AIicieci
Mïfflir
Donderdag, 28 Augustus 1890.
34ste Jaargang. Ho. 2432,
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAGEIW, i„uuïi, l>, 4.
Binnenlandsch Nieuws,
Roman van RICHARD VOSZ.
WORDT VERVOLGD-
SCHAKER
COURANT.
Dit blad verschijnt tweemaal per week: Woensdag- Zater
dagavond. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVER-
TENTIÉN in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
INGEZONDEN STEKKEN één dag vroeger.
Prijs per jaar f3.Franco per post 3.00.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÉN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer 5 ets.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Ook door de gemeente Sint-Maarten
en den polder Valkoog zullen afgevaardigden
worden gezonden naar de te houden vergadering
te Schagen op 11 Sept. e. k., uitgeschreven
door de voorloopige Commissie voor het kanaal
plan flEnkhuizen-Stolpe.
In den polder Waard sloeg Maandag
de bliksem een groot gat in den Zeedijk, als
mede een hek aan splinters.
Dinsdagmorgen woedde te Wieringer-
waard een zwaar onweder, vergezeld van een
hevige hagelbui. Een lam van den heer Schenk
werd door den bliksem getroffen, terwijl de
tuinen en granen veel hebben geleden.
Maandagnacht is in het Koegras nabij
Westeinde gem. Helder, de boerenplaats, bewoond
door Kraakmau, tot den grond toe afgebrand.
De brand schijnt ontstaan te zijn door het
broeien van het hooi.
Door een onbekende oorzaak is Zondag
te kZijpersluis, gem. Schoorl, de woniüg,
bewoond door H. van Hanxleden en Wed. Jonker
afgebrand. Door de belendende gebouwen tegen
brandschade te bewaren, kon men van de beide
inboedels die laag verzekerd waren, weinig redden.
Te Zijpersluis, gem. Zijpe, is Maan-
dagnacht een door Leens bewoond huis, geheel
afgebrand.
8. ZEVENDE HOOFDSTUK.
Reeds den volgenden dag reed Juliane naar
de stad.
Den geheelen nacht had zij overlegd en nage
dacht, doch was telkens tot hetzelfde besluit
teruggekomen. En al zou ook bij Ottokar's groote
onbekendheid, bij zijne luchthartigheid, zijn licht
zinnigheid Elzenhof onder zijn beheer werkelijk
gevaar loopen, hij moest de heer op Elzen-
hof zijn. Want het was iets onnatuurlijks, dat
het eigendom van de vrouw niet ook dat van
den man was. Haar vader had te veel gedacht
aan het landgoed en te weinig aan zijn dochter;
h.ü had de gevolgen van zijn testament niet over
een, had zich laten leiden door den koudhartigen
raad van zijn rechtsgeleerde, voor wien Ottokar
slechts een indringer was. En zoo was dat ramp
zalige testament tot stand gekomen.
Gedurende de reis trachtte zij zich een duidc-
!)ke voorstelling te maken van de naaste toe-
omst. Ottokar had haar liefreeds dat moest
-ut81" geven, haar vertrouwen inboezemen,
haar t ^aar immers niet gehuwd wegens
ha t w e<^ a's hlJ was 'n ^en gron<i züns
en. En dan hij was een teeder vader.
c: i6'1 ree"8 de zorg voor de toekomst zijner
tron zou hem op den rechten weg houden.
tot d", Cr' w'ens bezorgdheid om haar hem
bed ttes,amei t had doen besluiten, had moeten
bende <^a'' Ottokar de liefde eens vaders
Wan" ^u''ane bedacht, hoe zij gisteren haren
on ,jj?V<?n('en ka(i geheel vernietigd door het
hii hetwelk haar vader hem had aangedaan;
liet a?,,n'e': meer dezelfde man. Hij had haar
*ete aanhooren, hij had haar de deur ge-
WarV knieën hud zij hem gesmeekt,
very ,.00 'e staan, haren plicht als echtgenoote te
niet e Eindelijk was hij vermurwdhij bad
lade r 0n karen vader, maar zich zeiven ovcr-
ita 'tle' TerwÜ'en en beschuldigingen; hij had
Oj. ^"der verdedigd, hem in alle opzichten ver
bad '^igd, hem volkomen gelijk gegeven bij
ïaj Tau haar geëischt, den laatsten wil haars
j,rs te eeren.
put6rS' na^a' ZÜ ^oor zielsverdriet geheel uitge
was, had hij toegegeven, was hij goedig en
'g goworden, had hij geweend, hetgeen
n°g meer verpletterde; waDt zij zelve kon
Te Edam vielen twee kinderen in de
gracht. De moeder sprong ze na en redde de
kleinen. Zij is thans door den schrik en de
koude ernstig ziek geworden.
