UtT DE PERS. Zaanlands-mannenkoor toch zeer voldoende werd voorgedragen. De eerste prijs werd met algemeene stem men behaald door „Crescendo" van Haarlem, directeur N. H. Andriessen; de tweede prijs werd met twee stemmen tegen één toegekend aan „Wormerveer's Mannenkoor" te Wormer- veer, directeur A, M. de Jongde derde bij loting aan Caecilia van Amsterdam, en de vierde door de loting met den derden prijs gelijk staande, aan „Kunst na arbeid" te Am sterdam. Geen dissonant ontsierde dit feest, dat met eene fraaie verlichting en met een gezelligen feestdisch intiem werd besloten. Menige feest dronk werd aldaar gewisseld en zeer zeker zullen alle niet-Schagers met dankgevoel voor de gastvrije ontvangst in hunne woningen zijn teruggekeerd. Utrecht, Mei '90. Richard Hol. Bij de op 1.1., Zaterdag te Barsingerhorn gehouden publieke aanbesteding van den weg door den Schringkaagpolder, hebben Burge meester en Wethouders dier gemeente het werk niet gegund, aangezien de inschrijvingen de raming te zeer overtroffen. Een glas koud water, een gelante koetsier en eene vroolijke jonge dame, deze 3 factoren brachten j.1. Zaterdag te Warmenbuizen een goed afloopend rijtuigongeval te weeg. Een van het in 3 rijtuigen gezeten gezelschap, dat aldaar n.1. in den namiddag doorreed, gaf een sterk verlangen naar een glas water te kennen, waarop stil werd gehouden en de galante koetsier als kellner dienst deed. Intusschen nam eene jonge dame, daartoe door omstanders aangezet de rustende leidsels en vooruit ging het gerij en spoedig tegen een handwagen aan alles in gespannen toestandrijtuig tusschen hek en handwagen, tusschen hek en muur, passagiers in het rijtuig, elk op zijn manier. Een gebogen as, een beschadigde handwagen, een beknelde en bloedende vinger, een over haag en hek buitelende hulpaanbrenger en eene schadevergoeding waren de gevolgen. De passa giers van het abnormale rijtuig vonden bij dezen ongewonen halt eene veilige plaats in de andere rijtuigen en de koetsier zorgde voor het overige. Wat een rit met een glas koud water al niet uitwerken kan! Tot dijkgraaf van den polder Waard— Nieuwland op Wieringcn is benoemd: de heer J. Breebaart Kz. In de gemeente 't Zand zal voortaan een schoolgeld geheven worden van f 4.op de openbare lagere school; van f 9.op de herhalingsschool en van f 20 voor den Eranschen cursus, alles per jaar. Zaterdag ochtend geraakte het zesjarig dochtertje van D. B. in het Oosteinde te Aals meer te water. Toen de moeder haar kind drij vende vond, was het leven reeds verdwenen. Drie jongens, 8, 9 en 10 jaar oud, zijn Vrijdag jl. zonder voorkennis hunner ouders, hoepelende van Leeuwarden naar Hcerenveen (6 uur afstand) geloopen. Toen zij bij een kennis te Heerenveen aankwamen, heeft deze dadelijk geseind, om de ouders gerust te stellen. Den volgenden morgen zijn ze per spoor naar Leeuwarden vertrokken. Dat de jongens niet vermoeid waren, bleek uit hun verzoek aan den man, bij wien zij aankwamen, of zij, na eerst 't Oranjewoud bezich tigd te hebben, dan nog dezelfden dag weer naar Leeuwarden mochten terughoepelen, 't geen natuurlijk werd geweigerd. Het bestuur der afdeeling Noord-Hol land" van het „Nederlandsch Rundvee-Stam boek" heeft ter kennis van de leden gebracht, dat de afdeeling in hare vergadering van den 7den dezer heeft besloten, aan de uitgeloofde le en 2e prijzen onder de Nos. 17, 18, 19, 2C en 22 van het programma der tentoon stelling, den 21 Junie. k. te Hoorn te houden van wege „de "Vereeniging tot ontwikkeling van den landbouw in Hollands Noorderkwartier," toe