Zondag, 17 Augustus 1890. 34ste Jaargang. Mo. 2429. Uitgever, J. WINKEL. Bureau: SCHA ©WW, Laan, D, 4. Gemeente Schagen, Bekendmakingen. P ATE IN" T IE 3ST. PATENTEK Roman van RICHARD VOSZ. JACHT. Bmnenlaridsch Nieuws, WORDT VERVOLGD. SCHAGER A COURANT. AflïrtÉ- k Liliiblai r^j^d'vérschbnt tweemaal per week: Woensdag. Zater- r, a Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden AD VER- g g a v o n u *N jut eerstuitkomend nummer geplaatst. twrwaOWM» STUKKEN èen da^oeger. Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00. Afzonderlijke nummers 5 Cents. ADVERTENTIÊN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer f 0.0 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. POLITIE. Ter Secretarie dezer gemeente, zjjn inlichtingen bekomen omtrent een alhier gevonden ooi-belletje. De Burgemeester van Schagen brengt ter alge- eene kennis, dat de patenten, aangevraagd in maand Mei j.1. voor het dienstjaar 1890/91, gemeentesecretarie door belanghebbenden kun- m worden afgehaald vanaf Woensdag den Gen t en met Dinsdag den 19en Ang. a.s., des voor van 9 tot 12 ure, de invallende Zonda- uitgezonderd. Schagen, den 5 Augustus 1890. De Burgemeester a./i. voornoemd, W. A. HAZEÜ, Wethouder. De Burgemeester van Schagen brengt ter alge- ene kennis, dat de patenten, aangevraagd in maand Mei jl. tot uitoefening der beroepen van per, slijter iu wijnen, sterke dranken en bieren koffiehnishouder, voor het dienstjaar 1890/91 Ier overlegging van het aanslagbiljet waaruit doening der helft van den aanslag blijkt, ter meenlesecretarie door belanghebbenden kunnen rden afgehaald op alle werkdagen des voor- VIERDE HOOFDSTUK, lat Juliane Martin voor haar man ter hulpe oepen en hem als tot een geheim bondge- itschap de hand gereikt bad, kwam haar, toen alleen naar huis terugkeerde, als trouwbreuk f. Want er moest toch iets als wantrouwen ens Ottokar bestaan hebben, hetwelk haar 'leiding had gegeven, hare hand hulpe-zoekend le strekken naar die van haar vriend. En en argwaan, deze verdenking had zij in hare jstvallige bezorgdheid over de toekomst tegen rtin uitgesproken, daardoor de zedelijke kracht 1 haren man verdacht makende. Wat moest itiu van haar man, wat van baar zelve, van jr vertrouwen, van hare liefde denkenEn lke gevolgen zoude deze voorbarige uiting ref geheime gevoelens hebbenZij kon toch Mar het gesprek met Martin niet medodee- 2Ü verborg hem dus iets, had voor hem 'geheim, hetwelk zij met een derde deelde. Wiane had gehoopt, Ottokar alleen aan te enmaar zij hoorde, dat de heeren nog aan souper saten. J) begaf zich naar haar slaapkamer, waar een lenstmeisjes haar kwam melden, dat mijn- i 6 naar haar gevraagd had. Dus had t had ren 2eSS°n> dat hij de lastige gasten ifïon nen "wogkrijgen. Maar veel langer 'fa 'och niet blijven, ds in ,i" a0B eenmaal naar de kinderen, die ontkleeden011 'a£eu' en begon zich toen fba»,^D?ar®8e gewaarwording overviel haar, 1 luide Z'^D VaD ^aar e'Sen leven* Zij voelde bln0)8 Van 'laar bnrt, bet stroomen van ula. nu° t'J voelde haar wilskracht. Maar 1 eeo t ad.bet beeld des doods haar voor ^vend f ZÜ beden had aanschouwd, doe. trachtte zij het vreeselijk mysterium JesteU1"011 Bevend stond zij voor de bleeke it, welJ1"1 eouwige onbewegelijkheid en der dn 6 een Sra* omgeven, als ware haar eerste doode, dien de aarde in haar had ontvangen. Maar de graven t®an. 