34ste Jaargang. Ho. 2390.
(IN HUT MillllT
Donderdag, 3 April 1890.
-
Uitgever: J. WINKEL.
Jlisreau: SCHAGEflT, Laan, D, 4.
Wij verwijzen onze geachte
lezers naar onze advertentie,
voorkomende op de 4de pagina van dit
nummer. de Red.
Gemeente Schagen
Bekendmakingen.
boedel*.
II E II IJ li.
Roman van H. VON OSTEN.
Uinnenlandsch Nieuws.
Met genoegen vernamen wij, dat ter zake van den
aanleg van een nieuwen toegangsweg naar het Station,
eindelijk de beslissing van het Rijk bij ons Gemeente
bestuur is ingekomen, en nu eerstdaags een begin zal
worden gemaakt met de vereischte grondwerken.
WORDT VERVOLGD-
1
I
IS- LilllÉi
!£)it blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
a ga vond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
ENTIËN in iet eerstuitkomend nummer geplaatst.
DÏGEZONUEN STUKKEN één dag vroeger.
3.60.
Prijs per jaar f3.Franco per post
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.75; iedere regel meer f 0.15
G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen
omtrent een gevonden
Burgemeester en "Wethouders van Schagen
Gelet op het besluit van Heeren Gedeputeerde Staten dezer
provincie van 8 Januari 1890, No. 2 (Provinciaal blad No. 2).
d Gezien bet Koninklijk besluit van 29 November 1889 (Siaats-
I blad No. 172) waarbij is bepaald, dat in het jaar 1890 aan den
1 herijk zijn onderworpen, de maten en gewichten;
Brengen ter kennis van de ingezetenen, dat die herijk, binnen
I deze gemeente, zal plaats hebben voor de gewichten voor fijnere
wegingen, op Zaterdag 5 April a. s. van des middags van 12
i des namiddags 2 urevoor de overige maten en gewichten op
i ncs
4. EERSTE HOOFDSTUK.
Mansfeld was jegens de dochter des huizes vol welwillende
galanterie, doch scheen baar toch nog voor een half kind aan
te zien, en zij ach, nog nooit was zij zich zelve zoo kinder
achtig en onboholpen voorgekomen, zoo lomp en leeljjk. Nooit
had de kleine, verweerde spiegel in haar torenkamertje zoo dik
wijls en zoo lang het lieve kopje weerspiegeld, hetwelk met
angstvallig onderzoekende oogen er in tuurde en zich dan mis
noegd afwendde. Hare anders levenslustige opgewektheid was als
weggetooverd, zoo dikwijls haar voorname tafelbuur het woord
iot haar richtte. Zij stotterde en bloosde en bracht weinig meer
an ja en neen uit ongetwijfeld, hij moest haar voor een echt
nnnoozel gansje houden.
•Daarbij kwam nog het geplaag van bare broeders het was
.n ®runad hoogst onaangenaam, en toen de hooge gasten ver-
ro en waren, maakte Elsheth zich zelve en anderen wijs, dat
.rij daarover zeer verheugd was.
rotsdien wilde de vroegere opgeruimdheid niet wcderkeeren,
j 8 oude graaf maakte nu en dan de opmerking:
ong a ™e3sï® ziek zjjn, zij lacht en zingt niet meer. Onze
e octor moet haar een ijzer-drank voorschrijven."
i.| j aar y8.113.het voorjaar een brief van den baron von Mans-
rU v, Ce>n 'n welken deze bij den ouden graaf Ahlden om
do hand zijner dochter verzocht.
ue moeder ontstelde.