te voegen een geldelijk bedrag van 1 170, te splitsen als volgt a. d. 1 pr., uitgel. v. stieren geb. in 1888 f20, iv 2 u ff ff H H ff f 10, ff 1 U H u stieren geb. in 1889 f20, u 2 n v f 10, t 1 ff ff h drie melkg. koeien f 30, M ,i ff ff ,i /y f 20, H 1 ff ii a de beste melkg. koe f15, jv u m H ff ir H ff b, H l H H H de beste melkg. vaars f 15, H ff ff ff ff ff i/ ff f b, mits de bekroonde rundereu zijn ingeschreven of direct worden ingeschreven in het Neder- landsch Rundvee-Stamboek a. d. 1 pr., uitgel. v. de beste 2 kuispinken f 15, ff 2 r ff ff ff ,i 2 f 5, onder voorwaarden, dat de bekroonde kalve ren bekend staan in de kal verhoeken der ver eeniging „het Nederlandsch Rundvee-Stamboek.' Het Bestuur noodigt de leden uit, hun uit muntend vee op den 21 Juni a.s. ten toon te stellen, opdat de pogingen van Hollands Noor derkwartier en daardoor die der afdeeling „Noord-Holland" ten volle doel treilen. Het volgende ongeval had Vrijdagochtend te Leiden plaats. Terwijl op het exercitieterrein aan den Singel de miliciens geoefend werden, ging daar een man voorbij, die nu en dan aan verstandverbijstering lijdt. Hij knoopte door 't hek heen een gesprek aan met een daar geplaatst milicien, nam hem plotseling de politie muts van 't hootd en liep er rneê naar den Singel. De soldaat liep hem na en aan den waterkant gekomen, greep de burger hem onverhoeds aan en sprong meteen in 't breede diepe water. Terstond snelden andere soldaten toe, gingen in het water en ontwrongen den woesteling zijn prooi. Gelukkig nog levend werd het slachtoffer aan den wal gebracht. De waanzinnige verdween in de diepte en werd een half uur later dood opgedregd. Burger en militair kenden elkaar niet en hebben elkaar vermoedelijk nooit gezien. Gedurende de beide Pinksterdagen werden vervoerd per Hollandsch Suoor van en naar Den Haag (in locaal verkeer dus) 24220 reizigers; door de Haagsche Tramweg-Maatschappij 8345; per stoomtram Holl. Spoor Den Haag-Scheve- ningen 13 110 (hieronder zijn niet begrepen de reizigers in rechtstreeksch verkeer van Amster dam, Rotterdam en tusschengelegen stations), per stoomtram-Rijnspoor-Den Haag-Scheveningen 14 000 en met den localen spoorweg Den Haag Voorburg 3048 reizigers. Te Amsterdam werden vervoerd op beide dagen door de Amsterdamsche Onnibus-Maat- schappij 165 000 personen, door den Haven- stoombootdienst 32 159 personen, door de Gooi- schen stoomtram 7295 personen. De Hollandsche Spoorweg gaf ongeveer 25 000 kaartjes uit en de Rijnspoorweg 12 360. In een kleine gemeente bij Utrecht had dezer dagen het volgende tragisch-komische voorval plaats. Een boerenknecht, die erg stottert, doch, zooals meer voorkomt, bij het zingen de woorden vlug kan doen volgen, werd door zijn patroon met paard en wagen uitgezonden, om een vracht hout te halen. Een onweder kwam opzetten en het paard, schrikkende voor een donderslag, sprong in de vaart, wagen en voerman mede slepende. De knecht wist zich te redden, doch kon, daar hij geen hulp had, het paard en den wagen niet op het droge brengen. IJlings liep hij terug om zijn baas met het gebeurde in kennis te stellen, doch tegenover hem staande, kon hij er niets anders uitbrengen als „ba ba a baas ba." De patroon, die zeer ongerust was en zijn geduld niet langer kou bedwingen riep „kan je 't niet zoowat zingen Na eenige aarzeling begon de knecht op de wijs van „alle eendjes' te zingen „Peerd en waogen liggen in 't water Baassie kom is kijke Aan de gemeente Schoterland is, ter tegemoetkoming iu de kosten van het i. o., een rijkssubsidie van f 5000 