Al£CIGGl
II
34ste Jaargang. No. 2410.
Donderdag, 12 Juni 1890.
UitgeverJ. WINKEL.
Bureau: SCHAOE1F, laan, 4,
Gemeente Scha gen,
Bekendmakingen.
Biimenlaridsch Nieuws,
COURANT.
"^^^^ersoliijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
IENTXËN in bet eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEBONDEN STEKKEN èén dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.25; iedere regel meer f O. OB
G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van Schagen
hreneen, naar aanleiding van art. 228, alinea 2,
dor wet van den 29en Juni 1851 (Staatsblad
No 851, aan belanghebbenden in herinnering,
dat alle'vorderingen ten laste der gemeente zul
len moeten ingediend zijn binnen zes maanden,
volvendo op het jaar, waarover dezelven loopen,
en dat bij gebreke daarvan, die vordeiingen zul
len verjaard en vernietigd zijn.
Wordende dus allen, die nog eënige vorderin
gen ten laste dezer gemeente mochten hebben
over den jare 1889, uitgenoodigd, die voor don
30en Juni a. s. in te leveren, ten einde zich
daardoor voor de nietigheid en verjaring er van
te vrijwaren.
Schagen, 3 Juni 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
X Tot Heemraad van den polder Callants-
30g is verkozen de Heer Kr. Kater te Wie-
'ingerwaard.
Roman van H. VON OSTEN.
22.
TWEEDE HOOFDSTUK.
Elsbeth trachtte te rusten, maar de innerlijke
.ngst deed baar telkens weder opschrikken. Zij
egon een brief aan haar moeder doch, zij
aisterde klonk daar niet eindelijk de stem,
aar wier klank zij sedert uren had verlangd
'ie stem klonk mat en gebroken, maar, naar
ot scheen, was de spreker bij zijn vollen be-
ustzijn.
In een oogwenk stond Elsbeth naast het bed
an den zieke. Hare van liefde sprekende oogen
p Mansfeld richtende, greep zij zacht zijn hand.
Mijn God, wat was datZuster Martba, die
ist den medicijndrank in schonk, stortte over, zoo
ïtstelde zij van de verandering, welke er bij
en zieke plaats vond.
Met een wilden ruk richtte hij zich op, zijn
ogen staarden vol haat en afkeer op de nu
•agshg terugdeinzende gestalte der jonge vrouw.
»Ghj, gij hier? Wat wilt gij hier nog? Gij
jopt zeker, dat de dood nu zoo vriendelijk zal
ie, ons te scheiden 1 Gij zoudt gaarne elk schan-
»al voorkomen en ten slotte nog de trouwe,
eleedigde echtgenoote spelen, om u dan onge
hoord te kunnen overgeven aan het u wachtend
u^er ware liefde. Maar nog leef ik, nog
an ik u het masker stil," zoo weerde hij
ri tig de diaeonesse af, die hem wilde doen gaan
8gen, .stil, ik ijl niet, ik ben volkomen bij mijn
ewus zijn, en zoolang ik dat nog heb, wil ik
rui. ?n> om u 'e zeggen, dat die dame
e ziekenvertrek niet weder mag betreden;
gü hulp noodig, neem dan een tweede dia-
nu i>Se' u - 'k 8f0m klonk heesch,
taar ^f ,P mel; krampachtig sidderende hand
lueder^11 2 6n steunen<^ ,n het kussen
)doodsk1'a^0neSSe w'erP een schuwen blik op de
ien li,,,,Ceko,vrouw met de wijd geopende oogen,
Eik to z toen 0Ter den zieke. Als zij den
Mai^nü °P.s'oe8) was Elsbeth verdwenen,
^eder8 w'erp het hoold onrustig heen en
Ilf,,0Pende en sloot de oogen en stamelde:
Cü(] i hen toch bij elkander gezien, in het
,flat u'i °0.r fakkels beschenen wanneer was
rij mof' h0h ze toen vervolgd hebben
'hip 11 ®'kander geduelleerd? Ik weet het niet.
'hoofd doeken daar en wat doet dat
>n j,- m'J een pijn ik kan mij niet bewogen
hoe brandt het daar zit zeker de
in ij 0' Pa zeker, daar zit hij nog, al hebben zij
i„p0? zoo gesneden," zoo ijlde de zieke.
