fSdüiff's; y""s"e
ssar-
IS?
Van Nabij en van Verre.
Gemeenteraden.
UIT DE PERS.
hel'.
bruiloftzaal en deden den maaltijd eeraan.Zijü
ingenomenheid met den hnwelijken staat is wel
eenigszins verminderd.
Op een bruiloft in de buurtschap
Bomerbooek, die van 's namiddags een tot zeven
uur duurde, werd onder meer circa 100 liter
jenever verbruikt.
Wie te middernacht van den laatsten April
op den eersten Mei, zoo schrijft men ons, zich
bij zeker kanaal in de nabijheid van de hoofdstad
dezer proviucie bevond, heeft eens hartelijk
kunnen lacheu over eene bijgeloovigheid, welke
men zeker aldaar niet meer dacht te vinden.
Verscheidene landbouwers n.1. uit het dorp, dat
wij X. zullen noemen, waren met hunne schapen
en lammeren gekomen, om ze in bedoeld
stroomend water onder te dompelen. Daar was
D. met een HO stuks, B. met 50 stuks enz.,
die allen den grooten waterdoop oudergingen.
Waarom Omdat men zegt, dat schurftige schapen
van die ziekte genezen worden, wanneer zij in
den genoemden nacht in een flink stroomend
water ondergedompeld worden. Juist in dien nacht,
zoo luidt het mysterie. En deze landbouwers
waren bijgeloovig genoeg om dit voor waarheid
aan te nemen en gaven zich alle moeite om hun
wolvee te genezen. Wel bekome hun die moeite
Wel bekome het den schapenWaarachtig een
gemakkelijk middeltje om de schurft, die, naar
men zegt al een jaar lang in bedoeld dorp in
hevige mate heerscht, te bedwingen. Zoo'n beetje
bijgeloof is een zegen (P. Gron. Cl.)
In eene gemeente uit den omtrek van Aalst
is een meisje, dat schijndood was, bijna begraven.
Reeds lag zij in de kist toen zij uit haren
doodslaap ontwaakte. Men kan zich de vreugde
onder de bloedverwanten voorstellen. Het meisje
is erg ziek van den doorgesfanen schrik, doch
herstelt langzamerhand.
Naar aanleiding der op heden aan te
vangen Katten—tentoonstelling, maakt nKeuve-
laar" in het Vliegend Blad de volgende op
merkingen
De kat,
„Aan wier manieren men dadelijk ziet,
„Of die mijnheer of mevrouw biet",
is sedert over oude tijden, en we mogen wel
aannemen van de schepping der wereld af, een
trouw bondgenoot van den metisch, wicn zij van
ratten en muizen bevrijdt en wiens gebakken
vischjes en zoete melk zij, als ze er kans toe
ziet, voor goeden prijs verklaart. Dat ze, bij
gebrek aan boter, ook vliegen lust' is bekend.
Als men een kat, voetje voor voetje op den
rand van een schutting of in een smal dakgootje
ziet kuieren, als men haar een musch of sijsje
naar de andere wereld ziet helpen of het talent
bewondert waarmee zij het warmste plekje aan
den haard of het lekkerst door de zon beschenen
hoekje weet uit te zoeken, zou men misschien
geen al te hooge gedachten van het dier hebben
en toch is het van hooge „kom-af".
De Egyptenaren verafgoodden de kat en koning
Cambyses maakte van die omstandigheid gebruik,
gaf zijne soldaten bevel katten in den arm te
houden en nam op die manier de stad Pelusium
in. Als een kat overleed ging de geheele familie
waarbij zij woonde, in den rouw, men balsemde
het lijk van het beest alsof 't een groot heer
was geweest, begroef het met godsdienstige
plechtigheden en zette een monument op zijn
graf.
De profeet Mohamed hield buitengewoon veel
katten en toen hij eens eene wandeling wilde
maken en ontwaarde dat zijn kat op een slip
van zijn mantel was ingedut, sneed hij de slip
liever af, dan het dier wakker te makeu.
Als iemand in het paleis der koningen van
Wales een kat doodde, moest hij zooveel graan
als boete opbrengen, als noodig was om Bet, aan
zijn staart opgehangen dier, te bedekken.
Men ziet dat ik niet te veel zei toen ik
beweerde dat de kat in vroeger dagen een dier
van groote beteekenis was. Ik zou er nog heel
wat aan kuunen toevoegen, maar bepaal me tot
de mededeeling dat poes eerst sedert de kruis
tochten in ons werelddeel algemeen is geworden.