verleend. Men schrijft omtrent de werkstaking te Appelscha het volgende aan de N. R. Ct. „Bij ons bezoek te Appelscha is het ons opgevallen, dat er onder de werkstakers aldaar een geheel andere geest heerscht dan indertijd het geval van onder de veenarbeiders te Beets. Men kan niet zeggen, dat zij meer verbitterd zijnintegendeel, wij gelooven, dat de verbittering tegen de verveners onder de werkstakers te Beets, althans gedurende de eerste dagen, veel grooter was; maar de houding en de gesprekken der werkstakers te Appelscha maken den indruk van eene vrij groote mate van onverschilligheid. Vrij kalm zien zij het aan, dat werklieden uit Smilde hunne plaatsen ten deele innemen, al ontbreekt het niet aan pogingen, om ook hen tot werkstaking te brengen. Ook het laden der schepen schijnt hen vrij koel te laten. Zou er onder deze arbeiders werkelijk een andere geest heerscben? Men heeft ons verzekerd, dat het socialisme onder hen veel meer aanhangers vindt, dan onder hunne collega's onder Beets en Terwispel. Het is mogelijk, en de aard der alhier gehouden betooging op 1 Mei jl. zou het haast doen denken. Wij voor ons meenen echter, dat men vooral ook niet uit het oog moet verliezen, dat zij in gunstiger conditie verkeeren. De werkstaking te Beets brak uit, toen de arbeid pas was aangevangen en er nog weinig of niets verdiend was, en véór zij met den hooibouw konden beginnen moesten er nog weken verloopen. Te Appelscha daarentegen hadden de arbeiders reeds een geruimen tijd gewerkt en dus aardige verdiensten gemaakt. Dadelijk gebrek stond hier dus minder te vreezen terwijl, vooral nu het meeloopt met het weder het grasmaaien en de hooibouw voor de deur staan. Intusschen kan het zijn, dat het socialisme hier meer aanhangers heeft, doch zeker is het dat de overgroote meerderheid dier aanhangers meer voor, dan achter het socialisme zijn. De znn derling'ste begrippen worden onder hen aange troffen, en klaarblijkelijk laten zij zich door de raddraaiers de grofste ongerijmdheden op de "Z öffchoogta te komen d» schcnden geest, knoopte ik met enkel, .rbelder. een kort gesprek aan. Op mijne wandeling ontmoette ik al spoedig een forschen, ge9P,er^e" kerel. Zijn uiterlijk (leed mij vermoeden, dat hij onder de werkstakers een der heethoofden wezen zou, een vermoeden, dat maar al tejui>t bleek. Na eene korte begroeting, die vrij norsch beantwoord werd, bracht ik het gesprek terstond op de werkstaking. „Gelooft gij werkelijk," vroeg ik,^„dat (ie bazen een hooger loon kunnen geven? „Of zij dat kunnen! Ja, zeker kunnen zij dat. Zij mesten zich van ons zweet en bloed. Van zonsopgang tot 's avonds laat kunnen wij ons het bloed uit de nagels werken voor een hongerloon, terwijl zij hunne beurzen spekken." „Maar gij hadt toch een contract aangegaan", hernam ik, „en dat is door u verbroken." „Wat contractantwoordde hij, „ik lach wat om hun contract. Laten ze ons behoorlijk betalen, daar hebben we meer aan." „Daar is echter niet veel kans op," merkte ik aan, „wanneer de bazen elders werkvolk kunnen krijgen." „Voor mijn part kunnen die loonbedervers in de modder stikken,'" antwoordde hij, „maar laat ze maar begaan. Het helpt ze toch niet. Verandering moet er komen en zal er komen, en gauw ook. Het volgend jaar stellen wij dadelijk onze eischen en geven ze niet toe, dan leggen we beslag op hun land en dan kunnen zij toekijken." „Beslag leggen op hun land", vroeg ik, ter wij lik hem verbaasd aanzag, „hoe bedoelt gij dat?" „Dat weten wij wel," hernam hij, mij aanziende als wilde hij zeggen „zoo dom ben ik nu