:aïïi;S|a£J£! HORDT VERVOLGD- Gemengd Nieuws. de levering gegund tegen 77 ]/2 c. per kilo, ofschoon er ook inschrijvingen waren tegen 65 en 74 c. Een der inschrijvers, de heer Noë, heeft bij den minister gereclameerd, en ontving het schriftelijk antwoord: dat de inschrijvingen it 65 74 en 78 cent per KG. te laat ontvangen waren. Bij onderzoek is dien inschrijver echter gebleken, dat al de vier inschrijvingsbiljetten gelijktijdig overgegeven zijn. iWoensdagavond omstreeks acht uur brak op de Gouwe te Hoogwoud in de oude boeren woning, bewoond door het talrijke gezin van A. Appel, een hevige brand uit, die weldra een dreigend aanzien nam. Zoo snel breidde de vlam zich uit, dat de geheele inboedel verbrandde, benevens drie vette varkens, een ezel, een geit en 1 300 aan bankpapier door den bewoner dienzelfden dag voor verkochte koeien ontvangen. Door spoedig aangebrachte, krachtige hulp werd de naastbij gelegen woning gespaard. Te Nibbixwoud is eene kaasfabriek opge richt, waar de melk van 55 koeien verwerkt wordt. Ue heer G. Hoek staat aan het hoofd daarvan. De schout-bij-nacht, C. II. Bogaert aan vaardde gisteren de betrekking van directeur en commandant der marine te Willemsoord, tevens commandant der stelling den Helder. Hoofd- en verdere officieren, benevens de amb tenaren in dat etablissement werden aan dien vlag-officier voorgesteld door den aftredenden vice—admiraal J. B. de Josselin de Jong, die op non-actieviteit is gesteld. Een bakker op Texel heeit sedert eenigen tijd zijn oven ook nog tot iets anders bruik baar gemaakt, dan tot het bakken van brood. Hij heeft toch een aantal kipeitren onder den oven geplaatst, waarvan vele kunstmatig zijn uitgebroeid. De proef, die nog niet geheel slaagde, zal nu op uitgebreider schaal en met nauwlet tender zorg worden hervat. - Donderdag had te Alkmaar een proefrit plaats met den nieuwen tram-onnibus van de heeren Meienbrink c. s. van Alkmaar via Bergen naar Egmond. Als passagiers waren de verschillende autoriteiten der betrokken gemeenten genoodigd. Het zijn nette wagens met plaats voor 22 personen. Te Egmond had men er een waar feest van gemaakt. Overal wapperde de nationale driekleur, de schoolkinderen zongen een toepasselijk lied. bij hotel Zeerust was een flinke eereboog opge richt enz. A. s. Zondag 4 Mei wordt de geregelde dienst voor het publiek geopend. In de gemeente St. Kruis is van 't begin van September des vorigen jaars tot 25 April jl. geen enkel sterfgeval voorgekomen. onoplettend van u Bella, den jongen man zoo te lateD heengaan Bella wendde zich lachend af en vleide zich in droomerige behaaglijkheid in een stoel neder. „Het is mij, als st ort zij geducht, die wreedo kat," dacht Erna met verachting. „Mijn schoone zuster is bijna nog schooner dan mevrouw Ttiea, en naar zulke exemplaren worden wij andere vrouwen be- en veroordeeld. Ach, hoe goed doet het, zulk een lief gelaat als dat der jonge me vrouw Mansfeld te zien, ofschoon het mij toeschijnt, dat zij ook reeds verandert. Zij is bleeker dan vroeger, de bruine oogen hebben den kalmen, onbevangen blik verloren, en zij dwingt zich zelve tot eene levenslustigheid, welke bij haar niet natuurlijk is. Arme vrouw, is zelfs in uwe on schuldige ziel zoo spoedig reeds de argwaan binnengetrokken, boe treurig hot met het door u gedroomde geluk staat Lieve hemel, daar komt die afschuwelijke Meisenberg naar mij toe; ik ga mij bergen!" Baron Meisenberg, vrijgezel en oud garde- cavallerist, die na een wilde jeugd zich op het land teruggetrokken had, speelde in Wiesenau en omstreken een groote rol. Van zijne kleine feesten verhaalde men allerlei dolle dingen en bij zijne groote feesten verdrongen zich de dames; hij gifld voor de schitterendste partij. Het