UIT DE PERS. omtrent het ontwerp tot splitsing van de groote steden in enkelvoudige kiesdistricten, zal in het laatst van deze maand worden rondgedeeld. De eindindruk van het afdeelingsonderzoek moet aldus zijn saam te vatten, dat de vervanging van de meervoudige door enkelvoudige districten steun vond bij eene meerderheid, doch dat de minderheid zicb plaatste op hot standpunt, dat verandering van de districten zonder gelijktijdige wijziging of definitieve regeling van het voorloopig kiesrecht, ia strijd is met de Grondwet. Een eigenaardig gebruik heerscht nog in sommige dorpen van Limburg. In den Meinacht brengt de minnaar aan de uitverkorene van zijn hart een „Mei" d. i. een groenen tak met bonte vlaggetjes, geverfde krullen, linten en bloemen versierd. Deze „Mei" wordt vaak met levensge vaar geplaatst op den nok van het dak, waaronder de geliefde rust. Wanneer deze des ocbtens den „Mei" op het dak ontwaart, laat zij hem door een harer broeders of vrienden afhalen en bewaart de linten, bloemen en andere versieringen als een kostbaar liefdepand. Zij is er trolsch op, als zij den volgenden Zondag aan hare vriendinnen kan vertellen, dat zij een schoone „Mei" gehad heeft van haren Jan, die, ofschoon een uur van haar afwonende, zijne nachtrust heeft opgeofferd om haar een zichtbaar blijk te geven van zijne onwankelbare liefde en trouw- Ingevolge de verkregen goedkeuring van Ged. Staten van Limburg, is tusschen het dageüjksch bestuur van Roermond en den R. K. bisschop aldaar de overeenkomst gesloten, waarbij het collegegebouw met aanhoorigheden, geduren de 20 achtereenvolgende jaren aan den bisschop wordt afgestaan, met bepaling dat aan dezen geestelijke voor het door zijne tusschenkomst daarin te geven onderwijs, door de gemeente een jaarlijksch subsidie van f 1000 zal uitgekeerd worden. Naar Be Ingenieur verneemt, zijn de metingen ten behoeve van het onderzoek van de Zuiderzee—vereeniging in zake de Zuiderzee— indijking hervat. Zij hebben plaatsin de nabijheid van Harlingen door de civiel—ingenieurs C. C. Coomans en P. Joosting en den opzichter Vegtet. Zooals wij vroeger mededeelden is er op den Isten Mei te Friesland een „grap" uitge haald. De stationschef M., te Ghad toch aan een gemeenteveldwachter verklaard, dat hij en veel zijner collega's op 1 Mei het werk zouden staken, 't Gevolg was, dat op den nootlottigen dag verschillende stations bewaakt werden door even zooveel autoriteiten, enz. Het muisje heeft echter nog een staartje gehad, zooals blijkt, als het volgend grappig bericht, ontleend aan de Amst. Ctwaar is. De stationschef hield er een fraaie collectie kippen op na. Op zekeren morgen mist hij uit het kippen hok eenige eieren, wat zich na verloop van korten tijd herhaalde. Den gemeenteveldwachter, „een suf bediende", werd van de diefstallen kennis gegeven, maar op een goeden mor gen vindt de stationschef vier a vijf zijner schoonste kippen met omgedraaiden hals buiten het hok en de grootste deel der eieren ge stolen. De chef wetende, dat de veldwachter meer „klikspaan" dan „politieagent" was, wreekt O, hoe haat Walther hen, die menschen, dien slanken graaf Westburg en haar, haar ook, de tooveres met do valsche, bedriegelijke feeachtige gestalte 1 Heden voor de eerste maal ziet hij haar zoo, als zij eigenlijk is, de blonde Bellamaar ach, dat brandende gevoel, hetwelk hem doortintelt, is toch geen haat, het is liefde, vurige, zinver- doovende liefde Hij heeft het zoete vergift arge loos te lang en te diep ingezogen; hij kan het niet derven, al weet hij ook, dat het hem zal vernietigen. Weg met die teedere dweperij, die beseheiden aanbidding éénmaal moet hij die