'ali; zich immers openen en de dooden zouden 5 te 'rachtte zich hiervan eenige voorstel- kinH °D* ZÜ ^acht aan haren man en aan t j,a ooren hare verbeeldingskracht worstelde sijj' geloof. Zij dacht, peinsde zij zocht "blijkt an^8t waarheid te ontdekken, i jej "eeg zij weder de heerschappij over e' Zij hoorde de naderende voetstappen middags van 9 tot 12 ure. Schagen, den 1 Augustus 1890. De Burgemeester a./i. voornoemd, W. A. HAZEU, Wethouder, De Burgemeester van Schagen, brengt ter kennis van belanghebbenden het navolgende De Commissaris des Konings in Noord-Holland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie van 23 Juli 1890 no. 5; Gelet op art. 11 der wet van 13 Juni 1857 (Staatsblad no. 87) Brengt ter kennis van belanghebbenden lo. dat in Noord-Holland de jacht op klein wild, met uitzondering van die op fazanten, zal worden geopend op Zaterdag 6 September 1890 met zonsopgang 2o. dat de jacht op fazanten zal worden ge opend op Woensdag 1 October 1890, mede met zonsopgang 3o. dat de korte jacht dagelijks, met uitzon dering van den Zondag en de lange jacht alleen op Woensdag en Zaterdag zal mogen worden uitgeoefend. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke gemeente van Noord- Holland worden aangeplakt. Haarlem, 29 Juli 1890, De Commissaris des Konings voornoemd, (get.) SCHORER. Schagen, 12 Augustus 1890. De Burgemeester a /i. voornoemd, (get.) W. A. HAZEU, Weth. van haar man. Zij wilde zich aan zijn borst werpen, hij zou haar helpen. Maar zij deinsde voor hem terug, hare armen zonken nederzoo stond zij en staarde hem aan. Zijn gelaat was door den wijn verhit, zijn blik dof en strak; bij was zich zijn toestand half bewust en gaf zich moeite dien voor Juliane te verbergen. Maar zijn gang was waggelend, toen hij op haar toekwam, en zijn stem was heesch, terwijl zijn tong dubbel sloeg. „Zij waren niet weg te krijgenmaar het zijn fideele jongens. Zij deden alles om mij te troosten. Gij hadt hen eens moeten hooren, gij Hij zweeg, want hij herinnerde zich nog, dat zij hem geluk gewenscht hadden, niet zoozeer met den dood van zijn schoonvader, maar hiermede, dat hij nu eindelijk een vrij, zelfstandig man was geworden, de heer van oen groot, onbezwaard landgoed, de gelukkige eigenaar van Elzenhof, van die „Goudmijn". En hij had de gelukwenschon der brave jongens niet aangenomen zeker niet maar hij had ze ook niet afgewezen, goedge meend, als zij waren. Dat viel hem nu nog eensklaps in en daarom bleef hij steken. Maar Juliane zeide niets. Zwijgend staarde zij hem aan nog nooit had zij baren man zoo ont daan en gemeen gezien. Hij had met dit gezicht gewacht tot na de begravenis van haar vader. Daar zij zweeg, achtte hij het noodig verder te spreken. „Gij moet u troosten, mijn schat; uw vader was een oud man, en sterven moeten wij allen. Het is wel is waar spoedig met hem afgeloopen, sneller, dan wij het hadden kunnen denken. Hij ruste in vrede. Wij hebben ons niets te ver wijten gij waart bem tot in het laatste oogen- blik een voorbeeld van een dochter, en ik, wat mij betreft, ik wil mij zolven niet prijzen, maar daarover is de geheele plaats bet eens, dat ik een voorbeeldig schoonzoon was. Het viel niet altijd gemakkelijk, dat kan ik u verzekeren vrouw en kinderen te hebben en dan niet zelf standig te zijn geen tiende deel der schoon- zoon's zou het mij nagedaan hebben. Daarover zijn allen het eens. Het was ook niet goed van uw vader. Waarom nam hij geen rust, de oude man Waarom liet hij het landgoed niet over aan zijn kind, aan zijn schoonzoon, gelijk zulks behoord had Daarover zijn allen het eens. Maar bij was eigenzinnig, uw goede vader, en hij was wantrouwend. Dat was het hij vertrouwde mij niet, zeidet gij iets Zij had niets gezegd, alleen had zij een zucht onderdrukt. Hij ging voort met praten, de woor den wilden hem steeds moeielijker over den tong, daarbij zwaaide hij met de banden in de lucht en stond meer dan eens op bet punt, neer Bij den