liemeen
1
Zondag, 6 Juli 1890.
34ste Jaargang. Ho. 2417.
;t iiiii
Z I E KENFO NDS.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAGKAf, Laan, D, 4.
Gemeente Schagen.
II e k e n cl m a k i ii g- e n.
HOOISTEKERS.
Jan Roos en Thijs Bïjpost.
JACHT.
Roman van H. VON OSTEN.
WORDT VERVOLGD»
CHAGER
Bit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middagB 12 ure, worden ADVEB-
TENTIÊN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STOKKEN één dag vroeger.
Prijs per ja*r f3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIËN van 1 tot 5 regels f0.25; iedere regel meer f 0.05
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Burgemeester en Wethouders van Schagon;
Gezien artt. 174 en 175 van het politieregle-
mcnt dezer gemeente;
Gelet op art. 179, letter O, der wet van 29
Juni 1851, (Staatsblad No. 85);
Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen,
dat door hen, voor het jaar 1890, tot hooistekers
voor de geheele gemeente zijn aangesteld,
Wordende belanghebbenden tevens herinnerd
aan de bepalingen, voorkomende in de hierboven
genoemde artikelen van het politiereglement.
Schagen, 1 Juli 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
C. H. BEELS,
de Secretaris,
DENIJS.
Be Burgemeester van Schagen, brengt ter ken
nis van belanghebbenden, het navolgende
De Commissaris des Konings in Noord-Holland,
ij Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten
i dier provincie van 18 dezer no. 4
29.
DERDE HOOFDSTUK.
„Weet gij ook, geliefd meisje," begon Schrat-
tenbach, terwijl hij, den teugel van het paard
om de linkerhand geslageD, naast Erna voort
schreed, „weet gij, wat mij den moed gaf, ein
delijk u mijne liefde te bekennen Gij, lichtzinnig
wezentje, hebt beloofd mijne vrouw te worden,
zonder ook maar te weten, of ik ook een vrouw
in mijn stand kan onderhouden. Tot belooning
voor deze goddelijke lichtzinnigheid zult gij ver
nemen, wat nog een diep geheim is. Houd eens
nw klein oor wat dichter bjj." Hij trok het
slanke meisje dicht aan zich en fluisterde haar
zacht in het oor: „Ik heb geërfd van mijn oom;
een oom, die er uitzag, als kon hij niet sterven
en die zich voordeed, als zou bij eerder den
keizer van China dan mij tot zijn erfgenaam
benoemen. Yeel is het nu juist wel niet, maar
het is toch wel voldoende."
Als hij haar nu in de oogen keek, ging Erna
op haar teenen staan en fluisterde nu harerzijds:
„En weet ge, Frits, met de Amazonenrepubliek
°p lauern loopt het ook af? Er heeft zich een
w nu .00Per opgedaan, en de goede mijnheer
u eim meende lachende, dat ik nu wel met
en arm luitenantje kon gaan trouwen. ,Maar
aan toé i> 6ter D'et'' voegde bij er dadelijk angstig
„Hoerah riep Schrattenbach zoo luid uit, dat
ini r;d een 'Wrong maakte, en drukte Erna
ent aa° Z^n kar'" «Hoera, dan behoef ik
D16t ™Ün.omslag te nemen, om hier den
WiiM-W 'n rechter spoor te brengen.
8 olijven in het regiment en geven het een
en j voorhoold van een eerzaam, deugdzaam
schat r8eZend echtpaar. Ziet gij nu wel, mijn
hof nU ree^s> nu we nog maar in den voor-
<a'! het huweljjk staan, doen zich reeds blijde
al ,as.singen °P- Ach, God, wat zullen wij nog
Erna?» n! VerheüS' glJ u ock niet' lieve
namiddags reed Schrattenbach in gala uit,
plechtig aanzoek te doen om de band van
juffrouw Erna Mollard.
Be oude barones trachtte te vergeefs op haar
gelaat en in hare strakke, glinsterende oogen
k0D w.arm govoel te le: gen. Zij reikte den toe-
schoonzoon de kit ine, poezelige hand
*prak met dorre stem do hoop uit, dat hij
ar geliefd kind gelukkig zou maken, waarbij
dat F 'k maakte van de all< daagsche verklaring,
Én 'f"a altijd een goedo dochter was geweest
oen goede vrouw zou zjjn.
Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857
(Staatsblad no 87)
Brengt ter kennis van belanghebbenden
dat de jacht op waterwild in den kring
begrepen binnen den Westfrieschen Omringdijk
en in de gemeenten Petten en Callantsoog, zal
worden geopend op Dinsdag 15 Juli 1890 en in
de overige deelen der provincie op Vrijdag 1
Augustus 1890.
En zal dit besluit in het Provinciaal Blad wor
den geplaatst en in alle gemeenten van Noord
holland worden aangeplakt.
Haarlem, 23 Juni 1890.
De Commissaris des Konings voornoemd,
(Get.) SCHORER.
Schagen, 4 Juli 1890.
De Burgemeester voornoemd,
C. H. BEELS.
Ziekte, ongetwijfeld een der treurigste om
standigheden, die een huisgezin kan treffen,
veroorzaakt dikwijls den achteruitgang van
menig flink gezin.
Gemis van inkomsten, uitgaven van allerlei
aard, zij werken samen om het leed scherper
te doen gevoelen. Elke poging dus, die kan
strekken om de gevolgen voor den zieke en
zijn gezin te verminderen, verdient aanbeveling.
Door die overweging gedrongen, maken wij
Later richtte de oude dame nog tweemaal het
woord tot Schrattenbach, eenmaal om hem te
vragen, of hij van het land geboortig was, de
tweede maal met een weinig levendiger belang
stelling, of hij hare nieuwe duiven reeds gezien
had.
Daarentegen waren de beide schoonzusters zeer
aardig en overlaadden den nieuwen zwager met
allerliefste plagerijeu en kleino opmerkzaamheden,
zoodat Erna wel een weinig jaloersch werd. Ja,
als do plagerijen met betrekking tot hare dagblad-
schrijverij en hare oudo-juffer-achtige neigingen
ten slotte een weinig scherp werden, werden hare
anders zoo koele oogen door verraderlijke tranen
omfloersd.
Schrattenbach vond zijne verloofde in deze
voor hem zoo geheel vreemde houding zoo be-
tooverend, dat hij in zijne verliefdheid steeds
verstrooider werd en zulke verkeerde antwoorden
gaf, dat de zusters lachend het vervelend paartjo
aan zijn lot overlieten.
Het was laat geworden, toon Schrattenbach
eindelijk op zjjn paard, hetwelk hij had laten
nakomen, de terugreis aanvaardde. In de geluk
zaligste gemoedsstemming draafde hij in den
zoelen Moi-nacht voort. Kleine, vlokkige wolkjes
hielden de maan verborgen, er lag een betoove-
rende sluier over het landschap. De draf van het
paard ging geleidelijk in een langzaam tempo
over, evenals het gelukkige gevoel van Schrat
tenbach week voor ernstiger gedachten.
Schrattenbach was er van overtuigd, dat in de
naaste toekomst eene grooto omwenteling plaats
zou grijpen ten opzichte van zijn regiment. Dat
nachtelijk tooneel in do speelzaal had do reeds
volle maat doen overloopen. Wel is waar was
de zaak zoo goed mogelijk bijgelegd geworden,
maar de brigade-generaal was Diet de man,
dergelijke voorvallen met stilzwijgen voorbij te
gaan.
De lange premier zuchtte. Of hij een verplaatsing
zou aanvragen De lichtzinnige toon, dien de
dames Schlingen en Wonsheim bij het regiment
ingevoerd hadden en waarin hij vroeger ook wel
behagen had geschept, wilde hem nu, bij de
gedachte aan zijn toekomstig vrouwtje, volstrekt
niet bevallen doch neen neen, een flink
zeeman verlaat zijn schip niet, ook al is het lek
geworden. „En wij zullen ons er wel doorslaan,"
fluisierde hij, „er zit in het regiment een goede
grond, doch deze was wat te weelderig en te
zwaar, daarom is de boom te sterk opgegroeid,
om goede vruchten te dragen. Het kan slechts
ten voorceelo zijd, een weinig besnoeid te worden;
de wilde takken hier en daar wat ingekort en
dan zal de boom prachtig worden. Maar de homel
zende ons een kundige en vaardige hand; één
snede to veel, en de boom gaat dood."
Schrattenbach l&cbto zelf om zijn gelijkenis en
der gemeente Schagen een plan kenbaar, dat
gesteund door belanghebbenden en goed gezin
den, zal strekken ter bevordering van het geluk
van een groot gedeelte onzer medeburgers.
