ril- l Donderdag, 17 Juli 1890. 34ste Jaargang. Ho. 2420. Brandspuitdienst. i ilï IKIIIST. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHAGÏN, Laan, D, 4. Gemeente Schagen. Bekendmakingen. Jan Winkel. Dirk Roggeveen Lz. Gerrit Oorbeek. op verbeurte een er boete van hoog stens twee gulden voor iederen afwezige, welke boete voor de Hoofd lieden wordt verdubbeld. Zullende aan deze bepaling ten strengste de band worden gebonden. Binnenlandsch Nieuws, Schagen, 16 Juli 1890. WORDT VERVOLGD- SC HA CE R A COURANT 1. Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE- TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst. XNOEZONDBN STUKKEN één dag vroeger. Prijs per jaar f3.Pranoo per post 3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIÈN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meerfO.Ot Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente zijn inlichtingen te bekomen omtrent een alhier gevonden Sigarenkoker en een Sleutel. Burgemeester en Wethouders van Schagen, maken bij deze bekend le. dat bij de brandspuit zijn benoemd: a. Tot Opper-Brandmeester: I. Tot Brandmeesters bij de Blaauwe SpuitJohan Gavers, Boode :Jan Kweldain. c. Tot len Commandeur over de Werklieden, bij de Boode Spuit, Tot len Commandeur over de Kringsluiters, bij de Boode Spuit, 2e. dat op Zaterdag-, den 19en Juli a.s., des avonds ten G ure, aan den Loeterdijk alhier, proeven zullen worden genomen met de BLAAUWE en ROODE BR ANDSPUITEN, en roepen daartoe op, Roman van H. VON OSTEN. 32. DERDE HOOFDSTUK. dé en hartstocht voor do vrouw, die hii jtooost verlaten. 626 a"es beheerschende ïartstocht was ook dat h"Ma.k' dat hlJ n°g in Wiesenau vertoefde, 05, H n>et gevlucht was voor de blikken zijner na^Vln6. die, al waren zij medelijdend of voor in u.„u Terwijl men in de burgemeesterswoning over de Ulanen het vonnis velde, hadden de onweers wolken, die reeds lang dreigend boven het regi ment hingen, zich ontladen, eD zoo menige trotsche gestalte was door den hevig losbarstenden storm in de eerste plaats de deftige, elegante commandeur zelve. Graaf Tannenberg was op een wijze berispt geworden, dat hij oogenblikkelijk aanzoek om ontslag indiende, hetwelk hem, gelijk men verwachtte, ook wel verleend zou worden. Verscheidene verplaatsingen waren gevolgd, een der oudere luitenants was zelfs ontslagen, wegens redenen van gezondheid, gelijk het heette, vlok baron Meisenberg hield een verandering Tan woonplaats voor zijn gezondheid noodzakelijk fflen vertelde, dat hij zijn landgoed wilde ver pachten. J J Nog vertoefde eene commissie van inspectie in ïesetau, en in het officierscassino werd juist 6 eest"tafel gedekt ter eere der gasten, do ot 0Imacsen draafden heen en weder, en feD1 T8n- ^ulteDant Barneveld, die de °P 2'ch genomen had, klonk reeds beesch. yee,r d® overste heeft laten zeggen, dat hlJ Jevigo koorts had.» co- zoo>" antwoordde Barneveld, die het cenb^eDS Z6er na'uur'i)k vond, dat graaf Tan- a»„ na a' y®'g(®n, wat er was voorgevallen, aa° den feestmaaltijd niet deelnam. ccde't'raa^ ^'ailn®nberg had in der daad gloei en r's' 'naar geen arts ter wereld had hem g^ ea genezen. In htm brandde de koorts der k ii Snelheid, der gefnuikte eergierigheid ^eerseh 8 ^e,vi*8s'e do koorts van den alles be un D onverschillig, hem toch moesten pijnigen 'erdr °eien^° pijlen- Maar alles, alles kon hij tho 8^en' a"een niet de smart, het geliefde, a„ °i?o bleeke gelaat, de ondoorgrondelijke oogen