kolf- en biljartwedstrijd, gehouden ten huize van den Heer W. Groen te Barsin- gerhorn, op Woensdag 13 Aug. hebben prijzen gewonnen, bij het kolven: de HH. Jb. Kuilman van N. Niedorp, en H. Westerman en W. Smit van Barsingerhorn, en bij het biljartende HH. A. Schonk en K. Jonker van Barsingerhorn. ïb Te Kolhorn zal op Prinsessedag aan de leerlingen,, die niet meer dan 5 keer willekeurig de school verzuimd hebben, een feest worden gegeven. Benoemd tot Ambtenaar ter Secretarie te Van Haastrecht en Viest, C. J. M. Kroon te Noord-Scharwoude. De oudste dienstdoende onderwijzer in Nederland is, de heer P. Visser te Serooskerke (Walcheren), oud 82 jaar. Een nieuwe wed s Ir ij d. Men schrijft uit Amsterdam aan de N. Rolt, Ct, Alsof er, behalve dien éénen grooten wedstrijd om het bestaan, nog niet genoeg wedstrijden zijn, waarbij men, voor de eer of om een prijsje zichzelven afbeult of zijner beesten, heeft men er in de nabijheid dezer stad nog een uitgedacht. De eer van dat nieuwe denkbeeld komt toe te vallen. „Ik zeg u, het was niet gemakkelijk niet gemakkelijk was het, altijd een goed schoonzoon te zijn, zich altijd te schikken, geen eigen vil te hebben, een beambte, een dienaar van zijn schoonvader te zijn. Niet gemakkelijk was hot, met mijn naam, mijn stand En gij hebt mij nooit geholpen, scheen er niet in bet minste van te vermoeden, vondt het zeker behoorlijk, dat uw vader zich niet terugtrok, eigenzinnig en wantrouwend als hij was. Ieder ander zou dat ingezien on daarnaar gehandeld hebben. Er zijn burgerlijke heereboeren genoeg, die hunne doch ters uithuwelijken aan adellijke officieren. En wat doen die - Zij gaan in de stad wonen en laten hun schoonzoons op het landgoed heer en meester. Of willen zij zeiven nog langer den landheer spelen, dan koopen zij voor den schoon zoon een nieaw landgoed en alles is in orde. De geheele streek is het er over eens, dat uw vader jegens mij zeer onrechtvaardig gehandeld heeft. Het was werkelijk zwaar, en ik heb wel hon derdmaal gewenscht Hij bleef op nieuw steken, maar ditmaal vol eindigde Juliane den zin. „Honderdmaal hebt gij gewenscht, dat mijn vader stierf." Hare woorden en de wijze, opwelke zij sprak: volkomen kalm, gelijkmatig, met strakke gelaats trekken, ontnuchterden hem. Hij staarde haar aan, hij 2ag baar blik op zich gericht en kwam onder haar blik tot bezinning. Hij wilde haar verzekeren, dat hij den dood van den ouden heer oprecht betreurde, dat zij hem geheel verkeerd verstond, zijne woorden verkeerd uitlegde. Hij wilde haar aan zijn borst trokken, maar zij ont worstelde zich aan hem en verliet de kamer mot een gebaar, na hetwelk hij het niet waagde, haar te volgen. Juliane begaf zich naar de „mooie" kamer, waar alles weder in orde gebracht was geworden. Alle vensters stonden open; doch de reuk der sterke specerijen was nog niet verdwenen. Behoedzaam trad Juliane binnen, begaf zich naar de plek waar do lijkbaar had gestaan. Hier knielde zij nederhet volle licht der sterren bescheen de knielende gestalte. Als de zon opging, als het dag zou worden met welk een blik zou zij dan haar man in het gelaat zien 1 In ieder geval zouden hare oogen niet meer tot hem de vraag richten Niet waar, uw rouw over den doode is oprecht Want zijne rouw was oen leugen geweest. In dezou nacht trok een reeks beelden Julane's geestelijk oog voorbij, die zich tot oen geheel meuschenleven aan elkander sloten. Hoe een voudig waren de draden, welke dreigden saam- geweven te worden tot een noodlot 1 aan Sloterdijk, waar het is uitgebroed onder de kruin van een kastelein en ter uitvoering goed gekeurd door het Edelachtbaar hoofd der ge meente, die echter even