vrouw aan zijn hart drukken, éénmaal moet hij die lippen kussen, Blinde dwaas, die hij toch was! Hoe dikwijls had hij het reeds kunnen doen hoe weinig had hij hare woorden, hare blikken ver staan, wanneer zij met elkander alleen waren in het prieël aan het meer of in het stille boudoir als eenig gezelschap Dante's gloeiende verzen Ongetwijfeld lacht zij om den armen dweper, veracht hem misschien zelfs. Neen, dat zal zij niet bij God, dat zal zij niet, hij zal ja, wat zal bij eigenlijk Verward kijkt Walther rondom zich. Een ijzigo koelte raakte zijn voorhoofd aan; hij rilt, hij voelt, dat hij bij een open venster staat. Hoe doet de winterkoelte hem huiveren, zijne ledematen zijn als verstijfd. Juist draagt een bediende een blad met volle wijnglazen voorbij. Walther grijpt een glas en ledigt het in een teug. Ha, dat doet goed I H:j gaat naar het buffet. Iemand reikt hem een vol glas champagne. Spoe dig nog een tweede! Ah, voortreffelijk, nu govoelt hij weder, dat zijn bloed in beweging komt „Dat middel werkt goedverzekert hij lachend den jongereD officieren, die hem plagend uitdagen, pog wat er van te gebruiken. WORDT VERVOLGD- zicb op hem door de bekende ui„hij gaf hem in vertrouwen te kennen, dat hij en veel zijner oud-collega's op 1 Mei j.1. het werk zouden staken." De veldwachter, 1 Mei j.1. des morgens zijn ronde doende, kwam langs het station en Zig uit den juist aangekomen trein een heer stap pen, die volgens zijn meening van top tot teen op den tegenwoordigen Minister van Waterstaat geleek. Zoo snel als een gepensionneerd sergeant der infanterie nog kan loopeu, zoo snel de veldwachter naar het hoofd zijner gemeente en gaf var; de komst Zijner Excellentie'kennis. De burgemeester, die wist, dat de Ministers van de eveütueele werkstaking der stationschefs kennis droegen, aarzelde geen oogenblik geloof te slaan aan het bericht van den diender. De gemeenteraadsleden werden in allerijl uit- genoodigd tot het bijwonen eener buitengewone vergadering ten Raadhuize en de burgervader, gestoken in galacostuum met steek en rapier, ging den hoogen bezoeker per as van het station halen. De eenvoudige reiziger, die circa uur te wachten had, voor hij in de door hem gewenschte richting vertrekken kon, en zich in de wacht kamer vreeselijk verveelde, gaf aan de uitnoodig- ing van den sierlijk uitgedosten burgemeester gehoor om in het gereedstaande rijtuig te stappen, en weldra was het tweetal aan het Raadhuis geko men, op het bordes waarvan de gemeenteraadsleden met ontbloote hoofden hadden plaats genomen. De Minister werd in de Raadzaal gevoerd en zou juist worden toegesproken, toen een Gemeen teraadslid den voorzitter in de rede viel, door hem iets in het oor te fluisteren. De Minister maakte van deze gelegenheid gebruik zijn naam kaartje te voorschijn te halen, bood het den burgemeester aan en deze stelde, onder algemeene hilariteit, den gewaanden hoogen gast voor als S A M U E L R Vertegenwoordiger van de firma Br. M., in Linnens, Amsterdam. [Zutph. Ct). Een 1 Öjarig jongmensch uit Roermond, zekere E., heeft 1.1. Zaterdag de kas zijns vaders opengebroken en met eene som van t 1000 de vlucht naar Pruisen genomen. Hoe onze tuinbouw toeneemt, bewijzen de cijfers betreffende den uitvoer van groenten, met name in de laatste tien jaren. Van 1857 tot 1867 voerde Nederland voor p. m. 8 ton gouds aan groenten uit; tot 1880 steeg dat cijfer tot 6 millioen en nu in de laatste jaren heeft het de 14 h 15 millioen gulden bereikt. Die uitvoer geschiedde doorgaans hoofdzakelijk naar Engeland. Te Stadskanaal zag een sehipper iets in het water drijven, greep er naar met de haak en haalde een ruim 