Dat men over de kat boeken vol kan schrijven
is bewezen door het verschijnen van „het boek
der kat," en „het leven der huiskat," beiden
door Duische geleerden in het licht gezonden.
In vroeger dagen moesten de katten meehelpen
ora den lijdenden mersch gezond te maken en
de apothekers verkochten bijvoorbeeld kalten-
bloed als probaat middel tegen vallende ziekte,
vermoedelijk omdat eene kat nooit valt of, als
ze valt, op haar pooten terecht komt.
Dat iemand die met rheumatiek is aange
haald, niet beter kan doen dan eene kat als
bedgenoot te nemen, is voor niemand een nieuwtje.
Heel eigenaardig is zeker dat hetzelfde
dier dat, in het voorjaar onze ooren door allerlei
onmuzikale geluiden verscheurt, ua zijn dood
diezelfde ooren streelt. Katten-darmen zijn toch
naar men weet, uitmuntend geschikt voor snaar
instrumenten.
Hoe in Amsterdam de kat steeds werd ge
waardeerd, bewijst de omstandigheid dat men
daar kan wijzen op een Kattengat, Kattenburg
en Kattensloot.
Bij veel waardeering moest de kat, in den loop
der tijden echter ook veel verguizing onder
vinden. Men denke maar eens aan het terecht
beruchte kat-knuppelen, dat tegenwoordig ge
lukkig uit de wereld is. Men stopte een poes
in een ton, smeet daarna precies zoolang met
knuppels, dat iemand een bodem uit de ton
gooide en 't beangstigd en half dol geworden
dier er uil vloog. Dat katknuppelen is, even
als het haau sabelen en paling-trekken, wel
verdwenen, maar toch behandelt de mensch-
heid het kattengeslacht nog volstrekt niet neijes
men denke maar eens aan de vele poesjes die
„als zuigeling te water gaan."
De katten en de vrouwen worden vaak in
één adem genoemd. Ik zeg dit niet om op
kwaadaardige wijze te kennen te geveu dat
beiden valsch zijn. Ik denk er niet aan en
verklaar te gelooven dat de sierlijkheid, de
netheid, de „elegance," (zouden do Eranschen
zeggen) die katten en vrouwen eigen zijn, ze
met elkander doet vergelijken.
Niet iedereen is zoo beleefd als ik en als
een enkel voorbeeld hiervoor haal ik aan hoe
een herbergier bij Hasselt, in Limburg, een
uithangsbord aan zijn kroeg heeft, waarop een
vrouwenhoofd, een aap en een kat uit een
laars komen kijken. Het onderschrift luidt „li la
Botte pleine de Malice," 't geen zooveel wil
zeggen als„in de laars vol boosaardigheid."
Ik mag mijn heel vluchtig kattenpraatje
niet eindigen, zonder er op te wijzen dat wij
een landgenoot? hebben, die hoog vermaard
is als katten-schilderes. 't ls mevrouw Ronuer,
te Brussel woonachtig. Een viertal jaren ge
leden kon men, in het gebouw Arti et Ami-
citiae op het Rokin een groot aantal schilde
rijen en schetsen van haar hand bewonderen,
die gezamenlijk een getrouw beeld van het
familieleven en 't aardsch bestaan der kat te
aanschouwen geven.
In de laatste jaren zijn verscheidene katers
over de tong gegaan. Ik kan wijzen op een
vermaard „aapjes"-koetsier van dien naam,
op den voorzitter van eene bekende vereeni-
ging en op een jong zeeman, die zich onlangs
heel moedig gedroeg, maar zij allen hebben,
al heeten zij ook precies als de gehuwde heer
in de kattenwereld, niets met hem te maken.
En nu eindig ik met mijn praatjes. Als het
te lang werd kwam er maar katjes-spul door.
Keuvelaau.
Op den straatweg tusschen Baarn en Hil
versum is eene brutale aanranding gepleegd.
De heer W.van Utrecht inoest met den trein
van Hilversum naar Utrecht. Hij stapte echter
's middags in den verkeerden tiein en kwam
zoodoende te Baarn. Vandaar wandelde hij naar
Hilversum. Onderweg kwam hem een landlooper
tegen, die onder het uiten van een vloek
rakelings langs hem heen ging, daarna, zich
omkeerende, den heer W. in den nek greep en
dezen met de vuist een slag tegen den neus
gaf, dat het bloed er uitspoot en hij op zijn
beenen wankelde. YV., ofschoon niet groot, toch
sterk en gespierd, herstelde zich spoedig, greep
op zijne beurt den landlooper aan en wierp
dezen tusschen een hoop steenen, waar hij nog
lag, toen W. reeds een eind doorgewandeld was.