Maandagochtend heeft te Haarlem een
44-jarige stukadoor, in een water- en vuurwinkel
iu de Rozenprieelsiraat, eene 64—jarige vrouw,
die voor hem in die woning was gevlucht,
getracht deu hals af te snijden
met een groot broodmes, dat hij van zijne
woning had medegenomen- Gelukkig werd hij
door eenige buurvrouwen gegrepen en aan de
politie overgeleverd, voordat hij zijn plan
kon uitvoeren; hij had reeds het mes op haar
hals gezet, terwijl hij haar bovendien met eene
hand in de rechterwang had vastgegrepen, die
op verschillende plaatsen is verwond. Deze vrouw
is de -moeder van zijn huisbaas, door wien hem
gerechtelijk de huur was opgezegd, omdat hij
huur schuldig was, en nu verdacht hij haar
van te hebben medegewerkt om hem ta laten
verhuizen. D.)
Het verhaal, dat dezer dagen in verschil
lende bladen de ronde deed en ook door ons
kortelijk vermeld werd, betreffende eene
dienstbode, die 35 gulden uit Parijs had
ontvangen enz., blijkt grootendeels verzonnen
geweest te zijnverzonnen door die dienstbode
zelve.
Zij had wel 35 gulden uit Parijs ontvangen,
maar van iemand daar gevestigd, dien zij gaarne
wilde volgen. Om hare ouders te misleiden
verdichtte zij het bedoelde verhaaltoen haar
geen tranen vergieten. De smartelijke scène ein
digde hiermede, dat Ottokar aan zijne vrouw wel
niet vergundo het landgoed op zijn naam te
zetten, doch het ook niet meer rechtstreeks ver
bood. Hij verklaarde het niet in ronde woorden,
dat hjj dezen stap nimmer zou billijken. Reeds
daarover had zij hem vurigen dank betoogd.
En dien dank herhaalde Juliane nu in haar
hart. Het voorgevallene in den nacht na de be-
gravenis kon zij maar niet vergeten. Dat stond
met onuitwischbaar schrift in haar ziel gegrift;
maar bij de ellende, die nacht geleden, was nu
nog een veel grootere gekomen, nml. het onrecht
haars vaders jegens haren man. Juliano misleidde
zich zeiven niet omtrent de mogelijke gevolgen
van den stap, welken zij nu ging do' 'n. Hoe de
toekomst ook mocht uitvallen, haar leven had
een ongtneeselijken schok bekomen. Zij moest
het evenwel zien te dragen.
In de stad aangekomen, trad zij tegenover den
notaris met zooveel beslistheid en kalmte op,
dat de oude heer afzag van alle tegenwerpingen,
waarschuwingen en smeekingen, en het document
der schenking zonder meer liet in orde maken.
Met vasto band onderteekunde Juliano de akte.
Daarna deed zij pogingen om weder met den
notaris op den ouden warmen, vriendschappelijken
toon om te gaan. Doch de veeljarigo vriend des
huizes behield zijne ernstige, zakelijke houding.
Het afscheid was zijnerzijds vormenlijk en koel.
Met het levendige bewustzijn van het verlies
van dezen trouwen vriend verliet Juliane de stad.
Tot over de helft van den weg kwam Ottokar
zijn vrouw tegemoet gereden. Juliane liet het
rijtuig stilhouden en stak haar man de hand
toe. Toen de graaf, te paard blijvende zitten,
hare hand vatte en haar kalmen, vasten druk
voelde, haalde hij ruimer adem bij wist, dat
het geschied was. Eerst nu keek hij Juliane aan
met een blik van teeder verwijt: Wat hebt gij
gedaan
Hij bleef ter zijde van den wagen rijden, doch
zij spraken weinig met eikander en alleen over
onverschillige dingen. Toen zij midden door hun
grondgebied reden, deed Ottokar geenerlei op
merking over het bedrijfJuliane maakte hem
er opmerkzaam op, hoe prachtig ook hier op
den iichteren grond alles gedijde. Ottokar be
waarde het stilzwijgen. Nu Elzenbol inderdaad
zijn eigendom was, scheen hij niet meer te den
ken aan bot beheeren on verbeteren.
