Wderdag, 18 Septomkr 1890.
34ste Jaargang. No. 2438.
w BBRICHT. -»
Wie zich thans op dit blad abon-
ieeif, ontvang de exemplaren die
óór 1 October a. s, verschijnen,
ratis en franco.
[Gemeente Schagen.
Bekendmakingen.
Burgemeester en Wethouders van Scha
len, noodigen bij deze uit de binnen de
om der gemeente woonachtige mannelijke
bgezetenen, tusschen 18 en 50 jaar,
lic genegen zijn tegen eene ver-
oeding van f Ó.25 per uur, dienst
e doen bij de Brandweer, zich vóór
len SOsteii September e.k.
ersoonlijk daartoe aan te melden ter
lemeente-Secretarie.
Schagen, 2 September 1890.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
C, H. BEELS.
de Secretaris,
DENIJS.
Roman van RICHARD YOSZ.
Schagen, 17 Sept. 1890.
Postkantoor §cliag'en.
Lijst van brieven, geadresseerd aan onbe
kenden in de 2e helft der maand Aug. 1890.
HORDT VERVOLGD'
SCHAGER
111618»
COURANT
ie- L
ia
pit blad verschijnt tweemaal per weekWoensdag- Zater-
vnnd. Bij inzending tot 's middags 12 ure, worden ADVEK-
8 g ft V u
■UtfTlÊN ia tet eerstuitkomend nummer geplaatst.
QJGEZONDEN STUKKEN èén dag vroeger.
Uitgever, J. WINKEL.
Bureau: SCHAOEAf, liaan. D. 4.
Prjjs per jaar f 3.Franco per post 3.60.
Afzonderlijke nummers 5 Cents.
ADVERTENTIÏJN van 1 tot 5 regels fO.25; iedere regel meer 5 ets.
G-roote letters worden naar plaatsruimte berekend.
POLITIE.
Verloren alhier op Dinsdag, 9 September j.1.
a gouden dames remontoir-horloge
met zilveren ketting.
Inlichtingen hieromtrent worden verzocht ter
Secretarie dezer gemeente.
B RANDWE E R.
ka )m( m H Jm
14.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
In de kamer van Martin's moeder was Juliane
in uitputting in een vasten slaap gevallen. Toen
j ontwaakte, drong reeds het morgenlicht door
openingen der vensterluiken het groote vertrek
innen. Juliane meende te droomen. Het was
Mf, als was zij nog een kind en lag zij nog
t haar gezellig dakkamertje. In stille verrukking
nsterde zij naar het getjilp der musschen inde
tomen voor het vensterin huis fladderden de
faluwen, die in den hooiberg nestelden. Hanen
raaiden, schapen blaatten.
Eensklaps slaakte Juliane een kreet van smart;
3 wist nu waar zij zich bevond en hoe alles
os voorgevallen.
«en krukje leunende, kwam Martin's moeder
""len, nam plaats op een stoel voor het bed,
'®eP Juliane's hand en begon te fluisteren. Ein-
Jk barstte de ongelukkige vrouw in hartstoch-
o®vveen los. Daarna stond zij op, opende
I !cus|®r'u'ben, trok de gedroogde kleeren aan
°udo vrouw naar de woonkamer,
al'ln baar wachtte. Hij ging de buide
d.°? °gemoet en reikte haar zwijgend de
lond' °U('e moe^or nu koffie brengen en
tben 61 ^u''ane 'e':s gebruikte. Intus-
j]j er ingespannen worden. De oude vrouw
s kin ,u ze've naar Elzenhof vergezellen en
lt p«r fren ^a'en i sedert twintig jaar was dit
ij 8 6 ®aa') dat de oude vrouw uitreed. Voor
k._o r°kken, zeide Martin's moeder, die met
llane alleen in do kamer was
!öij hebt
geld noodig, om het personeel te
"Hlön T r 0, "V» v w
Djnjet 13 geen geld van Martin, maar het
W rtD aannemen-"
WiiOft i zi' eeQ in een bonten zakdoek
lift kj 0. Portefeuille op Juliane's schoot. Deze
Üatf Zlch welgevallen.
Pek reec' beide "vrouwen. Hij had het
W t do oogst nu opgedragen aan den
le er en voor van daag vrij genomen. Onder
letj^ 0ferlegde hij, wat er het eerst moest ge-
i® Vfeif-n i, ?en moesf den graaf tijd laten, zich
'ten '®ae'd te brengen. Maar de valsche wissels
Op fti 8 bÜ bet gerecht.
