UIT DE PE~ü:
Rustverstoring? Toen
de minister van Binnenlandsche Zaken, de heer
De Savornin Lohman, in de Kamerzitting van
3 Juli jl. door den Afgevaardigde Domela
Nieuwenhuis van rustverstoring was beschuldigd,
heeft de minister naar onze lezers zich herin
neren zullen, den volgenden dag die beschul
diging in de Kamer weersproken, onder ver
klaring dat hij indien hij gedurende zijn
ministerschap zulk eene aantijging aantrof
in een geschrift de zaak voor den rechter
brengen zou, om door dezen na verhoor van
getuigen uitgemaakt te worden; althans indien
de aantijging geschiedde in zoodanigen vorm,
dat zulks mogelijk was.
Gemengd Nieuws,
geduld op eene lange proef worden gesteld. De
kastelein, die zijne prijzen van éen, twee en
drie gouden Willeins natuurlijk niet voor nie
mendal uitlooft, oordeelde dat er nog geen
menschen genoeg waren
Van den tijd, die mij restte, maakte ik ge
bruik om in den stal een bezoek aan de edele
dravers te gaan brengeu.
Arme dieren. Ik telde er zestien, aan .ange
touwen of riemen gebonden aan ringen in den
muur, met hunne trouwe oogen beangst en
nieuwsgierig rondkijkende, als hadden zij een
voorgevoel van hetgeen hen boven het hoofd
hing, dan weer met vroolijk geblaat den jongen
meester begroetende, die den stal binnenkomt
en zijn dier liefkoozend tegen den buik klopt
of zijn goedigen kop aan de borst drukt, als
voelde hij daarbiunen reeds eenige knaging, dat
hij straks zijn beul zou zijn.
Groote, fiere bokken waren er, met hooge,
fraai gewelfde horens, maar, och arme, er waren
ook zulke kleine dingen bij met en zonder dat
hoofdtooisel en bij loting zou bepaald worden
welke bokken tegen elkaar zouden loopen.
Op bokkenmanier begroeten al die strijders
elkander met forsche stooten tegen den schedel,
en als zij geene natuurgenooten te stompen
hadden dan toonden zij hun moed aan andere
voorwerpen; een klein bokske velde met een
geduchten stoot een argeloos tegen den muur
staanden stalbezem ter neer.
Er waren veile kenners en liefhebbers in den
stal.
In de eerste plaats de vaders der pikeurs, die
met het hoogste welgevallen vooral de pikeurs
beschouwden.
Dan boereD, handelaars en andere be.angheb-
benden bij geiten, en eindelijk was er ook een
een heer met een slappen flambard op het
hoofd en een groote tasch aan een riem om den
schouder hangend. Dat was een meester in de
bokkenkunst. „Da's een Engelschman", zei hij
op het eerst gezicht, wijzende op den eemgen
bok, die aan iedere achterkaak een lang
huidzakje bad hangen. „Da-s een Engelschman
herhaalde hij, met triomfante'ijken blik om zich
heen ziende, en met blijkbaar genoegen de
eerbiedige blikken opmerkende die de pikeurs
naar zooveel verstand omhoog wierpen.
Al mijn hoop had ik op dien man gevestigd
Op de heusche wedrennen was het dobbelen
mij altijd te dittir geweest, maar hier op zoo'n
miniatuur-harddraverij zou ik zeker toch wel
met een kwartje mijn fortuin kunnen beproeven.
Helaas, mijn hoop vervloog in rook door de
mededeeling van een belanghebbende bij geilen,
dat deze man met de tasch was //de photograaf,
tevens liefhebber van bokken.
lutusschen waren eenige bokken en bokjes
reeds aan het proefrijden getogen de beesten
moesten de baan eens leeren kennen en gewen
nen aan de drukte, de muziek en de vlaggen.
Alle pikeurs hadden dit voorbeeld wel willen
volgen, maar er waren slimmerikken onder de
vaders, die grinnekend de roekeloozen nakeken
en hun zoontjes troostten met het vooruitzicht
„laat ze maar rijden hoe harder ze nou rijdeü,
des te eer zijn ze straks van de baan af ge
knikkerd."