In den namiddag ontvingen zij bezoekMartin
kwam. Juliane wist, dat het harentwege ge
schiedde want de beide mannen verschilden te
veel van karakter, om met elkander als vrienden
vader, de zaak niet vertrouwende, onderzoek
deed, bleek het natuurlijk onjuist te zijn en
het scheen alsof ^men" het meisje door eene
advertentie naar Parijs had willen lokken. De
justitie, onderzoek doende naar den steller der
advertentie, heeft thans de waarheid aan het licht
gebracht. C.)
Omtrent dit verzinsel moet nog worden
medegedeeld dal het onjuist is, dat de consul
der Nederlanden te Parijs, de heer Van Lier,
zou hebben aangeraden het meisje toch maar
te laten komen, om op deze wijze de betrokken
personen in handen te krijgen.
De consul ried in tegendeel aan, haar niet
te laten komen, maar een brief te laten schrij
ven, waarin b. v. werd gemeld „Ik kom te
halfzeven" of iets dergelijks, ten einde de politie
op dien tijd aan het station te Parijs een
onderzoek te doen instellen of alsdan ook een
persoon met een portret in de hand, zoekende
rondliep naar haar, die hij verwachtte.
Aan het Haarl. Dagblad wordt geschre
ven
Aan den Uithoorn moest een burgemeester
zijn. De zwager van den overledene, werkzaam
ter secretarie, had niet alleen lang het werk
voor den kranke gedaan, maar genoot ook zoo
zeer het vertrouwen, dat een adres van gemeen
tenaren (72 protestanten en 45 katholieken)
het verlangen uitsprak, dat bedoelde persoon
zou worden benoemd. Hij werd door den
Commissaris des Konings bovenaan op de voor
dracht geplaatst. Buiten die voordracht om is
te kunnen omgaan. Zij begreep de verwijdering
zeer goed, welke er bestond tusschen haar echt
genoot en den vriend harer jeugd. Reeds toen
haar vader nog leefde, had deze verhouding haar
onaangenaam aangedaan. Ja, had Ottokar dezen
trouwen vriend aan zijne zijde gehad
Maar zooals de omstandigheden na geloopon wa
ren, kon een derde hier geen hulp brengen.
Gelijk altijd in Ottokar's tegenwoordigheid,
was Martin ook heden beschroomd. Met zijne
zwaarmoedigheid en zijn gebrek aan gezellige
maatschappelijke vormen maakte hij em scherpe
togenstelling met den eleganten cavalier van
adellijke gebooite. Deze keek niet minachting op
zijn buurman neder, vond hem beslist zeer boersch
en nuchter in zijne lovcnsbescbouwingen. Daarbij
kwam nog de voorlie'de van zijn schoonvader
voor dezen onbeschaafden mensch, een voorliefde
van welke de oude heer bij elke gelegenheid met
den meesten nadruk deed blijken, daar toch deze
boerenzoon volgens zijne me*ning bet toonbeeld
was van een Duitschen landman, en voor welke
degelijkheid de oudo hoer den hoed afnam, en
welke hij het jongero geslacht toewenschte.
En dit ideaal van mannelijke en landbouwers-
deugd was op de dochter van den ouden heer
verliefd, nu zijne vrouw, nu de gemalin van
graaf von LauchaAl bad Juliane ook geen
vermoeden gehad van den hartstocht, welken
deze grove gezel haar toedroeg, Ottokar zelve
was het er reeds lang over eens, dat hij de
eerste gelegenheid de beste zou aangrijpen, om
zijn huis van zulko gezellen te bevrijden. En
wanneer hij nu dacht Aan de lijkrede, welke dien
man gehouden had bij het graf van zijn schoon
vader En nu, nauwelijks was de oude hier
dood, of dat toonbeeld van deugd kwam zich
op Elzeiihof indringen. Maar op Elzenhof was
nu een ander heer en meester.
Overigens gedroeg de nieuwe heer zich uiterst
beleefd jegens den oDgewenscbten gast, zóó be
leefd, dat Martin er nog veel onhandiger nog
ongemanierder door werd, gelijk Ottokar het
uitdrukte. Juliano bemerkte dadelijk do schuch
tere poging van den vriend harer jeugd, om met
haar man op een vertrouwelijk terrein te komen.
Zij was hem daarvoor van harte dankbaar. l>ocb
de overdreven deftige vriendelijkheid van Otto
kar was oorzaak, dat Martin zeer spoedig zjjn
voornemen moest opgeven. Na een hoogst stijl
en vervelend uur vertrok Martin weder. liet
was Juliane te moede, als was bet een afscheid
voor eeuwig.
