UIT DE PERS. a l DOa vermocht staande te houden, sedert 1 wordt zij bestookt op een ander terrein. Gemengd JNieuws. Marktberi h t e .1 1. ng zouden leiden. Ter eener zijde is a^8 °streven, haar te willen terugdringen ee"uijerdwang en tot eene leerheiligheid, f Kerk sie'4 boven Christus en het waar- ie „gestelijk leven doodt. Aan de andere ^""faëerscht een materialisme, dat geene andere ^stoffelijk® belangen kent en onverschillig S°H voor alle hoogere behoeften. Te gevaar- 158 vrorden die machten, waar ze in bond- i tschap komen met een goed georganiseerde e0?°.j:e er naar streeft eene verloren heer- te herwinnen, t dien toestand verkeert de Nederlandsch ormde Kerk in ons goede vaderland. Door- fd ze vóór 4 jaren eene crisis, waartegen Hare bestrijders, op kerkelijk gebied geslagen, hben ziel1 als politieke partij gehandhaafd, 6 „jet «eschroomd zich te verbinden met Rome beheersching van kerkelijke en maatschap- lliike belangen van ons volk. Nog heeft Rome slechts de eerste trede gezet zijn altijd met beleid en volharding afge wenden weg; maar het zal op dien weg ge- isselnk voortgaan, als de oogen der Protestanten ■sloten blijven voor het dreigend gevaar. Broederszullen wij nog langer onverschillig ,ezien en door kleingeestige kibbelarijen verdeeld lijven Of zullen wij ons krachtig aaneensluiten m den bloei der vaderlandsche Kerk te verhoo- en en haar een krachtigen invloed op het ationaal volksbestaan te verzekeren Werden uk in andere gemeenten van ons vaderland ereenigingen tot behoud der Nederlandsch Her- winde Kerk opgericht, dan konden deze zich, ffas ook geene lokale werkzaamheid uitge- joten, tot eene Unie vereenigen, wier bestaan Heen reeds bewijzen zou, dat er naar het roord van Jhr. Mr. Schuurbeque Boeye ,/in uze Nederlandsch Hervormde Kerk nog een erzoenend, eenheid bevorderend en tevens kracht i bezielingwekkend element bestaat, gevormd it allen, die de evangelisch—christelijke begiu- Jen in maatschappij, kerk en school zijn toe- idaan." Zoodanige Unie kon een groote kracht uit- fenen. Zij kon optreden om in de Openbare hooi het opvoedend element, namenlijk de leiding tot alle maatschappelijke en christelijke agden, te handhavenzij kon de oprichting j Bijzondere Scholen in mild christelijken geest unen, waar dit noodig blijkt; zij kon het ren van een degelijk godsdienst-onderwijs rorderenzij kon medewerken om bij het ioger Onderwijs de theologie te handhaven. En hoewel zij niet rechtstreeks als eene itieke partij zou optreden, kon zij bij politieke kiezingen raad geven en steunen, en in ieder al de waarachtig christelijke banier van larheid en Recht hoog houden, laar bestaan zou zeker ook velen voor het tngelie winnen, die door de jammerlijke ieeldheid in de Kerk van de Evangelie- diking allengs vervreemd zijn, en wier onker- ijkheid ze het vertrouwen van ons christelijk k doen missen. 3od geve, dat spoedig de oogen van onze itestantsche natie mogen geopend worden voor haudhaving der heiligste belangen, en er >r eendrachtig samenwerken eene kracht moge twikkeld worden, die bestand blijkt tegen de chten, die de Protestantsch-christelijke geest i ons volk belagen. BroedersDoe ieder in Uw kring het Uwe. Gods kracht zullen wij staande blijven en >nen, dat wij niet ontaard zijn van den vrijen, 'oen zin onzer vaderen, die voor God zich 'en en in zijn kracht aan menschelijke dwin- aodij zich ontworstelden. B- Op aanvrage zijn bij den Heer D. J. P. Storm Lotz, boekhandelaar, Oppert, Rot terdam, exemplaren van dit Manifest en °ok van de Statuten en het Reglement van de ereeniging tot Behoud der Neder- duitsch Hervormde Gemeente te Rotterdam te bekomen. De Toekomst der Bijzondere School, blz. 18. r'ets voorSchagenenom- ,wn É?en*eenten. Wij lezen Dn rf on(^er Bet opschrift: De <J/6 --a a e n 0 D 3 platteland. 