(U. D.)
In eene der lokalen aan de openbare
school te Oosterbeek is een roodborstje bezig
is haar nestje te bouwen en wel tusschen het
schoolbord en de landkaartenkap. Niettegenstaan
de in dat lokaal dagelijks onderwijs wordt gegeven,
gaat zij met het bouwen van haar nestje onafge
broken voort.
Een zeldzame operatie Een kip van den
heer M. B., te Loon op Zand (N.-B.), had een
beentje ingeslikt dat haar de spijsopneming
belemmerde. De eigenaar sneed de krop der kip
open, haalde er een 4 cM. lang beentje uit,
maakte de krop zuiver en naaide die weer dicht.
Een dag lang treurde de kip, nu is ze weer
eveu gezond als vroeger.
de postwet. Bij het nieuwe ingediende
wetsontwerp tot regelingderbrievenposterü
worden alle bestaande wetten, de brievenpost betreffende in
eene samengevat. De voorgestelde wijzigingen in de bestaande
wetgeving strekken vooreerst tot juister omschrijving van
het zoogenaamde staats-monopolie. Zij betreffen voorts-
1» eene nieuwe regeling van het port der dag- en week
bladen (nieuwsbladen) en der gedrukte stukken-
2» de afschaffing der wettelijke bepaling dat' het recht
voor expresse-bestelling vooraf moet worden voldaan
30 eene uitbreiding van den dienst der invordering van
4» het in het leven roepen eener nieuwe orde van zaken
ten aanzien der onbestelbare en geweigerde stukken alsmede
behng W1JZIS'Dgen CQ aanvullinSen van meer ondergeschikt
Vervallen zijn de uitzonderingen voor het vervoer van
brieven op wegen of inrichtingen waar geene brievenpost
bestaat en van brieven of pakketten waarvan het gewicht
500 gram bedraagt. Nieuwe uitzonderingen op het staats
monopolie zijn opgenomen. Het vervoer van brieven met
de bedoeling ze ter post te bezorgen is vrijgesteld- het
vervoer van brieven, onmiddellijk betrekking hebbende op
de voorwerpen waarmede zij vervoerd worden, is toegelaten
en de bestelling van brieven door een commissionnair of
kruier in groote steden, door een bode of jongen van de
eene plaats naar de andere, een en ander onder beperking
van het vervoer binnen de grenzen des Rijks eindelijk is
het aanbrengen van brieven door scheepsgezagvoerders in
de havens van het Rijk toegelaten.
De bepaling van het ««tam» V™0T
niet meer in de we' °P£L:nB. van het port der ontoereikend
2Vj rant voor het gewicht «wicht van
liSlüH
100 gr. of gedeelte van dien; dit laatste om
1 a u d s c h e bladen niet langer te bevoordeelen tegen
de binnenlandsche. Hetzelfde port in verhouding tot het
gewicht is van toepassing op de bijvoegsels bj afzonderlijke
verzending. De heffing van dat port kan ook bij abonnement
geschieden op de wijze door de Regeering te bepalen.
De frankèering van nieuwsbladen kan ook geschieden
naar het tarief van het briefport.
Het port der monsters blijft onveranderd.
Bij verlies van een aangeteekeudeu brief met aangegeven
geldswaarde zal, ook in geval van overmacht als oorzaak,
vergoeding van ten hoogste f 25 verschuldigd zijn. Ambts
halve aaateokening zal ook kunnen worden toegepast voor
de verzending van geldswaardig papier in met aangeteekende
brieven, indien dit toevallig mocht blijken, en wel om de
verzending van geldswaardig papier in met aangeteekende
brieven zooveel mogelijk tegen te gaan.
Een vast recht van den geadresseerde zal worden
geheven voor een ambtshalve aangeteekenden brief, op drie
maal het recht voor gewone aanteekeuing.
De verplichte vooruitbetaling van het recht voor expresse
bestelling buiten den bestellingskring van een postkantoor
wordt afgeschaft.
Het recht der gewone postwissels zal voor bedragen boven
een nader te bepalen minimum worden verlaagd.
De verplichting tot uitbetaling van een postwissel op een
postbewijs vervalt, indien het stuk niet binnen vijf jaren
is aangeboden.
De post zal voortaan ook wisselbrieven, assignaticn en
handelspapier kunnen invorderen als dit ontwerp wet wordt.