De omwenteling op Elzenhof liep teDgevolge
der laatste gebeurtenissen niet zoo vlot, als dat
een geheel onbekende notarisklerk, behoorende
tot de partij der doleerenden, een persoon, die
niet eens de moeite genomen had zich bij den
Commissaris des Konings te vertoonen, geko
zen door den minister.
Het lijk van het 4-jarige kind, dat Zater
dag 11. naar Rotterdam werd vervoerd wegens
vermoeden van ver gif t i g i n g, kwam
uit Brielle. Volgens de verklaring van den
militairen geneeskundige, die het kind behan
delde, stierf het, na door cholera nostras te
zijn aangetast. Na den dood is openbaar geworden,
dat aan het kind niet het door den geneesheer
voorgeschreven middel toegediend werd, maar
een ander, waarvan eene kleine hoeveelheid,
naar men zegt, voldoende moet zijn om een
volwassen mensch te dooden.
De apothekersbediende, die gezegd wordt de
onachtzaamheid te hebben gepleegd, is bij den
algemeen geachten apotheker door een ander
vervangen.
S p o o r w e g o n g e 1 u k t e Jullem
B o x e m. De trein van Stavoren, die Zaterdag
avond 11 uur 2 min. te Groningen moest
aankomen, heeft drie kwartier vertraging onder
vonden, tengevolge het aanrijden van eene koe,
die eene wandeling op de rails maakte en
noodwendig overreden werd. Het incident is
zeer gelukkig afgeloopen. Toen da machinist,
die plotseling een schok gevoelde, met alle macht
remde, en de trein stilhield, bleek eerst dat een
koebeestje overreden was. Het dier lag met afge
sneden hals achter den trein. Intusschen waren
in den beginne wol was verwacht. Juliane had
wel is waar haar man wel tot heer en meester
gemaakt, maar Ottokar nam den eersten tijd het
voorkomen aan, alsof die overdracht niet was
geschied, als dulde hij dag aan dag het onge
hoorde onrecht, als zou hij zich nimmer met de
zaken bemoeien, welke hem eigenlijk niets aan
gingen.
Juliane leed zwaar. Elke zaak werd door hem
geregeld aan hare beslissing onderworpenzij
moest besluiten, regelen en bevelen. De onbe
duidendste dingen mochten niet eerder plaats
hebben, dan voor die aan haar waren voorgedragen
geworden bjj do geringste kleinigheid werd
breedvoerig naar haren wensch en wil gevraagd.
Dagelijks moest zij tweemaal de inspecteurs hare
bevelen opdragen. Ottokar wees alles en elke
vraag van de hand: zijn vrouw had te beslissen!
Juliano had al baar overleg, kalmte en verstand
noodig, om de beambten en werklieden niet in
te wijden in de treurige toestanden, en de ver
warring, die natuurlijk niet kon uitblijven, in
zooverre te verminderen en te bedekkeD, dat het
beheir van het landgoed er niet te groot nadeel
van ondervond.
Nog moeielijker was haar verhouding tegen
over haar mandoor zijn kalme, besliste hou
ding beschouwde zij zich zelve telkens weder
als de schuldige. Elk uur bracht voor haar
een daad van boete. Onafgebroken moest zij er
zich tegen verzetten, dat zij de meesteres op
Elzonhof was; onafgebroken motst zjj een beroep
doen op zijne grootmoedigheid, om haar toch de
heerschappij af te nemen. Dikwijls was zij der
vertwijfeling nabij, want Ottokar stond op nale
ving van den laatstm wil van zijn schoonvader.
Hij was veel van huis, vertoefde steeds iu de
stad en bij zijn goede vrienden, die hem op den
dag der begravenis zijn zwaar verlies hadden
helpen dragen; öf hij jaagde, öf bij hield zich
ingevolge het testament, bezig met bet beheer
van het woud, waarbij hij zulk een grooten ijver
ontwikkelde, dat Juliane neg meer verdriet ge
voelde over het onrecht, door haar vader jegens
haren man begaan. Haar smeekeD, Elzenbol toch
te beheeren, werd steeds dring»rider, laar op
treden schuchterder en ootmoediger. Eindelijk
was Ottokar zco goed bet ofler to brengen, en
als heer van Elzenhof op ie tredm tenminste
tegenover bet volk I Juliane beschouwde het in-
dtidaad als een offer, en nog wel als een tffër
aan haar gebracht, waardoor zy zich gedrongen
gevoelde tot nog meerdere dankbaarheid jegtns
haren man.