Als d veM"de h'J-
;af, j, f diaeonesse hem een verkoelenden drank
«reeg hij zijn bewustzijn en vroeg hij
Bij het departement "Wieringer waard
der Maatschappij tot nut van 't algemeen
bestaat het voornemen, voor rekening van de
kas een tweetal werklieden te zenden naar de
tentoonstelling tot bevordering van veiligheid
en gezondheid in fabrieken en werkplaatsen.
Zaterdag—morgen ontstond er brand in een
strooschelf op de boerderij Margarita, gelegen
aan den grasweg te Anna Paulowna. De brand
liet zich ernstig aanzien, doordat in de onmiddel
lijke nabijheid twee klampen hooi stonden,
evenals het stroo dicht bij de woning. Door
het onmiddellijk en flink optreden der brandweer
evenwel bleven het gebouw en het hooi gespaard.
Het stroo was niet verzekerd en de oorzaak
onbekend.
Den heer Th. Grampré Molière, O.-I.
pred. met verlof hier te lande, die bedankt heeft
voor N. Zijpe, heeft het beroep naar Helder
aangenomen.
Te Zijdewind zijn voor onderwijzeres
voorgedragen, de dames: A. C. Grosse Fortsman
te Groesbeek, M. E. M. Wenneker te Zwaag
en D. Haverkorn te Wieringerwaard.
De gemeenteraad van Edam heeft aan den
provincialen bond van Harmonie- en Fanfarecorp-
Heeft men den kogel gevonden
„Ja, zeker, ja, men heeft dien gevonden,"
zeide zuster Martha geruststellende. „Goddank,"
dacht zij daarbij, „hij heeft werkelijk koorts, hoe
weinig hij er ook naar uitzietDat zijn al te
maal fantasiën van een zieke die arme jonge
vrouw, hoe zal zij ontsteld zijn 1"
Zware, bange dagen, bange nachten volgden
elkander op.
In het half verlichte ziekenvertrek hcerscbte
zuster Martha, bijgestaan door oen andere lange
gestalte in diaconesse-kleeding. Ter nauwcrnood
kon men in deze bleeke, afgemat er uitziende
vrouw in die kleeding de schoone, statige Els
beth Mansfeld herkennen de zieke lijder bemerkte
dit bedrog dan ook niet. Onvermoeid en angst
vallig zorgzaam vervulde zij bij dag en nacht
haar plicht.
„Gij kunt het reeds heter dan ik, tenminste
dezen zieke weet gij beter te behandelen, dan
ikzeide zuster Martha op zekeren dag glim
lachende.
Elsbeth glimlachte ook, maar haar lach was
een droeve lach; met eiken dag werd zij blee-
ker en magerder.
Tevergeefs bestrafte doctor Reimer haar en
trachtte aan deze zelfopoffering paal en perk te
stellet)tevergeefs riep hij daarin do goede me
vrouw Weber to hulp nu had hij als laatste
middel een brief geschreven aan graaf Ahlden.
Zoo waren er veertien dagen verstreken.
De gezonde natuur, het krachtige gestel van
Mansfeld streden een geduchten strijd tegen don
duisteren vijand, doch zij schenen het nu te zullen
verliezen. De levensfakkel flikkerde nog slechts
flauw, een zucht kon ze uitdooven.
Daar buiten woei een hevige wind. Hij schudde
de jalousiën, huilde door den schoorsteen en deed
den ouden, roestigen windwijzer krassend heen
en weer draaien.
Doctor Reimer had zijn avondbezoek gebracht,
den zieke lang gadegeslagen en beloofd, over oen
paar uur terug te komen.
De diaeonesse zat naast het ziekbed en Elsbeth
had zich op dringend verzoek in haar boudoir
teruggetrokken. Doch zij sliep niet, deed er
trouwens niet eens de moeite toe, maar liep
rusteloos met gevouwen handen in de kamer heen
en weder. Ook dit vertrek bad zijn gezellig
uiterlijk verloren. Een eenvoudige vierkante tafel,
op welke het middageten werd opgediend, stond
onder de zijden gordijnendo palmen stonden
verdord in hunne kostbare vazen. Niemand had
er aan gedacht, ze te begietenja, Malcben bad
er niet eens op gelet, dat tusschen het gordijn
en het venster een spin haar kunstig web bad
aangehecht en ongestoord verder spon.
Met een vervaarlijken slag viel beneden de
huisdeur toe. Elsbeth ontstelde er van.
„Mijn God, wanneer dat Kurt maar niet uit
zijn slaap heeft opgeschrikt."
sen in Noordholland f 100 subsidie verleend
voor den op den 6 en 7 Juli te houden wedstrijd.
