Zondag, 10 Augustus 1890.
34ste Jaargang. Ho. 2427.
Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
PATEITTEH.
Roman van RICHARD VOSZ.
Binnenlandsch Nieuws.
Schagen, 9 Aug. 1890.
WORDT VERVOLGD.
SCHAGER
AllCIttl
COURANT.
JKwrlÉt- L
bi
pit blftd verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEE-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STUKKEN één dag vroeger.
UitgeverJ. W I N K E L.
Bureau: SCHAGKN, liaan, D, 4.
Prys per jaar f3.Franco per post 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVEBTENTIËN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer f 0.0
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
patente HST.
De Burgemeester van Schagen brengt ter alge-
meeDe konnis, dat de patonten, aangevraagd in
de maand Mei jl. tot uitoefening der beroepen van
tapper, slijter in wijnen, sterke dranken en bieren
en koffiehuishouder, voor het dienstjaar 1890/91
onder overlegging van het aanslagbiljet waaruit
yoldoening der helft van den aanslag blijkt, ter
gemeentesecretarie door belanghebbenden kunnen
worden afgehaald op alle werkdagen des voor-
middags van 9 tot 12 ure.
Schagen, den 1 Augustus 1890.
De Burgemeester a./i. voornoemd,
W. A. HAZEU, Wethouder,
Burgemeester en Wethouders der gemeente
gcbagen.
Gezien art. 219, 2de alinea der Wet tot rege
ling van de zamenstelling, inrichtingen bevoegd
heid der Gemeentebesturen, brengen ter kennisse
tan de ingezetenen, dat de rekening dezer Ge
meente over het afgeloopen dienstjaar 1889 ter
Secretarie voor een ieder ter lezing is nedergelegd
van af heden tot en met den 13den Augustus
e. k., van des voormiddags tien tot des namiddags
twee ure, en betzij in druk, hetzij in afschrift,
tegen betaling der kosten algemeen verkrijgbaar
wordt gesteld. Schagen, den 31 Juli lö90.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. A. HAZEU, wethouder,
de Secretaris,
DENIJS.
De Burgemeoster van Schagen brengt ter alge-
meene kennis, dat de patenten, aangevraagd in
de maand Mei j.1. voor bet dienstjaar 1890/91,
ter gemeentesecretarie door belanghebbenden kun
nen worden afgehaald vanaf Woensdag den 6en
3. TWEEDE HOOFDSTUK.
Zoodra de begrafenisstoet den hof verliet, be
gonnen de klokken te luideD, de groote en do
kleine. Op de dorpsstraat bevond zich geen
meMcbwie de lijkstoet niet volgde, was reeds
vooruit gegaan naar bet kerkhof, om zoo dicht
mogelijk bij het graf een plaats te krijgen. De
dorpsjeugd was den ouden heer in oprechtheid
dankbaar voor zjjn stervenwant de school was
gesloten, daar de kinderen bij het graf zingen
moesten, waarvoor zij later op den hof koeken
en kadetjes zonden krijgen, lekkernijen, die zij
anders niet eens bij het oogstfeest ontvingen.
Evenals in de kerk een bijzondere plaats, zoo
behoorde ook op het kerkhof aan de heerlijkheid
een bijzondere ruimte, afgezonderd van de overige
^r^T0®- Mot het koraal der schooljeugd werd de
ou e heer ontvangen, en reeds zou hij in zijn
eenige woning worden neergelaten, toen er nog
emand naar voren trad, om hem een laatsten
groet toe te roepen.
aj'ln stond bij het open graf, op weinige
reden afstandB van Juliane, wie bij den klank
li >i ern8t'Se) heldere stem en huivering door het
be aa? Voer' nu 8Prak, was door haar vader
.mind geworden, meer dan die ander, wien hij
toch zijn kind had gegeven.
Martin begon met een verontschuldiging, dat
hy zich verstoutte, bij dit graf het woord te
voerenmaar bij was de naaste buurman van
den ouden heer, dio hem van kindsbeen gekend
had. Hij wilde ook slechts weinige woorden om
trent den ouden heer zeggen, wat voor mensch
bij geweest was, wat voor een teeder vader,
trouw vriend, ervaren landman, rechtvaardig land
heer. Daarop schildorde hij het leven van den
ouden heer, hoe hij het landgoed kreeg, toen
Elzenhof door den tegenspoed der tijden den
ondergang nabij was geweest; boe hij had gear
beid, gearbeid, gearbeid, tot de verwaarloosde
akkers op nieuw vruchtbaar waren en rijkelijk
vrucht afwierpen, en het groote landgoed weder
een der schoonsteu, vruchtbaarsten en rijksten
tot en mot Dinsdag den 19en Aug. a s., des voor-
middags van 9 tot 12 ure, de invallende Zonda
gen uitgezonderd.