zwarte haar volgens de nieuwste mode op het hoofd geplakt, alle valsche tanden in eon valschen lach toonende, trad hij Erna nu in den weg. Zij fronste met een trotsch gelaat hare wenk brauwen. „Hebt gij mij iets te zeggen, mijnbeer de baron vroeg zij op bitsen toon. Het lachje bestierf op het verloopen gelaat, en de verwaande heer stond nu tamelijk verbluft. „Niets bijzonders, lieve dame, wanneer gij het als niets beschouwt, dat ik u mijnen dicpsten eerbied wilde betuigen," zeide hij, terwijl hij zich met overdreven eerbetoon voor haar boog. Toen bij zich weder oprichtte, had Erna zich reeds a'gewend. Meisenberg keek baar na. „Heerlijke figuur 1" mompelde hij. „Trofs haar bruinen tint bevalt zij mij beter dan alle anderen. Daar is kracht en frischheid, en zjj bezit geest ook. Ik trouw baar toch nog eens. Dit huwelijk zal tenminste niet vervelend worden." Te Oud-Karspel is verleden week, bij het luiden van de kleine klok, ter gelegenheid van eene begrafenis, de bout gebroken, waaraan de klok hing. Een stuk daarvan viel op het hoofd van een der Iuiders, .1. S. genaamd, waardoor deze eene belangrijke hoofdkueuziug kreeg. Na spoedige heelkundige behandeling is zijn toestand thans gelukkig bevredigend. In de Algem. vergad. der Nederlandsohe Vereeniging voor Teekenonderwijs, gehouden te Amsterdam op den 8sten April 1890, werd met nagenoeg algemeene stemmen besloten, als het gevoelen der Vereeniging te erkennen, tot rapport der Commissie, waaraan wij o. a. het volgende ontleenen Het teekenonderwijs op de lagere school moet in de eerste plaats ten doel hebben ontwikkeling van het waarnemingsvermogen en van de vaardigheid om hetgeen gezien wordt, af te beelden; tevens mag de vorming van den goeden smaak bij dit onderwijs niet uit het oog worden verloren. Het dienstbaar maken van het teekenen aan eenig vak van nijverheid behoort op de lagere school niet tehuis. Bij het verlaten der lagere school op 13-jarigen leeftijd moet het meerendeel der leerlingen in staat zijn, een gewoon en niet moeielijk voorwerp uit onze dagelijksche omgeving, zooals: stoof, emmer, flesch, enz. naar de natuur op eenvoudige wijze te teekenen. De meest aanbevelenswaardige gereedschappen zijn grijsachtig, niet te glad papier en een tamelijk zacht potlood. Goede leien, met zachte EabergrifFel kunnen in dezen ook goede diensten bewijzen; evenwel zijn leien met ingekraste of geverfde ruitjes zeer af te keuren. Het is zeer gewenscht dat op 8 of 9-jarigen leeftijd het kind teekene uit de vrije hand; het gebruik van houtskool en zwart krijt kan dan een aanvang nemen. Van 8 toten met 13 jarigen leeftijd moeten de leerlingen minstens iy3, liefst 2 uur per week teekenen. Het gebruik maken van maatstokjes, passer en liniaal is streng af te keuren bij hand- teekenen. Daarentegen is het zeer wenschelijk, de leerlingen bij afzonderlijke oefeningen met het gebruik van passer en liniaal vertrouwd te maken. Zaterdagavond viel eene dame van een der vele onderaardsche trappen aan het Centraalstation te Amsterdam, en scheen zich ernstig bezeerd te hebben. Dergelijke valpartijen komen, naar iemand die bet weten kan verzekerde, aan het station „om een haverklap voor." Het denkbeeld komt ons ter overweging waard voor om aan den voet van gezegde trappen afdeelingen van „het Koode Kruis" op te richten de verongelukten kunnen dan dadelijk worden geholpen. Op het oogeublik toch is de toestand treurig en als iemand tuimelt is er, naar een oogetuige minder sierlijk, maar met veel juistheid opmerkte, voor hem of haar „zelfs geen spoog water bij de hand." (Nw. bl. v. N.) Omtrent 's Konings gezondheid verneemt het Hclbl. dat zich in het begin der vorige week eene lichte keelaandoening heeft geopen baard en dat dien