Het 20-jarig bestaan der Vereeniging
ter veredeling van volksvermakelijkheden te
Hoorn, zal den 1 en 2 Juli worden herdacht
met het houden van een optocht, volksspelen,
een tonnewedstrijd, en muziek en vuurwerk in
het Park.
De gemeenteraad van Berkhout heeft
besloten de schoolgelden bij de invoering der
nieuwe onderwijswet te regelen als volgtge
goeden betalen 20 et. per maand voor elk school
gaand kind, minder gegoeden 10 ct. per maand
en behoeftigen zijn van betaling vrijgesteld.
Voorts, dat tot de school zullen worden toege
laten kinderen die op den lsten April den vollen
leeftijd van 5 jaren hebben bereikt en dien van
12 jaren niet te boven gaan.
Dezer dagen is door een bleekersknecht
op het Janskerkhof te Utrecht uit de holte
van eenen boom een witte rat gebaald.
Het vreemde dier was blijkbaar tam, het
liep gedurig op den grond en ging bij het
naderen van oersonen in het gat van een boom
bet vangen ging met weinig moeite gepaard.
De man nam bet dier mee naar huis.
Z;j opende de deur der aangrenzende kamer
en wierp er een blik inalles was rustig. Toen
zij zich omwendde, stond midden ia de kamer
eene gesluierde gestalte. Zwijgend en verbaasd
keek Elsbeth haar aan.
Toen wierp de dame met een snelle beweging
den sluier terug, en uit de donkere omgeving
trad sprekend te voorschijn het marmerwitte
gelaat der schoone Thea von Schlingen, zicht
baar door hevige gemoedsbeweging aangedaan.
Snel en zacht sloot Elsbeth de deur van do
ziekenkamer, ging toen eenige schreden dichter
naar de schoone vrouw en zeide ernstig
„Wat voert u hierheen in dit late uur, me
vrouw
Het fijne gelaat der schoone Thea verwrong
zich. Een blik van haat schoot uit de groene
oogen. Hoe kalm en gelaten deze vrouw was,
zelfs in dit uur! Dat hinderde haar„Wat voert
u tot mij vroeg zij immers, alsof Thea von
Schlingen gekomen ware, om eens vriendschap
pelijk met baar te keuvelen. Neen, eenmaal moest
de sluier toch valleu, eenmaal moest deze koele,
trotsche vrouw het vernemen, dat die man daar,
in wiens bezit zij zich zoo trots had gevoeld,
haar slechts in naam toebehoorde; dat zij, Thea
von Schlingen, zijn bart had bezeten, dat zij er
recht op had, hem te beweenen, wanneer hij
stierf. Zij moest het vernemen, dat zij de benij
denswaardige plaats, de echtgenoote te zijn
van dezen schoonen Mansleld, slechts als een
conventioneele staatspop innam tot in het stof
moest die vrouw vernederd worden, die oost-
pruisiscbe gravin, die Mansfeld toch alleen had
getrouwd ter wille van haar, Thea] von Schlin
gen. En dan do brieven, die wilde, hartstochte
lijke brieven Thea moest die terug hebben,
vóór dat hart daar verstijfde, voor hetwelk zij
geschreven waren. Zij wist precies, waar die
brieven lageneenige minuten daar alleen in
zijn kamer, en zij was gered. Wel wist zij, dat
zij een gewaagd spel, dat zij va banque speelde,
niaar wanneer was haar listige, scherpzinnige
geest ooit teruggedeinsd, als het haar eigen
voordeel gold Ook kende zij zeer goed de eer
zaamheid der vrouw, welke zij zich den schijn
gaf van te minachten. Dus voorwaarts, de stelling
is verleidelijk, de rol is nieuw, is belangwekkend,
mevrouw Thea brandde van verlangen haar dui
velachtige kracht te ontwikkelen.
In haar schoon gelaat een wegslepende uit
drukking van teergevoeligheid, angst en smart
leggende, vatle zij Elsbeth's arm, zag haar met
bare fonkelende oogen smetkend aan en zeide
met van aandoening trillende stem:
„Laten wij in dit bange uur het wereldsch
masker vallen laten. Ik sta voor u, als eene
zondares, die gij verachten, die gij onder den
voet treden kunt. Maar gij zijt vrouw, gij kent
de liefde, gij kent de smart, gij zult een onge
lukkige vrouw niet nog dieper ter neder storten.