Een tweeledig recht zal daarvoor worden geheven: een vast
recht van 5 cent voor elke waarde afzonderlijk en een op
klimmend recht, gelijk aan dat der postwissels, voor het
ingevorderde bedrag. (Ook voor quitantiën dus 5
cents.) Het ontvangbewijs is vrij van zegel.
In verband met de voorgenomen afschaffing van de zoo
genaamde emolumenten der postkantoren wordt eene gelegen
heid om zich door tusschenkomst der post te abonneeren
op eene courant of tijdschrift en tot gebruikmaking van het
„droit de boite" bestendigd tegen een bepaald recht, nader
vast te stellen.
i.
Even verrassend als nieuw is de daad van
Mr. Gallandat Huet, lid van den gemeenteraad
te Haarlem, die in een adres aan Z. M. den
Koning, zijn leedwezen heeft betuigd over de
herbenoeming van den Burgemeester der ge
meente Haarlem, en dezen tevens aangeklaagd
heeft over het misbruik maken van gezag in
de raadsvergaderingen, het tegenhouden der
herziening van rijks. pers. bel. tot groot nadeel
der gemeente, het te dikwijls behandelen van
zaken in geheime zittingen en ten slotte het
toegedaan zijn van het stelsel willens en wetens
de vermogenden laag belasten.
Onbekend met Haarlemsche toestanden, ver
klaren wij ons gaarne onbevoegd in deze een
oordeel uit te spreken, doch de opmerking
moet ons uit de pen, dat het ons vreemd voor
komt, dat Mr. Huet zijne bezwaren niet in een
adres aan Z. M. heeft kenbaar gemaakt vóór
dat de herbenoeming van den Burgemeester
plaats had.
Naar aanleiding van dit incident rijst hij ons
de vraag Hoevele burgemeesters en meer
nog hoevele gemeenteraadsleden zouden aan
dergelijke aanvallen bloot staan, indien alge
meen het voorbeeld van Mr. Huet gevolgd werd
Vooral ten platten lande zou het aantal legio
zijn, doch wie zal daar de kat de bel aan
binden
Hoewel wij in ons Noorderkwartier op enkele
lichtpunten kunnen wijzen, kunnen wij zonder
vrees voor tegenspraak beweren, dat elke zitting
van den Raad eener plattelandsgemeente geheim
is, geheim niet in den zin der wet, doch geheim
omdat er eenvoudig niemand is die het ver
handelde openbaar maakt.
Uit enkele gemeenten wordt een verslag van
de zittingen aan de Bladen gezonden. Uit den
aard der zaak is zulk een verslag echter steeds
beknopt en geeft het slechts in punten het
gesprokene weer. Toch zijn deze gemeenten veel
verder op den weg van den vooruitgang dan die,
waar geen verslaggever de gemeenteraads
zittingen bijwoont. Wie toch der inwoners of
kiezers zal van zijn recht gebruik maken door
de zittingen bij te wonen? Niemand; men doet
dit niet uit onwetendheid, uit lauwheid of
omdat men bang is.
Ujt onwetendheid, want hoe vreemd het
ook klinke moge in onze eeuw van ontwikkeling
- een groot, zoo niet het grootste deel der
kiezers weet nog niet, dat men het recht heeft
elke gemeenteraadszitting bij te wonen.
Uit lauwheid, want hoe moedig gij ook ge
streden hebt, gij, kiezers, die den man uwer
keuze uw vertegenwoordiger zaagt worden gij
laat schier allen dien moed verflauwen, 'uwe
veerkracht verslappen, nu gij weet dat gij
vertegenwoordigd wordt.
Hoe het geschiedt, vraagt gij niet.
Slechts bij elke nieuwe verkiezing schrikt
gij even op uit uwe rustige rust, spant gij al
uwe krachten in, om na de zege weder terug
te keeren tot uw winterslaap op staat- en
gemeentehuishoudkundig gebied. Weet gij wel
dat uwe lauwheid veelal de oorzaak
lauwheid uwer vertegenwoordigers, va'8 I-
zeilige „onder ons"-jes waar koek
cn V i5
het terrein innemen van gewichtig J al,J*-
Manafin
Eene goede controle maakt
onmogelijk. Gij hebt uw vertrouwen
vertegenwoordiger geschonken, welnu
blijft toezien of hij dat vertrouwen" «T
blijft of - wilt gij liever gij to aat^
voortdurende belangstelling in den man "*e
wien de behartiging van u aller bel;
toezi^
opgedragen. Ieder eerlijk man zal dit
die belangstelling geen wantrouwen
Daarvoor juist zijn echter de meeste A
te bang. Op het platte land is raen
van elkander afhankelijk, komt men te
met ieder in aanraking, dan dat men niet^'
trachten, zooveel mogelijk met ieder in Z®J
verstandhouding to leven. Hiertoe moet
echter „ziende-blind" en «rhoorende-doof
en althans niet ongeroepen trachten te ?i J'6
i *lcn en
hooren.