tijd de algemeene toestand iels minder gunstig is gebleken." Het aantal sterfgevallen aan pokken in de 5 laatste jaren bedroeg in Nederland 184, waar van in 1884 62, in 1885 31, in 1886 72, in 1887 18 en in 1888 1. De overledenen waren gedurende die vijf jaren verdeeld over de ingezetenen in 8 provinciën, waarvan 107 in Noord-Brabant, 51 in Zuid- Holland, 8 in Gelderland, 6 in Noord-Holland, 5 in Friesland, 4 in Drente, 2 in Groningen en 1 in Limburg. In de provinciën Overijsel, Utrecht en Zeeland kwam in die 5 jaren niet één sterfgeval aan pokken voor. Per 1000 inwoners kwamen in de laatste jaren jaarlijks ongeveer 25 inentingen voor. Bij den landbouwer W. J. de Roon te Bewerken, viel eergisteren het volgende voor. Een kalf, dat zeer geplaagd werd van levend onrein, was gereinigd. Deze reiniging bestond in het begieten en inwrijven met petroleum. Toen deze waschkuur afgeloopen was, stak de man zijne pijp aan en wierp de nog vlammende lucifer weg. Ongelukkig viel deze juist op het kalf. De petroleum vatte vlam en weldra stond het arme dier aan alle kanten in brand. Als razend holde het door de weide. Men hoopt het met brandwonden overdekte beest nog in het leven te behouden. Te Leeuwarden zijn j.1. Vrijdag ongeveer 10,000 kievitseieren aangevoerd, een betrekkelijk groot getal, in aanmerking genomen het steeds gure weder. De gemiddelde prijs is 16 cent per stuk. Een groot deel dier eieren gaat naar het buitenland, inzonderheid naar Engeland- niet onbelangrijke verzendingen gaan zelfs naar Rome en Konstantinopel. Indien het weder zachter wordt, verwacht men grooteren aanvoer en dan lagere prijzen. Te Veenendaal vloog een haan van den heer Joh. de Leeuw uit het hok en kwam da- diepe wonden, üp net ang o lukkig spoedig mej. 1 nJda toe.' dlj dden. uit de macht van het woedende dier wis* te redde De knecht van den landbouwer Veldman te Drouwnerveen was bezig aardappelen te schillen, toen hij de vrouw des huizes vr g, of hij zich den hals zou afsnijden waarop hij terstond zich tot twee malen toe eene snede in den hals toebracht. De zoon van den landbouwer ging onmid dellijk met hem naar dr. Stolz te Borger, ie het eerste verband legde, waarna de patiënt naar zijne ouders werd vervoerd. Onderweg gat hij te kennen, zich door deze eerste mislukte poging niet te zullen laten afschrikken wijl zijn voornemen, om zich hel leven te benemen, bij hem vast stond. Oneeuigheid met zijne ouders, schijnt den jongen man aanleiding tot zijn wanhopig voornemen te hebben gegeven. Men schrijft aan de N. Rott. Ct. uit de Friesche venen Nadat na den afloop van het op Maandag gehouden appèl alle hoop op het eindigen der werkstaking scheen vervlogen te zijn, is er eenige ontspanning in den toesfand gekomen, niet alleen in de Tijnje, maar ook in de venen van Terwispel. Een honderdtal ploegen hebben Dinsdag ochtend den arbeid hervat bij die ver- veners, die zich bereid verklaard hebben toe te geven aan de door trekkers en turfmakers ge stelde eischen. Dat werken is echter alleen mogelijk onder de aanhoudende bescherming van de militaire macht, en ook des nachts zullen patrouilles moeten waken, daar de werk stakers, die volhouden, dreigen het overdag verrichte werk alsdan te verstoren. Ook de reeds langen tijd wachtende schippers zullen thans hunne ladingen in kunnen nemen. Het eenparig verlangen der kleine veenbazen en van een groot aantal werklieden om den arbeid te hervatten, heeft ten slotte gezegevierd over den volhardenden tegenstand der leiders. Algemeen is men van oordeel, dat thans de kracht der werkstaking gebroken is, al wordt zij voor het oogenblik te Beets nog voortgezet. En het wordt meer dan tijd, dat er, hoe dan ook, een einde aan komt, want de armoede en het gebrek