Wij wenschen een ziekenfonds op te richten.
Aangemoedigd door de hulp ons toegezegd
door een onzer geneeskundigen en de beide
apothekers, aan wier medewerking gaarne hulde
wordt gebracht, stellen we ons voor den leden
zoowel geldelijke ondersteuning als kosteloos
geneeskundige behandeling en medicijnen te
verschaffen.
Geldelijke ondersteuning ad f 2.50 per week
(vooreerst beperkt tot 10 weken) voor ieder
manspersoon boven 18 jaar en weduwe zorgende
voor jonge kinderen. Bovendien kostelooze ge
neeskundige behandeling en medicijnen voor
dienstboden, werklieden, hunne vrouwen en kin
deren.
Niemand wordt van onze vereeniging uitge
sloten, integendeel, ieder noodigen we uit zich
bij ons aan te sluiten, door te worden hetzij
lid, hetzij donateur.
Als lid erkennen wij, alle manspersonen in
onze gemeente van 1855 jaar. Gehuwd,
kannen zij deelnemen voor vrouw en kinderen
beneden 18 jaar. Ook laten wij, bij denzelfden
leeftijd, boven bedoelde weduwen en vrouwe
lijke dienstboden als lid toe.
Als donateurs nemen wij ieder aan die jaar-
richtte zich uit zijn droomende houding ophij
was intusschen bij het stadje gekomen. Hier
begonnen reeds de tuinen der klein-steedsche
patriciërs, de vliergeur stroomde den ruiter tegen,
een nachtegaal sloeg.
De maan kwam juist uit haar schuilplaats te
voorschijn, en bij het licht der maan was het
Schrattenbach als zag hij in een der bjj do poort
gelegen tuinen een paartje in teedor afscheid; er
glinsterde een uniform.
„Zou er nog een der kerels buiten de kazerne
zijn dacht de strenge officier, zelfs op aezen
dag zonder medelijden voor de teedere gevoelens
van een Ulaan.
Juist ging er ratelend een boerinwagen voorbij.
Schrattenbach maakte van dit geraas gebruik,
om ongemerkt dichter bij en achter een dik ge
kroonde boom te komen Terwijl het geratel der
wielen van het zware voertuig in de verte weg
stierf, hoorde hij naast zich, aan de andere zijde
van den vrij lagen muur, fluisterende stemmen.
No» eenmaal een laDg afscheid„Tot weerziens
morgen 1" zeide een meisjesstem, toen werd de
poort geopend en met snellen tred spoedde zich
een slanke mannengestalte naar de stad, zonder
om te zien.
Schrattenbach wachtte een oogenblik, liet toen
zijn paard in kort galop voortschieten en hield
in bet volgende oogenblik voor den verschrikten
don Juan halt.
„Alle duivels, Schrattenbach, zijt gij het, dio
hier den openbaren weg onveilig maakt Hoe
komt gij er toe, mij zoo te verschrikken?"
„Ei graafje, graalje, waarom zoudt gij schrik
ken, wanneer gij een zuiver geweten hebt Ik
vraag maar, waarom sluipt gij hier zoo rond
evenals de marter bij het duivenhok Ik dacht
natuurlijk een onzer Ulsnen te snappen, die nog
te middernacht ten avontuurtje had met do eeu
of andere keukenprinses, en vind zijn hoogge
boren, graaf Hasselbach, den gezworen ridder
der dames Wonsheim. Wat zet gij een leelijk
gezicht, heer graaf ,Kom in den tuin ja
laat mij niet wachten neen '..^ag ik u
vragen, hoe die Susanne, met wie gij dit bedrijf
uit den Figaro' opvoerdet, in het dagelijksch
leven heet
„Vragen moogt gij wel," meende Hasselbach
knorrig, „maar het is ook de vraag, of ik u zal
antwoorden."
„Nu mijn waarde, de naam doet mets ter
zake. Ik ben niet nieuwscierig en gun elk raensch
zijn pretje. Maar het scheen mij helaas toch toe,
dat dit een meisje van een nette familie was, en
ik zou u wel willen verzoeken vooral niet te
vergeten, dat wij hier toch al genoeg op ons
kerfstokje hebben, om niet noodeloos nog meer
streepjes te krijgen. Gij kunt er staat op maken,
dat men in het vervolg schorp op ons zal toe-
lijks f2.50 of meer wil offeren.