En doet men dit wel dan wordt men
allerlei wijzen tegengewerkt; men ont
van die kleine speldeprikjes, die m^r p|
veroorzaken dan een groote wond; menwonjt
zoo niet openlijk veracht als een oproerkraaier'
dan toch geheel genegeerd in elk gezelschap'
waar men zich vertoont.
Meent niet, dat dit slechts eene hersenschim
is. Wilt gij een voorbeeld uit de talrijke L
wij kennen
In eene gemeente, waar nog nimmer e®
plaatsje op de publieke tribune was bezet ge
worden, trad juist toen de Raad vergaderd was
een inwoner dier gemeente binnen om bij ft
behandeling eener zaak tegenwoordig te zijn
waar hij belang bij had. leder der Raadsleden
dacht dat hij een hunner wenschte te spreken,
Een stoel, eene sigaar, ja zelfs een bittertje
werd hem gepresenteerd en een half uur koutte
men genoegelijk over allerlei zaken. Eindelijk
echter moest den voorzitter de vraag van ft
lippen „Wien onzer wenscht gij te spreken?
Als een donderslag van een onbewolkten hemel
klonk nu het antwoord van den bezoeker dei
vergaderden in de ooren, toen hij liet doel
zijner komst mededeelde. Sprakeloos van ver
bazing of schrik bleven de raadsleden eert
wijle zitten, toen plotseling één hunner ziel
noodzakelijk even moest verwijderen; ea
tweede volgde, daarna een derde, en eer
vierde en weldra was de bezoeker geheel alleen
Doch de vergadering moest toch voortgeze
worden. Toen allen eindelijk weder gezeten
waren, kwam de bewuste zaak ter tafel en
voorstel van den voorzitter werd besloten
behandeling er van tot eene volgende
dering uit te stellen, om nadere inlichtingen
te kunnen inwinnen op punten, die van zeer
ondergeschikt belang waren. Daarna, //niets
meer aan de orde zijnde," werd de vergadering
gesloten. En de bezoeker Geen woord
groet meer werd hij waardig gekeurd en toen
hij korten tijd daarna een verzoek richtte
den Raad om iets, dat hem tot dien tijd j;
lijks vergund was, werd afwijzend beschikt,
Het gevolg was dat den man de lust verging
nogmaals eene raadsvergadering bij te wonen
en de Raad wederom de openbare zaken
comité kon behandelen.
Zoo ging het en zoo gaat het nog vee
In een volgend artikel hopen wij nog meer
aangaande plattelandsgemeenteraden te kunnen
meedeelen.
Opmerkelijk. Onder dit
schrift geeft Q. N. in de Aanwijzer de vo
waarschuwing
Dezer dagen kon men in de Maasbode, k
Rotterdamsche blad, dat onder toezicht v»
bekende R. K. geestelijken staat, het navo
gende lezen
Tegen de aanvallen des ongeloofs is
Protestant op den duur niet bestand, en
een
willen.
j. iunsmui u[j ucii uuur mee ucota.ii", --
er velen onder hen zijn, die het geloof,
welk zij nog bezitten, niet verliezen m
ja behoefte gevoelen aan verlevendigin8
versterking daarvandaar zij ten tm<~e-yaJ
dat in de schaduw des gezags de ji! J-U
goederen van den mcnsch, ook de stouei j»
te behouden zijn en niet onder de banier
onmogelijke „vrijheid," zullen zij tQegeve"
den drang, die hen in de richting van
voert, 't Is dan ook voor het bloote oog
baar, dat zelfs Dr. Kuyper aan dien drang
geheel kan wederstaanherhaaldelijk iec
zich te verdedigen tegen bladen zÜn,t rs ,{)Uldi'
die hem van een heulen met Rome
gen, maar in dien strijd is hij de sterks
nooit kan hij afdoend beweren en °P Bot
gronden volhouden, dat hij ongevoelig
sommige bekoorlijkheden der oude Moe
dat er ook in zijn hart een Sehnsuci
haar, die uit de handen des Heeren jg v3ii
christendom ontvangen heeft en de g
Koning Jezus in nood en dood ver e
Kan onbewust zijn, zal men zegg