Dat straks brak, evenals alle gebeurtenissen,
eindelijk aan. Er werd geloot, de beesten werden
ingespannen voor hunne wagentjes, de pikeurs
gewapend met een stok namen achter hunne
lievelingen plaats, de vaders hielden de bokken
met recht matigen trots bij den teugel, alsof zij
bij het betreden van de baan wilden zeggen
hier zijn wij met ons tweeeën en de muziek
hief het toepasselijke lied aanIk zal het zeggen
aan je moeder I
Het sein werd gegeven, de strijd begon.
De jongens zaten voorover gebukt als echte
pikeurs en sloegen op de ruggen der dieren
tot aan den nek toe dat het klonk als een klok
zoo vroolijk. Andereu waren niet met den stok
gewapend maar stootten met de vingers nasst
en boven den staart der dieren, die voor deze
prikkeling op de vlucht schenen te slaan. Nu
reden zij elkaar in de wielen, dan weer reed
er een onder de lyn door en kwam met den
kop tnsschen de beenen der omstanders terecht
ot schoot onder de tribune. En of het publiek
lachte of hoerab riep, de bokken kregen altijd
slaag. Alle toeschouwers rekten de halzen en
hier en daar stegen kreten op van partijge-
nooten „toe Jacob, toe Hein, slaat er op jongen,
hou je goed Jacob 1"
Eindelijk won er een, en er wonnen er nog
meer. Ik had medelijden met de overwinnende
beesten, die, wie weet hoe dikwijls neg, moesten
loopen, en ik prees de verliezers gelukkig.
De muziek werd er niet vroolijker op, wat
san de luidruchtige stemming der heeren en
dames echter volstrekt niet scheen te hinderen.
"Want toen de tuba, naar aanleiding van een
van het pad der deugd geweken meisje, op zeer
somberen toon vroeg: Heb je niet gehoord van
Kaatje toen sprongen al de voormelde heeren
en dames van de been en vertelden lachende
en dansende de gehecle roerende geschiedenis
van Kaatje en haar jong soldaatje.
Ik heb den uitslag niet afgewacht, op verre
na niet, en kan dus den winnenden bokken en
hunnen eigenaars, resp. pikeurs, de eer niet
bewijzen hunne namen wereldkundig te maken.
Wel zou ik echter willen vragen, wanneer
men dergelijke vermaken in het belang van een
kastelein foelaatj waarbij van kleine dieren zooveel
gevergd wordt, of het dan wel gerechtvaardigd
is om te beletten dat groote, sterke honden,
die er als voor geschapen schijnen, den behoef-
tigen mensch in zijnen vaak moeitevollen arbeid
bijstaan? Het feest maakte op mij zoowel wat
de executanten als de toeschouwers betreft, een
zeer onaangenamen indruk.
De aankondigingsbiljetten waarbij de bokken
werden opgeroepen stelden als voorwaarde dat
zij nog nooit een prijs gewonnen mochten
hebben. Tot mijn schande moet ik bekennen
dat ik over die voorwaarde zeer verwonderd
was, omdat ik nog nooit van die harddraverijen
had gehoord. Heden echter vernam ik dat reeds
sinds drie jaren deze volksvermakelijkheid (men
noemt het eigenlijk„een heel plezier voor de
kinderen") daar ter plaatse te genieten is ge
weest.
Gisteren was er een dierenbeschermer geweest
om er eens over te spreken en deze zou vandaag
terugkomen als hij kon.
Anders zou de politie een wakend oog hou
den
Ik ken den dierenbeschermer niet en weet
dus ook niet of hij er geweest is. Maar de
burgemeester was weg, dat weet ik wel, en
of een veldwachter in het afjakkeren van zoo'n
diertje nu wel iets bijzonders zien zal of zien
durft, dat weet ik weer niet.
Bij een te Weesp gehouden harddraverij
werden de prijzen naderhand, gelijk dat gebrui
kelijk is, met toespraken uitgereikt, maar min
der gebruikelijk is 't, dat die toespraken van
zéo zonderlingen aard waren, dat de Weesper
Courant verklaren moet „te veel eerbied te
hebben voor het gevoel van kiese h-
h e i d hare lezers, dan dat zij die, zelfs bij
uittreksel, in het openbaar zoude durven rnede-
deelen. De verontwaardiging, vooral bij de dames,
die een blos van schaamte niet konden ver
bergen, was dan ook algemeen, en men kon
het den overigen bestuursleden aanzien, dat
zij zich niet verantwoordelijk stelden voor de
taal van hun voorzitter."