Zooals van zelf spreekt, behooren de leden
zich eene bijdrage te getroosten. Voor leden
is die gesteld op f 0.10, voor hunne vrouw op
f0.02 en voor elk kind op f 0.01 per week.
Ziedaar, in korte trekken ons plan. Natuur
lijk wordt de wijze van toelating, even als
zoovele andere zaken in het reglement geregeld.
Kunt ge U met de hoofdzaak vereenigen,
wilt ge aansluiten, toont het ons, door
wat de leden aangaat, naam, voornaam, ouder
dom, beroep en woonplaats op te geven aan
een der ondergeteekenden, en wat allen betreft,
door zoo mogelijk eene vergadering bij te
wonen in het koffiehuis „de Posthoorn" van
J. de Beurs, op Zondag 13 Juli e. k., s' na
middags 7 uur, bij welke gelegenheid het
reglement zal worden vastgesteld, en terstond
daarna overgegaan tot de benoeming van een
bestuur.
Reeds den lsten Augustus e. k. zouden wij
den arbeid willen aanvangen.
Eendracht maakt macht, laat die spreuk ook
ons bezielen; en dit blijken door dat niemand
bij de bevordering van dit plaatselijk belang
achterblijft.
Wij verzoeken der redactie van onze plaaise-
lijke bladen beleefd bovenstaande regelen te
zien. Wees dus op uw hoede, d11 er straks geen
dingen ter sprake komen, die u persoonlijk aan
gaan, want dat meisje zijt gij toch zeker niet
van plan te trouwen, niet waar
„God zal mij bewaren!" riep Hasselbach ont
steld uit. „Maar, weet gij, Schrattenbach, dat
kleine persoontje is werkelijk bekoorlijk en dan
zij is het eerst begonnen waarachtig."
„Na, luister dan, dat gelooft later toch niemand,
het meisje zelve het allerminst; daarom raad ik
u, weest gij dan nu tenminste degene, die het
eerst ojjhoudt. Dus morgen geen wederzien, laat
haar stil smachten; denk er aan, dat wij ons nu
bijzonder rustig en deugdzaam te gedragen hebben,
auders stort alles hoven ons hoofd in, en da
trouwo burgers zouden ons eene diepe vernodering
van harte gunnen. De burgers houden nu eenmaal
niet bijzonder van de met goud gegallonneerde Ula-
nen, al plukken zij hen gaarne. Hier zij wij aan de
kazerne, goeden nacht!"
Schrattenbach drukte zijn jongen kameraad
hartelijk do hand, en langzaam klapperden de
hoefslagen van het paard over het plaveisel Tan
het stadje.
„Ah, daar gaat ook weer zoo'n nachtzwendelaar,
zoo'n lichtzinnig Ulanenoffioier," dacht de dikke
vrouw van den burgemeester. Die goede ziel kon
heden niet slapen. „Dat komt van de ergernis
over Anna," bromde zij.
Anna, een frisch boerenmeisje, hetwelk bij
mevrouw de „burgemeesteresse" diende, had haar
dienst opgezegd, omdat mevrouw haar verboden
had, haar vrijer in de burgemeestcrlijke keuken
te ontvangen.
Erg verdrietig wentelde de geslrenge damo
zich op de andere zijde, maar wat zij ook deed,
de slaap wilde niet komen. Zoo kwam zij er dan
toe langzamerhand al de groote en kleine zonden
der Ulanen, van welke zij in den laatsten tijd
gehoord had, zich voor den geest te halen. Deze
voorraad was juist in de laatste dagen bizonder
toegenomen, en in deze slapelooze uren, dio ook
al geplaatst werden in het schuldboekje der Ulaaen,
vaite de burgemeestersvrouw het besluit op, mot
de gewone groote driemaandelijksche koffiopartij
niet tot de volgende maand te wachten, maar
een bijzondere zitting te beleggen.
„Alleen de iniiemsten,'' dacht zij, „en dan
nog in de zijkamer een paar jonge meisjes, opdat
Liesje ons niet beluistert. Ook geon groot trac-
tement, er staat nog ten aangebroken flesch por-
tewijn van Vrijdag, toen de voorzitter van den
raad van state hier was, en wanneer ik dan oen
zandtaartbak of een koek Terwijl zoo allo
mogelijke koeksootten bij de dame de revue pas
seerden, overviel haar toch eindelijk de slaap
en ontplooiden zich de strakke gelaatstrekkeu
van "Wiest-nau's gestrenge wachteres.