Ba-? l2enhof verwekte Martin's wagen met zijn
groot opzien. De eerste inspecteur
Binnenlandsch Nieuws.
Het Concert, 11. Zondag door onze Har
moniekapel gegeven in den tuin van het hotel
van den heer Broersma, werd door een vrij
talrijk publiek bezocht.
Dit concert, het eerste onder directie van
den nieuw benoemden Kapelmeester, den heer
Schoutenmag alleszins goed geslaagd heeten.
Het trok onze bijzondere aandacht, dat op
het programma eenvoudige nummers waren
geplaatst, waarvan de uitvoering evenwel door
bijzondere accuraatheid in klankgehalte en voor
dracht uitmuntte.
Het spel was beschaafd en miste die knet
terende en schetterende geluidgolvingen, waar
mede vroeger de Harmonie haar spel bedierf.
Wij gelooven dan ook onze Harmonie met
dit succes onder haren nieuwen directeur geluk
te mogen wenschen en hopen dat de ambitie
en volharding der leden nu niet weder zullen
verflauwen. In den heer Schouten bezit zij
den directeur, die den tact bezit dillettanten
beschaafd spel te leeren.
Dinsdag 11. is namens 82 personen, alle
handeldrijvende personen in onze gemeente, een
adres aan den Raad onzer gemeente aangeboden,
houdende verzoek, dat door dit EdelAchtb.
Collegie bij de Regeering de noodige stappen
zullen worden gedaan ter verkrijging van een
Rijkstelegraatkantoor, zooveel mogelijk in de
kom der gemeente.
Als supplement ging hierbij een adres van
adhaesie, onderteekend door 45 belanghebbenden
kwam hen tegemoetde graaf was gisteren avond
aangekomen, had echter nog in den nacht het
rijpaard laten zadelen en was weggereden en tot
heden nog niet teruggekeerd. Juliane antwoordde,
dat zij er van wist. Zij verzocht den inspecteur,
vooreerst het beheer op zich te nemen, daar haar
man den eersten tijd niet terugkwam. De be
ambte verbleekte Martin nam hem nu ter zijde.
Juliane vroeg aan de arbeiders, die nietsdoende
rondom haar stonden en de hoofden bij elkaar
staken, naar de kinderen en vernam, dat zij nog
sliepenzij ontbood den gouverneur. Zelve ging
zij naar de huishoudster en wekte de kleine
Adolla, die dadelijk naar haren papa vroegof
papa nog niet terug was? Juliane ontkende het.
Toen zjj evenwel het gezicht zag, hetwelk de
kinderjuffrouw bij hare woorden zette, vloog het
blo9d haar naar de wangen en deelde zij hot
kind mede, dat haar vader er geweest was, doch
weder onmiddellijk vertrokken was, en dat zij
nn met baar broeder gedurende eenigen tijd op
Segenfeld ging logeeren.
Adolfa juichte. En of zij dan hare -poppen
meenemen mocht? Ja, ook de poppen. Nu
was do vreugde groot. Juliane pakte alles bijeen,
wat de kinderen voor een lang verblijf konden
noodig hebben. Voor zij hierop aan de kinder
juffrouw en de andere ondergeschikten den waren
stand van zaken mededeelde, had zij eerst nog
oen onderhoud mot Martin.
„Alles neem ik van uw moeder en van u aan,
als kind uwer moeder, als uw zuster. Gij zult
zwaar met mij te lijden hebben. Maar ik beloof u
niets, ik bedank u voor niets ik heb immers
nog een lang leven voor mij. Onze eer is niet
meer te redden; doch het is niet de schande,
welke ik vrees. Elzenhof moet verkocht, de geheele
inboedel geveild worden. De schuldeischers mogen
er geen schade bij hebben. Voor mij en mijne
kinderen behoeft niet gezorgd te worden. Wees
stil, ik neem uw hulp aan voor mijne kinderen,
voor mijnen zoon. Gij zult voor den knaap een
vader zijn, gij zult hem opvoeden tot een degelijk
man, tot eon handwerksman desnoods, als hij
maar een degolijk menscb wordt. Om mij behoelt
gij u niet te bekommeren; ik bon jong, ik kan
werken, ik kan zorgen voor mijn eigen onderhoud
en voor dat mijner dochter. Het zal mij gelukkig
maken, het is het eenige, dat mij rust kan
brengen gij zult mij dit ideaal niet ontnemen
willen. Ik moet boete doen. Ik bid, verzet er u
niet tegenEn nu moot gjj voor mjj naar de
stad rjjden."
uit omliggende gemeenten, die voor hunne
zaken wekelijks te Schagen komen.