Een winkelier te Utrecht, wien het blijk
baar reeds lang scheen te hebben gehinderd,
dat Donderdagavond een vijftal kinderen, van
6 tot 10 jaren oud, in de nabijheid zijner
woning aan het spelen waren, maakte eensklaps
een einde aan hun vreugde door
hen met chloorwater of ander bijtend vocht te
werpen. Toen de ouders op het geschrei der
kinderen toesnelden, bleken diie hunner het
vocht in de oogen te hebben gekregen, waardoor
zij niet konden zien en veel pijn leden, zoodat
onmiddelijk de hulp van een geneeskundige moest
worden ingeroepen.
Hoewel men aanvankelijk het ergste vreesde,
moet er toch alle hoop bestaan, dat het gebeurde,
althans voor de kinderen geen ernstige gevolgen
zal hebben. Vooi den winkelier is dit echter
nog zoo sterk niet, doordien de ouders van een
en ander aaugilte bij de politie deden en door
deze een onderzoek is ingesteld.
Een löjarig jongeling had eergisteren de
o n voorzichtigheid van de in beweging
zijnde stoomtram te Dcutichem te springen, om
een hoed, aan eene der dames ontsnapt, voor
de eigenaresse op te halen. Het was van dat
gevolg, dat hij in zijnen sprong viel en daar
door met de tram in aanraking kwam. De dood
is onmiddellijk gevolgd.
Men schrijft uit Dordrecht:
Toen gisteren middag de trein van 4 u. 25 m.
aldaar uit Rozendaal aankwam, kwam hij in
botsing met den trein, die om 4 u. 6 m. van
Arnhem gekomen, reeds voor het station stond
te wachten. Deze botsing kwam tamelijk erg
aan, zoodat verscheidene reizigers lichte kwet
suren bekwamen, en onder de passagiers een
groote schrik veroorzaakt werd. Zoo zag men
o.^ a. iemand onder een aldaar aanwezige pomp
zijn bebloed gelaat afwasschen, eene dame in
de wachtkamer dragen, en had nog menigeen
een buil gekregen. Hoewel van ernstige gewon
den geen sprake is, is het toch onverklaarbaar,
dat deze botsing kon plaats vinden, daar dag
in, dag uit, steeds de trein uit Arnhem daar
op hetzelfde uur wacht op den trein uit Rozen-
daal om gezamelijk de reis naar Rotterdam te
vervolgen. Schrijver dezes, die zelf licht gekwetst
is, hoorde mompelen, dat de rem niet werkte
en het zon hem niet bevreemden als dit de
oorzaak is geweest. Te Willemsdorp toch, om
4. 8 u. willende instappen, liep reeds daa'r de
trein het station voorbij en moest hij in een
klein drafje den trein achterna loopen, wat mij
een der conducteurs deed toeroepen: „Wacht
even, anders ben ik bijna te Dordrecht."
Daar hij vaak de reis naar Willemsdorp
maakt, heeft hij verscheidene malen ondervon
den, dat enkele wagens met de Westinghouse
rem niet zijn verbonden, niettegenstaande, zoo
ik het gebruik «'P™"""1
gesteld.
_ïe „AuH-s
een geval van besmet J van
varkens voorgedaan. Een twe«ai
de wed. Birkhof werden na onderzoeK op
van den districts-veearts verbrand.
Weinig M het geecheeU «I D»denl.g
de J,
den zoogenaamden loldtr te door
Drooi der vlammen geworden en
P „oed.il. Bet elfjarige doohte.lje «n
Van Dijk was boos op hare moeder, omdat zj
niet mee naar het land mocht aren zoe^en'?[
s,hoon de moeder het haar eerst had beloofd
en wreekte zich nu door een kooltje vuur
het in de schuur geborgen hooi te leggen. De
rookwolken stegen reeds op, maar door spoedig
toegesnelde hulp werd de brand nog tijdig ge-
bluscht. Het kooltje vuur werd nog in het
hooi ontdekt en de politie bracht het ondeugen
de kind tot bekentenis van hare daad.