ieve, 8 von Schlingen te moeten missen. Neen, met allen en alles breken 1 Wat toch gaf lieve. alle Hoofdlieden en overige Spuitplich- tigen, wonende in de kom der gemeente, de eereten om op het Raadhuis present te zijn des avonds ten 5Y2 Ure, de overige Spuit- plichtigen om voor het Raadhuis aan wezig te zijn des avonds ten 6 "lire, allen voorzien van hunne onderscheidingsteekenen, Schagen, 8 Juli 1890. Burgemeester en Wethouders voornoemd, C. H. BEELS. de Secretaris, DENIJS. De voorloopige Commissie tot onderzoek van een kanaalverbinding van Enkhuizen met het Noord-Hollandscli Kanaal, heeft aan de in Westfriesland bestaande Gemeente- en Pol derbesturen, de volgende circulaire gezonden „Reeds sedert eene reeks van jaren is bij verschillende gelegenheden de wcnsch geuit om het Noordwestelijk deel van Westfriesland, waarvan Schagen het middelpunt is, in ver binding te brengen met het Groot Noord- Hollandsch Kanaal en zoo aan grootere schepen toegang te verleenen tot dat groote bij uit hij om do wereld! Moest hij zijn carrière opgeven, hij was rijk genoeg, om de vrouw zijner liefde een schitterend bestaan te kunnen aanbieden. Thea en haar man moesten zich scheiden laten, en in Italie's toovervelden zouden zij beiden dan de wereld vergeten en alleen voor hun geluk leven. Hoe kon de bejaaide man nog dwepen! In zijn oogen brandde een verterend vuur, zijn slanke gestalte rekte zich uit. Ja, ja, zoo zou het zijn, en nog heden moest het beslist worden. Mevrouw Thea is nu alleen, haar echtgenoot vertoeft bij het feestmaal in hot casino. Tannen berg werpt den blik naar buiten. Het regent, het is stik-donker. Hij werpt snel een zwarten mantel om, drukte zijn hoed diep in de oogen en spoedt zich naar de villa van mijnheer von Schlingen. Uit het hoekvenster straalt rooskleu rig licht. Graaf Tannenberg knikte tevreden met het hoofd, haalt een sleutel te voorschijn, met welken hij de kleine tuinpoort opent, en klopt aan een laag venster. Een donkere gestalte ver toont zich in de geopende huisdeur. „Stil, Seipio, ik ben het, ik moet uw meeste res spreken." Mijne meesteres is alleen, maar ik weet niet „Maar ik weet het wel, domkop, zij wacht mij, ik heb haast, moet dadelijk weer weg. Gij kunt meegaan en voor de deur blijvenkom ik haar ongelegen don ga ik dadelijk weder weg. Door de voorkamer zal nu wel niemand komen." Seipio knikte met het hoofd en volgde onhoor baar den graaf. Voor de achter een zwaar tapijt verborgen deur bleef Tannenberg staan, wierp hoed en mantel af en gleed, na een vluchtigen blik in den spiegel, de aangrenzende kamer binnen. "Warme, geparfumeerde lucht waait hem tegen, deuren en vensters van dit weelderig ingericht boudoir zijn verscholen achter zware draperiën, de voet zinkt diep in het mollige tapijt. De lamp, bedekt met een rooden sluier, werpt een toover- achtig schijnsel op de schoono gestalte, welke daar op ten divan ligt uitgestrekt. Het deshabillé van weeke Indische zijde verried de schoono lichaamsvormen meer, dan het deze verborg. Graaf Tannenberg staat een oogenblik stil, bedwelmd door dit betooverend schouwspel. Daarna knielt hij neder bij de divan, en de verschrikte vrouw vast in zijne armen sluitende, drukt hij ettelijke vurige kussen op lippen, waugen en goudblonde lokken. nemendheid vruchtbare stuk land, dat door den "Westfriesehen omringdijk wordt inge sloten. Pogingen om voorloopig Schagen alleen met het N.