4 and- wijst in een hoofdartikel er op, tietn,8 f .teland door de rijkstelegraaf zeer Bedeeld is. Van de 600 tele ra j'yren behooren 400 aan het Rijk en ej j e j-' onzer gemeenten, alzoo het grootste 2Wj,et ''°rpen bezit geen telegraafkantoor, lafnBetwelk evenals wij een tele- 00 v Van 1^,000 KM. heeft, bezit reeds ze a"t°ren. Ook in andere opzichten is Of) Bek ons vooruit. Zoo worden daar (j. oestellen bediend en bedraagt het be- Dpersoneel 1700 hier te lande vindt 4a„ejte^en en 1800 of 1900 beambten, tkeid -rte van de telegraaf ligt onze achter- niet, de opbrengst dekt bijna de kos ten, terwijl de aanlegkosten betrekkelijk niet hoog zijn. Blijkbaar wordt de Regeering teruggehouden door de overweging, dat de kleinere dorpen geen genoegzaam aantal telegrammen kunnen opleveren om de kosten van aanleg, onderhoud en bediening te vergoeden. Dit is waar, erkent De Stand., wanneer de telegraphische dienst geschoeid wordt op de leest der kantoren in de groote steden. Maar waarom de telegraaf op onze kleine dorpen niet minder duur en omslachtig gemaakt Zwitserland heeft ons een goed voorbeeld gegeven. Daar heeft men niet altijd een tele- graafgebouw gevestigd, doch begrepen, dat in een dorp een klein vertrek in een woning van eenigszins publiek karakter reeds voldoende is, dat er niet altijd een telegrafist behoeft te zitten, doch een seinschel hem wel van anderen arbeid kan roepen. Men heeft inge zien, dat een hotelhouder gaarne voor de tele graaf een vertrek afstaat tegen geringe vergoe ding, en dat in bijna elk dorp een naaister of andere vrouwelijke bediende, die toch een zittend leven leidt, voor een kleine belooning gaarne den telegraphischen dienst wil vervullen. Aldus is men er in geslaagd, een telegra phischen dienst in het leven te roepen, die bijna niets kost, uilgenomen de kosten van aanleg en onderhoud. De kosten van aanleg liggen hoofdzakelijk in de aanschaffing van een toestel, zoorlat men met een jaarlijksche uitgaaf van een halve ton binnen niet zoovele jaren reeds een aanzienlijk aantal van onze dorpen in het telegraphisch net zou kunnen opnemen. Ons platteland is toch reeds in zoo stuitende mate bij onze groote steden achtergesteld. Voor handel en nijverheid is zoo bijna alles, voor landbouw zoo bijna niets gedaan. Waarom zou onze Regeering ons platteland niet ter wille kunnen zijn, desnoods door aan bieding van een telegraphisch bureau aan elke gemeente, die zelve de kosten van bediening op zich nam. Vooral indien dan de dorpen in eenzelfde streek zich combineerden, zoodat een zelfde lijn van dorp naar dorp kon doorloopen, zouden de kosten van aanleg al zeer weinig beteekenen. Vice-Versa-Roofitoclitjes. Dr. Kuyper weer op reis naar Kampen. De Hoofdman der doleerders heeft zich op nieuw gewend tot de broederen der Christelijk Afgescheidenen om tot eene samensmelting der beide kerkelijke secten te geraken. Een vorige maal zijn de pogingen tot vereeniging mislukt, de Kamper lui zijn op hun hoede, zij kennen den slimmerd, die fluiten kan als een vogelaar, maar tegelijk zijne netten op de wip heeft staan. Dr. Kuyper moet geheel voldoen aan de voorwaarden van dien kant gesteld, zal er eenige kans op samengaan bestaan en dan, nog al belooft hij, zich aan alle gestelde eischen te onderwerpen, zijn er tal van Afgescheidenen, die blijven waar schuwen tegen de opname van Kuyper en zijn volgelingen in de gelederen hunner partij. Zij begrijpen zeer goed het doel van den veldheer, de Vrije Universiteit moet de primus worden