Te Leiden is een geval van slaapziekte
n o n a voorgekomen. Eene moeder van vier
kinderen is daaraan bezweken, na zeven dagen
geslapen te hebben.
Te Zevenbergen had een visscher zijn
vischtuig te drogen gehangen op een weiland. Hij
ving, terwijl het daar hing, er nog wat mede. Even
wel geen visch zat in het tuig maar zeven
patrijzen, die spoedig ter dood veroordeeld wer
den.
Na ruim een jaar in het buitenland te
hebben vertoefd, om zich te onttrekken aan
eene straf van 21 dagen en opsluiting voor
één jaar in eene rijkswerkinrichting, wegens
herhaalde dronkenschap, kwam de schrijnwerker
P. v. Z. dezer dagen te Roermond aan, zijne
familie een bezoek brengen. Door de politie
herkend, werd hij aangehouden en naar de
gevangenis overgebracht.
Een arme landbouwer te Loon
op Zand, die met vrouw en kinderen in een
karretje gehuisvest is kreeg de zeer verkeerde
maar toch begrijpelijke ingeving om's morgens
vroeg op het jachtterrein van den heer Verheijen
eenige haasjes te gaan schieten echter die voor
's heeren Verheijen welvoorziene tafel en niet
voor den schralen disch van het arme landloo-
persgezin geboren waren. Daarvan dan ook
overtuigd naderde hem de veldwachter en toen
de strooper dreigde hem te zullen neerschieten,
loste de veldwachter een revolverschot dat
miste. De strooper schoot nu terug en trof.
's Middags werd de landlooper gevangen geno
men en geboeid naar den burgemeester van
Loon op Zand gebracht, waar hij wist te ont
snappen.
Ouder een grooten toeloop van schoenmakers,
het was juist schaftuurvan wie geen enkele
den moed of den lust had den man tegen te
houden, die er bebloed en zeer gehavend in
zijn plunje uitzag, had nu een wedloop plaats
tusschen hem en de politie waarin de eerste,
althans tot op 't oogenblik, overwinnaar is
gebleven. Hij bereikte welhaast de onbebouwde
vlakte en de bosschen, en men raakte zijn spoor
kwijt.
De toestand van den veldwachter is bevredi
gend.
Op den Eluweelen Singel te Gouda geraakte
het 4 jarig zoontje van Ziere te Water. Vrouw
Van der W., die daar aanwezig was met een
kinderwagen, waarin haar kind, zette haar
wagen aan den kant en haalde het jongetje uit
het water. Nauwelijks was het kind uit bet
water of de wagen met haar eigen kind geraakte
er inzij mocht echter het genoegen smaken
ook haar kind eu wagen op het droge te brengen.
Thans is in Recht voor Allen een „Open Brief'
geplaatst van iemand, die zich een niet-socialist
noemt. Deze brengt in herinnering, wat er op
den 6den^ Januari 1886 gebeurd is in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam en geelt het
oordeel weer daarover geveld door verschillende
personen. 11 ij zelf is van oordeel, dat de
minister, door zijne rede van 4 Juli jl de
kroon zet op de „gewelddaad" van 6 Januari
1886 en het verwondert hem d
Kamerlid zich geroepen achtte s»i
deze verklaringen een krachtig WoorV,.
te doen hooren.
„Voor mij aldus besluit hij j.
wordt tot de anti-revolutionnaire u
hooren, wordt het bij den dag du®
het streven harer gezaghebbende f'
Nederland naar den afgrond voert
ik, Excellentie, dat de partijdrift u
woorden op de lippen legde, dat d,
door u en de uwen zou worden voUf'"'
ging het vaderland ook te grond, maar lül1'
mij dergelijk drijven verfoeielijk te
En dat gij, nu een der stralen van de
van de Kroon op uw persoon nederdaalt*
ontziet met uw geheele verleden te hr4*"''
het niet beneden u acht om tot verm"
der gesohiedenis mede te werken, waard 1
van geloofwaardige personen in een zeer y
licht worden gesteld en het rechtsgevoel
geheel een volk wordt beleedigd, dat alles
mij over alle zwarigheden, welke uit het 3cJl
van dezen open brief voor mij kunnen onts1'
heenstappen, opdat er gelegenheid zij fer
antwoording van de vraag, ot gij Ëxce\\e
u al dan niet aan rustverstoring hek ..\J
i «r 'I
r-u8
gemaakt. Welke gevoelens moeten hij af
weging van die vraag zich niet
ww KJ mee
van u, minister des Konings, die u nooit i
kunnen vrijpleiten van de beschuldiging
hebben vergrepen aan het Huis van denk" I
der Koningen?"