hebben in vele gezinnen vreeselijke afmetingen aangenomen. Wel kwam en komt er nog geld in, doch wat beteekenen enkele honder den guldens tegenover de behoeften van duizen den. Maandag, na afloop van het appèl, is het voorgekomen, dat eene jeugdige moeder, met haar kind op den arm, uit wanhoop in het water sprong, toen haar echtgenoot terugkeerde met het bericht, dat besloten was de werkstaking vol te houden. Gelukkig werden beide nog levend op het droge gebracht, ofschoon het kind reeds bewusteloos was. Tegenover zulke feiten is zelfs het woord van Domela Nieuwehuis machteloos. Trouwens, ofschoon het meerderdeel der werklieden nog steeds voor dezen afgod neerknielt, is toch het aureool van onfeilbaarheid, dat zijne slapen om straalde, in veler oog leelijk verbleekt. „Kijk mijnheer", zoo sprak bij mijn laatste bezoek in de venen een arbeider, vader van een viertal kinderen, „ik geloof nou eigenlijk wel, dat Nieuwenhuis gelijk heeft, dat het, als we vol houden, op den duur wel beter zal worden maar als ze nou tegen jou zeggenNou mot je de heele week geen krummel eten, dan krijg je Zondag een maaltijd als de Koning, wat heb je dan nog Niks, want dan ben je, voor dat het Zondag is, al lang van honger gekrepeerd. Net zoo gaat het ons. Hij heeft goed praten op den duur wordt het beter, maar vóór we zoover zijn, leg ik er met mijn vrouw en kinderen onder of motten we van de armen gehouden worden." - „Domela is een beste man," zei een ander, „maar toch was het beter geweest, als hij maar in Den Haag gebleven was. Dan waren wij er nu beter aan toe." En zooals deze spreken, denken er honderden. Wel blijven de meesten er van overtuigd, dat hij den weg kent, die tot den heilstaat voert, doch die weg is hun wat al te zwaar en te hobbelig. Men verwacht thaus, dat in de eerstvolgende dagen de overgroote meerderheid der arbeiders het werk weder op zal vatten. Maar al wordt ook die verwachting verwezenlijkt, dan nog zal er een lange tijd verloopen moeten, alvorens de werklieden en kleine bazen, en ook tal van kleinere winkeliers, de rampzalige gevolgen van deze noodlottige werkstakingen te, boven zullen zijn. de omstreken van Kopenhagen. Daarom ver hij den koopman vriendelijk, zich naar a 1 Grete te begeven, die, toen hij 0p reis bij een brouwer te Kopenhagen diende81'!?' hl] den Koopman vriennenjK, zich naar l Grete te begeven, die, toen hij 0p rejs „D111 He I 1 vragen en als Grete het verzoek iuwilliS(tp Sn^ «-1.1 lr i*m rl 7ontlon 1^,» U. B, Zou koopman moest haar namens hem nuÖ -i-i -ï ,YV111IgCl0 hij dadelijk reisgeld zenden. De brave kooum begon dadelijk inlichtingen in te winnen m""1 het ging zeer moeielijk om Grete uit te vissch^' Van den brouwer was zij sedert langen tijd en hare latere diensten waren moeielijk te viud^ Eerst na iat.g zoeken vond de koopman haar' dezelfde straat waar hij woonde. Maar zij getrouwd. De koopman deelde den farmer de' treurige tijding mede. Den volgenden dagstj! de koopman in zijn winkel toen een vrooliit boerinnetje binnentrad. 1*' Het was een echte, frissche Seelandseh Een koopman te Erederiksborg ontving van een, van daar naar het westen der Yereenigde Staten vertrokken jongen man, een brief. Het geluk, schreef hij, had hem begunstigd. Hij had veel geld verdiend, eigen bezittingen ver worven en één ding ontbrak hem nog slechts, een vrouw. Die moest echter geboren zijn in vtouUC ïflpf blonde haren, een rij parelwitte tanden, gUjt;0 oogen, kortom het was een aardig meisje, z' kocht een spiegeltje, naalden en nog eenii voorwerpen, die reizigers gewoonlijk koope„ „Gaat u op reis?" vroeg de koopman. „Ja, {|aaJ Amerika." „Heeft u daar familie wonen ik wil mijn geluk alleen beproeven! De dienst, meisjes krijgen daar veel meer loon