2-jarig meisje op. De drenkelinge was geheel blauw en men vernam geen teeken van leven meer. Alle pogingen werden aangewend, maar vruchteloos, het kind werd voor dood neergelegd. Toen kwam er zekere werkman, Lammert Vos, uit de glasfabriek te Nieuwbuinen voorbij, deze greep het kind, hing 't met de beenen op zijn rug, liep er eenigen tijd mee op en neer zoo hard als hij loopen kon, tot er eindelijk vrij wat bloed los kwam en daarna een massa water. Het kind is door dit middel weer spinglevend geworden, terwijl 't reeds het vierde kind is, dat Vos op deze wijze van een anders vrij gewissen dood heeft gered. Zaterdagavond heeft in een veestal aan den Goudschen Rijweg te Rotterdam een moord aanslag plaats gehad. De heer P. Proost, veehan delaar en wonende in het Noordeinde te Kralingen, begaf zich dien avond naar den stal, toen hij zijn knecht Jacob Vermeer de opmerking maakte, de beesten niet naar behooren verzorgd te hebben. Genoemde knecht maakte zich daarop zoo woedend, dal hij P. met een knipmes over het aangezicht sneed en hem bovendien een steek toebracht in de rechterzijde, die zoo diep ging, dat de long gewond werd. P. is daarop nog naar het nabijzijnde café geloopen, waar hij spoedig tengevolge van veel bloedverlies inéén zeeg. Geneesbeeren waren spoedig aanwezig om de wonden te verbinden, waarna hij per draagbaar naar het ziekenhuis werd vervoerd. De politie, mede spoedig daar ter plaatse, mocht het tot heden nog niet gelukken den dader op te sporen. De toestand van den heer P. is hoogst emstic. Genoemde Vermeer is een goed bekende bij politie en Justitie. Zondag namiddag is de bliksem geslagen in de bouwwoning van Teunis Schouwenburg, aan den Schenkeldijk onder 's-Graveudeel. De woning stond terstond in lichtelaaie vlam. Te Oisterwijk werd Zondag middag omstreeks 4 uur het hotel de Zwaan door den bliksem getroffen, doch zonder brand te veroorzaken. Door het dak binnen gekomen, sloeg de bliksem door de plafonds heen en verwijderde zich lan^s een zinken afvoerpijp aan de verande. Zaterdag woedde ook te Ierseke een hevig onweder waarbij de bliksem een man op straat doodde en brand deed ontstaan in het rieten dak doodde en orami brai((j veroorzaakte van eene boerenschuur ueze ora evenwel weinig schade. daar hlJ spoedig heid van een man, die op het dak klom, spoed B 1,6 Te ^Harden berg is de bliksem geslagen in den toren der pas voltooide kerk der Ned. Ger. gem., zonder echter veel schade aan te richten. Te Ileemse sloeg de bliksem in den toren der Herv kerk en baande zich langs het leien dak een uitweg dooi de kerk, echter zonder brand te veroorzaken. De schade aan het dak van den toren is nogal van beteekenis; in de kerk bepaalt deze zich tot een paar gaten in het plafond en de muren. Terzelfder tijd ontstond er, ook ten gevolge van het onweder, brand in de landbouwerswoning van F. Schutte te Heemse. Door de hulp der vele kerkgangers werd de brand echter iu het begin gestuit. Te Veeningen werd de boerenbehuizinge, bewoond door J. Bakker en toebehoorende aan E. ten Kate, door het hemelvuur in de asch gelegd. Het vee is gered; de woning was ver zekerd. Te Wierden is de bliksem geslagen in het huis bewoond door A. J. Hofman. Het huis, dat geheel is afgebrand, was verzekerd. De inboedel, die niet verzekerd was, is gedeeltelijk verbrand. Naar men verneemt was het huis veel te laag verzekerd. Te Smilde sloeg Zondig de bliksem in de woning van J. Oosterwijk. Een hond, die met de bewoners zich in hetzelfde vertrek bevond, werd gedood. Anders werd niemand gedeerd. Brand is niet ontstaan. Zaterdag middag ontlastte zich boven Seks- bierum een zwaar onweder, vergezeld van on