Schagen, den 5 Augastus 1890.
De Burgemeester a./i. voornoemd,
W. A. HAZEU, Wethouder.
Burgemeester en Wethouders van Schagen,
brengen ter algemeene kennis, dat door T h ij s
Dekker, vergunning is verzocht, het perceel
Wijk A, No. 93 aan de Marktplaats aldaar, te
mogen inrichten tot slachterij en dat door hen,
tot het onderzoeken der tegen dit verzoek inge
diende bezwaren, eene zitting ter Rnadhuize zal
worden gehouden, op Zaterdag, 23 Augustus e.k.,
des morgens van 10 tot 12 ure.
Schagen, den 8en Augustus 1890.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. A. HAZEU, Wethouder,
de Secretaris,
DENIJS.
De EdelAchtb. Heer Mr. C. H. Beels,
Burgemeester onzer gemeente, is bij Kon. be
sluit van den 5deu dezer benoemd tot plaats
vervangend Kantonrechter in dit kanton.
De Gymnastiek-Verseniging Lycurgus
alhier, neemt met zeven harer leden deel aan
de Bondsuitvoering, die dit jaar op 9, 10 en
11 Aug. te Breda wordt gehouden.
Het Dagelijksch Bestuur van Enkhuizen
heeft bij den raad een plan ingediend voor het
stichten van een ziekenhuis, waarvan de kosten
ruim t 6000 zullen bedragen.
Door den raad is aan den door hem benoem
den afgevaardigde naar de vergadering te Schagen,
ter bespreking der plannen voor eene kanaal-
uit het land was. Martin ontwierp het beeld van
den ouden heer trek voor trek hij schilderde,
welko groote werklust, welke verbazende kracht
en ongeschokt vertrouwen op God er toe be
hoorden, om een enkelen, uitgeputten akker in een
vruchtbaar plekje grond te veranderen. En zoo
was de oude heer geweest; waar het onkruid
welig tierde, daar had hij over eenige jaren
vrucht zien rijpen. Hij kon geduldig op do oogst
wachten, want hij had te voren de aarde be
hoorlijk bewerkt. En zoo moest het zijn in de
moeielijke jaren, die nog steeds den duitschen
landman bezochten. Op vaste voeten moest hij
staan, vol moed en volharding, vol hoop en ver
trouwen jaar in jaar uit, van vroeg tot laat ar
beidende, arbeidende en nog eens arbeidende.
Alleen hij die zulk een karakter bezat, mocht in
de moeielijke tijden, welke bestaan hadden en
nog komen zouden, het hoofd omhoog houdon,
niet uit trots maar nit gerechtvaardigd vertrou
wen en zelfbewustzijn.
Martin sprak juist even eenvoudig, even sober
en nuchter, even ernstig en krachtig, als bet
leven van den duitschen landman was. Doch hij
trof zijne toehoorders daarmede weinigde oogon
der vrouwen bleven droog, en alleen de manuen
sloegen den blik neder. Terwijl hij sprak, bleef
zijn stem vast en helder, hij hield rustig en vast
den blik gericht op de laatste woning van den
ouden beer, als sprak hij tot dezen alleen
„Zoo waart gij en wij zullen het niet vergeten
noch uwe onderhoorigen, die uwe medearbeiders
en vrienden wareu, noch uwe dochter
Hij keek op, zijn oogen ontmoetten Juliane's
blik, welke onafgebroken op hem rustte, en er
ontstond een kleine pauze.
Neen, ook zijn zoon en zijn dochter zouden
het niet vergeten, dat datgene, hetwelk deze
doode gedurende zijn lange leven bereikt en ver
worven had, nu behouden moest worden in
den geest des dooden.
Toen Martin zijne rede geëindigd had zonder
zelfs aan het slot hartstochtelijk te worden, ont
stond er eene beweging.
