misschien houdt de overste !'°Inbdo donkere oogen van den kommandant kwam een straal van blijdschap. „Ja wel, dat kunnen wij doen; ik dank de heeren, - en wat de oversie had willen zeggen, vernam niemand hij zelf had het vergeten, zeer tot vreugde van eenige jongen heeren, die gegronde redenen hadden, hem er niet meer aan te herinneren. „Een jong mensch moet m»ar gelukkig wezen fluisterde lui tenant von Zinnow, „von Dühren, gij kwaamt als een reddende eI>De officieren joegen nu het regiment af, om hunne plaatsen in to nemen het vooruitzicht, aanstonds de dames te ontmoeten, had hun opgejaagd uit hunne slaperigheid. Men nadVrt het «oud, men ziet equipages, die op den straat Do^ovï'rste on zijn staf rijden vooraangroetend houdt hij stil bij het eeisto rijtuig, waarin eoue schoone blonde vrouw in de donkerblauwe kussens van atlas rust. In het begin der volgende maand zal in eene vergadering van de vereeniging D. O. G. te Barsingerhorn de Weled. Heer Dr. Vitus Biuinsma, leeraar aan het Gijmnasium te Leeuwarden, eene lezing houden over het Spiritisme. Deze vergadering, welke nader zal worden aangekondigd, zal tegen entree ook voor niet-leden van genoemde vereeniging toegankelijk worden gesteld. Naar het schijnt tengevolge van het verkeerd plaatsen van een wissel is Donderdagmiddag de trein 112 van Uitgeest dicht bij Amsterdam van het spoor geloopen, ten gevolge waarvan trein no 117 uit Amsterdam ongeveer een uur later te Haarlem is aangekomen en ook verdere vertraging in den dienst moet hebben plaats gehad. Ongelukken zijn niet te betreuren. Voor de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in het hoofdkiesdistrict Goes zijn ingeleverd 2772 biljetten; onwaarde 50. Gekozen is de heer mr. L. W. C. Keuchenius antirevolutionair met 1548 stemmen. Op den heer J. H. C. Heijse liberaal) waren 1153 stemmen uitgebracht. Het getal kiezers in het district bedraagt 4051. In eene doleerende gemeente in Gelderland heeft de predikant bij het nagebed aan het einde der godsdienstoefening, „Richt u 1" En onder de toonen van de oude parademarsch defileert het regiment hem voorbjj. De dames maken zich vroolijk over hunne heeren, die in stramme militaire houding, zonder eenig teeken van groet, haar moesten voorbij rijden. Verderop houden de eskadrons stil, stijgen af, en de officieren naderen de kleine open vlakte, waar de ordonnancen ijverig bezig zijn, een veelbelovende tafel gereed te maken. Terwijl de meeste dames reeds de equipages verlaten hadden en de aankomenden onder scherts en gelach tegemoet snelden, lag de blonde Vrouw in het eerste rijtuig nog rustig in hare beha- gelijke houding. Tegen het portier leunde nü de slanke gestalte van graaf Tannenberg, en zijne donkere oogen wierpen gloeiende blikken op het naar hem gekeerde gelaat, welks verblindende scboonhoid haar invloed op den graaf deed gelden. Blonde lokken in de kleur van Titiaan's „la Bella" vielen tot ver over de schouders. Lange, donkere wimpers lagen als vermoeid op de bleeke wangen. Doch nu hieven deze wimpers zich opeen wonderschoon oogen- paar, een verrukkelijke blik Een vluchtig rood kleurde het gebruinde gelaat van Tannen berg, hij legde de lichtelijk bevende liaDd op het poi tier, en zich diep voor de dame buigende, fluisterde hij: „Schoonste der vrouwen, uw slaaf begroet u en bidt u om een teeken van genade 1" Langzaam zonken de zijden wimpers, een kleine hand werd hem toegestoken, en terwijl een koket lachje om de volle lippen speelde, klonk het zacht als een zucht van smartelijk verlangen „Welkom 1" Graaf Tannenberg drukte de kleine hand in zijne gespierde vingers en staarde naar de lippen, die ook stom een zeer duide lijke taal spraken. Hij vergat zijne omgeving. „Thea Het klonk als het gekreun uit een geprangde borst. Haastig onttrok zjj hem de kleine hand. Mevrouw Thea richtte zich een weinig op uit het kussen, en nu straalden hare oogen in ongebrijdelde vreugde den forseben, gedrongen man tegen, die in militaire stramheid het frisscbe, hoog gf kleurde gelaat door dik grijzend haar omgeveu, snel naar het rijtuig toekwam. Op hartelijken toon vroeg majoor von Scblingen, naar den ge zondheidstoestand zijner vrouw. Met rassche beweging keerde zich de oversto om. „Goeden dag papariep een heldere stem. in donkerblauw rijkleed, een paar rozenknopjes op de borst, stond een jeugdige, slanke gestalte nu voor den kommandant en stak hem de haud toe. De stem had iets scherps in haar klank, en een wolkovertoog Tannenberg's gelaat. „Ei, Lucy, gij bier in rijcostuum Waar is mejuffrouw Désirée?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1