en de Kamper school nommer twee. Kan hij in een jaar niet komen waar hij wezen wil, dan neemt hij er twee voor; «wie gelooven haasten niet." Kort geleden beproefde de slimme man een ander middel om zijn school te doen pre- domineerenhij dacht lang voor Pierson al aan «leegpompen". De beste leeraren van de Kamperschool naar Amsterdam lokken, dat stond ook op zijn agenda, maar de benoeming van dr. Bavinck tot profes sor aan de Doleerende Hoogeschool bleef zonder gevolg; men rook lont aan den IJsel. Maar onze dr. Kuyper laat het niet zitten, daar is hij geen man voor. «Men moet maar durven," staat voor hem geschreven; in de keuze der middelen neemt hij het niet zoo nanw, «wij zijn niet vies", en zoo brengt men 't ver; altijd een tijd lang natuur lijk. Hij loopt des noods met zak en pak over naar Kampen, als men de deur maar openzet, overtuigd als hij bij zich zelf is, eenmaal toch weer de baas te zullen spelen. Geheel ongelijk hebben velen niet, als zij de vreeze koesteren, dat de tijd van vreedzaam samenwonen voorbij is, wanneer zij den doleerenden doctor-professor in hunne tente opnemen. Kuyper zelf zit er moeielijk toe, als dit plan weer in duigen valt. Zijn universiteit moet studenten hebben niet alleen, maar voor die in enkele maanden gepro moveerde predikanten of doctoren want dat zijn ze er ook in een blauwmaandag moet een toekomst zijn. Toen het hem mislukte om de Hervormde kerk met hare bezittingen te annexeeren en hem de pas was afgesneden om de kweekelingen zijner inrichting de Hervormde kerk binnen te loodsen, toen vond hij de dole antie uit. De vrije Gemeenten konden hem nu van zijn baksel afhelpen en klaar was Kees. Neen, klaar was Kees heelemaal niet, wel voorloopig, maar hoe zou 't op den duur gaan, als de aardigheid eens van de doleerderij afging, en de offerschalen koper in plaats van zilver be vatten en de «gouwe kappe" van de Eriezinnen ingeruild waren voor «de drie formulieren van eenigheid" en «de preeken uit de diepte", dan voorzag hij een schralen tijd. Doleeren kost geld, dat geld vloeit eerst in de hitte des gevechts tamelijk wel, maar enfin, een jood weet wat een bril kost. Een noodzakelijk middel voor de hoofdaanleggers der doleantie was dus, een goed onderkomen te zoeken niet alleen, maar zulk een onderkomen ook, waar de gelegenheid te eeniger tijd zou komen om van gast te promoveeren tot huisheer. Dus naar Kampen. Kampen verkoos niet te Amsterdam te komen, dus gaat Amsterdam naar Kampen. Voorloopig! Amsterdam-Kampende Engel en de Mol. Van La Eontaine; voila tout! Friesche Ct. Vacantie. «De Kamer is naar huis", zoo schrijft de Br. Ct. «Het heeft de laatste zittingdagen allerlei épineuse quaesties geregend, doch eene regeering, die deze aan de orde weet te stellen tegen dat de koffers ge pakt worden, heeft kans dat zij alle klippen ontzeilt. Het militair onderwijs werd afgedaan, de Lawaquaestie liep van stapel, zelfs de 41/2 ton voorschot aan de Amsterdamsche werf, die in staat van déconfiture verkeert, konden niet tot een conflict leiden en de Regeering nam afscheid van de Tweede Kamer met een «au revoir". Wel ging dit bij de heeren Hartsen en Dyserinck gepaard met een veelbeteekend hoofd schudden en van de zijde des heeren van der Eeiz zelfs min of meer met een gebalde vuist, en den toon waarop twee vechtenden elkaar toeroepen: «wij spreken mekaar nader", doch nog eens er zijn geen ongelukken gebeurd en als de Regeering het met de Eerste Kamer ook kan klaarspelen, dan loopt deze campagne verder zonder bloedvergieten at. Er kwam echter wei deining tusschcn beiden. Domela Nieuwenhuis zorgde voor een beetje variatie door eene interpellatie over