De kist werd opgetild, de touwen kraakten
de zware last zweefde boven de groeve en zonk
onder koraalgezang en klokgelui langzaam naar
beneden. Daarop traden allen een weinig achteruit
en maakten plaats voor de dochter, die de eorste
verbinding van Schagen en Enkhuizen,
machtiging verleend tot het toezeggen van een
subsidie, waarvan het bedrag later door den
raad zal worden vastgesteld.
Het Bestuur der Schager Hard
draver ij-Yereeniging Westfriesland",
besloot in hare vergadering van gisterenavond
bij de op 9 September e.k. alhier te houden
harddraverij te doen plaats hebben
a. voor aangespannen paarden, toebehoorende
aan leden der vereeniging, eene voormiddag
harddraverij, waarvoor prijs en premie in voor
werpen
b. een namiddag- of groote harddraverij
voor paarden van zessen klaar, bereden onder
den man, waarvoor een prijs van f 200, een
le premie van t 75 en een 2e premie van f 25.
De afd. Schagen der Holl. Maatsch.
v. Landb. hield hedenmorgen bare vergadering
ten liuize van C. Huiberts.
Na voorlezing en goedkeuring der notulen
werd mededeeling gedaan van
a. Circulaire Waard en Groet in zake Boter-
gewicht
b. Missieve H. N. Kwartier omtrent aankoop
van ramlammeren.
Beiden werden voor notificatie aangenomen.
Wegens aftreding der beeren Erans en Kooi,
als bestuursleden, werden nu als zoodanig ge
kozen, de heeren: K. Jonker en P. Buis Jz.
Besloten werd ditmaal geen afgevaardigde te
zenden naar de te Dordrecht te houden alg.
vergadering.
Tot afgevaardigde naar de vergadering van
Holl. Noorderkwartier, werd gekozen de heer
Jb. Denijs Jz. en tot plaatsvervanger de heer
C. Bij post Rz.
Tot candidaat voor 't lidmaatschap van het
spade met aarde op de kist zou werpen. Juliane
trad Daar voren, nam van de frissche, vochtige
aarde, wierp ze op de kist en keek Martin aan,
zeggende
„In uwen geest, vader
Er klonk een doffe val
De oude heer was begraven.
DERDE HOOFDSTUK.
Juliane beval de juffrouw, den dorpers geen
brandewijn meer te geven, dan zij anders bij
buitengewone gelegenheden ontvingen. De op
zichter kwam en klaagde er over, wat voor een
manier van doen dat was op zulk een dag
niet een drievoudige portie snaps te schenken
De „vrouw" had het zoo bevolen, antwoordde
de juffrouw. Wat vrouw de beer had te
bevelen! De juffrouw moest naar binnen en den
nieuwen beer vragen. Dat kon zi) niet, want
er was nog te veel bezoek bij den heer.
Morrend verwijderde zich de opzichter. Kregen
zij van den heer geen brandewijn meer, dan
moesten zij 's avonds in den kroeg gaan; want
op zulk een gewichtigen dag, op welken zij den
ouden heer begraven hadden, zich niet een ge
duchte roes te drinken, dat zou voor de deugd
zame dorpers en voor den ouden beer een schande
geweest zijn.
Hierover waren allen het eenswanneer de
nieuwe heer het maar geweten hadHun nieuwe
heer, de graaf, zou hun wel brandewjjn hebben
laten geven, zooveel zij verlangd hadden.
Bij htm was immers ook nog bezoekde
beeren hadden zich in Ottokar's kamers terug
getrokken, in die kamers, welke de oude beer had
bewoond. Men sprak nog altijd met onderdrukte
stem en zoo bedroefd mogelijk gelaat, maar het
gesprek liep reeds over andere zakeu het weer,
liet veldgewas, het zaaien en den te verwachten
oogst. En toen de heer des huizes wijn liet
brengen, van den echten Bourgondiër van den
ouden heer, toen werden de stemmen al luider
en de gezichten opgeruimdor. De graaf stond op
en sloot de deur.
Ook Juliane had men niet alleen gelaten de
goede vrouwen zouden dat voor hoogst onbelee d
en onkiescb gehouden hebben. Scheen zij ook al
geen behoefto te hebben aan troost on toespraak,
zoo wil de men toch minstens zijn plicht vervullen;
werd de goede bedoeling miskend, zoo kon men
hoofdbestuur werd niet acclamatie gesteld, de
heer Rinkes Borger te Leiden.