-Holl. Kanaal te verbinden door een kanaal langs Schagerbrug zijn mislukt, vooral omdat de kosten van doorgraving van den Ouden Westfriesehen Zeedijk met sluis- werken, enz. voor de gemeente Schagen alleen te groot zouden zijn. In eene op Zondag 23 Maart 11. te Schagen gehouden openbare vergadering is door den tweeden ondergeteekende de wenschelijkheid besproken eener kanaalverbinding van den Rijkshaven te Enkhuizen met liet Noord- Hollandsch Kanaal. Zulk een kanaal zou, daar het loopt in de richting der lange as van Westfriesland, tal van kleinere vaarten snijden en zou het isolement, waarin West- friesland door den grooten omringdijk verkeert, nagenoeg geheel opheffen. „Nergens elders in ons vaderland wordt een zoo groot, uitstekend stuk land gevonden, dat ontoegankelijk is voor schepen van eenige beteekenis. „Groot zullen ongetwijfeld de voordeelen zijn aan de opheffing van zulk een isolement ver bonden. Wij vragen slechts of het in't belang van de 81000 mensclien wonende binnen den omringdijk zijn kan, dat de handelsmiddel punten door de scherpere concurrentie van onzen tijd zich gaan verplaatsen naar minder geïsoleerde doch verderaf gelegen punten buiten den omringdijk Kan het onzen landbouwer onverschillig zijn, hoeveel hij voor zich en zijne producten moet betalen om de Thea liet het een poos begaan, eensklaps echter duwt zij de haar omknellende armen ter zijde, vliegt overeind, en hare schoono oogen opslaande, zegt zij met lichtelijk bevende stem en een lachje, hetwelk een nieuwen gloed jaagt door Tannenberg's aderen „Welk een dwaasheid, lieve graaf Is het goed, oen slapende schoone zoo te overvallen Doch ik wil met u niet rechten; den dooden moet men immers veel vergeven, en gij behoort toch voortaan voor mij tot de dooden, gij arm, gedregradeerd graafje. Moeten wij werkelijk onzen beminneljjken commandeur verliezen, en was dit uw alscheid, onstuimig ridder Tannenberg wierp zich in een stoel bij de divan, en terwjjl hij hare gouden lokken om zijn vinger wond, zoide hij mismoedig: „Spot maar, vrouw zonder hart en zonder ziel Ach, Thea, waart gij maar niet zoo verrukkelijk schoon „Ik bid u duizendmaal om verschooning, liefste graaf, maar dat kan ik toch heusch niet helpen Het is ten oud gebrek en neemt bij den dag af," zeide Thea spottend. Tannenberg keek haar donker aan. „Thea, wees ernstig, ik bid het uIk sta voor een keerpunt in mijn leven en hoop ten minste bij u deelneming te vinden. Gij weet hoe ik u bemin." De schoone vrouw knikte onverschillig en deed alsof zij geeuwde. „LuisterIk bon niet van plan, boeien, welke mij lastig worden, langer te dragen; mijn vorzoek om ontslag is ingediend. Ik ben het soldaatje- spelen moede, v aarbij men nooit meester is over zich zeiven. Ik ben rijk genoeg om een schitterend leven te leiden, ik wil mijn leven genieten, ik wil reizen, in de groote wereld leven. Wat zegt gij van dit besluit „Ik zeg, dat ik het zeer verstandig vind enu benijd, dat gij in de gelegenheid zijt, het uit te voeron." „Thea," duisterde graaf Tannenberg haar in het oor, „kunt gij gelooven, dat het leven voor mij eenige aanlokkelijkheid zou hebben, wanneer ik het niet met u deelen mag? Ik heb alles rijpelijk overdacht, gij moet u scheiden laten, Thea; Schlingen moet u vrij geven. Ik bied u behalve het hart, hetwelk gij reeds lang bezit, mijn hand, een ouden naam, een groot vermogen en een onbegrensde toewijding aan. Wij gaan naar het buitenland, waar men zachter denkt over onze dwalingen