El*, hceft z'®h inimers volstrekt niet om haar bekommerd, en
is nog een groot kind 1" riep zij uit mot bevende lippen,
oude o'r°Uf '%i l me': zulke woorden van boord," zeide de
naar ik 8 h®th >8 flink ontwikkeld cn een lief meisje en,
het w 1 nU ^,e reed8 in haar hart verliefd. Die twee zullen
oudies^ ,r 8 me' elkander geweten hebben, zonder dat wij
toch tor 6 u 'en' ^at nu hem betreft, ik vraag uwaarom
heeft? baar w'"en huwen, als hij haar niet lief
enteren ,meiS''0 38 arm a'8 een kerkrot, dat weet hij hij daar-
der waa 'S Zejr rÜk' da' wee' 'k °°k zeer goed, want zijne moe
dichten6™ flrootste partijen uit Hamburg. Ook in andere
zien pp,, 'S a31s'®'d waarlijk wel een mensch, die zich kan laten
Penzond *)raC stuk van een jongman, die overal mag aanklop-
die 'carripLr e6f a^w!'z'Bg fa vreezen, daarbij een flink soldaat,
310 dat er° Za .,^la'<en' gehjk de generaal mij zeide. In plaats
de lieve r /l™ [jdschap een voet van den grond springt, dut
Was uw z<?? voor uw dochter zorgt, zet gij een gezicht, als
God betereeh!fi»V|!ld verllaKeld- Nu> zoo zijt gij vrouwen altijd;
Man bromde do oude graaf, die zeer vurig gesproken
ZlJlt u pr I..?a nu e? en vr®ag de jongejuffrouw zelve. Gij
UlC U Gr o -I JuugOJUJAAUUW
T°®ede hii ^°r Verw0Ilderen> welke gedachten uw kind koestert!"
heenging °r 8811 '0Ö en 'a°h'® gemoedelijk, terwijl zijn vrouw
®a Eisbeth, wat zeido zjj
»Ik kan het niet vatten, niet gelooven
Een droom kwam mij betooveren;
Hoe had hij toch anders onder allen,
Dat w arme, verheven en uitverkoren!"'
beth haar^m dj &evoolen8' di® het iong° hart bewogen, tot Els-
den hals viol W bevend en hlozend, lachend en weenend om
rUa kwam baron Mansfeld, ernstiger en bleeker dan vroegor,
Dinsdag 8 en Woensdag 9 April van des voormiddags 9 tot des
namiddags 3 ure, alles in het locaal „de Beurs" van W. Rogge
veen Cz. Wijk F, No. 36, ingang aan de Noordzijde.
Schagen, den 25en Maart 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
G. H. BEELS.
de Secreteris,
DENIJS.
Schagen, 2 April 1890.
De 1ste April was voor onzen plaatsgenoot, K. V. d.
Meer een belangrijke, gewichtige dag.
Gelijk wij in ons voiig nummer mededeelden, herdacht hij
op dien dag zijn 25-jsrige loopbaan ais ambtenaar bij de pos
terijen, afdeeling Schagen. Doch niet alleen de Jubilaris zelve
herdacht dit feit, maar ook zijn chef en zijne mede—ambtenaren
hij het Kantoor Schagen lieten dit heuchelijk feit niet onopge
merkt voorbij gaan en verrasten den Jubilaris met eenige stot-
vol fijne beleefdheid en teederc opmerkzaamheid jegens zijn jonge,
schuchtere uitverkorene. Hij had slechts kort verlof, en bij liet
afscheid verzocht hij den ouden graaf, de verlovingstijd zoo veel
mogelijk te bekorten, daar de reis zeer groot en de dienst zeer
gestreng was.
Wanneer Eisbeth in haar torenkamertjo zat, kwam zij zich
zelve somtijds als betooverd voor. Was zij dan werkelijk verloofd,
de verloofde van haar ideaal Heette dat nu verloofd zijn
Peinzend schoof zij den zwaren gouden ring met den prachtigen
diamant aan den slanken vinger heen en weer. Was zij gelukkig?
Ja, zjj was het ten volle. Zij beminde en geloofde zich bemind.
Alles, wat haar in den verloofde vreemd en eigenaardig voorkwam,
stelde zij op rekening van hare onbekendheid met de wereld en
de menschtn. Hare oogen bezaten een eigenaardige uitdrukking,
er stond een weemoedige vraag in te lezen.
„Eisbeth valt het scheidon toch zwaar," zeide kort voor de
bruiloft gravin Alhden tot haar echtgenoot.
Natuurlijk 1" zeide de oude heer, wien het evenmin wel te
moede was, hoe luchthartig bij zich ook voordeed. „Het is toch
ook hare vervlhm, haar plicht. Het viel u toch ook niet
gemakkelijk om van uw moeder te scheiden, en Eisbeth moet
ouders en broeders verlaten. Maar maak baar toch het hart niet
zwaarder, oudje, hoort gij! Gij moet bet hoofd omhoog houden!"