De Berlijnsche bladen deelen mede
in de militaire gevangenis te Spacdaa 30
vallen van dysenterie, die veel op cholera
lijkt, zijn voorgekomen. Vier soldaten ziji
aan bezweken.
Volgens de officieele opgaven der Spit
sche regeering vertoonde de cholera zi
eerst den 13 Mei te Puebla de
Tot 11 Augustus overleden aan deze aehj
834 personen, terwijl 1672 ziekte—gevallen te-
den aangegeven. De helft der aangetaste pat t,
ten is dus overleden. Van deze genlk
kwamen 80 pet. voor in de provincie Val»
cia, en wel hoofdzakelijk te Puebla de Eugsj
en in de streek gelegen tusschen dit dorp
de zee, benevens in de plaatsen, gelegen
de drie rivieren, welke door de besmette stree.
stroomen. In de stad Valencia hebben ziJ
slechts weinige ziektegevalleo voorgedaan, mJ
de voorstad Ruzafa, waar het arme 4
bevolfcing woont, is geducht gcteistetch
Arges, een dorp in Toledo, waar vlnchteliogeL
uil Valencia de cholera brachten, heeft ook vel
geleden. Daar deden zich 160 gevallen vooij
van welke 92 met doodelijken afloop. Ofschooi
de inwoners uit Arges naar alle kanten vluchtte)
heeft de ziekte zich in de provincie Toleè
niet verder verspreid. De toestand wordt
beter.
Ook de berichten uit Arabië luiden gunstig:-
Het aantal sterfgevallen te Mekka per dag j
verminderd tot 83 en te Djeddah tot 45. Au
pelgrims bevinden zich nu in de quarantaine!
El Tor, ongeveer 1500 pelgrims zijn daar bij®
II o n d er d t w i n t ig «luizend go
den tot schadevergoeding'00
verbreking eener trouwbel»'1
Miss Knowles, eene 21 jarige schooue,
kleindochter van een baronet en nichtje
een admiraal, woonde met hare moeder
weduwe te Eulham, eene buitenbuurt u
Londen. De jonge dame vond baar le'® j
wat eentonig en schreef voor de aardigi® 1
zekeren dag verleden jaar aan deni o't
van de Matrimonial News, een weekba
uitsluitend bestemd is om huwelijken
te brengen, dat zij van het blad ge'
en gaarne eens een nummer zou on
Den volgenden dag ontving zij een exe
tegelijk met een briefje van denU1
er tevens eene hnwelijksmakelarij op
met uitnoodiging een bezoek aan jj'Jn
te brengen. Buiten weten van asre
v,.^vu« i'unuii nvwu
voldeed miss Knowles aan dat püJ
werd beleetd ontvangen en de ee _tne
maakte de opmerking dat z'J z ,f 40'
echtgenoot zou hebben. Hij liad
huwelijken tot stand gebracht en z°
wel behulpzaam kunnen zijn. Paarop
ceerde hij haar in de naaste ka® ^1
heer, die bleek even verlegen te z'J eJ
geval als de bloozende miss j°W i8ten,1
de heer Duncan hen alleen had go
anders wist te zeggen, na eenige war®
van pijnlijke stilte, dan dat be toey
was, ofschoon het juist in Maar
VJUOUUUH uvt juiov
nogal guur was. j* heer Du»®»
spoedig binnen en verzocht v tefUgfec
Knowles met hare moeder eens zou
Ofschoon de 20 jarige scboone a
- -J •- hare
grap beschouwde", wist zij bare
over te halen mede naar het kantoor
e heer Duncan sprak toen veel ove
zaak, die hem groote winst opleverde,