dan hier." De koopman keek haar eens aan en onwillekeurig maakte hij een vergelijking tusschen haar en Grete, „Hoor eens," zeide bij eindelijk, „ik heb voor niet lang een wonderlijke opdracht gekregen." En nu vertelde hij de geschiedenis van'den landsman in Amerika, die een vrouw zocht, Het jonge meisje - zij heette Karen bedacht zich een oogenblik. Dan vroeg zij wel: ,/Hebtgijer iemand reeds van verteld?" - „Neen." - „Goej geef mij dan het adres van den man; voor het overige zal ik zelf zorgen." Vier maanden later had er op een farm in den staat Jowa een groot feest plaats, toen de Deensche eigenaar en Karen hun bruiloft vierden. Eerst na de bruiloft, kwam de gelukkige farmer te weten, dat de koopmau te Erederiksborg de eigenlijke huwelijks-makelaar was geweest. Een lastige vrijer is mijnheer Paul Romer, die een goed oogje had op Rose Chèrv, zijn nichtje. Nu wilde het geval, dat Roosje volstrekt niets voor haar neet gevoelde dan eene portie onverschilligheid, die zich daardoor uitdrukte, dat zij volstrekt niet opzijn gezelschap gesteld was. In plaats nu van te denken, dat er nog meer aardige nichtjes in de wereld zijn, koopt de man volgens de mode des tijds een revolver en wacht daarmee het meisje op, dat hem en zijn aanzoek ontwijkt. De man wordt woedend, volgt haar ineen groot mode-magezijn waar hij a bout-portant vier schoten op haar lost, terwijl hij zich daarna twee kogels in het hoofd jaagt, Daar deze euveldaad geschiedde in een der grootste modewinkels van Parijs laat zich de ontsteltenis der tahijke aanwezige dames niet gemakkelijk beschrijven. Merkwaardig is het tevens, dat bij eender dames, die in zwijm viel, onder haar mantel een rol echte kant van twee duizend francs te voorschijn kwam, die de dief egge juist ingepalmd had, toen het schot viel, waarvan zij schrikte. In het politie—bureau zorgde men, dat die dame „bij" kwam. In Pennsylvanië is een streek, waarin men in de eerste tien jaar geen trouwlustige jonge lieden zal vinden. Dit gelukkige oord is het stadje Ciaysville waar ongeveer acht maanden geleden een soort trouwepidemie is uitgebroken, die onverbiddelijk alle meisjes, de oudsten zoowel als de bakvischjes aan den man gebracht heeft, zoowel als alle jonge mannen onder de pantoffel. Acht maanden geleden vermoedde niemand nog iets van de naderende vreeselijke ziekte, die niet zooals de influenza over de gansche wereld verspreid werd, maar te Ciaysville begon en te Ciaysville eindigde. Eens op een dag trok met stille trom een jong paartje naar Cumberland in den naburigen staat Maryland, liet zich daar inzegenen en keerde als echtpaar terug. De echtgenoot was 18 jaar, zijn jong vrouwtje 14 jaar en van alle zijden werd hun vastberaden voorbeeld toegejuicht. Deze bijval prikkelde eenige andere minnende paartjes tot naijveren in de volgende week waren reeds drie paartje8 naar Cumberland vertrokken. Bij het einde er maand waren reeds 18 paartjes naar Cumber geweest. Een wijs man berekende, dat wann®e^ het zoo voortging de stad binnen negen maant e van alle huwelijks—gereede paartjes „gezlliver zou zijn. Doch de man heeft zich vergist, er zijn nog geen acht maanden verloopen en voorraad is reeds verbruikt. Jonge minne11 paartjes ziet men niet meer in Ciaysville, er slechts echtelieden en kinderen. De is echtgenoot is 16 de allerjongste echtgenoo e jaar. De jongste ongetrouwde „man,18 en de jongste ongetrouwde „vrouw", laj men bewaakt deze laatsten bij het naar 9 gaan scherp, want niet geheel ten onrechte v men, dat ook zij door de epidemie zijn aange M. de Redacteur (;eI1de Beleefd verzoek ik U mij voor lietvog eenige ruimte af te staan in uw blad. Het bericht in uwe courant van V*0

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 2