In de kapelstraat, bij het Koningslust te
Utrecht, ontsnapte dezer dagen een groot varken,
dat van een wagen in een slachterij moest
gebracht worden en liep de schuur binnen van
den heer E. aldaar. In die schuur bevond zich
een kat met eenige jongen en nauwelijks werd
het zwijn dit gewaar, of het stormde er op los
en verslond een der jonge katjes.
De oude kat was woedend. Zij sprong den
onverlaat op den rug en beet hem zoo onbarmhar
tig in den nek en stak bare nagels zoo diep in
zijn lichaam, dat de wreedaard van woede en
pijn brulde. Middelerwijl waren de achtervolgers
van bet varken toegesneld. Met moeite verwijder
den zij de trouwe kat-moeder, en brachten
vervolgens den moordenaar toen naar bet schavot.
't Is zeker niet van algemeene bekendheid,
dat de lotelingen der Nalionale Militie tegen
woordig niet alleen een voldoende lengte, maar
ook een vastgesteld gewicht in menschenvleesch,
de botten er bij gerekend, moeten kunnen
vertegenwoordigen, om als milicien, Koning en
Vaderland te kunnen dienen.
Men wordt dus gemeten en gewogen.
Dat iemand het gewicht kan hebben, zonder
de maat, verwondert ons r.iet, naar dat zoo'n
aspirant-landsverdediger ruim de maat kan
hebben zonder dat zijn stoffelijk omhulsel aan
fcMMMiiiwi.ni
Dag en nacht is do slaap mijnon oogen ontvloden,
verteerde mijn hart van onrust. Heden kon ik
niet langer thuis blijven. Men zeide mij, dat
dat hare stem werd bijna onhoorbaar en
fluisterend klonk het vorder „dat Kurt Mansfeld
dezen nacht niet zal overleven."
Elsbeth beefde; het was eene martoling, die
alle perken te buiten ging, dergelijke woorden
te hooren van de lippen dier vrouw. Zij weerde
de koortsachtig brandendo hand van haar arm
en zeide op dorren toon:
„Eu wanneor het eens zoo ware, wat wilt gij
dan in dit huis des doods
„Wat ik wil Trotsche, onbarmhartige, koele
vrouw, wilt of kunt gij mij niet verstaan Weet
uw tamme ziel niets van een hartstocht, die
duurt tot over het graf, evenals hij zich niet
stoort aan zeden en gewoonten Kurt Mansfeld
en ik, wij hobben elkander bemind met dien
hartstocht, en hier, hier lig ik, wars van allen
trots, aan uwe voeten en smeek u, laat mij aan
zijn ziekbed, laat mij een paar, korte minuten
mot hom alleen hij behoort u voor de wereld,
gij behoeft uwe tranen, uw smart niet schuw te
verbergen, gun mij den eenigen troost, voor eeuwig
afscheid te nemen, of' tenminste aan zijn sponde
te bidden 1"
De toon, op welke Thea sprak, klonk harts
tochtelijk ontroerd, maar Elsbeth's fijn gehoor
meende toch er iets gemaakts in te ontdekken.
Deze geheele houding wekte haar weerzin op,
even als een tooneel uit een modern fransch dra
ma, en als nu de schoone vrouw werkelijk een
beweging maakte, als wilde zij zich op de knieën
werpen, richtte Elsbeth de schoone gestalte met
vaste hand op en deed baar op een stoel plaats
nemen. Yoor haar staande, zag zij haar ernstig
aan en zeide
„Ik bezit geen aanleg voor melo-dramatische
scènes, mevrouw, en met mijn gewone huis
vrouwen-verstand begrijp ik niet, hoe gij u voor
m:jne oogen zoo kunt verlagen. Drijft werkelijk
alleen de smart om dien man, die u toch reeds
verlaten had, tot dezen ongewonen stap, neem
dan dezen troost mede, dat uw geheim in mijn
borst geborgen is. Het verleden van mijn echt
genoot kan mij niet deren. Zoo lang ik aan
zijne zijde leef, heeft bij mij geen reden tot kla
gen gegeven. Maar zelfs al hadt gij eenig recht
op het hart van dien doodelijk zieke daar binnen,
zoo liet ik u toch niet aan zijn ziekbed, du elke
ontroering den dood na zich zou kunnen slepen.
Ik sta hier als de meesteres van dit buis en
moet u dringend verzoeken, hetzelve zoo spoe
dig mogolijk te verlaten, zoowel uwent- als
mijnentwille; want mijn plicht roept mij aan de
zijde van mijn echtgenoot. Mag ik u uitgeleiden
Thea von Scblingen was overwonnen.
WORDT VERVOLGD.