Hierop werden uitgereikt de prijzen, behaald
bij de stierenkeuring, dd. 23 April 11.:
le prijs, J. Bakker, Wieringerwaard, (afwezig).
2e H KI. Blaauboer, Schagen.
3e u K. Jonker,
Tengevolge van de nu volgende bespreking
omtrent de te houden keuring van Ramlam
meren werd, na breede discussie, ingevolge voor
stel van Bestuur, met algemeene stemmen be
sloten, deze ook nu weder te doen houden, doch
omdat de afd.-kas op een tekort wijst
niet voor rekening der afdeeling, en op den
voet als verleden jaar, met bepaling dat voor
eiken ram 25 cents inleggeld zal worden geheven.
De toe te kennen prijzen zullen weder zijn
lste prijs f 8.—, 2de prijs f 5.— en 3de prijs
f2.—
De tegenwoordig zijnde leden stellen zich
allen hoofdelijk aansprakelijk voor de finantieele
regeling hiervoor.
Woensdag 3 September e. k. zal 't vijf
en twintig jaar geleden zijn, dat Ds. J.
H. Mühring, pred. te Sint Maarten en
Valkoog, 't predik-ambt aanvaardde in de
gemeente Wilnis, classis Utrecht.
Den 5den dezer is tot lid van den Ge
meenteraad gekozen, de heer R. C. Waiboer te
Anna Paulowna.
<8 Oosthuizen 8 Aug. Onder de toegelatenen
tot de lessen aan de Rijkskweekschool voor
Onderwijzers te Haarlem, onder het genot eener
studiebeurs van f 300 's jaars, behoort o.a.
de veertienjarige Jan Mulder, leerling aan de
openbare school te Hobrede in deze gemeente.
<8 Dinsdag j.1. hield de heer Hoenkamp in
het Park te Hoorn, zijne vroeger aangekondigde
n—M—
toch met het aangename gevoel huiswaarts keeren,
het zijne gedaan te hebben. Daar zij bij da be
grafenis niet hare breikousen hadden kunnen
medebrengen, hielden zij de handen in den schoot,
roemden de deugden des afgestorvene, de lijk
rede van den domino, den mooien begrafenisstoet,
de vele kransen en kwamen langzamerhand onder
het gebruik van koffie en boterbroodjes welke
voortreffelijk gebakken waren op het dage
lijksch bedrijf neer. Ook spraken zij over Martin:
dat zij zijn toespraak niet erg passend gevonden
hadden, dat bij over bet algemeen wel een goed
mensch was en zijn kleine plaats in den besten
toestand hield zonder hulp van een inspocteur,
en men het niet begrijpen kon, waarom hij niet
trouwde. Want een landman had een vrouw
noodighoe moest hij anders de zaken uit elkaar
houden 1
Juliane stond op, verontschuldigde zich voor
eenige oogenblikken bij hare gasten en verwij
derde zich, om het een en ander te regelen.
Nauwelijks had zij de kamer verlaten of de
lieve dames zongen een ander liedjedat het
zeer onverantwoord was dat Martin nog altijd
ongehuwd was. Maar hij bad Juliane willen
hebben doch Juliane had Ottokar genomen, die
wel is waar slechts schulden bezat, maar toch
een geheel ander mensch was, en een graaf
Yan Martin was het bespottelijk, dat hij zich nog
altijd niet getroost had.
Juliane, die gehoord had, hoe ook in de kamers
van haar vader, nu de kamers van haar
man, levendigo gesprekken gevoerd werden,
verloor bijna haar togenwoordigheid van geest.
Een govoel van smartelijkcn weerzin overviel
haar, toen zij op nieuw te midden der medelij
dende vrouwen plaats nam, en zij dacht„Hoe
valsch, onwaardig en hatelijk is dat alies
zwijgend zat zij daarneder en deed niet eens een
poging, op al die bewijzen van deelneming, vriend
schap en naastenliefde acht te slaan. Eindelijk
zeide een der goede vrouwen, dat het tijd was
aan de terugreis te denken, en daar Juliane met
geen woord er op aandrong dat zij nog wat zou
den blijven, stonden allon eensgezind op, en
maakten zich gereed om de in hare oogen koud-
ta tige en zelfzuchtige gravin alleen te laten.