niet, dat ik alles langs den neus neer zal praten." Doch inderdaad bleek het nu, dat deze man er vast van overtuigd was, dat dit redmiddel den arbeiders ten slotte overbleef. Een andere werkman, dien ik sprak, bleek van wat kalmer natuur te zijn. Hij erkende, dat er werkelijk contractbreuk had plaats gehad, „maar", voegde hij er bij, „dat moet hier maar zoo". Hij zag zeer goed in, dat er thans door de arbeider een belangrijk geldelijk verlies gele den werd, „maar het is gauw hooibouw," vervolgde hij, „en wat we nu verliezen, dat winnen we het volgend jaar dubbel terug." „Als dat maar waar is", merkte ik op. „Zeker", was het antwoord, op een toon van kalm zelfvertrouwen gegeven, „we zijn zoo dom niet meer. We weten nu ook wat ons te doen staat, om de bazen te dwingen." Klaarblijkelijk was ook de man in de stellige verbeelding, dat er dwangmaatregelen genomen konden worden. Over den aard dier middelen liet hij zich verder niet uit; vermoedelijk had hij daarvan zelf geen zweem van begrip en praatte hij eenvoudig na, wat hem door anderen was voorgezegd. Over het algemeen was de stemming onder de werkstakende vrouwen bitterder dan onder de mannen. Een paar der eersten waren over vloedig in smaadredenen. Echter waren er ook andere, z/owel mannen als vrouwen, die opeen geheel anderen toon spraken en het diep betreur den, dat zij zoo lang van verdiensten verstoken waren. Meer dan een verklaarde het niet langer vol te houden en het werk te zullen hervatten, wat er dan ook van komen mocht, een voorne men, dat later werkelijk door sommigen ten uitvoer is gebracht. Onze eindindruk was deze, dat wij ook hier weder te doen hebben met de wrange vruchten der sociaal-democratie, dat de menschen langen tijd kunstmatig zijn bewerkt en hun hoofd door allerlei dwangtheoritën en zinledige phrasen op hol is gebracht. Slechts zeer harde ervaringen zullen, naar wij vreezen, in staat zijn, hen terug te brengen uit een doolhof, waarin eigen belang zoekende volksmenners hen zoo roekeloos hebben gevoerd. Van Katholieke zijde ver zoekt men ons, in aansluiting op het ir. een vorig nummer door ons uit de Schoolwereld overgenomen bericht ten opzichte van een omzendbrief aan alle B. K. pastoors van hunne bisschoppen, mededeeling te doen van een in de Oprechte Haarlemmer Ct. voorkomend schrij ven van den bisschop van Haarlen, waarbij deze het volgende verklaart „Indien alle R. K. pastoors van hun bis schoppen dien „omzendbrief" ontvangen hebben, dan moet een dergelijk schrijven ook van mij' zijn uitgegaan. Intusschen is mij daarvan volstrekt niets bekend Zelfs zou ik de poging ongeoorloofd noemen, om boeken, gebruikt in de openbare school waar derhalve niet-katholieke zoowel als katho lieke kindereu onderwezen worden te doen vervangen door R. K. werkjes. Gaarne verklaar ik mij bereid, n - redacteur, om, indien uweled. in het alvorens dergelijke onware en slechtsV< tering wekkende berichten uit andere over te nemen, de noodige inlichting mij wenscht te ontvangen," die aan ?"1 schaffen. te t O- J M. BOTTEMANNU bisschop van Haarlem Haarlem, 21 Mei 1890."