De gravin knikte met het hoofd.
„Weet gij," zeide zij toen fluisterend, „ik zou wel kalm en
bedaard zijn, wanneer ik maar wist, dat zij ook gelukkig zal zijn.
Maar Mansfeld is zoo eigenaardig, ik kan niet goed uit hem wijs
worden en
„Nu, houd dan toch eindelijk eens op met uw eeuwig geklaag,
gij zoudt iemand door zulke uitdrukkingen melancholisch raakeu.
Voor den drommel, niemand dan God alleen kan weten, of het
meisje gelukkig zul zijn 1 Wij geven haar echter een man van
eer, met de schoonste toekomst; een man, die liaar uit liefde
gekozen heeft, zij bemint hem van ganscher harte, en gij hebt
haar als uw beste dochter opgevoedik meen, dat deze allen
waarborgen genoeg zijn voor geluk. Komt het toch anders, nu,
wij hebben naar ons beste woten gehandeld, en tegen de be
schikking van het noodlot valt toch niet te strijden. Maar het is
groote onzin, zich met zulke onwaarschijnlijke mogelijkheden af
te matten, en alle opgewektheid de deur uit te jagen. Ei, gij zjjt
al voor het huwelijk een Looze schoonmoeder, oudje, dat had ik
van u niet gedacht, dat steekt zeker zelfs in do beste. En geef
mij nu een kus; ik denk, wanneer de drukte eerst maar
voorbij is, dat gij dan wel weder verstandig zult worden."
Over veertien dagen was het bruiloft, en het jonge echtpaar
reisde naar Tyrol. De dienst echter, die onverbiddelijke dienst
riep den joDgen echtgenoot en tevens jongsten ritmeesier naar
het garnizoen terug; morgen avond zullen do Mansfelds aan
komen, het is de laatste dag; overmorgen moet hij zich bij den
kommandant aanmelden.
Me
In het weelderig cn schilderachtig gemoubileerd Boudoir van
mevrouw von Schlingen waren de regimentsdames vergaderd.
Mevrouw Tbea hield ook in Wiesenau onverbiddelijk aan
het deftig theeuurtjo ten vijve vast Zij leunde in een nauw
sluitend huiskleed met sleep, hetwelk een mengelmoes gaf te
aanschouwen van zeegroene zijde, kant cn lint in een schommel
stoel en bewoog met bevallige onverschilligheid onafgebroken
haar grooten waaier. De sierlijke, mollige figuur met de el enacli-
tigo slanke taille bezat een wonderbaarlijk bekoorlijke gratie, en
gelijk zij daar zoo zat, de zacht blonde lokkon alleen met een
frische, donker roodc roos getooid, mot de diepe donkere oogen
poinzend voor zich uit starende, zag de sclioono vrouw
felijke bewijzen van ingenomenheid.
Bij het aanbieden dezer geschenken wees de heer Heyligers,
directeur van het postkantoor, er op, dat het volstrekt niet aan
alle postambtenaren gegeven was, gelijk de Jubilaris nu, op een
dergelijk tijdvak te roemen.
Allen waren er dan ook trotsch op, hem als oudste in leeftijd,
als oudste in dienstjaren, maar ook als een getrouw en dienst
vaardig collega te mogen begroeten. Als bewijs van aller achting
en gekoesterde vriendschap bood men hem de stoffelijke blijken
aan, met den wensch, dat gezondheid en een helder hoofd hem
nog lang mochten ten deel vallen en ten zege blijven, waardoor
hij nog een flink getal jaren met denzelfden ijver en opgewekt
heid voor den dienst, allen mag voorgaan in het volbrengen
zijner ambtsplichten.
Aan den Jubiiaris werden door het personeel aangeboden
een fauteuileen tabakspot en een kistje sigarenen door den
directeur een zilveren bril met étui
Met ingenomenheid kunnen wij nog vermelden, dat de geachte
Jubelaris ook rog eenige geschenken ontving van particu
lieren, benevens een groot aantal felicitatiekaaitjes.
Heil den trouwen ambtenaar, heil den nog vrij krassen, hoog
bejaarden Jubilaris!