Namen der geadresseerden. Plaatsen van bestem,
van Schagen, H. Meijer, Amsterdam.
H E. Schreuder, Wieringerwaard.
J. H. Boon,
Verzonden geweest naar Amerika.
n J. Witsmeer, Roseland.
van Burgerbrug, P. Molenaar, Lansig.
Bij de harddraverij van paarden van leden
der Vereeniging op Maandag gehouden ter
gelegenheid der kermis aan de Schagerbrug,
werd de prijs, een electro-zilveren koffleservies,
gewonnen door Mina (bruine bles) van C. Bruin,
berijder C. de "Wit Jz., de le premie door Anna
(bruine merrie) van Andr. de Wit, berijder A.
de Wit en de 2e premie door Marie (bruine
merrie) van D. Kroon, berijder C. de Wit Jz.
Iu verschillende bladen leest men, dat de
paardentramdienst tusschen Alkmaar en
Hoorn, die werkelijk reeds met twee ritten
daags ingekort werd, waarschijnlijk met 1 October
a. s. gestaakt zal worden.
De socialist J. K. van der Veer
uit 's-Gravenhage, die in den laatste» tijd in
Friesland als spreker optreedt, zal den 17 Sept.
a. s. voor de arrondissements-rechtbank te
Leeuwarden terechtstaan, als beschuldigd in eene
vergadering te Tjummarum den burgemeester
„Wat moet ik daar?"
„Het mag niet langer geheim blijven. Het ge
recht moet in kennis gesteld worden met de
vlucht van mijn man, de schuldeischers moeten
opgeroepen worden. Alle bedrog en schijn moet
nu weg! Ik wil aan de wereld mijn ware gelaat
toonen. Dat bedriegelijke leven was mij een walg.
Ik dank God, dat het nu ophoudt."
Zij droef hem nu aan tot spoed. Daarna sprak
zij met den gouverneur en mot de huishoudster.
Beiden gedroegen zich voortreffelijk, beide ver
zochten do gravin, te mogen blijven. Maar Juli
ane bad ben, hun volle jaargeld aan te nemen
en nog heden te vertrekken. De huishoudster
viel haar om den hals en weende hartstochtelijk.
Ook de bedienden en de kinderjuffrouw werden
onmiddellijk ontslagen. Juliane ondervond nu dat
men haar de meeste achting toedroeg maar dat
nam niet weg, dat hunne meening omtrent den
graaf onverminderd op hun gelaat stond te lezen:
bah, welk eon voorname ellendeling!
Intusschen waren de kinderen met moeder Gra-
bow naar Segenfeld gereden, de gouverneur en de
huishoudster maakten gebruik van de extra-post,
met welke gisterenavond de graaf was aangekomen.
De afbetaalde dienstbaren maakten zich insgelijks
gereed tot vertrekin de keuken en in de meiden
kamer scheen het wel vrije dag te zijn, ook op
het veld werd zeer flauwtjes gewerkt.
Do predikant en zijne vrouw kwamen tot
Juliane en boden haar hun hulp aan. Deze vrien
delijke menschen verschrikten van de kalmte, met
welke Juliane hen ontving en over alles sprak.
Den braven geestelijke bleven de troostwoorden
in den mond stekendie bleeke, oogenschijnlijk
hardvochtige vrouw deed hem zeer onaangenaam
aan.
's Middags gebruikte Juliane eenig voedsel
daarop sloot zij zich op in de kamer van haren
man, plaatste zich aan de schrijftafel, doorzocht
alle papieren, boeken en brievenen trachtte zich
een helderen blik te verschaffen in den waren
stand der zakendoch dit streven bleek ijdel
te zijn, want alles bevond zich in do grootste
wanorde. Eindelijk liet Juliane mismoedig de
armen als verlamd langs het lichaam hangen.
Zoo zat zij nog, toen zij Martin hoorde komen.
Zij stond op, opende de deur en vroeg: „Nu?"
Marlin was zeer bleek en zeide op langzamen
„Er is een steekbrief tegen hem rondgezonden.