uit liefdeeen gelukkig ineest gewenschte marktplaats te bereiken Te ver zoude het ons leiden al de voor deelen aan de gewenschte kanaalverbinding verbonden op te sommen; slechts willen we er aan herinneren, dat in de vergadering van de liberale kiesvereeniging op Donderdag 12 Juni te Schagen gehouden, door alle aan wezigen de wenschelijkheid der genoemde kanaalverbinding werd beaamd. De vraag is slechts of en hoe de kosten gevonden kunnen worden. „Op het hierbij gevoegde kaartje geeft de roode lijn de door ons gewenschte richting aan, die natuurlijk na een technisch onderzoek en gemeenschappelijk overleg kan worden gewijzigd om grootere voordeelen te verkrijgen of groote nadeelen te vermijden. „Teneinde in deze tot het gewenschte resul taat te komen is in de bijeenkomst van 23 Maart 11. aan ondergeteekenden opgedragen het voorgestelde plan te hespreken in eene vergadering van afgevaardigden van belang hebbende gemeente- en polderbesturen. „Beleefd noodigen we U dienovereenkomstig uit tot het zenden van eenen afgevaardigde naar de vergadering, welke op Donder dag, 11 September e.k., des middags te 12 uur, in het Noord-Hollandsch Koffie huis te Schagen zal worden gehouden. „In die vergadering zal worden besproken 1°. De richting van liet kanaal; 2°. De kosten van een voorloopig onderzoek. „Alleen aan afgevaardigden van vertegen woordigde gemeente- en polderbesturen zal stem worden gegeven. loven kan daar ons deel zijn. Thea, schoonste, spreek, zal het zoo zijn F' Ware hartstocht deed Tannenberg's stem sid deren, en een oogenblik scheen het, als door tintelde een zachter gevoel het schoone, bleeke gelaat van Thea von Schlingen. Daarop maakte zij zich langzaam los uit Tan nenberg's armen, sloeg rustig e* kalm den blik op en zeide op beslist* n toon „Neen, graaf Tannenberg, het zal niet zoo zijn." „En waarom niet, Thea?" vroeg hij, hare woorden voor scherts opnemende. „Eenvoudig, omdat ik het niet wil," klonk het antwoord, en op het fijne gelaat trad nu een trek van onbuigzame energie, aan graaf Tannen berg welbekend. Zijn armen zonken neder, en met donkeren blik keek hij de vrouw aan, die na met eenige ontroering zeide: „Ik wil geen gescheiden vrouw zijn, op wie men den vinger zet. Ik wil aan de andere vrouwen niet de overwinning gunnen, mij op zulk een wijze het regiment te zien verlatenik wil den armen Schlingen niet zjjn rust en kalmte ont- rooven." Tannenberg lachte luid en spottend. „De arme Schlingen en zijn rust! Daarom hebt gij u nooit veel bekommerdWat betee- kent dat nu, dat gij nu tegenover mij de tee- dero echtgenoote gaat spelen? Wreede gij werpt mij ter zijde als nu, als de mode van het vorige jaar en gij wilt niet eens de ware reden noemen, waarom het gebeurt Een fijn, boosaardig vuur schitterde in de groen-kleurige oogen. „Misschien wel omdat gij antiek geworden zijt, trouwe vriend. Neen, frons niet uw voorhooid; uw manier en wijze om mij met verwijlen te overladen, is werkelijk aller bespottelijkst." Tannenberg was opgesprongen en keek nu op de schoone vrouw neer. „Vrouw," zeide hij dof, „wat was ik dan wel in uwe oogen?" Zij haalde de schouders op. „Een alleraardigst cavalier, een amusant gezel schap, een trouw ridder." „De hoeveelste van uwe orde?" „Foei Mevrouw von Schlingen leunde achterover in het kussen der divan en keek als uit verveling naar de pendule. Tannenberg kwam vlak bij haar staan.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1