de houding van burgemeester van der Zee bij de jongste troebelen te Enschedé, en prikkelde daarbij den heer Lohman zoo geweldig, dat deze zich genood zaakt vouu op de zaak terug te komen, en het woord te vragen voor een persoonlijk feit. De Minister heeft nu ten minste al zooveel geleerd, dat als hij boos wordt, hij eerst tot tien telt véór hij spreekt, en zoo had hij ook nu den nacht laten voorbijgaan eer hij Domela op zijn giftigen uitval repliceerde. En 't mag uief ont kend worden die uitval was zeer kwaadaardig. De heer Lohman had betoogd, dat burgemeester van der Zee met kracht had moeten optreden tegen «rustverstoorders" en daarop had Domela gevraagd naar de beteekenis van dat woord, omdat, gold het hier in de gewone beteekenis, de Minister zelf in zijn eigen verleden wel feiten zou kunnen vinden, die hem insgelijks tot «rustverstoorder" zouden stempelen. Dat was op den man af. Een poos geleden heeft de heer Hartogh spottend gevraagd of «een zaag" ook kon worden gerekend tot de verboden wapenen, maar hier werd de geschiedenis der Nieuwe kerk den minister vierkant voor de voeten geworpen, en hem daarom het recht ont zegd tegen «rustverstoorders" op te treden, hetgeen natuurlijk er niet weinig toe moet bij dragen om diens prestige finaal te knakken en hem als Minister onmogelijk te maken. Men zou zoo zeggen «boontje komt zijn loontje." Maar de heer Lohman heeft in eene toespraak aan de kamer, waarover hij echter geen nadere discussie toeliet, deze beschuldiging met veel kracht van zich af geworpen, en als wij het goed begrijpen gezegd, dat hij die be schuldiging onmiddellijk na zijn aftreden zal brengen voor den strafrechter't Is mooi gezegd, maar 't snijdt helaas voor 't oogenblik geen htïut. Wij twijfelen er minstens aan of de ondeu gende Tijl na deze speech des Ministers zal ophouden hem als ridder van de zaag uit te teekenen. Er is nog een punt van meer gewicht, waarop wij de aandacht weuschen te vestigen, en wel het inkomen van de Legerwetten, en de benoe ming der commissie van voorbereiding. Er kwam in een voorstel van 10 leden, om zoodanige commissie, evenals bij de Schoolwet, te benoemen, en de heer Schiramelpenninck vau Nijeuhuis stelde voor, om die benoeming aan den Voorzitter op [te 'dragen. Deze koos twee Roomschen, de heeren Schaepman en Haffmans, een priester en een gewezen kantonrechter, ofschoon de heeren Van Vlijmen en Van der Schrieck beiden be hooren tot de Katholieken en militair zijn. De heeren Haffmans en Schaepman zijn onderling lang niet dik met elkaar, en komen alleen in hoog politieke gevallen tot elkaar, zooals onlangs bij het wetje tot verlenging van den militieplicht. Toen was het om het leven van den heer Ber- gansius te doeD, zoodat de keuze van die twee katholieken al heel zonderling is. De voorzitter koos verder twee anti-revolu lio- nairen en wel den heer Huber, den eenigen anfi- ïnilitarist onder de rechterzijde en van beroep advocaat, terwijl kapitein Seret al 15 jaar in de Kamer zitting heeft, en deze richting het militaire element in de Kamer met een licht als Von Löben Seis heeft verrijkt. Het tweede anti— revolutionuaire lid is de heer Schimmelpenninck van der Oye uit Amersfoort, de eenige benoemde van de rechterzijde, die geacht kan worden v<5<5r de wetten te zulleu stemmen, want die toonde met alle leden der regeering door dik en dun te gaan. Ten slotte kregen ook drie liberalen zitting in de Commissie, en wel de heer Seyffardt voor Oorlog, Guvot voor Marine enVan Houten. De heer Rooseboom niet, de heer Land niet, maar Van Houten. En het best teekent zich de stemming der Commissieleden reeds af in het feit, dat Van Houten