gekend hevige hagelbuien. Groote stukken ijs, voortgezweept door een sterken wind, richtten groote verwoestingen aan in het jonge groen der boomen en in den bloesem der vrucht- boomeD. Op de plaatsen, waar het onweder het felst woedde, waren geheele velden wit van den hagel, zoodat ook vele veldvruchten schade leden. Te Kollumerzwaag werd eene boerenhuizinge door den bliksen getroffen. Huis en schuur gingen in vlammen op. Te Almkerk sloeg Zondag namiddag de bliksem in de schuur van den heer P. Koek koek Dzn. De schuur en het daaraan belendende woonhuis werden eene prooi der vlammen. Van den inboedel is er nog veel kunnen gered worden. Te Oosterwolde is de bliksem geslagen in een schip, geladen met maïs. Hij trof den mast en liep naar beneden langs de beide staven. Geringe schade is aangericht. Het gezin was niet aan boord. Zondag namiddag sloeg te Noordwolde, iu de kom van het dorp, de bliksem in het huis van den heer Beekman. Zonder brand te ver oorzaken, werd de schoorsteen buiten- en bin nenshuis geheel vernield, eene glazen deur en een venster verbrijzeld, en een groot gat in het dak geslagen. Op den weg tusschen Drachten en Nijega werd Zondag namiddag een man door den bliksem getroffen. Hij was terstond een lijk. Zondag namiddag sloeg te Alblasserdam de bliksem in den molen van den Ruigenhi, toe behoorende aan den heer Vroege. Brand werd niet veroorzaakt. De schade is echter aanzienlijk. Te Ouddorp sloeg Zondag avond de bliksem in een varkenshok van den landbouwer L. P., en doodde twee varkens en eene kip met kui kens. Ook sloeg hij door den schoorsteen in de woning van K. van der Wende en verliet die woning mede door den schoorsteen, zonder schade aan te richten. Maandag avond j.1. ontstond er ver moedelijk door het onweer omstreeks 8 uren brand in de schuur van den landbouwer J. Blok te Bïezelinge. Het geheele gebouw werd met bijna alles, wat daarin aanwezig was, o. a. twee koeien en een kalf, door de vlammen vernietigd. Ook het woonhuis vatte vuur, maar de brand weer wist het te behouden. Zaterdag namiddag gingen te Franeker 3 knapen van 10 a 11 jaren zwnder verlof hunner ouders baden. Twee verdwenen terstond in de diepte Schalsumervaart. Op het hulpgeschreeuw van den derde, die nog op den wal stond, kwam iemand ijlings toeschieten, en het gelukte dezen vrij spoedig de drenkelingen op het droge te brengen, maar de laatste dien hij ophaalde he* 1 Ojarig zoontje eener weduwe was reeds dood! Wie op marktdagen Goes bezoekt en de Zuid-Bevelandsche vrouwen en meisjes daar ziet netjes en puntigjes gekleed, de helderste mutsen op het hoofd; wie hen 's Zaterdags opzoekt in hunne woningen en nauwelijks de bestoven laarzen durft zetten op de geel ge schuurde klinkerpaadjes voor de deur, terwijl anderen op Oostersche wijze met ongeschoeiden voet binnenschrijden; wie binnenshui de gladde matten, de uitgeklopte kleeden, de .flan meubelen, niet alleen in pronkkamers e schouwtwie bovendien weet dat bedd aan' ondergoed bijna nergens iets te wensche^' en laat en zoo wit is als katoeu dit kan zijn °Vet' linnengoed komt weinig voor; wie dit' ziet, krijgt een hoogen dunk van de Zuid.]