vóór den aanvang van het edele vermaak met zijne familie per tram in de richting van Amsterdam verdween. Ik had op dat oogenblik veel lust om zijn voorbeeld te volgen, want ik zag mij omringd door een publiek, dal louter uit Amsterdamsche heeren en dames bestond, waarvan men in de rechtszaal zou zeggen, dat zij #een zeer ongunstig uiterlijk" hebben, doch die men daarbuiten kort weg beschuldigt in het bezit te zijn van boe ventronies. Het waren de bekende typen, die als zij geene feesten hebben bij te wonen als deze, de Pinkster in de Meer, de voorjaarsker- mis, den Hartjesdag en dergelijke, hunne dagen slapende doorbrengen op de banken in de open bare parken, en als de avond valt zich terug trekken iu de holen der achterbuurten waar zij loeren op hunne prooi. Geen aanlokkelijk gezelschap en mjjn lust om heen te gaan dus vrij natuurlijk. Maar juist namen op de tribune de vijf muzikanten plaats het teeken dat de bokken hard- d r a v e r ij zou beginnen. Het gerucht van dat beginnen had reeds sedert elf uur telkens het volk naar de baan doen stroomen (waarvoor de Haarlemmerweg geheel was afgezet) en ook nu weder zou ons Eigenzinnig was de oude heer geweest, dat was waar, dat bewees de Elzeuweide. Een rede lijk landheer had die waardelooze boomen reeds lang uitgeroeid, den moerassigen grond gedrai neerd en er bouwland van gemaakt. Maar de eigenaar van het landgoed had zijn Elzenweide lief; bovendien was bij, gelijk alle landbouwkun digen uit de oude school, bekrompen en eigen zinnig en wilde hij niets weten van de voordeelen der nieuwe methode van lai dbouw. Zoo leidden dan de slanke boomen in den moerassigen grond een ongestoord leventje, versierden het landgoed en het dorp nog laat in den herfst met donker groen loof en gaven reeds vroeg in de lente tee kenen van nieuw leven. Deze oudvaderljjke en ouderwetsche gezindheid, welko de boterbloemen en de dorpsjeugd met de Elzenweide bevriend maakte, heersebte onbe- peikt op het geheele landgoed. Onmiddellijk aan de Elzenweide grensde een groote ooft- en moes tuin, waarin elk plekje vrucht voortbracht. Breede hagen van aalbessen en kruisbessen omzoomden de smalle paden. Alles was zorgvuldig gerang schikt, aan elk gewas viel de vereischte verzor ging en behandeling ten deel, alleen aan de framboos was een vrij leven gegund. Dit gewas maakte van zijn vrijheid dan ook een dergelijk gebruik, dat het een ware wilder nis vormde, in welke de halve dorpsjeugd zich kon verschuilen. En datzelfde boginsi-l van ouderwetsch huis houden heerschte ook op den hof. Een kwadraat van gebouwen, juist groot genoeg, om door het oog der meesters overzien te kun nen worden. Stallen en schuren, in dak en muien met verscheidene wrakke plaatsen, die elk jaar opgelapt moesten wordeD. Aan alles bespeurde men de hand, die aarzeldo te besluiten het oude om te halen en nieuw op te bouwen, diezelfde hand, die de rieten daken telken jare weder herstelde. Maar in die oude stallen stond een prachtig koppel vee, en de bouwvallige schuren werdeu iederen herfst tot aan den nok gevuld met de zegen van het veld. Voor de stallen groote mesthoopen, die elke gestalte konden aan nemen doch wee den knecht, die des Zondag's avonds de wagens voor de schuren niet op rij en in gelid plaatste, zoodat de dissels eene rechte lijn vormden. Ook machine's waren er op het landgoed te vinden niet velen. Toen de oude heer de eerste machine bad gekocht, liep hij weken achtereen rond, als had hij jegens zijn arbeiders een groot onrecht begaanen hoo oud hij ook werd, de machineriën bleven in zijn oogen een noodzakelijk k waad

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1890 | | pagina 1