werd be noemd tot president der Commissie. Inderdaad, meneer Beeiaerts, uw commissie i3 een meester stuk van samenstelling. De kamer is naar huis en komt vóór Sep tember niet meer terug. De districtenwet blijft dus liggen, ofschoon de Minister zich nog ge haast heeft de Memorie van antwoord in te zenden. Het schijnt aan de rechterzijde ernstig te broeien. Friesche Ct. De Engelsche natuurkundige Emerson zegt van de kamervliegen: Zoodra een een vlieg zich neerzet, ziet gij haar zich bewe gen, alsof zij, evenals een kat of een vogel, haar toilet maakt. Zij begint met hare achter pootjes, die zij tegen elkaar wrijft; dan veegt zij hare vleugels af, om vervolgens hare voorpoo- ten te schuren en met haar snuitje zooveel mogelijk haar geheel lichaam af te vegen. Wat zij doet? Neem eer. microscoop, en als ge juffrouw vlieg aandachtig bekijkt, zult gij zien dat haar lichaam bedekt is met oneindig veel kleine parasieten, die zij verzamelt, tot een balletje rolt en dan oppeuzelt. Neem een stuk wit papier, laat een vlieg er hare manoeuvres op uitvoeren, kijk door het microscoop, en gij zult het papier bedekt vinden niet met vliegeneieren, zooals men meent, maar met de bedoelde parasieten. Het zijn onzichtbare wezentjes, die in de lucht zweven en zich aan het lichaam der vliegen vasthechten. Is de vlieg er mee bedekt, dan zet zij zich neer, om er zich van te bevrijden. In vunzige kamers doet zij een rijken maaltijd; in frissche vertrekken zoekt zij te vergeefs naar buit. En zoo vervullen de vliegen hare bestemming, tot een spinnekop haar pakt en opsmult, die op hare beurt door een vogel wordt georberd, welke laatste ons weer tot voedsel dient! Te Epene (bij Brussel) heeft de politie gisteren ochtend een jongetje van negen jaar bewusteloos op den grond vinden liggen. Met versterkende middelen bijgebracht, verhaalde het arme kind. dat hij door zijne ouders mis handeld, ontvlucht was en sedert vijf dagen bijna niet gegeten en onder den blooten hemel geslapen had. c n. S c h a ff e n, 10 Jnli 1890. Aangevoerd 6 Paarden f 50 - a 180. 3 Stieren f 77.50 a 180. Gelde Koeien (magere) f a 14 idem (vette) f 160.- a 280. 5 Kalfkoeien f 180. a 260. 12 Nuchtere Kalveren f 10.- a 24. Schapen (magere) f a 70 Idem (vette; f 25.— a 32. 50 Lammeren f 8.- a 14. 5 Bokken en Geiten f 4.— a 8. 27 Varkens (magere) f 15.— a 17. 44 Biggen f 8.— a 10. 25 Konijnen f —.10 a 30 Kippen f —.40 a 345 Kilogr. Boter f -.93 a (per Kop f —.70 a .75) 260 Kaas f —.20 a —.30 3600 Kip Eieren f 2.75 a 3.25 1200 Eend-Eieren f 2.90 a 2.90 Hoorn, 10 Juli 1890. Aangevoerd Kleine Kaas, hoogste prijs 1' 30.— Commissie f 27.—. Middelbare f aangevoerd 333 stapels, wegende 103305 Kilo. I X aan tl tttn 10 Juli 1890. Aangevoerd Kleine Kaas, hoogste prijs f 27.aange voerd 30 stapels. Alkmaar, 11 Juli 1890 Aangevoerd: Kleine Kaas hoogste prijs f 30.—, Commissie f 27.Middelbare f 28.aangevoerd 625 stapels, wegende 180000 K.G. Ter graanmarkt aangevoerd 46 Hectoliters, Tarwe f 6.875 a 8.Rogge f a Gerst f 4.80 a dito chev. f a Haver f 4.— a Paardenboonen f a Bruine dito f a Citroen dito f 10.— a Witte dito fa Duiven dito f a Karweizaad f a dito oud f a Blauwmaan- zaad f a R. Mosterdzaad f a - G. dito f a Kanariezaad f a Erwten: Groene f a Grauwe f 20.a Vale f a Witte f a En k huiven, 9 Juli 1890. Aangevoerd. Heden werden alhier aangevoerd 29 Btspels. Hooikaas t Graskaas f 29.—, karweizaad, f 9.25 a 10.25, nieuw moBierdz. f 16.a 18. Wijker Vale dito f - a Groene dito 110.— a 11.50, Bruine boonen f - a Paardenboonen f a Gerst f 4. a 5.25, Haver f 3.a 4.25, Boter 57' a 60 cents per kop.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 3