"Wanneer wij hadden kunnen wachten
„Wij mochten niet wachten. Komt het gerecht?
van Franeker ten laste te hebben gelegd, poging
tot omkooping van den stadsomroeper, om eene
bekendmaking van de socialistische partij niet
aan te plakken.
Naar men verneemt, is tegen eenige
socialisten uit Appelscha, die de jaarmarkt te
Smilde bezochten, proces-verbaal opgemaakt
wegens het bezigen van beleedigende
uitdrukkingen over Z. M. den Koning,
en verzet tegen de gemeentelijke politie.
De dienstmeid van den landbouww Folkers-
ma te Slochteren, wiens boerderij in den nacht
van Woensdag op Donderdag in vlammen opging,
heeft, na een verhoor te hebben ondergaan, voor
den burgemeester bekend, den brand te
hebben gesticht. Aanleiding tot verdenking
ontstond zeker door het vinden van eenige haar
toebehoorende kleeren bij het erf, onder het
moes verborgen. Daar zij, naar men verneemt,
meermalen op gespannen voet met haren patroon
stond, dringt zich als van zelf de vraag op, of
hier aan wraak moet gedacht worden.
(P. G. C.)
Men meldt uit Stadskanaal van 13 Septem
ber
Een onzer ingezetenen, de heer Spier, was
heden met zijne echtgenoote naar de wedrennen
te Paterswolde. Een knecht, die met de kinderen
speelde, greep een geweer, legde aan en, niet
wetende dat het geladen was, trok hij af en
schoot het achtjarig zoontje door arm en hoofd.
Na eenige oogenblikken was de kleine dood.
De knecht is schier radeloos. Naar men zegt,
is hij in verzekerde bewaring genomen.
„Heden avond nog. Ik zou u wel willen ver
zoeken, mij de heeren te laten ontvangen."
„Neen."
„Gij martelt mij."
„Ik vervul mijn plicht."
„Rust dan ten minste een weinig."
„Daartoe zal ik later tijd genoeg hebben. Wat
hebt gij in do stad gohoord van mijnen man
Gij moet mij alles zeggen
Dat was een zwaie taak voor den goeden
Martin maar hij mocht haar niet ontzien, zij
veroorloofde hem zulks niet. Zonder hem in de
rede te vallen, luisterde zij naar zijn verhaal, en
toen hij geëindigd had, zeide zij slechts
„Wij moeten nu afwachten, of zij hem vinden
kunnen. Misschien denkt hij er dan %an, dat hij
een zoon heeft, die zijn naam draagt."
Als een loopend vuurtje verbreidde zich het
bericht van de vlucht van den graaf. De echtge-
nooten der naburige grondeigenaren kwamen
Juliane troosten. Menigeen was onder haar, die
sedert jaren niet meer op Elzenhof was geweest.
Dezen middag onderging Juliane ware martelingen,
maar do heldhaftige kalmto, met welke zij ze
verdroeg, werd haar niet eens tot eer gerekend.
Daarentegen zou zij het grootste medelijden op
gewekt hebben van alle deelnemende zi^Jen,
wanneer men haar verslagen en verpletterd had
aangetroffen, van schaamte en in ootmoed zich
verbergende. Maar hu ging bet evenals bij de
begrafenis van haar vader, men geraakte ontstemd
over Juliane's kalmte, die verstijvend werkte op
de medelijdende harten der overgevoelige dames.
Iots was deze ontnuchterden tot tioost, de moraal
namelijkdat komt er van wanneer een een
voudig Heidendörfer meisje trouwt met een graaf
von Laucba. Groot opzien baarde tevens Martin's
tegenwoordigheid op Elzenhof. Deze en gene vond
het gepast, zich daarover gekrenkt te gevoelen.
Het was op zjjn zachtst gesproken ongepast.
Tegen den avond, toen Juliane met Martin
eindelijk weer alleen was, kwam ook het gerecht
op Elzenhof. Teneinde tegen de ongelukkige
vrouw zoo kiesch mogelijk op te treden, was
de kantonrechter zelf medegekomen. De naam
van den graat werd niet uitgesproken. Juliane
geleidde de hoeren naar de kamer van haar man
intusschen werd de inboedel door de medegekomen
gerechtsdienaren verzegeld, en werd op de papie
ren beslag gelegd. Ook de inspecteur moest zijn
boeken afgeven. Daarna was het eerste gedaan.