Met het oog op de op tweeden Paaschdag alhier door
het gezelschap van Lier te geven voorstelling, geven wij hier
een recensie, voorkomende in één der Amsterdamsche bladen
Het Gouden Kalf. De verdienstelijke acteur-re-
het getemperde licht uit als de vleescli geworden droom eens
dichters. Hoe vielen de andere dames naast haar in het niet; de
schoone mevrouw "Wonsbeim in hare hoogst modern straattoilet
geleek wel een kamermeisje naast een prinses.
Hoe was de goede, trouwe majoor von Schlingen toch aan deze
verleideljjke schoonheid gekomen, die in hare vreemdsoortigheid
wel is waar veel belooverende bekoorlijkheid aan.den dag legde,
doch al weinig kon doorgaan voor een solide huisvrouw In
Hamburg had hij do schoone Amerikaansche, Thea Longside,
leeren kennen en hij had even als andere heeren gedweept mot
hare wonderscboone oogen, haar kleine voeten, haar clfentaille,
doch evenzeer haar zonderlinge toiletten, haar vrije manieren ge-
criliseerd. En toch verliet hij Hamburg als de openlijke verloofde
dezer buitenlandsche schoonheid en hij hield zich zeiven voor den
gelukkigste der stervelingen.
Ja, een slimme vrouw vermag veel. Yoor de Amerikaansche
scheen de trouwe krijgsman, die haar een goeden naam, een ver
zekerde maatschappelijke positie en een aanzienljjk vermogen kon
aanbieden, de meest geschikte persoonlijkheid, met wiens eerlijke
vlag elke smokkelwaar gedekt kon worden. Dat z|j hem er toe
bracht haar zijn liefde te verklaren, was niet zulk een kunststuk
geweest, maar dat hij nu nog, na een achtjarig huwelijk, aan
iiaar geloofde en zich voor een benijdenswaardig echtgenoot hield,
dat was een goocheltoer, opwelke mevrouw Thea trots was.
Wanneer mjjnheer von Bchlingen somtjjds door een vlaag van
jaloezio overvallen was, dan wist de schoone vrouw die letterlijk
weg te lacher, zoo dat hij zich telkens weder voor een ouden
dwaas hield, die zijn geluk niet genoeg naar waarde wist te
schatten.
Slechts eens had het lachen niet de gewone en de gewenschte
uitwerking, want het kwam er niet zoo vrij en helder uit als
gewoonlijk, maar de schoone Mansfeld trouwde immers nu,
en na alles, wat men hoorde, was het een huweljjk uit liefdo.
Ach, en mevrouw Thea was zoo huismoederlijk zorgzaam in de
keuze voor een heerljjk déjeuner als huwlijksgeschenk voor het
jongen paar dat loei, weg met de Ijverzucht, dien hate-
1 Ijken argwaan!
„Maar zjj is ook eene Amerikaansche, een weinig vrijer in
hare manieren dan de Europeesche dameszij kan zonder een
weiuig gedartel niet leven, maar voor het overige is het toch een
hart van goud, een lief wijfje. Ik ben werkelijk een oude ezel,
ten slotte zou ik nog ijverzuchtig worden op den overste, om
dat de arme roah, wien het ten eenen male aan huiselijk leven
ontbreekt, zooveel bij ons is. En goed beschouwd zijn w|j hem
eigelijk nog het naast, en voor dat weinigje gastvrijheid toont hij
zich zoo dankbaar."
Zoo dacht de goede, argelooze majoor.
Hoe men in het regiment over deze dingen dacht? Geen enkele
der dames was genegen, mevrouw Tea een getuigschrift van goed
gedrag te geven de oudere heeren spraken er niet over, en de
jongeren stelden zich tevreden met de dubbelzinnigste uitdruk
kingen daarover, dat wil zeggen, als zij geheel „onder ons" waren.
Er zijn zaken, die eenvoudig niet bij hun naam genoemd mogen
worden, zoolang men in een regiment bij elkander is, on hoe ook
de eigen meening mag zijn, voor de wereld wordt alles verloo
chend en wordt gewaakt tegen schijn.
Wel is waar belette zulks niet, dat in de burgerlijke kringen
van het stadje de huiveringwekkendste geruchten in omloop waren
en dat men ook in do nabijzijnde groote garnizoensstad er op-
meikzaam op weid gemaakt.