?8 landsche zindelijkheid. Doch het is met de'?6',' Bevelandsche als met de heele wijdte Hollandsche zindelijkheid. Zij strekt zich uit tot alles uitgenomen het »ee zuigelingsperiode ooit een behoorlijk bad'1 voornaamste, het eigen lichaam. Geen t procent der Zuid-Bevelanders heeft sedert*? nomen. Men is dan ook vrij wat netter J zijn hemd dan op zijn huid. Wanneer de ooit mocht aanbreken, dat ook volksbladen schoolbaden ten plattenlande ingevoerd worde6" zal er gepoedeld moeten worden. Het is nog eene vraag of de helft der plati landers de voeten wel behoorlijk en gereJj wasschen. Ouder de mannen en jongens,- er verscheidene, die alleen 's Zaterdags deh den en het aangezicht een goede beurt door de week spoelt men een en ander wat af. Het reinigen van de tanden is iets^'t in niemands hersens opkomt. De vrouwen en meisjes zijn zindelijker. Zij wasschen zich da gelijks gelaat en handen naar behooren. Jammer dat zij hiermede wel wat laat beginnen. Immers' zij gaan er niet aan staan voor al het huis! werk afgeloopen is, het toebereiden van het middagmaal hieronder begrepen. Eerst moet alle huisraad „afgekelfd" wezen, voormen zich gaat „opkelven." De protestantsche Zuid-Bevelanders lezen veel in de bijbel. Meestal wordt alles letterlijk op- gevat. Tittel noch jota mag er aan veranderd worden. Zelfs de sabbatsheiliging wenschen velen nog in oud-testamentischen zin toegepast te zien Dat men dan maar een stap verder ging eenige der wijze Mozaïsche reinigingswetten ook een weinig ter harte nam. De volksge zondheid zou er niet slecht bij varen. Middelh. Ct, Greeft acht! Aan de School wereld van 15 dezer schrijft X., met medeweten en instemming van drie zijner collega's, onder meer het volgende: „Dezer dagen hebben alle R. K. pastoors van hunne bisschoppen een omzendbrief ontvangen. In dit stuk wordt allen pastoors, rectors en kapelaans gelast van hunnen bekenden in vloed op het volk gebruik te maken, om naast de bestaande openbare school eene èijzondere te erlangen. In dit stuk wordt bevolen, dat op kleinere plaatsjes, waar de oprichting onmogelijk blijkt, de pastoor moet trachten te weten te komen, welke boeken in de openbare school worden gebruikt, en dat hij alles heeft aan te wenden, om ze vervangen te krijgen voor R.K. werkjes, „Verder wordt de wenkge.geven, dat de pastoor van elk dorp of van elke stad streng toezicht heeft te houden op den handel en wandel van elk openbaar onderwijzer in zijne parochie." Een leer rij h voorbeeld. Francisque Sarcey verhaalt ons een werkelijk vermakelijke geschiedenis, maar die eenmaal te meer aantoont, de onnoozelheid die nog ia de wereld heerscht Te Baziège, zegt hij, bestaat een steen die eene volkomen miraculeuze deugd heeft; bij geneest alle aandoeningen van jicht. Tegen andere ziekten is hij geheel krachteloos. Maar voor de jicht zonder concurrentie. Het schijnt dat, in vroegere tijden, op dien steen een martelaar is onthalsd geworden en dat hij daarop eenige droppels van zijn kost baar bloed achterliet. De naam van dien mar telaar is men vergeten, maar dat doet er niet toeDe steen heeft daarom niet te minde' een geur en eene deugd behouden. Zijne deugd bestaat in het genezen van alla jichtaandoeningen. Waarom nu eer de jy' dan eene andere ziekte Geen mensch weet, zelfs niet de pastoor van Baziège- met den miraculeuzen steen als met ket na' de eigenschappen ervan kent men eerst 00 een langdurige ondervinding. Hoe kwain te weten dat de wateren van Cauterets goeu waren voor de keelziekten i tten Omdat een oneindig groot aantal keelzie erdoor werden genezen. Welnu! dat is 00 geschiedenis van den steen van Baziege- kwaamt er met eene bronchite, een ontste 1 der luchtpijptakken: en of gij nu ook al den steen ronddraaidet, gij bleeft hoesten bsdroevens toe. Wat wil men P de steen alleen maar goed tegen rhumatismus. Maardaartegen kan ook de beste Goldberg^ ketting niet aan 1 Ik heb hier voor mij klein brochuuitje, ten titel voerende: De heilige steen van Baziège. Diocees Toulome in de Boven-Garonney Begaafd met de deugd het Rhuraatisme te ge" Neen 1 Gij kunt niet begrijpen hoeveel g

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 2