— eiBl Met betrekking tot dezelfde mededeJ vinden wij onder het opschriftf>e 1J:. volgen der „pacificatie" j5f' Volksblad van Zondag 1.1. het volgende geteekend „De redactie van het blad, die den schri' niet kent, heeft niettemin geen reden zijn J'? trouw in twijfel te trekken, maar de on wonden toon der beschouwingen, waarvan i schrijver deze mededeeling vergezeld doet doet haar aarzolen de juistheid der mededeeK zonder nadere bevestiging onvoorwaardelijk u te nemen. Onwaarschijnlijk klinkt zij zeker ni^ eene uitbreiding van het aantal kerkelijke scholen was als natuurlijk gevolg der subsidieering te verwachten. Dit op zich zelf intusschen schijnt ons niet het belangrijkste in dezenhet js eerder het o. i. onvermijdelijk gevolg der stick ting van kerkelijke scholen in de meeste Lim. burgsche gemeenten, dat er daardoor strijd komt tusschen den feitelijken toestand eener- zijds en de wet en de gewetensvrijheid ander zijds. In bijna uitsluitend door roomschen bewoonde gemeenten immers loopt dan je openbare school leeg, en toch moet zij krachtens de wet, maar niet minder ook ter wille van de andersdenkende minderheden gehaudhaafd wor den. Welke idyllische pacificatie daarvan te voorzien is, als roomsche besturen die school uit de gemeentekas moet onderhouden, kan met zich gemakkelijk voorstellen. In Limburg ij het bijzonder, waar er tot dusver op schoolge bied tevredenheid heerschte, zal dan ook oneenig heid de vlucht der „pacificatie" zijn. PS. De Rotterdamsche Maasbode zegt, dat het bericht der Schoolwereld wel niet waar zijnhet pertinent tegenspreken doet zij ei ter niet. «iipiiiJïïÏÏKLD! T Ik was verslagen Ik had gehoopt, om zijnent wille, dat de heer Van Beusekom tegen mijn vorig schrijven was opgekomen, dat hij althans getracht had zich te zuiveren van de verdenking dat hij zich vergist had, toen hij verklaarde dat er geen dwang in het spel was, als ouders hunne kiuderen naar de Bijzondere School te Zijpe zonden 1 Ik zag oplettend elk volgend nummer der Schager Courant en niets, dat mijne waarheden trachtte om te stooten. Qui taise, consent! mijnheer Van Beusekom Doch ziedaar komt mij een dagen geleden een nummer van „De Nieuwe Noord-Hollander" in handen en daarin vind ik een artikel van den heer X. die den handschoen voor den heer Van Beusekom opneemt. 1 ridderlijk mijnheer X! Te betreuren is echter, dat gij der jonkvrouwe, wier kleur draagt, zoo weinig eer aandoet, dat weldra eerlijke kamprechters uw zwaard zullen breken en u buiten het krijt zullen bannen, want strijdt met onedele wapens. Waarom, mijnheer X, hebt gij in uw schrij ven mijn geheele artikel niet aang Waarom niet? Wil ik het u zeggen? Omdat er in het laatste gedeelte van mijn artikel cijfers voor kwamen, cijfers die onmogelijk weg te cijfer® waren, cijfersdie zoo duidelijk spraken, zij vooral niet onder de oogen moesten kom® van de lezers der Nieuwe Noord-Hollander cijfers, die bedekt moesten worden voor den zooveelsten maal door den clericalen domper' Ik verzoek U beleefd, mijnheer X, '"^en gij u wederom verwaardigt nota te nemen va° mijn schrijven, neem het dan geheel over. en ongetwijfeld de Redactie der Schager Couran eveneens, geef u daartoe volgaarne verlof. Ik zal eerlijker zijn en uw schrijven geie en al punt voor punt nagaan. Gij schrijft: „De Schager Courant houdt er !®8':,l!*0'0Ter- een Sprokkelaar op na, die natuurlijk eenstemming met de Eedactie het onver liberalisme belijdt." rnrlieU Toegestemd, mijnheer X, volgaarne! gij het mij echter als een misdaad wil rekenen, dan antwoord ik: De Nieuwe Hollander houdt er tegenwoordig een c rJ van „Ingezonden stukken" op na, die na uu in overeenstemming met de Redactie e vervalschte katholicisme belijdt! „Pmee»t(' „De Heer Van Beusekom, die in eeneAergee« raadszitting te Zijpe verklaard had, j,un04 dwang in hot spel was, als de ou gf? kinderen naar de Bijzondere S' -«jacht 9nnr den Snrokkelaar g zonden, wordt door den Sprokkelaar les gelezen en vergeleken hij een een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 2